De tekst is gedownload van de site "www.kvmo.nl"
(De Koninklijke Vereniging van Marine Officieren)
De Indonesische keuken is door het veelvuldig gebruik van een grote verscheidenheid aan kruiden gevarieerder dan de Europese. De dagelijkse maaltijd hoeft daarom niet meer tijd te kosten dan het koken van de traditionele "Hollandse pot". Het ligt er maar aan wat je op het menu zet. Hetzelfde geldt trouwens voor iedere nationale keuken. Voor velen, die wel van een kook avontuurtje houden vormt het grote aantal exotische namen van de Indonesische ingrediënten een hoge drempel. Ten onrechte overigens. Door de culinaire infiltratie van de afgelopen jaren is een aantal uitheemse gerechten en benamingen vrij bekend geworden. Sambal en atjar zijn te koop in ieder groot winkelbedrijf en tot in de kleinste dorpswinkeltjes toe, bij de slager en de groenteman. Bij het opstellen van de verschillende gerechten is gebruik gemaakt van zowel Nederlandse als Indonesische benamingen. Uien en knoflook zijn uien en knoflook gebleven. Trassi, tempeh en tahoe zijn onvertaalbaar. Lombok en santen zouden echter wel met Chilipeper en kokosmelk vertaald kunnen worden, maar ze worden echter onder de oorspronkelijke namen verkocht en zijn al tamelijk ingeburgerd. De meest vreemde kruiden zijn in poedervorm en tegenwoordig ook vaak vers verkrijgbaar. De kruiden in poedervorm worden in goed geëtiketteerde flesjes en potjes verkocht. Men heeft niets anders te doen dan het recept goed lezen en de juiste hoeveelheid uit het juiste flesje halen. Wie al voldoende vaardigheid heeft opgedaan en de namen in zijn hoofd en de geuren in zijn neus heeft, kan de kruiden los kopen en ze zelf in potjes opbergen (het etiket niet vergeten). In grotere hoeveelheden gekocht zijn ze veel goedkoper.
Voor [20]beginnelingen nogmaals een bemoedigend woord. De verschillende gerechten zijn in dit boek in aparte hoofdstukken ondergebracht. Maak eerst een keus uit die gerechten, die met weinig soorten kruiden te bereiden zijn. De hier te lande traditionele dagelijkse pot: vlees groenten aardappelen, vindt zijn Indonesische equivalent in vlees sajoer rijst. Vlees kan precies zoals hier door een kip,vis, of eiergerecht vervangen worden, de sajoer door een sambal goreng met veel groenten. Een rijsttafel in een restaurant bestaat uit tien tot vijftien verschillende gerechten. Daardoor en misschien versterkt door rijsttafelen bij vrienden of familieleden met een Indisch verleden is de indruk gewekt, dat het Indonesisch eten uit een groot aantal ingewikkelde gerechten bestaat. Dat is echter alleen maar bij feestelijke gelegenheden het geval. De dagelijkse kost is vrij sober,maar altijd met zeer veel zorg en kundigheid bereid en zeer gevarieerd. Bovendien kent de Indonesische keuken een groot aantal gerechten die in stopflessen lang bewaard kunnen worden (atjar droge sambal goreng). Dat betekent, dat wanneer een onverwachte gast mee aanzit, men zonder veel moeite het menu kan uitbreiden. Bovendien leent de eetwijze rijst, met een aantal bijgerechten zich er makkelijk toe om met weinig moeite snel het menu uit te bereiden. Een omelet bakken of een stukje dengdeng, een paar tomaten met ketjapsaus en het gastmaal staat op tafel. Wie van plan is regelmatig "rijsttafel" te koken, doet er goed aan een of tweemaal in de maand een middag of avond te reserveren om een aantal gerechten klaar te maken die langer bewaard kunnen worden. Daar vallen in de eerste plaats de sambals onder, die wanneer men ze zelf bereid, goedkoper, lekkerder en in veel meer variaties gemaakt kunnen worden dan de sambals die men kant en klaar koopt. In de koelkast bewaard, in goed te sluiten stopflessen, kunnen ze lang goed blijven. Lang houdbaar zijn ook de atjars (zuren) en verschillende droog gebakken gerechten (gorengans) en droge sambal gorengs zoals sambal goreng van aardappelen, sambal tempeh, sambal kelapa en seroendeng.
Wie in het groot gaat koken, d.w.z. meer dan twee gerechten, doet er goed aan uien en eventueel lombok in voorraad te snijden. Wie voor een feestmaal meer dan een sambalgoreng op het menu zet, kan de kruiden voor deze gerechten gezamenlijk klaar maken en in evenveel porties verdelen als er sambalgorengs bereid worden. Zeer veel gerechten hebben naast hun speciale kruidenmengsel een basis van fijn gewreven uien, knoflook en sambal oelek. Wrijf dit tezamen of nog gemakkelijker, draai ze in de keukenmixer en wrijf ze in porties na met de afzonderlijke kruiden. Wie geregeld Indonesisch kookt, zal merken dat men met vindingrijkheid en overleg zich veel werk kan uitsparen. Tenslotte nog een raad aan hen die slechts een enkele keer zich aan een Indonesisch menu zullen wagen. Specialiseer u in enkele gerechten. Kook ze telkens opnieuw tot ze in uw vingers zitten. U zult merken dat de bereiding steeds gemakkelijker gaat. Dan is de tijd gekomen om dit boek nog eens door te snuffelen en uw repertoire uit te breiden. Er is volop keus in eenvoudige en gecompliceerde gerechten voor hobbyisten, amateurs, onervaren en ervaren koks met of zonder Indisch verleden.
Sinds de tweede wereldoorlog zijn grote groeperingen van het Nederlandse volk op culinair gebied veel avontuurlijker geworden. In de steegjes en straatjes van de oude binnensteden floreren de buitenlandse eethuisjes en restaurants. Je kunt tegenwoordig, en dit geldt vooral voor de grote steden, zowel Italiaans, Spaans, Grieks, Marokkaans, Turks, Surinaams, joods en zelfs Japans gaan eten. En dikwijls tegen heel redelijke prijzen als je de adressen weet.
De moderne reisgewoonten maken de behoefte aan een wat pikanter smaakje ook buiten de vakantie bijna vanzelfsprekend en de culinaire variaties van de gastarbeiders bevolking schiepen er de mogelijkheid toe.
De Indonesische en Chinese keuken zijn onder de mogelijkheden van uitheems eetgenot hier niet opgesomd en dat is niet zonder reden. Indisch en Chinees eten is nauwelijks meer een buitenlandse specialiteit. Het is al min of meer een vaderlandse gewoonte geworden. Buiten de deur eten behoort niet tot de traditie van het huiselijke Nederlandse volk. Een kleine groep uitgezonderd, waagde men zich niet in een restaurant. Sinds enige jaren is daar verandering in gekomen. Het van bij de "Chinees" gaan eten is populair geworden. Niet alleen in grote steden, in alle stadjes en zelfs in vele dorpen treft men tegenwoordig een Chinees of Indonesisch restaurant aan of een combinatie van beiden. Bakmie, nasi goreng, saté en satésaus kun je voorbewerkt in alle grootwinkelbedrijven en zelfs bij de slager, groenteman en kruidenier kopen. Nasiballen vind je naast het worstje en de gehaktbal in iedere automaat. De kroepoek is opgenomen bij de borrelhapjes en wordt zelfs gewaardeerd door mensen die iedere rijstkorrel verafschuwen.
Toch kon je reeds lang voor de tweede wereldoorlog hier uitstekend indisch eten. Dat deden toen echter in hoofdzaak diegenen met een indisch verleden, verlofgangers en gepensioneerden. De Indische restaurants en ook de winkels waar je de ingrediënten voor de rijsttafel kon kopen, waren er nog niet zoveel. De meeste bevonden zich in Den Haag, de plaats waar de "Indische gasten" graag hun verlof doorbrachten of zich na de afloop van hun diensttijd vestigden.
De verandering kwam eerst na de tweede wereldoorlog, toen de grote stroom van Indische Nederlanders in verband met de politieke verandering in Indonesië, met honderd duizenden [21] naar Nederland repatrieerden en zich over alle provincies verspreidden. Zij hadden maar weinig bagage bij zich, maar brachten hun eetgewoonten, meer zelfs, hun eetcultuur mee. Ze waren aan lekker eten gewend, twee soms drie warme maaltijden per dag. Ook de kleine Indo's, die generaties lang aan de rand van de kampong geleefd hadden en nu ineens naar hun moederland moesten verhuizen dat hun vaderland niet was, hadden altijd lekker gegeten. Hun vrouwen waren uitstekende kooksters. Je hoeft niet rijk te zijn om lekker te kunnen eten, fantasie is nog belangrijker dan geld. Ze maakten van de nood een deugd en van hun eetcultuur een bron van inkomsten. Ze begonnen langs allerlei onnaspeurbare wegen Indische kruiden en ingrediënten te importeren, openden winkeltjes in hun voorkamer en hun mannen reden in oude auto's, die zij "Warong Keliling" (rondrijdende winkel) noemden,door het hele land met sambals, potjes zuur, kroepoek, dengdeng, zoute vis en alle kruiderijen voor de rijsttafel.
In Indonesië bestaat een uitgebreide handel in toebereide etenswaren. Overal in de steden, maar ook langs de wegen, kan men op ieder uur van de dag en op vele plaatsen tot diep in de nacht, eten. Complete maaltijden, maar ook kleine hapjes en versnaperingen. Ze worden rondgevent in draagbare keukentjes of te koop aangeboden in kraampjes: vier bamboepalen, een dak van gevlochten bamboe of een oud zeil, een tafel op schragen en twee losse banken. Deze straathandel is in handen van Indonesiërs en Chinezen. Indische dames, dikwijls weduwen al of niet met een pensioentje, hadden daarin hun eigen discrete plaats gevonden. Zij leverden maaltijden op bestelling per rantang, vier of vijf op elkaar passende pannetjes, de bovenste afgesloten met een deksel en hangende in een metalen beugel. Sommigen werden plaatselijke beroemdheden om hun jams, zuren en vruchtensiropen, maar ook om hun koekjes, pasteitjes en taarten. Zij leurden hun producten niet zelf, daar hadden zij hun bedienden voor. Wel adverteerden ze soms, maar de meeste werden bekend door recommandatie. Deze traditie reisden met hen mee en vond in Nederland nieuwe vormen. De winkeltjes in een deel van het eigen huis, de warongs keliling en voor wie wat kapitaal bijeen kon brengen een eethuisje.
Dit hele bedrijf zou zich waarschijnlijk niet buiten de eigen groepering van blanke en bruine Indonesische Nederlanders toch nog altijd ettelijke honderdduizenden ontwikkeld hebben als na de soevereiniteits overdracht niet tienduizenden Nederlandse militairen waren teruggekeerd, die tijdens hun diensttijd in Indonesië heel wat betere gerechten hadden leren kennen dan de rats, kuch en bonen van het soldatenlied. Zij wilden ook wel eens een goede bakmie of een lekkere rijsttafel eten en zij namen hun vaders en moeders, zusjes en broertjes, vrouwen en meisjes mee naar de Indische en Chinese restaurants. Ook de Chinese restaurants waren in opkomst. In de periode tussen de beide wereldoorlogen trof je die alleen aan in de grote havensteden zoals de Rotterdamse Katendrecht en de Amsterdamse Bantammerbuurt. In die tijd vonden zij hun klandizie bijna uitsluitend bij hun eigen landgenoten. Na de tweede wereldoorlog kregen zij door de ontstane vraag hun kans en vestigden zich over het hele land.
De Chinese en Indonesische keuken, die alleen bekendheid hadden binnen de eigen, vrij beperkte gemeenschappen, werden populair bij vrijwel het gehele Nederlandse volk. De ironie van het lot bracht mee, dat in dezelfde jaren dat Nederland zijn status als koloniale mogendheid kwijtraakte, een eettraditie uit de koloniën hier een nieuwe ontwikkeling vond. De Indonesische keuken stamt uit een eeuwenoude traditie. Zij ontstond en bereikte haar hoogtepunt aan de vorstenhoven. Het was vooral in Midden Java waar de kookkunst een verfijning en een raffinement bereikte die tot op heden behouden bleef. De kookkunst is een onderdeel van het cultuurbezit van een volk. De Indonesische cultuur en de Javaanse in het bijzonder is een syncretistische, dat wil zeggen dat ze in staat is een aantal vreemde cultuur elementen harmonieus in haar eigen cultuur te verwerken en tot een nieuwe eenheid te vormen. Ook in de Javaanse kookkunst is dit te merken. De invloeden van de Indiase keuken vindt men terug in de kerries, van de Arabische in de goelais, van de Chinese in de miegerechten, het gebruik van tahoe (sojabonenkaas) en tempeh (gegiste en geperste soja bonen koek). Men nam de gerechten over en vervormde ze tot eigen gerechten. De Indiase kerries zijn scherp van veel cayennepeper, de Javaanse zijn zachter en geuriger zonder cayennepeper bereid, maar met de toevoeging van gestampte kemirinoten en kokosmelk. Het varkensvlees van de Chinese gerechten werd in de Javaanse keuken vervangen door kip en de reuzel door kokosolie. Indonesiërs zijn voor negentig procent islamieten en de islam verbiedt het nuttigen van varkensvlees. Ook Nederlandse invloeden zijn herkenbaar, zelfs in de namen: sop voor soep, semoer voor smoor, perkedel voor frikadel (Oudhollandse benaming voor gehakt). De Javaanse kookkunst heeft zich vanuit de vorstenhoven onder het gewone volk verspreid. Niet via het dagelijkse menu dat heel eenvoudig is, een portie rijst, sambal en sajoer (een soort groentesoepje) of lalab (rauwe groente. gedept in een hete sambal) en al of niet een stukje vis, tahoe of tempeh.
Ondanks de islam zijn in Indonesië de tradities van de selamatans, de offermaaltijden blijven bestaan. Men geeft ze bij de islamitische feestdagen en dat is op Java heel sterk het geval. Men geeft per jaar tientallen selamatans,bij huwelijk, geboorte en dood, in zaai en oogsttijden, bij de bouw van een huis, bij de besnijdenis van een zoon en bij naamsverandering. Niet alleen de vorsten, maar ook het gewone volk hield [22] selamatans, zij het op veel bescheidener schaal. Een selamatan is een feest voor de gemeenschap,
waarbij verwanten en buren komen helpen en de gasten een bijdrage in geld of in natura leveren. Het
koken staat onder leiding van vrouwen die de traditie kennen en de kookkunst verstaan. Door de
selamatans kreeg de kookkunst een wijde verspreiding onder het volk, zij het dan in een wat eenvoudiger vorm. Van dure ingrediënten zoals kip worden alle organen, ook darmen, maag en kammen in gerechten verwerkt. Vlees wordt vervangen door tahoe en tempeh. Zo ontwikkelde zich deze kookkunst, die zich kenmerkt door grote verscheidenheid in gerechten en in menging van kruiden.
In Indonesië wonen ongeveer 4 miljoen Chinezen, die zich in de loop der eeuwen in dit land gevestigd hebben. Zij waren grotendeels afkomstig uit de zuidelijke provincies. Hoewel de meeste momenteel de Indonesische nationaliteit bezitten,vormen zij nog steeds een duidelijk afgescheiden groep. Zeer velen van hen spreken geen Chinees meer en hebben weinig binding met de Chinese cultuur. Hun eetgewoonten zijn ook aan de Indonesische aangepast. Zij eten rijst met bijgerechten, maar onder die bijgerechten bevinden zich Chinese gerechten, al of niet verindonesischt. Op Chinese feestdagen wordt nog wel geheel Chinees gekookt. In de meeste grote en kleine plaatsen treft men Chinese restaurants en eethuisjes aan, waar traditioneel Chinees gekookt wordt. Ook via de straathandel kan men Chinees eten. De Chinese kookkunst stamt eveneens uit een ver verleden. Zij wijkt vrij sterk van de Indonesische af en niet alleen door het overvloedig gebruik van varkensvlees en reuzel. In Indonesië bestaat het basisgerecht uit rijst die tegelijkertijd met een aantal gerechten opgediend en gegeten worden. Weliswaar wordt daarna fruit geserveerd en tegenwoordig ook wel soep vooraf, maar dat is de Europese invloed. De Chinese keuken kent wel een aantal gangen bij uitgebreide maaltijden. Sommige gerechten worden met rijst, andere zoals miegerechten, zonder rijst gegeten. Klappermelk ofwel kokosmelk, zo typisch voorde Indonesische keuken, wordt niet gebruikt, evenmin de vele scherpe specerijen. Lombok is geheel afwezig. Wel maakt men veelvuldig gebruik van gember, knoflook,prei, bieslook en soms anijs. Een bijzonderheid van de Chinese keuken is de toevoeging van een glucamaat, meestal ve-tsin, een wit poeder wat zelf smaakloos is, maar de in het gerecht aanwezige smaken stimuleert. De gerechten worden, uitzonderingen daargelaten, meestal snel bereid, vlees en groenten in kleine stukjes gesneden.
Het waren niet alleen de Chinezen die zich voorgoed in Indonesië vestigden. Ook in de Nederlandse gemeenschap trof men een groot aantal families aan, meestal van gemengd bloed, die "blijvers" genoemd werden. Mensen, die na hun pensionering niet naar Nederland terug keerden maar zich blijvend in Indonesië gevestigd hadden. Ook onder deze groepering ontwikkelde zich een kookkunst die sterk Indonesisch georiënteerd, ruimte bood voor zeer veel variaties. Doordat deze mensen niet gebonden waren aan de spijswetten van de islam ontstond de Indische rijsttafel, het verrukkelijke product van een mengcultuur, waarin men Nederlandse gerechten kan aantreffen, iets afwijkend en meestal veel sterker gekruid, naast Chinese veel gerechten van varkensvlees en daarnaast ontelbare Javaanse. Indonesië is groter dan Java alleen en de vele andere eilanden kennen hun streekspecialiteiten: de visgerechten van de Molukken, de vleesvariëteiten van Bali (de Balinees is
geen Islamiet), de vleesgerechten van Sumatra met zeer veel lombok bereid. De toename van
huwelijken tussen de verschillende eilandbewoners, de roulatie van ambtenaren en militairen van Java naar buiten Java en omgekeerd en de studietijd van jongelui van buiten Java op Java, moeten hiertoe hebben bijgedragen. Ondanks de appreciatie die de Indonesische en Chinese gerechten hier in Holland ten deel valt, worden ze toch heel zelden thuis bereid. Er zijn uitzonderingen, de saté en de satésaus, de nasi goreng en de bakmie. Vooral de laatste gerechten zijn in het menu van de Nederlandse huisvrouw opgenomen. Nasi is hier een begrip geworden, maar daar bedoelt men nasi goreng mee en ook de nasiballen (een variatie die men in Indonesië helemaal niet kent), worden van nasi goreng of wat daar voor doorgaat, bereid. Nasi is inderdaad een Indonesisch woord. Het betekent gewone, droge witte rijst, die meteen aantal bijgerechten gegeten wordt. De rijsttafel heeft de reputatie bijzonder bewerkelijk te zijn. Dat is ze ook, maar dat hangt af van de keuze van de bijgerechten (bewerkelijke en minder bewerkelijke) en hun aantal. In de praktijk vergt een gewone rijsttafel niet veel meer tijd dan het doorsnee Nederlandse middagmaal, dat ook in bewerkelijkheid varieert. Een andere oorzaak kan liggen in de huiver van vele uitheemse benamingen van verschillende Indonesische kruiden, waarvan een deel o.a. de wortelsoorten moeilijk te doseren is. In Indonesië worden de kruiden vers gebruikt. Hier in Holland moet men zich meestal behelpen met gedroogde kruiden alhoewel er steeds meer verse kruiden te krijgen zijn in toko's en op groentemarkten. De laatste jaren is de commercie er toe over gegaan om verschillende Indonesische kruiden in poedervorm in flesjes of plastic zakjes te leveren en daardoor is de hele zaak veel eenvoudiger geworden. De dosering
levert dan geen moeilijkheden meer op. Twee theelepels djahé (gember) is stukken minder [23] afschrikwekkend dan een stuk gemberwortel ter grootte van een duim. Bovendien zijn de wortelsoorten moeilijk uit elkaar te houden en wat de geur betreft, die is voor wie niet van kinds af de verschillende luchtjes heeft leren onderscheiden ook niet zo makkelijk. Wat de uitheemse benamingen betreft, is een kwestie van organisatie; doe de poeders en de bladeren en wat er nog meer bij hoort, elk in een apart stopflesje. Plak er een etiket op en haal de vereiste kruiderij uit het flesje met haar naam. In zeer veel Indonesische recepten wordt santen (kokosmelk) gebruikt. Santen is in de Indonesische keuken wat melk of room is voor de Hollandse en wijn voor de Zuid Franse. Men gebruikt het als vloeistof voor een sausje, waarin het gerecht wordt gestoofd. In Indonesië bereidt men de santen door de klapper (kokosnoot) in stukken te slaan, het witte vruchtvlees te raspen, het raspsel met warm water te mengen en daarna door een zeef uit te knijpen, waarbij de vezels in de zeef achterblijven en het melkwitte vocht opgevangen wordt. Dit is een
arbeidsintensieve en bovendien een vervelende bezigheid. Sinds jaren is hier kokosmeel in de handel, geraspte kokos waaraan het water grotendeels is onttrokken is. Hiervan kan men santen maken. Deze santen is echter weinig geurig. Wel is dat kokosmeel heel goed bruikbaar voor gerechten waaraan droog gebakken klapperraspsel moet worden toegevoegd. Tegenwoordig zijn er echter blokken ingedikte santen in de handel en hebben de vorm van een pakje boter. Een halve blok vermengt met een halve liter water levert 6/7 deciliter santen op.
Dit kookboek is geschreven voor Nederlandse omstandigheden. In de recepten wordt in hoofdzaak gebruikgemaakt van gemalen kruiden. Knoflook is evenals uien in poedervorm verkrijgbaar, maar aangezien beide ingrediënten het hele jaar door vers te verkrijgen zijn, wordt in de recepten van het verse product uitgegaan. Kokosnoten zijn tegenwoordig ook vrijwel altijd te krijgen, maar de bereiding van santen is voor de Nederlandse huisvrouw/man die het allemaal zelf moet doen zo ingewikkeld, dat men in de recepten gebruik maakt van de blokken santen. Tenslotte nog dit: de recepten zijn van gemakkelijk tot moeilijk te bereiden (meestal te zien aan de hoeveelheid te gebruiken kruiden). Voor wie reeds een beetje ervaring heeft met het koken van Indonesische en Chinese gerechten, moet het aantrekkelijk zijn dat in dit boek naast de bekende gerechten zoals lodeh, kerrie en boemboe Bali, een groot aantal gerechten aangetroffen worden uit streken buiten Java. Bij veel gerechten staat aangegeven vanwaar het afkomstig is.
Wie meent dat Indonesische en chinese gerechten alleen met uitheemse materialen bereid kunnen worden, kan gerust zijn. De enige, wel noodzakelijke aanschaf is een tjobek (wrijfsteen) met een oelekoelek (wrijfhout) om de verschillende kruiden gezamenlijk fijn te wrijven alvorens ze te fruiten. Ook in de franse keuken is het met elkaar fijnmaken van kruiden niet onbekend. Ze worden echter niet gewreven,maar in een vijzel fijngestampt, wat op hetzelfde neerkomt. De kruiden moeten "se marier", dat is een aardige franse uitdrukking, de kruiden moeten een huwelijk sluiten tot ze een verrukkelijke geur vermengen. Wie in het bezit is van een stenen vijzel en stamper of van een geglazuurde kleurige franse vijzel, zoals je in de Provençe kunt kopen, hoeft zich dus niets extra's aan te schaffen. De tjobek kan van natuursteen zijn, gehouwen tot een brede platte schotel en daarbij hoort dan een oelekoelek van hetzelfde materiaal of een roodaarden schotel met houten oelekoelek. De laatste is goedkoop, maar breekbaar. De eerste is duurder, maar onverslijtbaar (in diverse maten te krijgen). Bovendien werkt het ruwe materiaal het stuk wrijven van de ingrediënten in de hand. Men wrijft met een korte ruk van de pols. Wie in het bezit is vaneen elektrische mixer, kan daarvan gebruik maken om uien en lomboks fijn te snijden en ze vervolgens met de andere kruiden op de tjobek te wrijven. Maakt men slechts een enkel gerecht, dan is het praktischer om alleen maar eventjes de tjobek te gebruiken.
Wie plezier in Indonesisch en chinees koken krijgt, doet er goed aan een rijststomer aan te schaffen. De dagelijkse rijst is makkelijk zonder stomen gaar te krijgen, maar in dit boek komt een aantal gerechten voor, waarvoor een rijststomer vereist wordt.
Niet noodzakelijk, maar wel prettig is een wadjan of wok, een pan van ijzer of emaillen met een ronde bodem, die zich uitstekend leent voor de bereiding van sambal gorengs en tal van andere gerechten waarvoor de kruiden eerst gefruit moeten worden. En wie zo'n pan koopt doet er goed aan om ook een sodet (spatel) aan te schaffen, een platte lepel waarmee met het gerecht omschept.
Niet noodzakelijk, maar wel erg handig en meestal tijdbesparend is een magnetron. Niet alle recepten zijn echter geschikt voor dit keukenfenomeen. Sommige ingrediënten zoals rundvlees en sperziebonen lenen zich minder voor de bereiding in de magnetron. In dit boek zijn alle recepten die daarvoor wel geschikt zijn, voorzien van aanwijzingen voor de bereiding in dit apparaat. De aanwijzingen worden bijna altijd voorafgegaan door het woord "Magnetron:" maar en zijn ook enkele recepten waarvoor alleen de bereiding in de magnetron beschreven staat. In het register staan de magnetronrecepten speciaal gemerkt met een ster *. Wanneer dus geen magnetron aanwijzingen [24] vermeld staan betekent dit, liever op de traditionele manier klaarmaken. Wel kan men natuurlijk zelf experimenteren. Indien het bereiden met een magnetron voor u geen geheimen meer kent blijft het toch wel oppassen geblazen. Op magnetrongebied is er weinig standaardisatie, doch de aanwijzingen zijn zo opgesteld dat u ze gemakkelijk kunt vertalen naar uw eigen apparaat. Het vermogen wordt uitgedrukt in Wattage. Sommige fabrikanten spreken van 'nuttigvermogen', andere van 'afgegeven vermogen'. Bij de huishoudelijke magnetrons is er sprake van afgegeven vermogen van 500, 600, 650, 700 en 750 Watt. Dat is dus het volle vermogen, ofwel 100%. In de gebruiksaanwijzing of op een sticker of typeplaatje achterop de magnetron is te vinden van welk vermogen sprake is bij uw apparaat.
Voor de bereiding in de magnetron is het prettig wanneer er tenminste 4 verschillende standen zijn, d.w.z. de lagere vermogens dan 100%. In de recepten wordt uitgegaan (tenzij anders aangegeven) van een magnetron met de volgende standen: 600 Watt = 100% - 420 Watt = 70% - 300 Watt = 50% - 180 Watt = 30%. Heeft u een magnetron met een ander afgegeven vermogen dan 600 Watt en met een ander vermogen op de lagere standen, dan moeten de bereidingstijden aangepast worden. Voor een hoger vermogen geldt een kortere bereidingstijd, voor een lager vermogen een langere bereidingstijd. Denk hierbij beter in seconden dan in minuten.
ASEM is het samen geknede vlees van de rijpe vrucht van de tamarinde (tamarindue indica). Het wordt o.a. gebruikt voor het mals maken van vlees en gevogelte. Vlees en gevogelte worden voor het braden ingesmeerd met een papje bestaande uit een mengsel van asem en zout. Ook vis wordt op dezelfde manier behandeld en wel om de penetrante geur weg te werken. Bovendien wordt asem in vele gerechten gebruikt in plaats van azijn. Men maakt daartoe asemwater. Een stukje asem ter grootte van een walnoot weekt men met 2 a 3 eetlepels warm water. Laat dat enige tijd staan, verwijder de pitten en vezels door ze te zeven. Vervolgens gebruikt men de bruine drab. Tenslotte maakt men van de asem pulp limonadesiroop, jam en koekjes. Hier wordt asem verkocht in kleinere of grotere pakjes samengeperst.
BIHOEN OF MIHOEN fijne soort mie, uit meel of rijst gemaakt.
DJEROEK POEROETBLAD is het blad van de citrus hystrix, een citroensoort met kleine wrattige vruchten. Zowel de vrucht als het blad worden gebruikt om geur te geven aanbepaalde gerechten.
DJAHÉ is de wortelstok van de gemberplant (zingiber officinale). Wordt als kruiderij in vele gerechten gebruikt. Gekonfijte gember maakt men van de jonge wortelstok. Men kan hier tegenwoordig ook verse gemberwortel krijgen. In de gerechten in dit boek, wordt op een enkele uitzondering na, gebruik gemaakt van de poeder djahé, in flesjes of zakjes te koop.
DJINTEN OF DJINTAN is zowel als zaad als in gemalen vorm in flesjes en zakjes te koop. Cuminum cyminum, de Nederlandse naam is komijn, komijnekaas ontleent haar naam aan deze kruiderij. Ongemalen komijn voor de Indonesische keuken eerst fijnstampen.
DENGDENG wordt gemaakt van dun gesneden lappen vlees, licht gezouten en ingewreven met salpeter. Het vlees wordt in de wind gedroogd. Men maakt het o.a. van zowel rund als varkensvlees. Dengdeng manis is een zoete dengdeng, die behalve met zout en salpeter ook ingewreven is met een papje van Javaanse suiker en verschillende kruiden. Gebakken wordt het gerecht bij de rijst gegeten, maar men voegt het in kleine stukjes gesneden ook wel als smaakmiddel aan een gerecht toe.
EBI [25] bestaat uit gedroogde garnalen. Ze zijn in verschillende grootte te koop. Ze worden geweekt aan diverse gerechten toegevoegd, maar ook wel met de kruiden mee gestampt. Sinds enige tijd is ebi hier ook in gemalen vorm te krijgen. In zakjes te koop.
HOEN KWEEMEEL is een fijn geurig meel dat gebruikt wordt voor het maken van puddingen en koekjes. Het wordt van katjang hidjau gemaakt.
JAVAANSE SUIKER (GOELA DJAWA) wordt behalve uit het sap van het suikerriet ook bereid uit het sap van de bloemkolven van vele palmsoorten als de arenpalm en de kokos. Ze ziet donkerbruin, is zeer geurig en heeft de samenstelling van borstplaat. In gesmolten toestand wordt ze in zoete gerechten gebruikt. Veelvuldig wordt ze ook in hartige gerechten gebruikt.
KATJANG HIDJAU zijn gedroogde erwtjes (Phaseolus radiates). Er wordt taugé van gemaakt. Ook gebruikt men de erwtjes bij de bereiding van zowel soep als pap.
KEMANGI is het blad van de ocimum basilicum/citratum. In de zomer kan men het tuinkruid basilicum hiervoor gebruiken.
KEMIRIE is de noot van de Aleuritus moluccana. Zijn sterk smakende noten die fijngewreven in verschillende gerechten gebruikt worden. Gepeld en in zakjes te koop. Ze worden voor gebruik altijd eerst even gepoft in de oven of aan een breinaald gestoken boven de gasvlam. Ook gaat het in een foliebakje op een lage gasvlam of in een lauwe oven.
KENARI is de noot van de Canarium commune (java almond). Ze worden in het oosten van Indonesië voor verschillende gerechten gebruikt. Ze kunnen rauw als amandelen worden gegeten.
KENTJOER is de wortelstok van de Kaemperia galanga. Is in gemalen vorm in flesjes en zakjes te koop. Kentjoer heeft een sterk overheersende smaak en wordt in combinatie met andere kruiden in een kleine hoeveelheid aan bepaalde gerechten toegevoegd. Wees voorzichtig met de dosering!
KETJAP : Indonesische soja, gemaakt uit sojabonen waaraan verschillende kruiden o.a.anijs zijn toegevoegd. Men kan kiezen uit drie soorten: zoete, zoute en halfzoute. De laatste wordt in de meeste gerechten gebruikt.
KETOEMBAR de Hollandse naam is koriander (Coriandrum sativum). Is zowel als zaad en in gemalen vorm verkrijgbaar. In dit boek wordt de gemalen vorm gebruikt. Ketoembar wordt in combinatie met djinten in vele gerechten gebruikt. Op enkele uitzonderingen na is de verhouding 1 deel djinten op 2 delen ketoembar.
KLAPPER of kokosnoot. Is de vrucht van de kokospalm (Cocos nucifera). Het witte vruchtvlees van de rijpe vrucht wordt in Indonesië gebruikt om olie van te maken. Het geraspte vruchtvlees, gemengd met water wordt uitgeperst en levert een vloeistof, santen, die in de Indonesische keuken als melk of room wordt gebruikt. De verse vruchten zijn het hele jaar door te krijgen, maar het raspen van het vruchtvlees en het uitpersen van de melk is nogal een arbeidsintensieve bezigheid. In de handel is kokosmeel verkrijgbaar, geraspt en gemalen vruchtvlees waaraan al het water onttrokken is. Het is zeer bruikbaar voor het maken van bepaalde koekjes en voor gerechten waarin droog gebakken geraspte klapper wordt gebruikt. Voor de vele gerechten waaraan santen wordt toegevoegd kan men beter gebruik maken van de blokken ingedampte klappermelk, die in de vorm van boterpakjes als "creamed coconut", maar ook wel onder de naam santen te koop zijn. In de koelkast bewaard, blijven ze heel lang goed. Om de santen te maken lost men het blok of een deel ervan op in kokend water. Een heel [26] blok levert ongeveer 12 dl santen op. Heeft men eenmaal van het blok santen gemaakt dan bederft deze vloeistof vrij gauw. Men kan het blok echter gemakkelijk in vieren of achten delen met een mes om enkele dl santen te krijgen.
KLOEWEK OF KLOEWAK is de noot van de Pangium edule. Een Hollandse naam bestaat er niet voor. Het is een kruiderij van zeer overheersende smaak die in bepaalde vleesgerechten wordt gebruikt, o.a. in rawon. Ze worden onder de naam van kloewakpitten verkocht. Men kraakt de noot, haalt de pit eruit, stampt die fijn en vermengt ze met water.
KOENJIT OF KOENJIR is de wortelstok van de Curcuma domestica. In het Hollands kurkuma of geelwortel geheten. Het geeft niet alleen aroma maar ook een mooie gele kleur aan de gerechten. Koenjit is zowel in verse vorm als gemalen te verkrijgen. Het mag nooit rauw gebruikt worden maar moet eerst gepoft of even meegebakken of meegekookt worden. Koenjit wordt in alle kerriemengsels gebruikt.
KOEPING TIKOES letterlijk muizenoortjes. Een soort gedroogde chinese champignons (Auricularia spec. div.) die in Chinese gerechten gebruikt wordt. Voor het gebruik enige tijd weken.
KOETJAI is bieslook, ook wel uienkruid genoemd. In de zomer vers verkrijgbaar. Kan zowel in de volle grond als in een bloempot of bloembak zelf gekweekt worden.
KROEPOEK wordt van verschillende ingrediënten gemaakt. Men kent in Indonesië wel dertig soorten kroepoek. Hier kan men 3 a 4 soorten krijgen: de kroepoek oedang,gemaakt van meel en garnalen; kroepoek palembang, gemaakt van meel en vis; emping belindjoe, gemaakt van de belindjoevrucht. Voor het bakken moet de kroepoek door en door droog zijn. Kroepoek oedang is in gebakken vorm overal verkrijgbaar.
LAKSA (SOOEN) is transparante chinese vermicelli.
LAOS is de wortelstok van de Alpinia galanga. De Nederlandse naam is grote galanga,maar er zullen niet veel mensen zijn die dat weten. Laos is zowel als gedroogd een verse wortel en in gemalen vorm verkrijgbaar. In dit boek wordt hoofdzakelijk de poedervorm gebruikt. Laos wordt vrijwel in alle sajoers en sambal gorengs gebruikt en in nog vele andere gerechten. Koop ze dus niet in te kleine hoeveelheid, maar schaf een zakje van 50 gram aan.
LOMBOK is de vrucht van de Capsicum annuum of wel de chilipeper (Chilipeper). 's Zomers in verse vorm, zelfs op markten en in groentewinkels te krijgen. Er zijn rode en groene lomboks. De laatste is minder heet en wordt in bepaalde gerechten gebruikt. De lombok rawit is een kleine uitvoering en erg heet, zeker in gedroogde vorm.
MIE is een chinese spaghettisoort, gemaakt van tarwe of tapiocameel. Wordt gebruikt als hoofdbestanddeel in o.a. bakmie.
PETEHBONEN zijn sterk ruikende bonen van de Parkia speciosa, gebruikt in sambal gorengs en sajoers. Ze zijn gepekeld in flesjes en gedroogd in plastic te koop. De gedroogde bonen moeten eerst voor geweekt worden. Tegenwoordig zijn ze ook vers als grote peulen verkrijgbaar.
PETIS is een pasta, gemaakt van gegiste garnalen. Wordt in verschillende gerechten gebruikt.
REBOENG [27] zijn bamboespruiten. In Nederland verkrijgbaar in blikjes uit Hongkong. Worden in Indonesische maar vooral in chinese gerechten gebruikt.
SALAM is het blad van de Eugenia polyantha, een soort laurier. Het blad is iets donkerder van kleur en anders van smaak dan het laurierblad dat wij in de Europese keuken gebruiken. Het kan bij uitzondering eventueel als vervanger dienen.
SEDEP MALAM is de bloem van de Polianthus tuberosa (tuberoos). Wordt in gedroogde vorm (van te voren weken) in chinese recepten gebruikt.
SEREH is het citronella gras, Andropogon nardus. Wordt in gedroogde vorm verkocht en wordt meestal in combinatie met het salamblad in vele gerechten gebruikt. Tegenwoordig ook vers te krijgen.
SJALOTTEN zijn kleine roodpaarse uitjes, Allium cepa. Er gaan er 10 a 12 in 100 gram. Ze worden vrijwel in alle Indonesische recepten verwerkt. Hier zijn ze soms niet te krijgen. Ze zijn geuriger dan de grote uien en scherper, maar kunnen in geval van nood door deze vervangen worden.
TAUGÉ (TAOGE) wordt gemaakt van katjang hidjau, die men in een vochtige warme atmosfeer heeft laten kiemen. Volop te koop op de markt en in groentewinkels. Het restant van de schilletjes spoelt men er onder de kraan af. Ze kunnen ook afgeschept worden wanneer ze in een pan met ruim water boven komen drijven.
TAHOE wordt gemaakt van sojabonenmeel en in balkjes van ca. 25 cm verkocht. Men kan ze een dag of wat in water bewaard in de koelkast goed houden. Ze bevat zeer veelplantaardige eiwitten. Ze vormt het hoofd ingrediënt van zowel Chinese, Japanse en Indonesische gerechten. In Japan heet het tofu.
TAOTJO is een donkerbruine brij van verschillende soorten gegiste chinese bonen. Taotjo heeft een sterke, enigszins wijnachtige smaak. Wordt zowel in Chinese als Indonesische gerechten gebruikt.
TEMOE KOENTJI is de jonge wortelstok van de Gastrolichus panduratum. Verkrijgbaar in Indische toko's. Wordt slechts in bepaalde recepten gebruikt.
TEMPEH is een koek van sojabonen waarop een bepaalde schimmel is geënt die de sojaboon zeer goed verteerbaar maakt. Zeer eiwitrijk. Tempeh wordt zowel gebakken als gekookt in gerechten verwerkt en is in plastic verpakt.
TERASI OF TRASSI wordt van garnalen bereid en tot koeken geperst. Trassi wordt in bijna alle Indonesische gerechten in kleine hoeveelheden gebruikt. Het ruikt zeer sterk in rauwe toestand. Men kan ook reeds voorgebakken trassi kopen die de hinderlijke lucht mist. Bewaren in een goed afgesloten pot of in plastic.
TERI zijn kleine gedroogde visjes, tamelijk zout. Ze worden in zakjes verkocht en/of als apart gerecht of als ingrediënt voor een gerecht gebruikt. Ze moeten goed droog bewaard worden.
Dit zijn de meest voorkomende kruiden en ingrediënten. Nog andere staan vermeld onder {"Maleise woorden en uitdrukkingen".} Naast bovengenoemde producten wordt in de Indonesische keuken ontzettend veel plantaardige olie gebruikt. Zorg ervoor dat u dat in ruime mate aanwezig hebt. Gebruik kruiden naar eigen smaak, in het begin niet teveel. Men kan altijd eerst proeven en dan eventueel naar behoefte bijvoegen. In plaats van verse lombok kan men sambal oelek gebruiken.2 verse lomboks = 1 afgestreken eetlepel sambal.
Sereh: 1 spriet/stengel = 1 theelepel poeder.
Laos vers: ⅘ schijfje = ½ theelepel poeder.
Djahé vers: ⅘ schijfje = ½ theelepel poeder.
Djahé vers: 1 theelepel geraspt = 1 theelepel poeder
2 tenen knoflook vers = 1 theelepel poeder
Ketoembar en djinten worden in de verhouding 2 : 1 gebruikt tenzij het anders staat aangegeven. Voor sommige kruiden, die men misschien te weinig gebruikt om ze direct aan te schaffen, zijn er geschikte Nederlandse equivalenten. Enig verschil in smaak krijgt men dan wel.
Djeroek poeroet: vervanging: citroensap
Kemangi: vervanging: basilicum
Goela djawa: vervanging: bruine basterdsuiker
Kenari: vervanging: amandelen
Tjerimee: vervanging: onrijpe kruisbessen
Pisangbladeren: vervanging: aluminiumfolie
Rijst koken kan men op verschillende manieren. Hier een makkelijk voorbeeld. Neem een goed droogkokende rijst (Amerikaanse, Siamese of Surinaamse). Reken per persoon een flink kopje rijst en doe dit in een diepe pan. Was de rijst flink met koud water net zo lang totdat het water helder blijft. Zorg dat er 1 vingerkootje water boven de rijst staat en breng het water aan de kook. Roer dan de rijst goed om. Zet het vuur laag en laat zo doorkoken met regelmatig roeren. Het water moet geheel verdampt zijn en de rijstekorrels moeten in het geheel fijn te drukken zijn. De rijst op een klein vuur met de deksel op de pan,warm houden. Lees natuurlijk ook de instructies die op de pakken rijst staan aangegeven. Heeft men een rijststomer, dan de pan van het vuur halen en de rijstlaten afkoelen. Een half uur van te voren stoomt men de rijst weer warm. Elektrische rijststomers zijn wat dat betreft zeer handig. De rijst dient ten allen tijde warm opgediend worden. Om een apart smaakje aan de rijst te geven,kan men tijdens het rijst koken er een paar blaadjes djeroek poeroet aan toevoegen. Pandanrijst heeft ook een heel aparte smaak.
Indien men een rijsttafel of enkele gerechten voor bij witte rijst maakt voor het weekend, houd dan de pannen indien afgekoeld, in de koelkast. Bij warm weer loopt men gauw de kans dat de inhoud bederft. Haal een half uurtje van tevoren de pannen eruit en warm dit op. Van overgebleven witte rijst kan wat nasi goreng gemaakt worden.
Als uien fijngesneden moeten worden, dient dit ook erg fijn te gebeuren net zoals uitjes op nieuwe haring. Knoflook nog fijner snijden of nog beter een knoflookpers gebruiken. Indien er geen tjobek voorhanden is kan men kemirinoten het beste raspen. Een vleesmolen is hiervoor ook zeer goed te gebruiken.
Bakken van kroepoek en zoute vis.
Kroepoek is er in verschillende soorten nl. kroepoek oedang (garnalen), kroepoek ikan (vis) en emping belindjoe (plantaardig). Zorg voor het bakken bij de hand te hebben: olie, wadjan, gaatjeslepel en een vergiet met lekschaal. Giet voldoende olie in de wadjan (grote braadpan voldoet ook goed) en laat de olie goed warm worden. Dit kan men zien wanneer een stukje witbrood in de olie meteen bruin wordt. Doe er dan een voor een de kroepoek in en dompel ze onder. De kroepoek zet meteen uit. Kijk goed of de kroepoek helemaal is uitgezet en haal ze er dan uit. Leg ze in de vergiet om uit te lekken. Laat kroepoek nooit aanbranden. Hetzelfde doet men met verse zoute vis, ikan selar of ikan teri.
Indonesische salades worden meestal samengesteld uit heel even opgekookte groenten of in stukjes gesneden onrijpe vruchten (appels, peren, verse augurkjes, rammenas, etc.). Ze worden overgoten met een bepaalde saus. Voorbeelden zijn:
a. petjel, bestaat uit een groenten of vruchtensoort, saus er apart overheen. Meestal met dunne reepjes gebakken tempeh en kleine kroepoekjes;
b. roedjak, bestaat uit een groentesoort en meerdere vruchten die direct met de roedjakkruiden (saus) worden vermengd. [29]
c. gado gado, bestaat uit afgekoelde groenten, overgoten met een pindasaus en diverse garneringen.
Indien men ketjap manis heeft en er is ketjap asin nodig, dan de benodigde hoeveelheid met wat maggi vermengen. Omgekeerd met wat bruine basterdsuiker vermengen. Manis is zoet, asin is zout.
Worden verschillende vlees en groentegerechten op 1 bord geserveerd, dan spreekt men van nasi rames. Nasi rames is dus geen bepaald recept maar een rijsttafel waarbij de verschillende gerechten op 1 bord om de rijst geserveerd worden.
Een aantal gerechten kan men rustig van te voren klaarmaken. Een dag vante voren zelfs, ze smaken dan nog lekkerder. Het gaat om babi ketjap, ajamkerrie, boemboe Bali vlees, etc. Dus de meeste vlees en kipgerechten.
Als variatie op de saté kan men ook saté ajam maken. In plaats van varkensvlees gebruikt men kipfilet.
Sambal en ketjap geven tijdens de bereiding al een smaak aan de gerechten. Maar zet het ook op tafel, zodat iedereen naar eigen smaak kan toevoegen.
Los knoflookpoeder eerst op in koude olie, daarna pas verwarmen. Dit voorkomt verbranden en een bittere smaak.
Als men de rijst eerst laat afkoelen voordat men deze met het vlees en de groente opbakt, krijgt men een veel betere smaak en blijft de nasi lekker los.
Haaienvinnen *) zijn in de EU verboden, HvD treft men slechts zelden in de winkel aan. Een goede vervanging bereikt men op de volgende wijze: zodra de bouillon kookt voegt men een rauw geklutst ei toe dat men door een zeef in de bouillon laat glijden.
De juiste drank. Bier of water is het meest gekozen compliment bij oosters eten. Maar ook een neutraal smakende frisdrank of koude thee kan het uitstekend doen. Mocht er toch iemand een wijntje willen, laat het dan hoogstens een koele rosé zijn.
Ketjap is de Indonesische variant van sojasaus. Sojasaus is de basis van de ketjap bereiding. Tijdens het bereiden worden authentieke kruiden toegevoegd die ketjap zijn karakteristieke smaak geven. Ketjap heeft dezelfde eigenschap als wijn, hoe langer men het bewaart, des te beter wordt de kwaliteit. Het rijpingsproces zet zich in de fles voort.
Maak een kruidenflesje/potje nooit open boven de stoom van de gerechten. Veel kruiden hebben de eigenschap vocht aan te trekken waardoor ze hard en moeilijk te verwerken zijn. Beter kan men de gewenste hoeveelheid met een mespunt of lepeltje eruit halen en dan toevoegen.
Sambal oelek gebruikt men in de keuken en geeft de gerechten de juiste scherpte en dat typische smaakje. Zet er op de tafel een bruin gebakken sambal naast en ieder kan naar smaak nog wat toevoegen.
Als men met zijn vieren of meer aan tafel zit, is een hele kip lastig om te verdelen. Koop daarom dan delen van de kip zoals borststukken, poten, vleugels of kipfilet.
Voor de meeste visgerechten (behalve boemboe ketjap ikan) kan men vissticks of mootjes diepvriesvis gebruiken.
In de oosterse keuken maakt men gebruik van een speciale braadpan met ronde bodem, de zogenaamde Indonesische wadjan of de chinese wok die erg handig zijn bij de bereiding van oosterse recepten. In veel toko's, warenhuizen en grootwinkelbedrijven zijn ze in diverse variaties te koop.
De lekkerste sajoers krijgt men door de groenten niet helemaal gaar te koken. Dat geeft een betere smaak en de vitaminen blijven behouden. Om de sajoer zijn sausachtige karakter te laten behouden, mogen de groenten niet afgegoten worden.
[30]
Taugé maakt men zelf. Katjang idjoe (hidjau) in een weckpot en afdekken met een doek. Tweemaal per dag spoelen met lauwwarm water. Na 4 à 5 dagen heeft men zelfgemaakte verse taugé. Van 10 gram katjang idjoe krijgt men 75 a 100 gram taugé. In een mandje strooit men laag om laag katjang idjoe en zand. Met een vochtige moltondoek wordt het mandje in de zon gezet. Het zand vochtig houden door regelmatig te begieten met water. Na 2 of 3 dagen is de katjang idjoe gekiemd. Het resultaat: taugé, die eerst goed gewassen wordt om het zand te verwijderen. Katjang idjoe tussen een vochtige molton of flanellen doek leggen en op een lauwwarme plaats leggen. Na enige dagen is de katjang idjoe gekiemd.
Teveel of te hete sambal gegeten? Blus dit binnenbrandje met een klontje suiker of een stukje kroepoek.
Geef op een aparte schaal grote, versgebakken kroepoek. Op een aparte schaal, omdat kroepoek anders door de warmte van het eten gauw zijn brosheid verliest. Kroepoek is ook kant en klaar te koop.
Santen (kokosmelk) wordt als volgt gemaakt: 100 gram kokos met ca. 2 kopjes water aan de kook brengen en op het kleinste vuur ca. 5 min. laten inkoken en dan laten afkoelen. Daarna de kokos in een zeef uitpersen. De uitgeperste kokos kan gebruikt worden voor het maken van seroendeng.
Bedenk steeds dat gerechten met santen nooit geheel afgesloten bewaard mogen worden (schiften). Alleen in de koelkast kunnen ze, als ze geheel zijn afgekoeld, afgesloten bewaard worden.
In China gebruikt men arachideolie (reukloos). Zonnebloemolie is een uitstekende vervanger. Voor verse vis kan men in de regel ook diepvriesvis gebruiken. Zo ook voor verse peultjes. Wel eerst ontdooien. Als vervangers voorpeultjes kan men ook doperwtjes, in kleine stukjes gesneden "haricots verts" of roosjes broccoli nemen.
SESAMOLIE: is in Chinese winkels te koop maar kan ook zelf gemaakt worden. Bereiding: 3 eetlepels sesamzaad in liter arachideolie langzaam donkerbruin roosteren. Door een fijne zeef filteren en in een donkere fles bewaren. Niet gebruiken om in te braden, alleen om mee te kruiden.
Aan het einde van een persconferentie stelde een Nederlandse journalist president Soeharto deze
vraag: wij zijn nu in Indonesië, kunt u ons zeggen waar we de lekkerste rijsttafel kunnen eten?
Het antwoord van Soeharto: "in Amsterdam"
Een rijsttafel bestaat uit droog gekookte rijst, waarbij verschillende bijgerechten gegeven worden. Een eenvoudige rijsttafel bestaat uit:
rijst;
een sajoer;
sambal oelek, een gebraden sambal en een sambal goreng;
een kip-, vlees- of visgerecht;
kroepoek en gebakken pisang;
seroendeng met gebakken pinda's;
stukjes of schijfjes rauwe komkommer;
atjar, atjar biet of zure uitjes;
verse vruchten of een frisse agar-agar vruchtenpudding.
Men kan een rijsttafel uitbreiden door meer sambalans, evt. sajoers en meer vleesgerechten (saté) erbij te geven.
[31] Rijst wordt gegeten uit een diep bord, met een kleine lepel en vork. Een mes wordt wel bijgedekt, maar dient alleen om een bepaald gerecht klein te snijden. Men eet er dus niet mee.
Men dekt dus als volgt:
een groot plat bord, hierop een soepbord;
links van het bord een kleine vork;
rechts van het bord een lepel en een mes;
links een bordje voor kroepoek, katjang enz.;
rechts bovenaan een waterglas;
links opzij een vingerkom;
het servet als het ongebruikt is, op het bord;
het platte bord dient alleen als onderzetter;
pudding en vruchten worden van gewone dessertbordjes gegeten.
Als dranken komen in aanmerking:
ijswater;
spuitwater;
bier.
De rijst wordt opgediend in een grote open kom. Voor het op tafel brengen eerst de rijst goed losmaken. De sajoer gaat in een dekschaal. Het vlees, kip of visgerecht gaat op een vleesschaal. Bij "lopende tafel" gebruikt men ook wel dessertbordjes. Sambals en atjars in een hors d'oevre schaal of op kleine vleesschaaltjes. Of atjars in een apart zuurstel.
Abon : gebakken uiteengeplozen vlees
Adas : venkel
Adas manis : anijs
Adat : gewoonte
Adoek : roeren
Adonan : mengsel, deeg
Agar agar : gelatine van een soort zeewier
Ajak : zeef
Ajam : kip
Ajam biang : hen
Ajam blanda : kalkoen
Ajam djago : haan
Ajam goreng : gebakken kip
Ajam panggang : geroosterde kip
Ajer : water
Ajer blanda : spuitwater, sodawater
Ajer garam : pekel
Ajer minoem : drinkwater
Ajer soesoe : melk
Akar : wortel
Ampas : afval, bezinksel
Ampela ajam : kippenmaagjes
Anak babi : biggetje
Anak lemboe : kalf
Anak sapi : kalf
Andéwi : andijvie
Andjing : hond
Anggoer : wijn
Angkah (chinees) : rode rijst
Anglo : komfoor, vuurpotje
Angsa, gangsa : gans
Apak : muf, spek
[32]Api : vuur
Apokat : avocado
Arang : houtskool
Arbei : aardbei
Asap : rook
Asapi : roken van vlees en vis
Asem : tamarinde
Asem garem : tamarinde en zout
Asin : zout, gezouten
Asinan : groenten/vruchten met azijn/zout
Ati of hati : lever
Atjar : tafelzuur, zure rauwkost
Atjar manis : zoetzuur
Atjar tjampoer : gemengde fijngesneden groenten in het zuur
Atji : tapiocameel
Babal : jonge nanka, vrucht
Babat tawon : pens
Babat tebel : dikke pens
Babat tipis : dunne pens
Babi : varken, zwijn
Babi ketjap : varkensvlees in sojasaus
Babi panggang : geroosterd varkensvlees
Badang : soort zeef
Bajar : betalen
Bajem : soort brandnetel, spinazie
Bakar : branden, droogbakken, roosteren
Baki : presenteerblad
Bakoel : mand voor koopwaren
Balikkan : omdraaien
Bamboe : bamboe
Bami : chinese spaghettisoort
Bandeng : vissoort
Bangkowang : indische knolplant
Banten : bantams
Baoe : geur, ruiken
Bara : schotel, platte ronde schaal
Bars : as
Basah : nat, vochtig
Basi : schotel
Basikar : grove vuurvaste schaal
Basoek : wassen
Bawang : uien, prei
Bawang merah : rode uien, sjalot
Bawang poetih : knoflook
Bébék : eend
Belado : met pepers
Belaken : rug, achter
Belandja : inkopen doen
Belodjoh : jonge vis
Beloet : aal
Beras : ongekookte rijst
Berendi : brandewijn
Berisi : gevuld
Betoeng : grote bamboe
Bidji : zaad, pit
Biengka : koekje van klapper
Bieting : houten pennetje
Bikin : maken
[33]Bir : bier
Biribiri : schaap
Bistik : biefstuk
Bloestroe : vrucht bij sajoer
Bloemkol : bloemkool
Boeah : vrucht
Boeah angor : druif
Boeah nanas : ananas
Boeah kenari : amandel
Boeah pinggang : nier
Boeboek : poeder
Boeboer : pap, brij of moes
Boeka : open
Boelanboelan : vissoort
Boemboe : Javaanse kruiden, specerijen
Boentjis : boon
Boengkoesan : pakje
Boentoet kerboe : vis, kabeljauw, karbouwenstaart
Boentoet : staart
Boeroeng dara : duif
Boeroeng : vogel
Boesoek : slecht, rot
Boontjis : sperziebonen
Boontjis irisan : snijboontjes
Boros : plantwortel, gat in de hand
Botjor : lek
Botok : gerecht van geraspte klapper met vis e.d.
Botol : fles
Botor : geribd
Brambang : rode uien
Brandal of berandal : muiteling, rover
Bras of beras : ongekookte gepelde rauwe rijst
Bras boeboer : klein korrelige rijstsoort
Bras djagoeng : maïsmeel
Brengkassan : langwerpige rollen
Dadar : omelet, struif
Dadar isi : gevulde omelet
Daging : vlees
Daging anak lempoe : kalfsvlees
Daging sapi : rundvlees
Daging sop : soepvlees
Daging toemis : ragout
Daing : gedroogde vis
Dangdang : rijststomer
Danging : hoge koperen pot
Daoen : blad
Daoen bawang : uienblad
Daoen djeroek nipis : soort citroenblad
Daoen djeroek poeroet : soort citroenblad
Daoen djeroek lima : soort citroenblad
Daoen katjang : blad van een bonensoort
Daoen kemangi : welriekend plantje
Daoen koenjit : kurkumablad
Daoen koetjai : soort uiblaadje
Daoen mangkodoe : soort boombladeren
Daoen pandan : pandanus struikbladeren
Daoen salam : soort indisch laurierblad
Daoen seriawan : bladeren van een klimheester
[34]Daoen sesawi : blad van een mosterdplant
Dapoer : keuken, oven
Dedek : zemelen
Demak babi : spek
Dengdeng : gedroogd, gekruid dungesneden vlees
Dengdeng belado : dengdeng met chilipeper
Dideh : bloedkoek
Dingin : koud
Djagoeng : maïs
Djahé : gember
Djamoe : kruid
Djamoer : champignon, paddenstoel
Djamoer barat : paddenstoel
Djamoer koeping : soort paddenstoel, muizenoortje
Djanganan : gekookte groenten met sambal
Djantoeng (hati) : hart
Djawa : Javaans, Java
Djelanta : al gebruikte kokosolie
Djeroek : citrusvrucht, citroen
Djeroek bali : pompelmoes
Djeroek garoet : mandarijn
Djeroek manis : sinaasappel
Djeroek nipis : soort kleine citroen
Djinten of djintan : komijn
Dodoh mentoh : klapstuk
Dodol : zoete lekkernij van kleefrijst
Doelang : houten bak, presenteerblad
Doeri : visgraat, doorn
Doerian : lekkere stinkvrucht met grote stekels
Ebbi : gedroogde garnalen
Empal : vleesgerecht
Emping belindjoe : plantaardige kroepoek
Empoh : gemalen rijstkafjes
Entjer : waterig, dun
Ertjis : erwten
Es : ijs
Frikadel : gehakt
Gabah : ongestampte rijst
Gaboes : vissoort
Gadogado : groentegerecht met pindasaus
Gading : ivoor
Gajoen : waterschep van blik of klapper
Gamat : zeekomkommer
Gambir : catechu, bittere zelfstandigheid
Gandaria : zure vrucht, soort olijf
Gandoem : koren, tarwe
Gangsa : gans
Ganjoet : ongaar
Gaplek : gedroogde ketellaschijfjes
Garam of garem : zout, keukenzout
Garëmi : inzouten
Garing : hard, droog gebakken, droog
Garpoe : vork
Gelas : glas
[35]Gemoek : vet, dik
Gendie : aarden waterkruik
Godok : koken
Goedang : schuur
Goedek : met fruit/groenten gemengd vlees
Goela : suiker
Goela aren : arensuiker
Goela batoe : kandijsuiker
Goela djawa : Javaanse palmsuiker
Goelagoela : suikergoed
Goela klappa : klappersuiker
Goela teboe : rietsuiker
Goelai : gerecht van vlees, vis e.d. gekookt in klappermelk
Goele : gerecht met koenjit
Goerami : zoetwatervis
Goerih : pittig, smakelijk, lekker hartig
Golok : kapmes
Goreng : in olie gebakken, gebraden
Gosong : aangebrand
Gossok : wrijven
Gowok : zure vrucht
Habis : op, leeg, is niet meer
Hám : ham
Harga : prijs
Harga mati : vaste prijs
Haroem : geur, geurig
Hás : haas
Hati : lever
Hati ajam : kippenlevertjes
Hidangang : schotelgerecht
Idjo : groen
Igaiga : ribben
Ikan : vis
Ikan asin : zoute vis
Ikan beloet : aal
Ikan blenjek : gezouten visballetjes
Ikan gaboes : zoetwater roofvis
Ikan gemboeng : makreelachtige vis
Ikan garem : gezouten gedroogde vis
Ikan gereh : gedroogde visjes
Ikan glotok : hele gezouten gedroogde visjes
Ikan hioe : haai
Ikan kajoe : stokvis
Ikan kakap : baars
Ikan kering : gedroogde vis
Ikan panggang : gerookte vis, geroosterd
Ikan pedah : gezouten vis
Ikan pindang : gezouten, gedroogde, gekruide vis
Ikan tenggiri : soort makreel
Ikan teri : ansjovisachtig visje (gedroogd/gezouten)
Ikan tjoeka : gekruide zure vis
Ikan tjoemi tjoemi : pijlinktvisje (calamares)
Ikan tjoewe : gezouten, gedroogde, gekruide vis
Ikan tongkol : tonijn
Ikan wader : kleine riviervis
Irik : bamboezeef
[36]Iris : fijnsnijden, snijden
Iroes : lepel van klapperdop
Isi : vullen, vulsel, inhoud
Itih : eend
Itisiris : gesneden groenten
Kajoe : hout
Kajoe manis : zoethout, kaneel
Kakap : grote vissoort
Kaki : voet
Kaldoe : bouillon
Kaleng : blik, bus
Kambing : geit
Kambing djantan : bok
Kandji : cassavemeel
Kangkoeng : ijzerhoudende moerasplant
Kantjoer : smelten
Karang : koraal
Kari : kerrie
Karmenatji : karbonade
Kasar : grof
Kasbi : cassave
Katés : papajavrucht
Katie : indisch pond (617 gram)
Katjang : boon, erwt, peulgewas
Katjang beras : een der peulsoorten
Katjang kaprie : grote peulen, erwt
Katjang kedelee : een der peulsoorten (soja)
Katjang nidjan : groene erwten
Katjang pandjang : kousenband, lange boontjes
Katjang sirih : gebluste betelkalk
Katjang tanah : pinda
Katjang tjina : chinese aardnoot
Katoel : afslijpsel van rijst
Keboelie : opgemaakte gekruide rijst
Kedai : kraam
Kedelee : sojaboon
Kedjoe : kaas
Kedongdong : een rins zure vrucht
Kelapa : kokos
Kelembak : rabarber
Kelintji : konijn
Keloewek : pitten van de timboelvrucht
Kemangi : kruid vergelijkbaar met basilicum
Kemanten of prenganten : bruid, bruidegom, bruiloft
Kembang : bloem
Kembang goela : klappergerecht
Kembang pala : foelie
Kemiri : soort noot
Kenarie : soort amandel
Kenjang : verzadigd, genoeg
Kentang : aardappel
Kentang goreng : gebakken aardappel
Kentang reboes : gekookte aardappel
Kentel : dik (vocht), stroperig
Kentjoer : wortelsoort
Kepala : hoofd
Kepang : pit, soort noot
Kepiting : krab, kreeft
[37]Kerang : mossel
Kertas : papier
Ketam : schaaf, krab
Ketan : kleefrijst (wit of zwart)
Këtël : ketel
Ketella : knol
Ketella pokong : cassave
Ketimoen : komkommer
Ketiwel : oude nanka
Ketjap : sojasaus
Ketjap asin : lichtzoute sojasaus
Ketjap manis : zoete sojasaus
Ketjap pekat : donkere sojasaus
Ketjipir : soort groente
Ketoembar : koriander
Ketoepat : rijst in gevlochten mandjes
Kidang : ree, hert
Kiem blo : chinees gerecht
Kipas : waaier, waaieren
Kirai : kleine gevlekte komkommer, augurk
Kismis : krenten, rozijnen
Klabet : fenegriek (geneeskrachtige plant)
Kloeweh : soort noot
Kodja : klingalees, moor
Kodok : kikvors
Koebis : kool
Koebis telor : savooienkool
Koeé koeé : gebak, koek
Koekoes : stomen
Koekoesan : gevlochten stoommand voor rijst
Koelit : huid, schil, vel
Koening : geel
Koening telor : dooier
Koenjit, koenjir : kurkuma, geelwortel
Koepang : mossel
Koepas : schillen
Koeping : oor
Koeping tikoes : muizenoortje, soort paddenstoel
Koerang : tekort, minder
Koerau : soort zeevis
Koerma : dadel
Koesoemba : wilde saffraanplant
Koesoemba kling : oranjekleurig
Koetjai : bieslook, prei
Koewah : saus of nat van een gerecht
Koewali : soort kookpan
Kol : kool
Kolekkolek : zetmeelballetjes
Kollak : indisch nagerecht
Kompor : komfoor, vuurpotje
Kool blanda : boom met lichtgroene bladeren
Kopi : koffie
Koreh api : lucifer
Korok : soort boontje, krabben
Kosong : leeg
Kotjok : schudden
Kotor : vuil
Krandjang : mand om rijst te wassen, mand
Kretjek : repen buffelhuid in olie gebakken
Kring of kering : droog
[38]Kripik : gebakken schijfjes ketella, chips
Kroepoek : toespijs bij rijst
Krokot : postelein
Kwé. : koek
Laboe : meloen
Laboe ajer : soort watermeloen
Laboe poetih : watermeloen
Laboe siam : pompoen
Lada : peper
Ladind : mes, peso
Lagi : nog meer
Lajang : makreelachtige vis, vlieger
Lajoe : verdord
Laksa : chinese vermicelli, macaroni
Lalap : koud groentegerecht, rauwkost
Laler : vlieg
Langkau : platvis
Langsep : tafelvrucht
Laos : kruidige wortelstok
Lapar : honger
Lapis : lapjes, laag
Legen : palmwijn
Leher : hals
Lemak : dierlijk vet
Lemari makanan : vliegenkwast
Lembaran : in stukken of plakken gesneden
Lemboe : rund
Lemoeroe : soort vis
Lempen : sagobroodjes
Lemper : rolletjes kleefrijst met kip of vlees
Lenganan : leverancier of afnemer
Letjoe : nat, vochtig
Lidah : tong
Lidi : bladnerf van kokosboom
Limau : citroen
Limpa : lever
Liwet : koken in een pot, niet stomen
Lobak : koolraap
Lobak blanda ketjil : radijs
Lobilobi : zuurzoete vruchten
Loeloer dalam : ossehaas
Loemoer : besmeren
Loempang : grote vijzel om rijst te stampen
Lombok : grote chilipeper
Lombok merah : rode grote chilipeper
Lombok midjan : groene grote chilipeper
Lombok rawit : hete kleine chilipeper
ombok setan : kleine chilipeper
Longtong : samengedrukte rijst in builtjes
Madjoen : deeg
Madoe : honing
Makan : eten (werkwoord)
Makanan : eten, spijs, eterij
Makeroni : macaroni
Manga : mango, soort vrucht
Mangis, Mangistan : mangosteen, soort vrucht
[39] Mangkok : kopje, kom
Manis : zoet
Manisan : gebak, zoetigheid
Manjoeng : meervalachtige vis
Mantega : boter
Maritja : peper
Markissa : soort vrucht
Masak : gaar (koken)
Masin : zoutig
Mata belo : soort vis
Mata sapi : koeienoog, spiegelei
Medja : tafel
Menir : gebroken rijst
Mentah : onrijp
Merah : rood
Merang : rijststro
Merang sapoe : rijststro zonder aren
Meritja : peper
Mertega : boter
Mie : chinese spaghettisoort
Mieso : chinese vermicellisoort
Mihoen : chinese vermicelli
Milem lawah : zoetwatervis
Mini : degenkrab
Minjak : olie
Minjak tanah : petroleum
Minoem : drinken
Minoem kras : alcohol
Minoeman : drank
Moeda : jong, jeugdig
Moee : rijzen van deeg
Moestardi : mosterd
Monjèt : aap
Nama : naam
Nanas : ananas
Nangka : tafelvrucht
Nangka blanda : zuurzak
Nasi : gekookte rijst
Nasi goreng : gebakken rijst
Nasi tim : rijst met kip en groenten, rijstepap
Njioer : kokospalm
Oeap : damp, wasem
Oebi : zoete aardappel, knolgewas
Oedang : garnalen
Oedang karang : kreeft
Oedang kering : gedroogde garnalen
Oelam : benaming van rijst met toespijzen
Oelek : fijnstampen
Oelekan : stamper
Oeli : kneden
Oeling : aal
Oeling kembang : grote aal
Oepas : vergiftig
Oerap oerap : mengen, gemengd groentegerecht
Oesoes : darmen
Oewang : geld
[40] Ontjom : toespijs van pinda's
Opor ajam : kipgerecht in santen
Orang blanda : Hollander, blanke
Orang tjina : Chinees
Otak : hersenen
Padi : rijst in de aren
Paha : dij, dijbeen, bout
Pahit : jenever
Paït : bitter
Paka : achterbout
Pala : nootmuskaat
Palmiet : binnenste van de palmkruin
Panas : heet, warm, opgewonden
Panggang : roosteren
Panggangan : rooster
Pantji : pan
Papaja : vrucht
Papeda : sagosap
Parangparang : soort vis
Paroetparoetan : rasp
Pasar : markt
Paso : kuip, teil
Pasoe : pot
Pedis : scherp van smaak, pikant, heet
Pedoh : gezouten vis
Pelanpelan : langzaam
Pendek : kort
Pengorengan : oventje om in te bakken
Penjoe : schildpad
Peparee : soort bittere vrucht
Peperek : vissoort
Pepesan : vis of vlees in een blad gewikkeld en geroosterd
Perat : wrang, zuur
Peria : soort komkommer
Perioek : kookpot
Perkedël : frikadel
Perloe : nodig
Peteh : stinkboon
Petiman : aarden kom
Petis : pasta van vis en/of garnalen
Petis oedang : pasta van garnalen
Petjel : koud groentegerecht
Peultjis : peultjes
Piendang : pittige saus voor vlees, vis of sajoer
Pientjo : vierkante bakjes van palmbladeren
Pikol : indisch gewas
Pinang : noot bij pruimen
Pinggang : schotel
Piring : bordje
Piring kasar : vuurvast, grof bord
Piring dalam : soepbord
Pisang : banaan
Poerlaka : kardemon
Poetar : omdraaien, draaien
Poetih : wit
Poetih telor : eiwit
Pokat : advocaatvrucht
Polong : doperwtjes, jonge erwtjes
[41] Pon : pond
Potong : snijden
Pre : prei
Radjoegan : grote zeekrab
Ragi : soort gist
Ragie : soort dengdeng
Ramboetan : vrucht met harige schil
Rames : fijnkneden
Rampe : mengsel
Reboeng : jonge bamboeloot
Reboeng betoeng : loot van grote bamboe
Reket : kleine garnaal
Rempah : kleine gehaktballetjes
Rempahrempah : specerijen, kruiden (werkwoord)
Rempah daging : gehaktballetjes van rundvlees
Rendang : vleesgerecht
Roedjak : sterk gekruid vruchtengerecht
Roekem : zure vrucht
Roembia : sago
Rose : merah djamboe
Roti : brood
Saboen : zeep
Sago ambon : ambonese sago
Sago siam : paarse sago
Sagon : rijstgerecht
Sajoer : groente of kruidensoep bij rijst
Sajoer piendang : sajoer met vlees of vis
Sajoer toemis : sajoer met gebakken kruiden
Sajoeran : groenten
Salam : blad
Sambal : gestampte lombok
Sambalan : sterk gekruide toespijzen
Santen : klappermelk
Santen entjer : dunne klappermelk
Santen kentel : dikke klappermelk
Saoto of soto : soort soep
Saoes : jus
Sapi : koe, rund
Sapoe : bezem
Saringa : filter, zeef
Sartan : kreeft
Saté : geroosterd vlees aan pennen
Sawah : rijstveld
Sawi : chinese koolsoort
Sawoh manila : tafelvrucht
Sedep malam : witte nachtlelie
Sedikit : weinig
Sehat : gezond
Selaar : makreelachtig visje
Selam : mohammedaan, inlander
Selamat (slamat) makan : eet smakelijk
Selasi : basilicum
Selasi blanda : kruizemunt
Selassie : zaadjes voor koele dranken
Semoer : gesmoord vlees
Sendok : lepel
[42]Sendok bling : lepel van aardewerk
Senangin koerau : zeevis
Sepersi : asperge
Serboek : poeder
Serdadoe : soldaat
Sereh : citroengras
Seroendeng : geraspte kokos met pinda's
Simping : mosselsoort
Sioong : schijfje, part
Sirikaja : tafelvrucht
Sirkol : zuurkool
Sirsak : zuurzak (vrucht)
Slada : sla, salade
Sodet : braadmes
Soedjen : houten pen voor saté
Soekoen : broodvrucht
Soeloeh : brandhout
Soemsoem : merg
Soeoen : chinese vermicelli
Soesoe : melk
Soetil : schep voor wadjan
Soja : ketjap
Sop : soep
Tadjam : scherp (van een mes)
Tahoe : sojakaas
Talem baki : presenteerblad
Tali : touw
Tamboen : vet, vlezig (van vlees)
Tamboenkan : vetmesten
Tambra mas : goudvis
Tampah tetampah : platte mand
Tanggok : bolvormige zeef
Tangkwe : droog gekonfijte Chinese vrucht
Taotjo : preparaat van Javaanse suiker en sojabonen
Tape : gekookte en gegiste ketella
Tapioca : zetmeel van Indische plant
Taugé : ontkiemde katjang idjoe
Tawas : aluin
Tawes : vissoort
Tebel : dikke klappermelk
Tèh : thee
Telor : ei
Telor asin : pekelei
Telor toebroek : viskuit
Tembang : soort vis
Tembikeh : watermeloen
Temboek : afkoelen
Temoekoentji : wortelsoort
Temoelawak : wortelsoort
Tempat garem : zoutvat
Tempat goela : suikerpot
Tempat kotoran : vuilnisbak
Tempeh : koek van gegiste sojabonen
Tenggiri : grote zeevis
Tepoeng : meel
Tepoeng beras : rijstemeel
Teri : kleine vissoort
Teri nassi : larfjes van ikan teri
[43] Terong : aubergine
Terong blanda : tafelvrucht
Tiembool : broodvrucht
Tikoes : muis
Tim : in een pot gaarstoven of koken
Timba : emmer
Timbanga : weegschaal
Timoen tikoen : courgette
Timoen tikoes : augurk
Tingting : gesuikerde pinda's
Tiram : oester
Tjabe : soort chilipeper
Tjabik : jonge kakap (soort vis)
Tjampoer : mengen, door elkaar
Tjampoeran : mengsel
Tjampoeradoek : zuur van gemengde groenten
Tjap : merk
Tjéléng : wild zwijn
Tjendol : verfrissende drank
Tjengkih : kruidnagel
Tjeper : schaal, schotel
Tjeplok : spiegelei
Tjereme : geribde kers
Tjerimee : kleine gele zure vrucht
Tjina : Chinees
Tjintalo : gezouten garnalen
Tjitji : gedroogde runderhuid
Tjobek : vijzelbord
Tjoeka : azijn
Tjoekal : jonge kakap (soort vis)
Tjoekoep : genoeg
Tjoetji : wassen
Tjoklat : chocolade, cacao
Tjorong : trechter
Toeak : palmwijn
Toekar : ruilen
Toelang : been, bot
Toemis : gefruite kruiden
Toetoep : sluiten
Toetoepan : deksel, gevangenis
Tomatee : tomaat
Tongkol : soort tonijn
Trasi of trassi : pikante garnalenkoek (zie ook petis)
Trassi bakar : geroosterde garnalenpasta
Tripang : zeekomkommer
Troebroek : gezouten viskuit
Wadjan : bolvormige Indonesische braadpan (met twee oren)
Wangi : geurig
Warong : kraam
Weloet : sawah-aal
Widjen : sesamzaadjes
Wiskie : whisky
Wok : bolvormige Chinese braadpan (met een steel)
Worteltjis : worteltjes
(voor de bereiding van diverse vleessoorten)
Kook alle kruiden met de geraspte citroenschil en de geraspte kemiries op in de santen, die men aanlengt met ¼ liter water.
Alle kruiden worden goed gemengd, waarna de djeroek poeroet en salam worden toegevoegd. Kook het geheel op met santen.
Voeg alle kruiden toe aan de overige ingrediënten, behalve de santen. Voeg dat als laatste toe en laat het geheel opkoken.
Snijd het vlees in dunne plakken. Wrijf het in met de door elkaar gemengde kruiden. Laat het geheel gedurende 2 uur intrekken. Hierna bakt of braadt men het vlees.
[45] Fruit de trassi, ui en knoflook in de olie tot ze glazig zijn. Voeg sambal en djahé toe. Laat alles even lekker doorsudderen.
Nassi goreng
Rijst koken in de magnetron gaat niet sneller dan op het fornuis. Toch is het handig, want de rijst plakt niet aan de pan, het water kookt niet over en de rijst wordt heel mooi droog. Zo kookt men 400 gram rijst in de magnetron: fluitketel water aan de kook brengen. In een ruime schaal rijst en 6 dl kokend water doen. Schaal afdekken en rijst in 12-14 min. op 50% half gaar laten worden. Schaal uit de magnetron nemen en rijst in afgedekte schaal nog 10 min. laten nagaren. Met 2 vorken rijstkorrels losmaken. Na het nagaren blijft de rijst nog minstens 20 min. warm. In die tijd kan men andere gerechten bereiden of opwarmen. Gekookte rijst kan men in de diepvries ca. 6 maanden bewaren. Het is handig om de rijst in porties voor 1-2 personen in te vriezen. In een afgedekt schaaltje laat men de rijst 3 min. op de ontdooistand iets ontdooien. Daarna verwarmen in 3-4 min. op 100%.
Was de rijst en zet hem op met het stuk kip, laurier, water en zout. Laat de rijst ca. 1 uur lang heel zacht koken. Gebruik een sudderplaat en een pan met dikke bodem. Roer enkele malen goed om en voeg eventueel een beetje water toe. Als rijst kan gebroken als papkokende rijst gebruikt worden.
Magnetron: Doe de rijst met de kip en laurier, zout en 4 dl water in een glazen schaal van 1 liter en breng alles afgedekt in 7-8 min. op vol vermogen aan de kook en verwarm de rijst afgedekt nog ca. 20 min. op 30%.
Zet het water op met de wortelen en het zout. Roer het gehakt met lepels water tot een papje. Doe het daarna bij de kokende wortelen en voeg ook de gewassen rijst toe. Laat dit alles zachtjes koken zoals in Nasi Tim 1 staat aangegeven.
Magnetron: Kook de plakjes wortel met 2 eetlepels water in een glazen magnetronschaal van 2 liter afgedekt 2 min op 100%. Doe de rijst met het verkruimelde gehakt, zout en overige water in de schaal en verwarm alles afgedekt ca. 20 min. op 30%.
Was de rijst onder koud stromend water tot het water helder is. Doe de rijst met het water in de pan en voeg salam, koenjit en sereh toe. Breng alles aan de kook, dan het vuur lager zetten, deksel op de pan en nog 8 min. zachtjes koken. Voeg dan de santen toe en laat de rijst nog ca. 15 min. doorkoken tot hij gaar en droog is.
Magnetron: [46] Doe 250 gram rijst met ruim 4 dl water in een glazen magnetronschaal van 2 liter. Roer zout, koenjit, sereh en salam erdoor en breng alles afgedekt in 7-8 min. op 100% aan de kook. Vermeng rijst met de schilfers santen en verwarm de rijst afgedekt nog ca. 10-12 min. op 30%.
De rijst als normale witte rijst koken, alleen moet men er een kopje water uithalen. In plaats daarvan wordt het kopje melk of santen met de kruiden erdoorheen geroerd bij de rijst gedaan.
In een zeef de rijst en ketan afspoelen en goed laten uitlekken. In een stoompan water aan de kook brengen en rijst en ketan in de gaatjespan doen. Met de deksel op de pan rijst in 25 min. half gaar stomen. Koenjitwortel schillen en fijn raspen. In een doekje of gaasje binden: koenjit, sereh, laos, salam, djeroek poeroet en pandan. In een pan santen met zout en kruidenzakje al roerende aan de kook brengen. De halfgare rijst toevoegen en zachtjes laten koken tot al het vocht verdwenen is. Intussen in de stoompan opnieuw water aan de kook brengen. Door het rijstmengsel het citroensap roeren. Mengsel overdoen in de gaatjespanen met de deksel op de pan nasi koening in 1 uur gaar stomen. Kruidenzakje met blaadjes verwijderen en de rijst overdoen op een schaal.
Kalkoenfilet in blokjes snijden en in een kom doen. Marinade maken en over de kalkoenfiletblokjes gieten. Afdekken met plasticfolie en een half uur in laten trekken. Intussen water voor de rijst aan de kook brengen. In een pan met dikke bodem de rijst vermengen met de koenjit en wat zout. Kokend water erop gieten en laurierblad toevoegen. Opnieuw aan de kook laten komen en de santen erdoor roeren. Deksel op de pan doen en in 15 min. op een laag pitje gaar laten worden. De blokjes gemarineerde kalkoenfilet aan satépennen rijgen en roosteren onder de grill of in een met olie ingevette koekenpan. In een steelpan de pindasaus vermengen met kokend water en heel even door laten koken. De gele rijst in een schaal doen en versieren met reepjes omelet, rode en groene lombok waarvan de kroontjes en zaadjes verwijderd zijn. De saté er in een apart schaaltje bij geven met de pindasaus er overheen gegoten. Men kan dit gerecht uitbreiden met atjar tjampoer en sambal goreng boontjes. In plaats van omelet kunnen ook partjes hardgekookte eieren gebruikt worden.
Kook de kip in ca. 2 liter water gaar met zout, peper, 1 theelepel foelie en de kruidnagels. Haal de kip eruit en pluk deze in kleine stukjes. Laat dit goed uitlekken. Kook de rijst gaar in de verkregen bouillon. Men gebruikt net zoveel bouillon als normaal rijst in water gekookt wordt. Nadat de rijst gaar is, deze laten afkoelen en gereed houden. Wrijf de fijngemaakte uien, knoflook, sambal (naar smaak), trassi, ketoembar, djinten en asem tezamen en fruit dit in wat olie. Klop de eieren en voeg dit aan het mengsel toe. Roer alles goed door elkaar en voeg als laatste de droge rijst toe. Laat op een klein vuur alles goed warm worden en blijf goed hutselen. Dien de nasi op in een diepe schaal en garneer met plakjes komkommer en hardgekookt ei. Geef er wat atjar bij.
Longtong is verkrijgbaar in Indonesische toko's. Het is verpakt in plasticzakjes. 1 zakje is voor 2 personen meer dan voldoende. De longtong wordt in ruimwater gaar gekookt op een niet te hoog vuur. De longtong is gaar als deze ongeveer 3 a 4 keer zijn begin volume is uitgezet. Haal de/het zakje(s) eruit en af laten koelen totdat de longtong hard geworden is. Haal het plastic eraf en snijd de longtong in blokjes. Deze kunnen koud geserveerd worden. Longtong is een makkelijk iets dat met diverse variaties opgediend kan worden zoals:
1. hete kip — atjar — babi ketjap;
2. kip opor — hete boontjes — atjar — sambal goreng remploh;
3. gado-gado — sate — sambal goreng kentang;
4. tahoe kretopak — sambal goreng ati — dengdeng ragie.
Dit zijn maar enkele voorbeelden. Alleen longtong niet met een sajoer opdienen, dat wordt te nat.
Was de rijst gemengd met de ketan en breng hem aan de kook met het zout. Draaizo gauw de rijst kookt het vuur laag en gebruik bij gas een sudderplaat. De rijst mag stuk koken en moet zeer gaar zijn. Spoel een schotel om met koud wateren strijk daarop de rijst uit. Laat hem afkoelen en snijd hem in rechthoekige stukken. Als bijgerechten: droge sambalans, opor van kip, saté, gadogado of petjel.
Fruit in wat olie de trassi, knoflook en de ui totdat de ui bruin is. Doe dan de kip (vlees van hamlappen of garnalen of gecombineerd kan ook) erbij. Maak het af met de overige kruiden. Is het vlees bruin, dan het spek toevoegen totdat dit gaar is. Voeg dan beetje bij beetje de rijst toe en blijf goed omroeren totdat de rijstekorrels los zijn. Giet er wat ketjap over en de sambal naar smaak. Het geheel weer goed omscheppen. De prei en selderie als laatste er doorheen mengen. Opdienen in een diepe schaal. Garneer het geheel met een gebakken spiegelei, plakjes komkommer en gebakken uitjes. Geef er kroepoek, zoute vis en zelfgemaakte atjar bij.
Fruit in wat olie de ui, knoflook en de garnalen. Doe er dan de droog gekookte rijst en kerrie bij. Roer alles goed om. Maak het af met zout en peper en naar behoefte meer kerrie. Serveer er de gehalveerde eieren bij.
Kook de ketan als rijst gaar. Voel of proef of de ketan inderdaad gaar is. Verdeel de ketan in puddingschaaltjes en strooi er eerst wat suiker op. De suiker smelt en verspreidt zich. Strooi er daarna wat kokos over. Eet dit bij de koffie of thee.
Fruit in wat olie de trassi, knoflook en de uien totdat deze beginnen te bruinen. Doe er dan de garnalen in, de prei, selderie en wat sambal. Als laatste de droog gekookte rijst en ketjap, meng alles goed door elkaar. Op een klein vuur ca. 10 min. goed door laten bakken en blijven doorroeren. Bak intussen een omelet van de geklutste eieren met wat zout en peper. Rol deze op en snij er reepjes van. Garneer de nasi met de reepjes ei en de schijfjes komkommer. Geef er desnoods atjar, zoute vis (ikan teri) en kroepoek bij. Saté is ook niet te versmaden.
Verhit in een pan 3 eetlepels olie en fruit de knoflook. Bak hierin het eimengsel ca. 1 min. Doe er dan de rijst, stukjes ham, prei en erwten bij. Goed omroeren en afmaken met zout en ve-tsin. De nasi goed warm opscheppen. Sambal naar eigen smaak toevoegen. Geef er kroepoek, atjar of ikan teri bij.
Fruit in wat olie de trassi, knoflook en de ui totdat de ui bruin is. Doe er dan het gehakt, paprika in blokjes, tomaat en de aubergine bij. Naar smaak afkruiden. Het gehakt moet rul en bruin zijn voordat de rijst erbij gedaan wordt. Roer alles goed door elkaar. Warm serveren. Aanvullen met een spiegelei, atjar, ikan teri of kroepoek. De sambal niet vergeten.
Bak van de geklutste eieren met wat zout en peper een omelet. Snij deze in reepjes. Voeg dit met de prei en erwten toe aan de droog gekookte rijst. Dit noemt men dan boerenasi.
Kook de rijst in de santen met de salam gaar. Bak de uitjes in olie knappend bruin en laat ze uitlekken. Pel de eieren en snijd ze overlangs in tweeën. Diende gare rijst op in een schaal en drapeer de halve eieren er omheen. De abon-abon (vleesgerecht) kan er apart bijgegeven worden maar ook in het midden van de rijst gedrapeerd worden. Dit naar keuze. De gebakken uitjes worden eroverheen gestrooid.
Volgens voorgaand recept, geef er nu sajoer toemis, sambal goreng boontjes en een kipgerecht bij. En sambal bij de hand.
Magnetron: Doe 250 gram rijst met ruim 4 dl water in een glazen magnetronschaal van 2 liter. Roer zout erdoor en voeg salam toe. Breng alles afgedekt in 7 a 8 min. op 100% aan de kook. Vermeng rijst met de schilfers santen en verwarm de rijst afgedekt nog ca. 10 a 12 min. op 30%. Maak de rijst los met een vork en laat hem afgedekt 10 min. nagaren. Giet de olie in een schaal en verwarm deze onafgedekt 1 min. op 100%. Schep de stukjes ui of uiringen erdoor en fruit ze onafgedekt in 3-4 min. op 100% glazig. Doe ze over de rijst. Lekker met seroendeng, sambalgoreng kool, boontjes, gebakken stukjes kip, saté of met bruine bonen.
Snij de hamlappen en ontbijtspek in dobbelstenen. Niet bij elkaar voegen. Bak het vlees van de hamlappen in de olie gaar en goudbruin. Voeg dan de knoflook, trassi, sambal naar smaak en uien in deze volgorde toe. Door laten sudderen totdat de uien glazig zijn, wel goed blijven omscheppen. Als laatste de prei toevoegen en 2 min. mee laten sudderen. Ondertussen het ontbijtspek uitbakken totdat het krokant is (niet hard). Indien het vlees met uien mengsel teveel vocht bevat, dan in een vergiet uit laten lekken. Het gebakken ontbijtspek altijd laten uitlekken. De droge gekookte rijst laten afkoelen.
Vleesmengsel en ontbijtspek met de afgekoelde droge rijst vermengen en goed doorscheppen. Het
geheel in een wadjan met een weinig olie goed opwarmen en in een diepe schaal opdienen. Hierbij
atjar en kroepoek serveren. Sambal Wouter mag beslist niet ontbreken.
Macaroni gaar koken volgens de aanwijzingen op het pak. Afgieten en goed afspoelen met koud water. De macaroni mag niet plakken. Fruit in wat margarine de trassi, knoflook en de ui. Indien de ui bruin is, het vlees (gehakt of garnalen) toevoegen. Het vlees moet bruin zijn, het gehakt rul en de garnalen mogen niet te lang mee bakken. Dan de kool, sambal (lombok), prei, djinten en zout naar smaak toevoegen. De macaroni er dan goed doorheen roeren. Goed warm laten worden op een niet te groot vuur. Hierbij kan men een spiegelei, atjar, saté of komkommer serveren.
De macaroni behandelen zoals in vorig recept. Van de champignons de helft in schijfjes snijden. De andere helft heel laten, zoek hiervoor de kleinste eruit. Paneer de stukken kip met bloem, zout, peper en nootmuskaat. Bak ze in de hete olie knappend en gaar. Laat ze uitlekken. Fruit in iets van dezelfde olie de knoflook, fijn ui, selderie, stukjes spek en de schijfjes champignon. Doe er dan de macaroni goed door heen en maak af naar smaak. Schep de macaroni in een vuurvaste schaal en leg de stukken kip erop. Fruit heel even in wat olie de uiringen en hele champignons. Drapeer ze over de macaroni en de kipstukken. Zet de schaal ca. 10 min. in een voorverwarmde oven. Daarna opdienen. Geef er gebakken ei, atjar, kroepoek of zoute vis bij.
Kook de macaroni beetgaar. Smeer een vuurvaste schaal in met boter. Dan in de schaal: 1 laagje macaroni van 1-1½ cm, daarop plakjes ham en rookvlees en wat kaas erover strooien. Daarop weer een laagje macaroni enz. Voor de laatste laag macaroni, het sausje toevoegen. Laatste laag macaroni erop, daarover de kaas en een paar klontjes boter. In de oven lichtbruin bakken op stand 6.
Kook de rijst droog en gaar. Snij het varkensvlees, gerookt spek, ham en prei in reepjes van 1½ cm (julienne). Fruit in wat olie de kruiden en voeg hierna het gesneden spek en vlees toe. Als laatste de ham en garnalen. Het geheel enkele minuten aanbraden onder voortdurend omscheppen. Het gebraden mengsel uit laten lekken in een zeef en het overtollige vocht opvangen. Hierin gaat men de [51] rijst aanbraden en het vleesmengsel toevoegen. Enige minuten laten doorbakken. Op smaak brengen met wat zout en ketjap. De nasi goreng op een schaal doen en garneren met de prei.
De kip wordt in haar geheel met de santen, kaneel en zout bijna gaar gekookt. De rijst wordt in een stomer halfgaar gestoomd. Daarna de rijst met de kippenbouillon mengen. Nadat de bouillon goed in de rijst getrokken is, wordt de rijst opnieuw in de rijststomer gedaan en verder gaar gestoomd. Tenslotte wordt de kip op een schotel gedaan en bedek haar met de warme rijst.
Kip gaar koken met het water, zout, peper, kruidnagels en foelie. Daarna de rijst gaar koken in de kippenbouillon en even af laten koelen. Wrijf knoflook, trassi, ketoembar, djinten en sambal tot een brij en fruit dit met de uien, dein kleine stukjes gesneden kip in wat olie. Hierna wordt de rijst met het kipmengsel meegebakken. Af en toe doorroeren. Ten slotte wordt er de helft van de garnalen doorheen gemengd. De overige garnalen, de in schijfjes gesneden komkommer en in stukjes gesneden eieren worden als garnering gebruikt.
De kip wordt in ruim water gekookt met djahé, sereh, knoflook, kruidnagels, laos, djinten, ketoembar en wat zout. Daarna wordt ze gebakken in de olie. Door de kippenbouillon wordt de nootmuskaat, peper en nog wat zout gemengd. Hierin wordt de rijst gaar gekookt. De uien fruiten en het gerecht opdienen: de in stukken gesneden kip ligt om de rijst heen, de uien zijn erover gestrooid.
Bij deze nasi kan men atjar of saté serveren.
Was de rijst onder koud stromend water tot het water helder is. Doe de rijst met het water in de pan. Fruit de ui in de verhitte olie met de knoflook voor ca. 3 min. Voeg kruidnagel, djahé en nootmuskaat toe en laat alles nog 2 min. doorbakken. Voeg dit mengsel aan de rijst toe en breng alles aan de kook. [52] Dan vuurlager draaien en met deksel op de pan de rijst in ca. 20 min. gaar en droog koken. Maak de rijst op smaak met kaneel, zout en peper.
Magnetron:
Stamp ui, knoflook en kruiden fijn. Verhit de olie in een schaal onafgedekt 1 min. op 100%. Schep het uimengsel erdoor en verwarm alles onafgedekt 3-4 min. Voeg de rijst en 4 dl water toe en breng alles afgedekt in 7 a 8 min. aan de kook op 100%. Verwarm de rijst daarna nog afgedekt 10-12 min. op 30%. Rijst losmaken en afgedekt 10 min. laten nagaren.
Kook de kip in ruim water met het zout en de nootmuskaat. Wanneer er schuim op de bouillon ontstaat, eraf scheppen. De gare kip uit de bouillon halen en de rijst in deze bouillon koken. De rijst af en toe omroeren en glad strijken. De rijst opdienen met de in stukken gesneden kip.
Kook de rijst met santen, djeroek poeroet en wat zout. De overige ingrediënten worden samen in boter gebakken. Van de eieren wordt eerst een omelet gebakken,in reepjes gesneden en in de kruiden meegebakken. De helft van het kruidenmengsel wordt door de rijst gedaan, de andere helft is garnering.
Kook de rijst met santen en koenjit. De overige ingrediënten worden om de rijst gedrapeerd. Van de eieren bakt men een omelet, die in reepjes over de rijst wordt gelegd.
Langkorrel rijst (300 gr) schoonwassen, evenals 2 sprieten sereh. Rijst en sereh in 6 dl water gaar en droog koken in 20 minuten.
Rijst gaar en droog koken, uit laten stomen en afkoelen. Ondertussen van de eieren een omelet bakken en deze in dunne reepjes snijden. Ook de prei, varkensvlees, ham en rookspek in dunne reepjes van 1 cm snijden. De uien en knoflook met wat olie aanfruiten met de trassi. Daarna het vlees, ham en spek erbij en dit geheel enkele minuten braden onder voortdurend omroeren. Het gebraden [53] mengsel overdoen in een vergiet zodat het overtollige vet eruit kan druipen. Dit vet vangt men op en wordt weer gebruikt om de rijst aan te braden. Daarna het mengsel van vlees, ham, spek en ui plus het ei toevoegen en enkele minuten laten doorbakken. Op smaak brengen met zout, ketjap en ve-tsin. De nasi goreng overdoen in een schaal en garneren met de fijngesneden prei. Als bijgerechten: atjar tjampoer, saté, drumstick, kroepoek, pindasaus en een spiegelei.
Fruit in de hete olie de ui, knoflook en prei voor ca. 3 min. Voeg vlees, sambal en ketoembar toe en bak alles onder regelmatig omscheppen voor ca. 5 min. tot alles door en door warm is. Maak de nasi goreng op smaak met zout. Bak dan 4 eieren. Doe de nasi goreng over in een schaal en leg de gebakken eieren erop. Serveer de nasi met kroepoek en atjar.
Men kan ook rijst koken in de magnetron (zie recept in dit hoofdstuk). In een zeer ruime schaal (2-3 liter) olie vermengen met de ui, knoflook, trassi, ketoembar en laos. Alles goed door elkaar scheppen en onafgedekt 34 min. op vol vermogen in de magnetron verhitten. Dan de vleesblokjes door het mengsel in de schaal scheppen en opnieuw maar nu afgedekt 47 min. op vol vermogen verhitten. De gekookte rijst erdoor scheppen en op smaak brengen met zout en ketjap. De nasi nogmaals afgedekt door en door in 23 min. op vol vermogen heet laten worden. Garneren met 1 gebakken ei per persoon, augurkjes en partjes tomaat. Knapperige kroepoek en blokjes komkommer smaken er uitstekend bij.
Bak uien, knoflook en gaar vlees in reuzel tot de uien lichtgeel zijn. Bak ook taugé en kool even mee (ca. 2 min.). Voeg daarna de rijst toe. Kluts 2 eieren met wat zout en roer die door de warme massa tot ze stollen. Maak van de 2 overige eieren een omelet aan 2 kanten gebakken, oprollen en tot fijne reepjes snijden. Nasi goreng afmaken met ketjap en ve-tsin en garneren met de reepjesomelet, fijngesneden ham, bieslook en selderie.
[54] Tartaar in een kom doen en de knoflook erboven uitpersen. Ketjap en sambal toevoegen. Goed door elkaar kneden. Als het mengsel te nat is kan wat kokos of paneermeel toegevoegd worden. Van de tartaar 24 balletjes vormen en tot gebruik in de koelkast zetten. Geschilde aardappels in stukjes snijden en tot gebruik onder water laten staan. Schaal voorverwarmen. Dan de hutspotgroente, aardappels, bouillontabletten en water in een pan doen. Aan de kook brengen en ca. 25 min laten koken. Intussen de boemboe nasi goreng volgens de aanwijzing op de verpakking laten weken. Boter in een koekenpan verhitten. Tartaarballetjes op matig hoog vuur in ca. 4 min. rondom bruin bakken. Met schuimspaan uit de pan scheppen en op een bord afgedekt met de folie bewaren. Geweekte boemboe door het bakvet scheppen en ca. 3 min. zachtjes bakken. Aardappel groentemengsel door elkaar stampen. Boemboe erdoor roeren en al roerend in nog 2 min. door en door warm laten worden. Op smaak brengen met peper en zout. In de voorverwarmde schaal scheppen. Tartaarballetjes erop leggen. Serveren met seroendeng.
Fruit de ui, knoflook, trassi en kip in de olie tot de ui glazig wordt. Daarna de djinten, koenjit, rozijnen, amandelen en bouillonblok toevoegen en mee fruiten. Dan de ongekookte rijst erbij en even mee fruiten. Vervolgens beetje bij beetje warm water toevoegen zodat de rijst als het ware gekookt wordt.
Lekker bij deze rijst is de gegrilde vleesmix aan de spies (zie hoofdstuk saté).
200 gram gedroogde lombok
50 gram lombok rawit
1 grote ui fijngesneden
1 theelepel knoflookpoeder
1 theelepel laos
3 blaadjes salam
1 stukje trassi
1 eetlepel suiker
1 goudbouillonblokje
½ liter olie
sap van kleine citroen
wat zout
Kruiden m.u.v. de lomboks 2 a 3 min. fruiten in de olie. Hieraan de zacht gekookte en fijngemaakte lomboks toevoegen en op een klein vuur gaar laten sudderen. Het citroensap, bouillonblokje en eventueel wat zout toevoegen. De massa laten indikken en daarna laten afkoelen. In een goed afgesloten pot is deze sambal in de koelkast maandenlang houdbaar.
20 rode lomboks fijngesneden
2 theelepels zout
Was en snij de lomboks in kleine stukjes. Wrijf ze fijn met zout tot een brij. Dit kan ook met een vleesmolen. In een schoongewassen en goed afsluitbare pot is deze sambal lang houdbaar. Nog langer houdbaar in de diepvries.
20 rode lomboks fijngesneden
1 theelepel zout
1 theelepel trassi
Verwerk de lomboks als bij sambal oelek en meng er de trassi doorheen.
[55] 40 rode lomboks fijngesneden
2 grote uien fijngesneden
2 theelepels trassi
1½ theelepel zout
olie
De fijngesneden lomboks worden met de trassi vermengd en in de olie aangebakken. Aan dit mengsel worden de fijngesnipperde uien en het zout toegevoegd. Het geheel wordt goed doorbakken
.10 lomboks fijngesneden
½ theelepel zout
2 theelepels petis
Ook deze sambal wordt bereid als sambal oelek. De petis wordt er doorheen gemengd.
1 pot sambal oelek 750 gram
5 grote uien, fijngesneden
3 tenen knoflook, fijngehakt
2 theelepels laos
1 stengel sereh
2 blaadjes salam
5 eetlepels bruine suiker
10 kemirienoten, geraspt
1 eetlepel ketoembar
Maak uien en knoflook fijn. Vermeng dit met de rest. Giet in een juspan een ½ kopje olie en laat de olie goed warm worden. Zet het vuur laag en doe het mengsel in de pan, roer af en toe en laat de zoute smaak verdwijnen. Is de zoute smaak nog aanwezig, voeg dan nog suiker bij. Goed laten indikken.
20 rode uien fijngehakt
2 tenen knoflook fijngehakt
10 gekookte, halve lomboks
1 eetlepel javaanse suiker
2 eetlepels asemwater
zout
Stamp de lomboks met de suiker fijn. Braad de gehakte uien en knoflook en voeg de gehakte lomboks en asemwater toe. Laat dit koken tot de uien gaar zijn en de olie boven drijft.
2 eetlepels sambal
1 eetlepel bruine suiker
1 eetlepel azijn
Doe de sambal in een kommetje. Maak het verder aan met de bruine suiker en azijn. Gebruik net zoveel azijn totdat het geheel dik vloeibaar is. Roer alles goed door elkaar en voeg indien nog te heet (pedis) nog wat suiker toe. Te gebruiken over loempia's, voor de pangsit of om komkommerschijfjes in te dippen.
10 verse rode lomboks
3 grote uien, gesnipperd
3 tenen knoflook, fijngehakt
3 stukjes trassi
2 laurier blaadjes
1 theelepel laos
1 sereh stengel
10 kemirienoten
olie
Snij de lomboks in kleine stukjes en deel de kemiries in vieren. Maak dit samen fijn met de trassi, ui en de knoflook. Het beste hiervoor is een vleesmolen. In ieder geval moet het erg fijn zijn. Doe 2 kopjes olie in een juspan en fruit het geheel met de laurierblaadjes, laos en sereh op een middelmatig vuur. Goed blijven omroeren zodat het niet aanbakt. Temper het vuur en proef af en toe. Wil men meer [56] maken, dan meer lombok, uien, trassi en knoflook gebruiken. Na verloop van tijd is de olie goed ingetrokken en de sambal is klaar.
10 rode lomboks
5 rode uien, fijngesneden
½ theelepel trassi
1 spriet sereh
suiker, zout
asemwater
De lomboks zonder pitten fijnmaken met de uien, trassi en wat zout. Fruit nu de sambal in olie met de sereh. Voeg als laatste de suiker en het asemwater toe. Men kan er ook een eetlepel dikke santen in doen en dan de sambal opkoken tot de olie eruit komt.
1 zakje droge rawit
1 stukje trassi
1 eetlepel bruine basterdsuiker
2 tenen knoflook, fijngehakt
azijn of citroensap
ketjap
Kook de rawit in water gaar. De rawit is gaar als hij tussen de vingers is fijn te knijpen. Uit laten lekken in een vergiet. Wrijf dan de trassi, knoflook en rawit tezamen goed fijn (vleesmolen). Doe het mengsel in een schaal of potje en maak het af met ketjap, suiker en azijn (citroensap). Let goed op de smaak, de azijn mag niet overheersen.
10 rode lomboks
5 tenen knoflook, fijngehakt
1 spriet sereh
1 stukje trassi
3 uien, fijngestampt
2 eetlepels asemwater
1 kopje santen
olie en zout
De rode lomboks worden ontdaan van de pitjes. Voor de stengel sereh kan men ook 1 theelepel serehpoeder gebruiken. De uien, knoflook en lombok kunnen ook in een vleesmolen fijngehakt worden. Fruit in wat olie de trassi (iets meer dan normaal), knoflook, ui en de lombok. Voeg dan het asemwater toe en laat alles op een klein vuur sudderen. Na ca. 10 min. de santen erbij en goed door laten koken tot het ingedikt is. Afmaken met wat zout.
10 gesnipperde lomboks
10 eetlepels ui, gesnipperd
6 tenen knoflook, gesnipperd
2 theelepels laos
1 spriet sereh in vieren
1 stukje asem (walnootgrootte)
1/8 blok santen
4 eetlepels olie
2 theelepels trassi
zout
Wrijf uien, knoflook, laos, sereh, trassi en zout tot een brij. Bak dit in olie tot de uien geel zijn. Stamp intussen de lombok fijn. Voeg lombok, asemwater gemaakt met 4 eetlepels water en de asem, aan de massa toe. Roer het blokje santen er doorheen en kook de sambal tot de uien gaar zijn en de olie uit de santen boven drijft.
Magnetron:
Verwarm de olie in een glazen litermaat onafgedekt 2-3 min. op 100%. Voeg de gewreven knoflook, uien, kruiden en het zout toe en verwarm alles onafgedekt 5-6 min. op 100%. Roer de lombok, asemwater en santen erdoor en laat alles nog ca. 5-6 min. op 50% sudderen.
50 gram gepelde garnalen
1 stuk trassi
1 eetlepel citroensap
aangemaakte sambal
[57]
Maak de garnalen fijn in een vleesmolen. Vermeng dit met de aangemaakte sambal (geen oelek). Doe
er ook flink wat droge trassi door. Als bijsmaak afmaken met de citroensap.
12 rode of groene lomboks
8 kemiries fijngestampt
1 stukje trassi
2 eetlepels citroensap
2 blaadjes djeroek poeroet
1 grote ui fijngestampt
2 tenen knoflook, fijngehakt
olie en wat zout
Stamp of maal de lomboks. Denk weer aan de vleesmolen. De groene lombok moet eerst even gepoft worden. Vermeng dit met de fijngestampte kemirie en trassi. Fruit dan in ca. 1 kopje olie de knoflook en de ui. Doe er het mengsel bij. Braad het geheel op onder toevoeging van de citroensap, de blaadjes djeroek poeroet en wat zout. Roer regelmatig door en temper het vuur. Als de olie grotendeels is ingetrokken is de sambal klaar.
10 lomboks, gesnipperde
8 gepofte kemiries
1 theelepel trassi
2 djeroek poeroetblaadjes
1 stukje asem (walnootgrootte)
2 eetlepels olie en wat zout
Stamp de kemiries fijn en wrijf ze samen met de lombok, trassi en zout. Maak van de asem 3 eetlepels asemwater. Fruit de gewreven kruiden en voeg het asemwater en djeroek poeroet toe. Even laten doorkoken tot hij indikt. Deze sambal is erg scherp.
Magnetron:
Verwarm de olie in een glazen litermaat onafgedekt op 100%. Voeg de gewreven kruiden en djeroek poeroet toe en verwarm alles weer onafgedekt 2-3 min. op 100%. Roer het asemwater erdoor en laat alles onafgedekt ca. 5 min. op 50% sudderen.
2 rode of groene lomboks
2 eetlepels citroensap
1 stukje trassi
diverse groenten
De lombok moet heel fijn gesneden zijn. Zo ook de groenten zoals ui, komkommer, tomaat en radijs. Vermeng de trassi, lombok en de citroensap. Doe er dan de fijngesneden groente bij. Alles weer goed door elkaar mengen. Afmaken met wat zout. Eet dit bij witte rijst, nasi- of bami goreng.
1 pot sambal oelek à 750 gram
5 grote uien, fijngesneden
3 tenen knoflook, fijngehakt
2 theelepels laos
2 stengels sereh
2 blaadjes salam
2 eetlepels javaanse suiker
1 stuk trassi
1 kopje olie
ketjap manis
Giet de olie in een diepe braadpan. Fruit hierin de knoflook, trassi, uien en de laos. Voeg daarna de sereh, blaadjes salam, Javaanse suiker (bruine suiker is ook prima) en sambal toe. Laat alles goed warm worden. Giet er dan ketjap bij totdat de sambal een donkerbruine kleur krijgt. Goed blijven omroeren. Op een laag vuur laten indikken. De olie is dan goed ingetrokken en de sambal wouter is klaar. Deze sambal is in de koelkast lang houdbaar.
12 groene lomboks
1 theelepel knoflookpoeder
4 eetlepels taotjo
200 gram gepelde garnalen
½ blok santen
½ theelepel djahé
½ theelepel laos
½ spriet sereh
[58]suiker naar smaak
Lomboks ontpitten en in de lengte snijden. Garnalen in stukken snijden. Uien en knoflook fruiten in wat olie en de garnalen erbij doen. Na ca. 3 min. de lomboks en andere ingrediënten toevoegen. Daarna de gesmolten santen (in een 1/2 kopje water) en de taotjo. Alles nog ca. 5 min. laten sudderen. Weinig of geen zout toevoegen daar de taotjo reeds zoutig is.
150 gram groene lomboks
100 gram lombok rawit
2 blaadjes salam
1 theelepel laos
2 uien, gesnipperd
4 tenen knoflook, gesnipperd
2 blaadjes salam
1 theelepel trassi
4 dessertlepels suiker
3 eetlepels taotjo
Lomboks fijnsnijden en fruiten in veel olie met de salam, ui, knoflook, laos en trassi (alles moet drijven). Dan de suiker en taotjo toevoegen en enkele minuten mee fruiten. Overgebleven taotjo overdoen in een glazen potje en in de koelkast bewaren (is erg zout).
Magnetron:
Verwarm de olie in een glazen litermaat onafgedekt 2 min. op 100%. Voeg alle ingrediënten toe en verwarm alles onafgedekt 2-3 min. op 100%. Alles goed doorroeren en opnieuw 1-2 min. op 100% sudderen.
8 rode lomboks, fijngesneden
3 tenen knoflook, fijngehakt
2 theelepels bruine basterdsuiker
4 sjalotjes, fijngesneden
2 theelepels trassi
1 cm gemberwortel
500 gram pinda's
3 eetlepels olie
3 dl dikke santen
4 eetlepels asemwater
zout
Fruit de fijngestampte kruiden in de olie. Op een laag vuur de santen toevoegen, terwijl het mengsel wordt doorgeroerd. Wanneer de santen volledig is opgenomen,de pinda's (fijngestampt) en het zout toevoegen. Het vuur hoger zetten en de massa doorbakken tot de olie eruit komt. De pan van het vuur halen en de asempap erdoor roeren. Lekker bij saté ajam, petjel en gado-gado met witte rijst.
1 eetlepel sambal oelek
2 theelepels asem
1 eetlepel bruine basterdsuiker
2 dl water
1 gesnipperde ui
1 theelepel zout
Kook de asem met de bruine suiker in water tot een dikke brij. Doe er de sambal en de ui bij en laat dit mengsel nogmaals doorkoken. Voor de laatste keer koken als alles gezeefd is.
6 groene lomboks
1 theelepel trassi
6 rode lomboks
½ dl water
2 eetlepels olie
zout en boter
De zeer fijngesneden lomboks worden gebraden in de olie. Vervolgens worden ze fijngestampt of gemalen met zout en trassi. Dan gaan ze opnieuw in de olie, wat water toevoegen en dit mengsel laten droog braden.
10 rode lomboks
2 uien
[59]2 eetlepels ketjap
2 eetlepels olie
zout
Snij de lomboks en uien heel fijn en bak ze met wat zout in de olie tot een smeuïg geheel. Doe dit in een schaal en giet er de ketjap over.
Magnetron:
Verwarm de olie in een glazen litermaat onafgedekt 1 min. op 100%. Voeg uien, lombok en zout toe en verwarm alles onafgedekt 3-4 min. op 100%. Roer de ketjap erdoor en laat alles onafgedekt ca. 5 min. op 50% sudderen.
300 gram geraspte kokos
3 lomboks fijngesneden
2 theelepels zout
1 theelepel trassi
1 schijfje laos
2 citroenschillen
2 eetlepels olie
Braad de kruiden met de fijngestampte lomboks en geraspte kokos. Met dezelfde ingrediënten kan men sambal kelapa op een andere manier klaarmaken. Braad de geraspte kokos lichtbruin, snijd alle ingrediënten fijn en fruit ze, behalve de citroenschillen. Pas op het laatst roert men de geraspte kokos en citroenschillen door de andere ingrediënten.
200 gram ebbi
1 eetlepel sambal oelek
5 tenen knoflook, fijngehakt
1 theelepel kentjoer
2 blaadjes djeroek poeroet
1 theelepel trassi
zout
1 eetlepel witte suiker
3 eetlepels olie
Rooster de gedroogde garnalen en stamp of maal ze fijn. Ook de kruiden stampt men fijn, waarna alle ingrediënten vermengd worden. Maak de olie heet. Haal de pan van het vuur en roer de gestampte massa er doorheen. Draai het vuur op z'n laagst of gebruik een sudderplaatje. Zet de pan er weer op en roer de sambal nog 2 à 3 min. goed door. Laat hem dan op een bord goed afkoelen en verwijder eventuele restjes djeroek poeroet. Doe de sambal in een goed afgesloten jampot.
Magnetron:
Verwarm 3 eetlepels olie in een glazen litermaat onafgedekt 2 min. op 100%. Roer de gestampte massa erdoor en verwarm alles onafgedekt 2 à 3 min. op 50%.
½ potje petehbonen
1 eetlepel sambal oelek
1 ui, fijngesneden
4 tenen knoflook, fijngehakt
1 schijfje laos
1 spriet sereh
200 gram verse garnalen
1 eetlepel trassiwater
1 eetlepel asemwater
½ blok santen
zout en olie
Stamp en braad de kruiden, behalve de sereh. Meng de sambal, trassi en asem door het mengsel. Even laten doorkoken en dan de petehbonen, garnalen en santen toevoegen. Dit mengsel laten doorkoken tot de olie boven komt drijven.
1 prei, fijngesneden 1 rode ui, fijngesneden 1 eetlepel sambal oelek 4 kemiries 2 eetlepels citroensap santen
[60] Snijd de prei heel fijn en kneed ze met zout. Stamp kemiries en uien fijn en kook ze met santen, sambal en citroensap. Meng alles door elkaar en kook de massa tot ze droog is.
4 kleine tomaten
3 rode lomboks
½ theelepel trassi
zout
Pof of rooster de tomaten en lomboks in de oven of boven een houtskoolvuur. Maak ze vervolgens fijn met trassi en zout. Goed mengen
5 rijpe tomaten
1 ui
1 theelepel nootmuskaat
½ theelepel peper
1 eetlepel sambal oelek
½ kopje azijn
zout
olie
Snijd de tomaten fijn. Fruit de gestampte ui met de nootmuskaat, peper en sambal. Voeg de azijn en de tomaten toe en laat het geheel opkoken tot een dikke saus.
200 gram ebbi
1 rode ui fijngesneden
2 eetlepels asemwater
olie
Kruiden:
5 kemiries
1 theelepel trassi
1 stukje Javaanse suiker
2 blaadjes djeroek poeroet
1 eetlepel sambal oelek
Fruit de ui met de ebbi in olie. Voeg het asemwater en alle overige ingrediënten toe en laat het geheel doorkoken tot het droog begint te worden.
6 lomboks rawit
1½ eetlepel ketjap
1 kleine ui, gesnipperd
1 djeroek nipis of citroen
De lomboks fijnwrijven en de djeroek nipis fijnmaken. Samen met de ui en ketjap alle ingrediënten mengen.
6 lomboks rawit
½ theelepel trassi
3 gepofte en geraspte kemiries
zout
De lomboks fijnwrijven en met de rest vermengen.
3 rode lomboks
1 ui, fijngesnipperd
1 eetlepel olie
½ theelepel laos
2 tenen knoflook
2 geraspte kemirienoten
½ theelepel zout
Lomboks in stukjes snijden. Dan in een schaal de olie, lombok, ui en laos. De knoflook erboven uitpersen en de kemirienoten raspen. Onafgedekt op vol vermogen in de magnetron 5 min. bakken. Goed doorroeren. In een mengbeker fijnmalen. Sambal laten afkoelen. In een afgesloten pot in de koelkast kan men deze sambal 2 maanden goed houden. Om een fruitige, zoete en frisse sambal te [61] krijgen vermengt men de sambal met mango of papajapuree. Het vruchtvlees van de mango of papaja
moet wel gepureerd of door een zeef gewreven worden.
5 lomboks
1 stukje asem (walnoot grootte)
2 theelepels palmsuiker
1 snuf zout
Wrijf lombok, suiker, zout en asem op een tjobek fijn. Verwijder onder het wrijven de vliezen en pitten van de asem.
5 lomboks
½ theelepel zout
1 theelepel tomatenpuree
Maak sambal oelek of trassi en roer er de tomatenpuree door. Deze sambal is, ook in de koelkast, niet lang houdbaar.
5 lomboks
½ teen knoflook
1 theelepel trassi
1 eetlepel gehakte bieslook
enkele druppels citroensap
Maak een sambal trassi met knoflook en meng er zonder wrijven de bieslook doorheen. Afmaken met een paar druppels citroensap. Deze sambal is, ook in de koelkast, niet lang houdbaar.
5 lomboks
½ teen knoflook
1 theelepel trassi
1 eetlepel gehakte selderie
enkele druppels citroensap
Maak een sambal trassi met knoflook en meng er zonder wrijven de selderie doorheen. Afmaken met een paar druppels citroensap. Deze sambal is, ook in de koelkast, niet houdbaar.
10 rode lomboks zonder pit
1 teen knoflook
5 gepofte kemiries
1 stukje asem (3 walnoten groot)
1 theelepel trassi
3 theelepels javaanse suiker
½ theelepel ketoembar
½ theelepel laos
1 mespuntje kentjoer
zout
Haal de pitten uit de asem. Wrijf asem met kemirie, trassi, knoflook, ketoembar, laos, kentjoer met het zout en de helft van de suiker tot een brij. Voeg dan de fijngesneden lombok toe en wrijf deze mee. Doe, wanneer alles een homogene massa geworden is, de rest van de suiker erbij en meng tot hij is opgelost. Niet alle suiker tegelijk toevoegen want dit geeft moeilijkheden met het wrijven. Dit is een bijzonder geurige en milde sambal en is in een afgesloten pot in de koelkast lang houdbaar.
5 rode gesnipperde lomboks
5 groene gesnipperde lomboks
2 theelepels trassi
1 eetlepel olie
zout
Wrijf de lomboks met het zout fijn. Fruit ze in de olie. Maak trassiwater door de trassi fijn te wrijven in 4 eetlepels warm water. Voeg dit aan de massa toe en laat de sambal stoven tot de brij voldoende is ingedikt. [62]
Magnetron:
Verwarm de olie in een glazen litermaat onafgedekt 1 min. op 100%. Voeg de gewreven lomboks met zout toe en verwarm alles onafgedekt 2 à 3 min. op 100%.Roer het trassiwater erdoor en laat alles onafgedekt nog 5 à 8 min. op 50% sudderen.
10 gesnipperde lomboks
5 eetlepels ui, gesnipperd
1 spriet sereh
2 eetlepels tomatenpuree
50 gram ikan teri
6 eetlepels olie
Wrijf lombok en uien fijn en voeg tomatenpuree toe. Bak dit mengsel in 2 eetlepels olie. Bak de teri in 4 eetlepels olie tot hij geel is. Meng de teri met de gebakken kruiden. Geen zout toevoegen omdat de teri zelf erg zout is.
Magnetron:
Verwarm 2 eetlepels olie in een glazen litermaat onafgedekt 2 min. op 100%. Voeg de gewreven lomboks, uien en tomatenpuree toe en verwarm alles onafgedekt 4 à 5 min. op 100%. Verwarm vervolgens in een magnetronschaal 4 eetlepels olie onafgedekt 3 à 4 min. op 100% Roer de teri erdoor en laat alles onafgedekt nog 1 à 2 min. op 100% doorwarmen. Vermeng dit met de kruiden.
10 gesnipperde lomboks
3 eetlepels ui, gesnipperd
1 theelepel trassi
1 eetlepel tomatenpuree
½ theelepel ketoembar
1 eetlepel olie
1 theelepel witte suiker
1 eetlepel gehakte bieslook
sap van citroen
zout
Wrijf lombok, uien, trassi, zout, ketoembar en suiker samen tot een brij en voeg daar de tomatenpuree bij. Bak dit op tot de uien geel worden en voeg dan het citroensap toe. Meng er voor het opdoen de bieslook door.
Magnetron:
Verwarm 2 eetlepels olie in een glazen litermaat onafgedekt 2 min. op 100%. Voeg de gewreven lomboks, uien, kruiden en tomatenpuree toe en verwarm alles onafgedekt 4-5 min. op 100%. Roer het citroensap met het bieslook erdoor.
sambal goreng telor
5-10 lomboks
5 uitjes, gesnipperd
1 theelepel laos
1 teen knoflook, fijngehakt
1 theelepel trassi
2 blaadjes djeroek poeroet
2 eetlepels asemwater
1 kopje santen
vlees, vis, lever of ei
Alle kruiden, behalve de djeroek poeroet, fijnwrijven en met het hoofdbestanddeel opbakken. De djeroek poeroet en asemwater toevoegen en net zo lang laten koken, tot de olie bovenop komt drijven en al het vocht verdampt is.
Grondrecept met gekookte lever.
Grondrecept met gedroogde garnalen (ebbi) en 4 kemiries.
[63]
Grondrecept met 10 ontpitte en fijngesneden lomboks en 1 theelepel suiker.
Grondrecept met 1 theelepel djahé, 2 eetlepels fijngesneden selderie en fijngesneden (kleine blokjes, reepjes) tahoe.
Grondrecept met reepjes aardappel. De reepjes worden rauw gesneden en daarna meegebakken.
Grondrecept met reepjes (blokjes) tempeh.
Grondrecept met reepjes omelet.
Grondrecept zonder santen met wat Javaanse suiker (goela djawa) en 4 stukjes goed geklopte en uitgerafelde dengdeng (gedroogd rundvlees). De dengdeng met de kruiden opbraden.
250 gram fijngesneden kool
3 eetlepels gesneden uien
1 teen knoflook, fijngesneden
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel trassi
1 theelepel laos
1 theelepel Javaanse suiker
1 spriet sereh
1 salamblaadje
⅛ blok santen
2 eetlepels olie
wat zout
Was de fijngesneden kool. Wrijf ui, knoflook, sambal, trassi, laos met de suikeren wat zout tot een brij. Fruit dit alles in de olie tot de uien geel zijn. Voeg dan de kool toe en fruit die een paar minuten mee tot ze slap is. Doe vervolgens de santen, sereh en de salam erbij en als de massa erg droog wordt, een scheutje water toevoegen. Laat het gerecht stoven tot de olie uit de santen komt, ca. 5-6 min. De kool mag niet helemaal gaar worden. Verwijder de salam en sereh voor het opdienen.
Magnetron:
Verwarm de olie in een magnetronschaal van ten minste 1liter inhoud onafgedekt ca. 2 min. op 100%. Voeg de fijngewreven massa toe en verwarm deze onafgedekt 2 a 3 min. op 100%. Doe de santen, sereh, salam en eventueel wat water bij en verwarm alles onafgedekt 3 a 4 min. op 100%. Roer tussendoor eenmaal door.
½ witte kool fijngesneden
2 grote uien, fijngesneden
1 stukje trassi
1 theelepel laos
2 theelepels sambal oelek
2 theelepels bruine basterdsuiker
1 teen knoflook, fijngehakt
3 eetlepels olie
Fruit de uien, trassi, sambal, laos, knoflook en bruine suiker in hete olie tot dat de uien bruin zijn. Voeg dan een kopje water of melk toe. Laat hierin de kool rustig gaar worden. Zout, peper en nootmuskaat naar eigen smaak toevoegen. In plaats van witte kool kan men ook spitskool, savooienkool of Chinesekool gebruiken. [64]
Magnetron:
Zie voor de bereiding sambal goreng kool. Houd de kortste bereidingstijden aan.
1 kool fijngesneden
100 gram garnalen
200 gram vleespoelet
1 grote ui fijngesneden
1 teen knoflook, fijngehakt
2 blaadjes salam
1 theelepel laos
1 theelepel djahé
1½ theelepel sambal oelek
2 goudbouillonblokjes
4 kemiries fijngestampt
1 theelepel suiker
½ theelepel koenjit
1½ kopje water
6 eetlepels olie
Trek bouillon van de poelet. Fruit in de olie dan de poelet, ui, knoflook, sambal, laos, djah), kemirie en salam. Voeg de bouillon en blokjes toe. Daarna water, suiker, koenjit en kool toevoegen. Hierbij kan men nog 4 hard gekookte eieren in stukjes en wat paprikapoeder bij doen. De kool niet helemaal gaar laten worden (moet knappend blijven).
250 gram kool in reepjes
2 uien, fijngesneden
6 tenen knoflook fijngehakt
2 eetlepels sambal oelek
4 cm sereh
1 schijfje laos
1 theelepel zout
2 kopjes santen
olie
Zowel uien als knoflook worden fijngesneden en met de sambal en de kruiden aangefruit. De in kleine reepjes gesneden kool wordt nu toegevoegd en meegebakken tot ze halfgaar is. Dan de santen toevoegen en het geheel met de deksel op de pan laten gaar stoven. Om het gerecht te verfijnen kan men enkele verse garnalen en wat citroensap erdoor mengen.
Magnetron:
Zie voor de bereiding sambal goreng kool. Houd de kortste bereidingstijden aan.
500 gram spitskool
1 grote ui, fijngesneden
1 teen knoflook, fijngehakt
1 blaadje salam
1 theelepel laos
1 stukje trassi
1 theelepel sambal oelek
zout en peper
nootmuskaat
Fruit in wat olie de fijngesneden ui en knoflook, de trassi, sambal, laos en het blaadje salam. Zijn de uien bruin, voeg dan de kool toe. Goed doorroeren, de kool mag niet te gaar worden. Als laatste roert men er 2 geklutste eieren doorheen totdat deze kruimelig zijn. Zout, peper en nootmuskaat naar eigen smaak toevoegen.
150 gram gehakt (hoh)
1 blikje maïs
½ spitskool
2 uien, fijngesneden
2 tenen knoflook, fijngehakt
1 theelepel djinten
4 rode/groene lomboks fijngesneden
1 stukje trassi
zout, peper en ve-tsin
Fruit in wat olie de trassi, knoflook en uien totdat de uien bruin zijn. Doe er dan het gehakt bij. Het gehakt moet bruin en rullig zijn. Dan de lombok (of paprika) erbij en het geheel afkruiden. Daarna de kool en maïs toevoegen en goed door elkaar mengen. De maïs moet van tevoren wel eerst uitlekken. Nog ca. 10-15 min. op een klein vuur laten doorsudderen. Serveer bij witte rijst. [65]
250 gram kool
3 schijven ananas
2 eetlepels olie
1 ui, gesnipperd
1 teen knoflook, fijngehakt
2 theelepels sambal oelek
2 eetlepels klapper
1 theelepel Javaanse kerrie
1 theelepel Javaanse suiker
2 eetlepels citroensap
Laat de ananas uitlekken. Snijd de kool in smalle reepjes en de ananas in stukjes. Fruit in de olie de ui goudgeel. Voeg de knoflook toe. Schep alles enkele malen om en doe er dan de sambal, kerrie en ananas bij. Strooi er de kokos (klapper) overheen en schep alles weer enige malen om. Dan 5 eetlepels water toevoegen en de suiker en citroensap erbij doen. Breng alles onder voortdurend omscheppen aan de kook. Laat dan alles zachtjes doorkoken tot vrijwel al het vocht is verdwenen. Voeg dan de kool toe en laat alles onder voortdurend omscheppen ca. 5 min. zachtjes bakken. Daarna opdienen in voorverwarmde schaal.
500 gram sperzieboontjes
2 grote uien fijngesneden
1 teen knoflook, fijngehakt
1 stukje trassi
2 theelepels sambal oelek
1 theelepel laos
2 theelepels bruine basterdsuiker
zout, peper en nootmuskaat
Fruit in olie de uien, knoflook, sambal, trassi en de bruine suiker. Voeg zout, peper en nootmuskaat naar eigen smaak toe. De bonen niet helemaal gaar laten koken. Als de uien bruin zijn, de bonen toevoegen. Daarna een kopje melk of ⅛ blok santen erbij. Op een klein vuur ca. 30 min. laten doorsudderen. Bij de boontjes kan ook wat gehakt, nasivlees of stukjes dungesneden spek
toegevoegd worden.
Magnetron:
Zie voor de bereiding sambal goreng kool.
500 gram boontjes
500 gram varkenspoelet
1 ui fijngesneden
1 teen knoflook, fijngehakt
1 theelepel laos
6 eetlepels olie
2 goudbouillonblokjes
½ kopje melk (¼ blok santen)
Was en breek de boontjes. Kook de poelet gaar en bewaar de bouillon. Fruit in de olie de fijngesneden ui, knoflook en laos. Voeg de poelet toe en laat die ca. 5min. mee fruiten. Hierna gaan de bouillonblokjes, de bouillon, het vlees en boontjes erbij. Tenslotte de melk of santen toevoegen en alles op een zacht vuur gaar sudderen. Deksel niet op de pan, anders gaat de melk of santen schiften.
2 uien
2 tenen knoflook
4 kemirienoten
1 plakje laoswortel
400 gram sperziebonen
2 eetlepels olie
½ eetlepel asem
2 theelepels sambal oelek
3 gepelde tomaten
1 spriet sereh (5 cm)
2 blaadjes salam
½ liter santen
1 stukje trassi
½ schijf Javaanse suiker
zout
Maak de uien, knoflook, kemiries en laos fijn in een keukenmachine. De boontjes wassen, in schuine stukken snijden en 2 min. in kokend water blancheren. Afgieten en uit laten lekken. In een braadpan olie verhitten en het uikruidenmengsel 2 min. zachtjes fruiten. Dan de sambal, asem, tomaat, sereh en salam toevoegen. 15 min. laten bakken totdat het vocht verdampt is. Dan de santen, trassi, suiker [66] en zout erbij doen. Aan de kook brengen en zonder deksel laten inkoken tot de helft. Boontjes toevoegen en in 5 min. gaarkoken. Laten afkoelen. Opdienen: boontjes in 5 min. heet laten worden, sereh en salam verwijderen en overdoen op een schaal. Op een rechaud warm houden.
100 gram noorse garnalen
1 blikje bamboespruiten
200 gram gebroken sperziebonen
2 schijfjes verse laos
2 blaadjes salam
2 theelepels sambal oelek
1 stukje trassi (theelepel)
1 middelgrote ui
1 teen knoflook
2 kopjes santen
asemwater
olie
zout, ve-tsin
bruine basterdsuiker
Snipper de ui en de knoflook. Wrijf de snippers met de trassi en de sambal fijn. Fruit dit in een beetje olie samen met de salam en laos. Voeg dan de santen toe en kook dit tot een dikke saus ontstaat. Breng deze op smaak met zout, ve-tsin, asemwater en eventueel wat bruine basterdsuiker. Voeg de sperziebonen, bamboespruiten en garnalen toe. Laat het geheel door en door warm worden.
100 gram gehakt
100 gram gepelde garnalen
250 gram verse snijbonen
3 kemiries
1 grote ui fijngesneden
1 teen knoflook, fijngehakt
1 theelepel laos
1 theelepel sambal oelek
1 kopje santen (melk)
1 stukje trassi
1 theelepel ketoembar
zout, peper en nootmuskaat
Fruit in wat olie de fijngesneden ui en knoflook, de trassi en fijngestampte kemirie totdat de uien bruin zijn. Voeg dan het gehakt toe en roer regelmatig om tot het gehakt korrelig en bruin is. Doe de garnalen erbij, maak naar smaak af met de overige kruiden. Als laatste op een klein vuur de snijbonen en de santen(melk) erbij. Laat de snijbonen niet helemaal gaar worden vooral als men bliksnijbonen gebruikt.
5 grote uien fijngesneden
2 tenen knoflook, fijngehakt
2 theelepels sambal
½ eetlepel bruine basterdsuiker
1 stukje trassi
zout, peper en nootmuskaat
Fruit in wat olie de trassi, fijngesneden uien en knoflook en voeg de rest naar smaak toe. Laat de uien goed bruin worden. In plaats van sambal kan men ook fijngesneden paprika of een paar verse fijngesneden lomboks gebruiken.
500 gram prei
1 grote ui, fijngesneden
2 tenen knoflook, fijngehakt
1 kopje santen
1 eetlepel azijn
½ eetlepel sambal oelek
5 kleine kemiries
1 theelepel laos
zout, nootmuskaat
olie
Fruit in wat olie de fijngesneden knoflook en ui, de fijngestampte kemirie, laos en sambal. Als de uien bruin zijn de fijngesneden schone prei en de santen erbij. Laat op een klein vuur gaar stoven totdat het meeste vocht is ingedikt. Maak af met zout en nootmuskaat. Serveer bij witte rijst met een vleesgerecht. Bij het fruiten kan men ook 100 gram gehakt mee laten bruinen.
Magnetron:
Zie voor de bereiding sambal goreng kool. Houd de kortste bereidingstijden aan. [67]
1 kg verse spinazie
2 uien, fijngesneden
1 teen knoflook, fijngehakt
1 stukje trassi
200 gram gehakt
1 rode of groene paprika
1 tomaat
zout en peper
De spinazie goed wassen en heel laten. Uien, knoflook en paprika fijnsnijden. De tomaat in stukken. Fruit in wat olie de trassi, uien, knoflook en paprika voor ca. 1 min. Doe er dan het gehakt bij totdat dit bruin en korrelig is. Zet het vuur laag en doe er de spinazie bij. Nog ca. 5 min. laten doorbakken. Intussen wel afkruiden en de tomaat meesmoren.
250 gram peultjes
3 eetlepels uien, gesneden
1 teen knoflook, fijngesneden
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel trassi
1 theelepel laos
1 theelepel Javaanse suiker
1 spriet sereh
1 salamblaadje
⅛ blok santen
2 eetlepels olie
wat zout
Haal de peultjes af en was ze. Laat de peultjes heel; een enkele grote kan schuin doorgesneden worden. Maak deze sambal goreng als sambal goreng kool. De peultjes moeten knapperig blijven. Magnetron: Zie voor de bereiding sambal goreng kool.
250 gram tomaat
3 eetlepels gesneden uien
1 teen knoflook fijngesneden
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel trassi
1 theelepel laos
2 theelepel Javaanse suiker
1 spriet sereh
1 salamblaadje
⅛ blok santen
2 eetlepels olie
wat zout
Was de tomaten en snijd ze in vieren of zessen. Maak deze sambal goreng als de sambal goreng kool. Let er op dat er iets meer suiker in dit recept is aangegeven. Kook ze zo kort mogelijk; de tomaten mogen niet tot moes koken.Magnetron: Zie voor de bereiding sambal goreng kool. Houd de kortste bereidingstijden aan.
250 gram gekookte bruine bonen
3 eetlepels uien, gesneden
1 teen knoflook, fijngesneden
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel trassi
1 theelepel laos
1 theelepel javaanse suiker
1 spriet sereh
1 salamblaadje
⅛ blok santen
2 eetlepels olie
wat zout
Wrijf ui, knoflook, sambal, laos, suiker en zout met elkaar tot een brij. Fruit dit alles in de olie tot de uien geel zijn. Voeg er 4 lepels kookwater van de bonen aan toe en de santen, sereh en de salam en stoof dit tot de olie uit de santen boven komt drijven. Verwijder de salam en sereh voor het opdienen.
Magnetron:
Verwarm de olie in een magnetronschaal van tenminste 1 liter inhoud onafgedekt ca. 2 min. op 100%. Voeg de fijngewreven massa erbij en verwarm deze onafgedekt 2-3 min. op 100%. Roer het [68] kookwater, bonen, santen, sereh en salam erdoor en verwarm alles onafgedekt 3-4 min. op 100%. Een deel van de bonen kookt kapot.
250 gram gekookte witte bonen
3 eetlepels uien, gesneden
1 teen knoflook, fijngesneden
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel trassi
1 theelepel laos
1 theelepel javaanse suiker
1 spriet sereh
1 salamblaadje
⅛ blok santen
2 eetlepels olie
wat zout
Bereid dit recept op de manier van sambal goreng bruine bonen. Voeg er echter 2 theelepels
tomatenpuree aan toe.
Magnetron:
Zie voor de bereiding sambal goreng bruine bonen.
250 gram paprika groen en rood
3 eetlepels uien, gesneden
1 teen knoflook, fijngesneden
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel trassi
1 theelepel laos
1 theelepel javaanse suiker
1 spriet sereh
1 salamblaadje
⅛ blok santen
2 eetlepels olie
wat zout
Was de paprika's, snijd ze doormidden en verwijder vliezen en pitten. Snijd ze dan in niet te smalle repen. Maak deze sambal goreng als sambal goreng kool. Hij mag niet gaar worden.
Magnetron:
Zie voor de bereiding sambal goreng kool.
250 gram vlees (elke soort)
3 eetlepels uien, gesneden
1 teen knoflook, fijngesneden
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel trassi
1 theelepel laos
1 theelepel Javaanse suiker
1 spriet sereh
1 salamblaadje
⅛ blok santen
4 eetlepels olie
wat zout
1 dl asemwater
2 djeroek poeroetblaadjes
Snijd het vlees in blokjes van 2 cm. Bak het op in hete olie. Wrijf intussen uien, knoflook, sambal, trassi, laos, suiker en zout tot een brij. Voeg als het vlees ca. 5 min. gebakken heeft, deze kruiden bij het vlees en braad ze mee. Doe er dan het asemwater, santen, sereh, djeroek poeroet en salam bij. Laat alles samen stoven tot het vlees gaar is.
Magnetron:
Voor deze sambal geen rundvlees gebruiken. Bij voorkeur kippenvlees. Verwarm de olie in een magnetronschaal van tenminste 1 liter inhoud onafgedekt ca. 3 min. op 100%. Roer de blokjes vlees erdoor en verwarm onafgedekt 2-3 min. op 100%. Voeg de fijngewreven massa toe en verwarm alles onafgedekt 2-3 min. op 100%. Roer de rest van de ingrediënten erdoor en laat alles onafgedekt in 6- 10 min. op 50% gaar worden.
250 gram lever (elke soort)
3 eetlepels uien, gesneden
1 teen knoflook, fijngesneden
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel trassi
1 theelepel laos
[69] 1 theelepel javaanse suiker
1 spriet sereh
1 salamblaadje
⅛ blok santen
4 eetlepels olie
wat zout
1 dl asemwater
Snijd de lever in blokjes van 2 cm. Bak het op in hete olie. Wrijf intussen uien, knoflook, sambal, trassi, laos, suiker en zout tot een brij. Voeg als de lever ca. 5 min. gebakken heeft, deze kruiden bij de lever en braad ze mee. Doe er dan het asemwater, santen, sereh, djeroek poeroet en salam bij. Laat alles samen 5 à 6 min. zachtjes stoven (niet te lang anders wordt de lever hard).
Magnetron:
Voor deze sambal geen runderlever gebruiken. Verwarm de olie in een magnetronschaal van tenminste 1 liter inhoud onafgedekt ca. 3 min. op 100%. Roer de blokjes lever erdoor en verwarm onafgedekt 2 à 3 min. op 100%. Voeg de fijngewreven massa toe en verwarm alles onafgedekt 2 à 3 min. op 100%. Roer de rest van de ingrediënten erdoor en laat alles onafgedekt in 6 à 10 min. op 50% gaar worden.
500 gram varkensvlees
2 eetlepels ketjap manis
2 uien fijngesneden
2 tenen knoflook, fijngehakt
1 stukje trassi
1 eetlepel sambal oelek
2 theelepels djahé
zout, peper en nootmuskaat
Wrijf het gesneden varkensvlees in met zout, peper, nootmuskaat en de ketjap. Laat dit even intrekken. Fruit dan in olie de trassi, uien, knoflook, sambal en djahé. Doe er dan de stukjes vlees in en laat het goed bruin worden. 1 Kopje water toevoegen en alles ca. 30 min. laten sudderen zodat er een ingedikte massa overblijft.
400 gram varkensvlees
2 grote uien, fijngesneden
1 teen knoflook, fijngehakt
1 eetlepel sambal oelek
1 theelepel djahé
2 sprieten sereh
3 blaadjes djeroek poeroet
3 blaadjes salam
2 grote tomaten in blokjes
zout, citroensap
Fruit in olie de uien, knoflook, sambal, djahé, sereh, djeroek poeroet en salam blaadjes. Dan de blokjes vlees, tomaten en het citroensap (1 eetlepel azijn) erbij doen. Het geheel goed mengen, deksel erop en verder gaar laten smoren totdat het vlees zacht is. Af en toe omscheppen.
Dit gerecht wordt met dezelfde ingrediënten als bij het recept "SAMBAL GORENG ATI AJAM" bereid. Alleen wordt er een afgestreken eetlepel bruine basterdsuiker aan toegevoegd voordat het geheel moet sudderen.
500 gram gefileerde kabeljauw
3 eetlepels uien, gesneden
1 teen knoflook, gesneden
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel trassi
1 theelepel laos
½ theelepel koenjit
3 gepofte kemiries
1 spriet sereh
asem (walnootgrootte)
1 dl olie
zout
Was de kabeljauw, wrijf ze in met zout en laat dit enige tijd intrekken. Droog de filets daarna af en snijd ze in 8 grove stukken. Maak de olie heet en bak devis goudbruin en laat de stukken vis uitlekken. Wrijf uien, knoflook, sambal,trassi, laos, koenjit en kemirie tot een brij. Zeef de olie en gebruik 2 [70] eetlepels om de kruidenbrij in te fruiten. Doe dan de vis hierin weer terug. Week de asem in dl water en maak hiermee het gerecht af. Vis om en om scheppen voor het serveren.
Magnetron:
Voor de bereiding in de magnetron wordt de vis niet gezouten en niet gebakken. Verwarm 2 eetlepels olie in een magnetronschaal van tenminste 2 liter inhoud onafgedekt ca. 2 min. op 100%. Roer de fijngewreven massa erdoor en verwarm onafgedekt 2 à 3 min. op 100%. Schep de stukken vis erdoor en verwarm deze afgedekt 4 à 5 min. op 100%. Voeg het asemwater toe en verwarm de schotel nog afgedekt 1 à 2 min. op 100%.
50 gram gekookte garnalen
3 eetlepels uien, gesneden
2 tenen knoflook, gesneden
20 groene lomboks
1 theelepel djahé
2 eetlepels zoute ketjap
4 eetlepels olie
citroensap
Was de lomboks, verwijder pitjes en snijd ze in stukjes van 1 cm. Fruit ui met knoflook, lomboks en djahé. Bak de garnalen 1 min. mee in de olie tot de uiengeel zijn geworden. Maak af met ketjap en citroensap. Gebruik vooral geen zout want gekookte garnalen kunnen al erg zout zijn.
Magnetron:
Verwarm de olie in een magnetronschaal van tenminste 1 liter inhoud onafgedekt ca. 3 min. op 100%. Roer de ui met de knoflook, lomboks en djahé erdoor en verwarm onafgedekt 3 a 4 min. op 100%. Voeg garnalen toe en breng op smaak met ketjap en citroensap.
500 gram rundergehakt
1 grote aardappel in blokjes
50 gram peultjes in stukjes van 1 cm
3 eetlepels ui, gesneden
2 tenen knoflook, gesneden
1 theelepel sambal oelek
1 ei
1 theelepel laos
1 salamblaadje
1 theelepel javaanse suiker
asem (walnootgrootte)
⅛ blok santen
4 eetlepels olie
zout
Zout het gehakt, maak het aan met het ei en draai balletjes. Wrijf ui, knoflook,sambal, laos en suiker tot een brij. Maak van de asem met 1 dl water asemwater. Fruit het kruidenmengsel in de olie tot de uien geel zijn. Voeg hier de balletjes aan toe en schep ze voorzichtig om en om. Als de balletjes half gaar zijn, doe er dan de blokjes aardappel en peultjes bij en laat die enkele minuten meebakken. Voeg dan het asemwater toe, de santen en salam. Laat alles nog even doorstoven.
Magnetron:
Verwarm de olie in een magnetronschaal van tenminste 2 liter inhoud onafgedekt ca. 3 min. op 100%. Roer de fijngewreven massa erdoor en smoor onafgedekt 2 a 3min. op 100%. Schep de balletjes erdoor en verwarm deze onafgedekt 2 min. à 3 min. op 100%. Doe de blokjes aardappel en peultjes erbij en verwarm onafgedekt 2 a 3min. op 100%. Roer tenslotte het asemwater, de santen en salam erdoor en verwarm alles afgedekt in 8 a 10 min. op 50%.
1 aubergine in blokjes
1 ui, fijngesneden
1 teen knoflook, fijngehakt
1 stukje trassi
2 rode lomboks fijngesneden
1 stukje prei 10 cm
wat selderie fijngesneden
Fruit in wat olie de ui, knoflook, trassi, lombok (of paprika), fijngesneden prei en selderie. Bak de aubergine mee als de uien bruin zijn. Afmaken met zout, peper en nootmuskaat.
Fruit in wat olie de ui, knoflook, trassi, sambal, laos en bruine suiker. Als de uien bruin zijn, de chips erbij. Roer alles goed door elkaar. Voeg als laatste wat ketjap toe. Niet teveel, daar de chips niet zacht mogen worden.
4 zakjes snackfrietjes
3 tenen knoflook, fijngehakt
1 ui, fijngesneden
½ theelepel trassi
3 theelepels sambal oelek
½ theelepel laos
3 blaadjes salam
1 eetlepel ketjap manis
2 eetlepels asem
2 eetlepels olie
1 kopje asemwater
Knoflook en ui fruiten in de olie. Hierna alle ingrediënten met het asemwater (gemaakt van 1 theelepel asem, 3 min. laten weken, asem uitknijpen en weggooien) toevoegen en koken tot het geheel een dikke massa (stroop) is. Tot slot de frietjes erdoorheen halen.
500 gram kippenmaagjes
2 uien fijngesneden
2 tenen knoflook, fijngehakt
1 stukje trassi
2 blaadjes salam
1 theelepel laos
2 tomaten in stukken
1 eetlepel sambal oelek
nootmuskaat
zout en peper
Was de maagjes en kook ze zacht met zout, peper, laos, en blaadjes salam. Giet ze af en uit laten lekken in een vergiet. Bewaar de bouillon. Fruit in wat olie de uien, knoflook, trassi, sambal en de tomaat. Doe de maagjes erbij en maak af met wat nootmuskaat. Laat alles ca. 10 min. op een klein vuur sudderen onder toevoeging van wat bouillon. Indien ze droog gebakken worden, dus zonder bouillon, zijn ze ook lekker te eten, vooral bij de borrel.
250 gram kippenlevertjes
2 uien fijngesneden
2 tenen knoflook, fijngehakt
1 stukje trassi
1 theelepel laos
1 blaadje salam
1 eetlepel sambal oelek
zout, peper en nootmuskaat
Fruit in wat olie de uien, knoflook, trassi en sambal. Doe de levertjes erbij en maak af met zout, peper, laos , nootmuskaat en het blaadje salam. Laat het geheel ca. 15 min. op een klein vuur gaar sudderen tot een dikke saus.
1 blikje maïs
200 gram gehakt, h.o.h.
3 rode paprika's in blokjes
1 ui fijngesneden
1 teen knoflook, fijngehakt
1 stukje trassi
zout en peper
nootmuskaat
Het blikje maïs laten uitlekken. Fruit in wat olie de uien, trassi, knoflook en de paprika (i.p.v. 3 rode kan ook 2 rode en 1 groene of 2 groene en 1 rode) tot dat de uien bruin zijn. Doe er het gehakt bij en maak af met de kruiden. Het gehakt moet rullig zijn voordat de maïs er als laatste bij gaat. Serveer dit gerecht bij warme witte rijst. [72]
250 gram varkensvlees
3 eetlepels taotjo
3 lomboks fijngesneden
1 rode paprika in blokjes
1 ui fijngesneden
2 tenen knoflook, fijngehakt
1 theelepel laos
1 stukje trassi
1 stukje asem
½ eetlepel bruine basterdsuiker
zout, nootmuskaat
ketjap manis
Fruit in wat olie de ui, knoflook, trassi, lombok (of paprika) en de asem. Is de ui bruin, dan het vlees erbij en krokant laten worden. Hierna wat ketjap, de taotjo en suiker toevoegen. Nu ca. 10 min. laten sudderen en afkruiden met zout en nootmuskaat. Het geheel mag niet te droog worden. Voorkom dit door een weinig water toe te voegen. Niet te groot vuur gebruiken. Opdienen bij witte rijst.
1 kip à 1000 gram
1 grote ui, fijngesneden
2 tenen knoflook, fijngehakt
1 stukje trassi
5 kemiries fijngestampt
1 theelepel laos
1 eetlepel sambal oelek
1 eetlepel bruine basterdsuiker
1 blaadje salam
zout, peper en nootmuskaat
Snij de kip in stukken en wrijf de stukken kip in met zout, peper en nootmuskaat. Laat dit 30 min. intrekken. Meng intussen de ui, knoflook, trassi, sambal en kemirie goed door elkaar. Ook de suiker naar eigen smaak (hoe meer sambal, des te meer suiker, maar niet te zoet). Bak de stukken kip in de olie knappend bruin en gaar. Daarna laten uitlekken. In de overgebleven bakolie wordt het mengsel gedaan met de laos en salam. Zijn de uien bruin, dan de kip er weer bij laat dit 15 min. op een klein vuur intrekken. De kip moet goed droog zijn, dus gebruik niet teveel olie. Opdienen met witte rijst. Ook heerlijk uit het vuistje bij de borrel.
1 zak verse mosselen (2 kg)
2 grote uien fijngesneden
1 ui in ringen gesneden
1 stuk prei in ringen
1 bosje schone selderie
2 tenen knoflook fijngehakt
1 theelepel laos
2 theelepels sambal oelek
1 grote tomaat in stukjes
zout, peper en nootmuskaat
Was de mosselen in ruim water. Kook ze daarna in een weinig water met de uiringen, prei en de selderie. Als de mosselen gaar zijn worden ze uit de schelp gehaald. Laat ze daarna uitlekken. Fruit in wat olie de andere ui, knoflook en stukjes tomaat. Doe er sambal bij naar smaak. Nu de mosselen weer toevoegen en afkruiden. Serveer er witte rijst bij. Ook bij de borrel niet te versmaden.
500 gram gek. aardappelen
2 uien in ringen
1 teen knoflook fijngehakt
1 stukje trassi
100 gram gehakt (hoh)
2 rode lomboks in ringen
zout en peper
Fruit in wat olie de knoflook, uiringen, trassi en de lombok. Doe er dan het gehakt en de stukjes aardappel bij. Het gehakt moet rullig en bruin zijn en de aardappelen goed gebakken. Hierbij stukjes komkommer of zure augurk geven. Geen mayonaise of appelmoes.
500 gram varkensniertjes
1 eetlepel sambal oelek
2 grote uien fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
1 handvol fijngehakte prei
1 stukje trassi
1 eetlepel ketjap
zout, peper en nootmuskaat
[73] Was de niertjes goed schoon en met wat zout gaarkoken. De niertjes uit laten lekken en in schijfjes snijden. Fruit in wat olie de trassi, ui en knoflook tot dat de ui bruin is. Dan de sambal, prei, niertjes met de kruiden en ketjap toevoegen. Op een klein vuur 1 kopje water erbij en ca. 10 min. laten doorsudderen. Serveer bij witte rijst met een groente- of kipgerecht.
1 rook of braadworst plakken
1 grote ui in ringen
1 teen knoflook fijngehakt
1 groene paprika
4 kleine tomaten
1 stukje trassi
100 gram taugé
zout, peper en nootmuskaat
Fruit in wat olie de trassi, ui, knoflook totdat de ui bruin is. Doe er dan de worst, tomaat en reepjes paprika bij en laat de worst goed bruin worden. Doe er als laatste de schoongemaakte taugé bij en eet dit bij witte rijst. Geef er een sajoer, atjar, zoute vis (ikan teri) en kroepoek bij.
500 gram runderlever
1 grote ui fijngesneden
3 tenen knoflook fijngehakt
1 spriet sereh
1 theelepel laos
3 kemiries fijngestampt
½ theelepel bruine basterdsuiker
1 kopje santen
2 rode lomboks fijngesneden
½ kopje asemwater
zout
1 stukje trassi
Fruit in wat olie de knoflook, trassi, ui, lombok, kemiries, laos, suiker en de sereh. Doe er dan de blokjes lever bij en bak deze goed aan. Dan het asemwater en als laatste de santen. Laat op een klein vuur indikken. Serveer bij witte rijst.
500 gram varkensvlees
1 grote ui fijngesneden
3 tenen knoflook fijngehakt
1 theelepel laos
2 rode lomboks fijngesneden
1 stukje trassi
½ kopje asemwater
2 lepels mieso
2 blaadjes djeroek poeroet
2 blaadjes salam
1 kopje santen
zout
Snij het vlees in blokjes en kook het vlees met een beetje water halfgaar. Fruit in wat olie de trassi, ui, lombok en de kruiden. Doe er dan het vlees, het asemwater en de mieso (chinese vermicelli) bij. Laat dit lekker smoren. Dan de santen en wat vleesbouillon erbij. Nu op een klein vuur het vlees gaar laten worden. Serveer bij witte rijst.
500 gram varkensvlees
1 grote ui fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
1 stukje trassi
1 kopje prei fijngesneden
3 rode lomboks fijngesneden
½ theelepel bruine basterdsuiker
3 eetlepels asemwater
Snij het vlees in blokjes en kook het vlees met een beetje water half gaar. Fruit in wat olie de trassi, knoflook, ui, lombok en kruid af. Doe er dan de stukjes vlees, asemwater en de prei bij. Laat dit met wat bouillon doorkoken tot alles bijna droog is. Serveer bij witte rijst.
1 kip à 1200 gram
750 gram varkensvlees
5 rode lomboks fijngesneden
1 grote ui fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
2 eetlepels asemwater
[74] 2 eetlepels trassiwater
1 eetlepel bruine basterdsuiker
½ kopje azijn
zout
Wrijf de kip of vlees (in stukken) met zout in en in olie bakken. De kruiden mengen met het vleesvocht en over de kip of vlees gieten. Samen laten doorkoken totdat het ingedikt is. Daarna de suiker en azijn er door heen roeren. Serveer bij witte rijst.
100 gram gedroogde ikan teri
1 grote ui fijngesneden
2 rode lomboks heel fijngesneden
1 eetlepel citroensap
2 kopjes santen
1 stukje trassi
2 tenen knoflook fijngehakt
Fruit in wat olie de trassi, lombok, ui en knoflook totdat de ui bruin is. Voeg dan de teri toe en goed gaar laten bakken. Als de teri droog gebakken is, dan het citroensap erbij. Als laatste de santen erbij en op een klein vuur door laten koken tot het water verdampt is. Eet dit bij witte rijst, nasi goreng of bami goreng.
300 gram ikan teri
1 ui fijngesneden
1 lombok
½ blok santen
1 eetlepel asemwater
1 eetlepel citroensap
1 eetlepel olie
Maak de ui en lombok fijn en bak ze in de olie. Voeg de ikan teri toe en laat dit doorbraden terwijl men goed roert. Doe er asem en citroensap bij en laat het geheel droogbakken. De santen toevoegen en nogmaals doorbakken tot de olie bovenkomt drijven.
500 gram broccoli
2-3 sjalotjes fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
2-3 eieren opgeklopt
1 eetlepel ketjap manis
peper en zout
citroensap
suiker
De broccoli in stukken snijden, (de bloemen zo groot als een rijksdaalder en met de steeltjes eraan) de dikke steel ook in stukken snijden en het geheel met een beetje zout en wat water halfgaar koken en daarna goed uit laten lekken. Fruit dan in wat olie de knoflook en uitjes heel licht, dan de broccoli erbij en meelaten bakken totdat het gaat bruinen. Dan de geklopte eieren en de rest van de ingrediënten erbij doen. Het geheel goed mengen. Wel zorgen dat het niet aanbrandt, het vuur op klein zetten en verder mengen totdat het geheel gaar is.
150 gram garnalen
5 uien gesnipperd
2 tenen knoflook fijngehakt
2 theelepels laos
½ theelepel trassi
½ kopje santen
asemwater
zout
De garnalen worden gepeld en met zout ingewreven. Fruit in wat olie de fijn gewreven uien, knoflook, laos en trassi. Doe er daarna de garnalen, asemwater en santen bij. Laat de massa doorkoken tot de saus dik wordt en de olie eruit komt. Voor de smaak kan men er een blaadje djeroek poeroet bij doen.
Magnetron:
Verwarm de olie in een magnetronschaal van tenminste 1 liter inhoud onafgedekt ca. 3 min. op 100%. Roer de fijngewreven massa erdoor en verwarm onafgedekt 2-3 min. op 100%. Voeg de garnalen toe en verwarm alles onafgedekt 2 min. op 100%. Roer het asemwater en santen erdoor en laat alles afgedekt in 2-3 min. op 100% warm worden. [75]
150 gram garnalen
1 grote ui fijngesnipperd
1 teen knoflook fijngehakt
1 theelepel laos
1 theelepel sambal oelek
2 theelepels suiker
½ theelepel zout
2 kemiries
3 eetlepels olie
2 blaadjes salam
3 dl kokosmelk
Indien men verse kruiden gebruikt, deze eerst fijnstampen of malen en in de olie aanfruiten. Daarna voegt men de salam blaadjes, suiker en een lepel water toe. Het mengsel 5 a 10 min. laten doorkoken. Tenslotte de garnalen en kokosmelk toevoegen en onder voortdurend roeren laten inkoken tot een dikke saus is verkregen.
1 ui fijngesneden
5 tenen knoflook fijngehakt
200 gram gedroogde garnalen
2 blaadjes djeroek poeroet
2 lomboks fijngesneden
1 theelepel trassi
1 schijfje laos
½ spriet sereh
1 theelepel zout
1 theelepel suiker
1 eetlepel asemwater
1-2 kopjes santen
olie
Week of wel de garnalen. De uien, knoflook en lomboks fijnmaken en met de diverse kruiden, behalve de djeroek poeroet, in olie fruiten. Hierna worden djeroek poeroet en asemwater toegevoegd, waarna het gerecht even moet sudderen. Nu worden de garnalen en santen toegevoegd en zolang omgeroerd, totdat de garnalen gaar zijn en de sambal een rode kleur heeft aangenomen.
150 gram gepelde garnalen
2 tomaten in stukken
1 stukje prei fijngesneden
250 gram jonge peultjes
1 kopje santen (melk)
2 uien fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
1 stukje trassi
zout en peper
nootmuskaat
Spoel de garnalen en laat ze in een vergiet uitlekken. Ontdoe de peultjes van hun steeltjes en was ze. Fruit dan in wat olie de uien, knoflook, trassi en doe dan de tomaat, prei, peultjes en santen erbij. Laat dit op een klein vuur sudderen en roer alles goed door. Afmaken met de kruiden.
Men gebruikt dezelfde kruiden als bij het recept "sambal goreng oedang 2". Ook de bereidingswijze is dezelfde, alleen in plaats van de garnalen gebruikt men 150 gram fijngesneden groenten zoals: wortelen, bloemkool, boontjes, doperwten,andijvie, prei, selderie en champignons. De groenten worden in rauwe toestand mee gefruit.
300 gram aardappelen
1 ui fijngesnipperd
2 tenen knoflook fijngehakt
½ theelepel laos
½ theelepel ketoembar
1 eetlepel suiker
1 spriet sereh
1 theelepel sambal oelek
2 blaadjes salam
25 gram margarine
De aardappelen schillen, wassen en lucifervorming snijden en deze droog frituren. Margarine smelten en hierin de ui fruiten en de kruiden toevoegen met uitzondering van de suiker. Het geheel 5-10 min. laten doorsudderen. Daarna de suiker vermengen met het sausje. Voor het serveren de gefrituurde [76] aardappels toevoegen.
300 gram dengdeng
5 rode uien gesnipperd
3 witte uien gesnipperd
2 lomboks fijngesneden
2 schijfjes laos
¼ theelepel suiker
1 stukje trassi
asemwater, zout
De dengdeng in kleine korte reepjes snijden en in olie krokant bakken. De uien, lomboks en laos apart fruiten. Neem nu een schone wadjan en verhit 1 eetlepel olie en doe hierin de suiker, asemwater en trassi. Als het droog begint te worden, doet men de gebraden dengdeng en gefruite kruiden erbij. Wees voorzichtig, opdat het niet aanbrandt.
1 kip van 1 kilo
5 grote tomaten
5 uien fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
1 theelepel djahé
1 theelepel laos
1 spriet sereh
1 eetlepel sambal oelek
zout en citroensap
De kip in stukken snijden, goed wassen en uit laten lekken. De tomaten in stukken snijden, uien en knoflook heel fijn snijden. Fruit in wat olie de uien en knoflook heel licht. Dan de sambal, kruiden en tomaat erbij en laten doorfruiten. Daarna de stukken kip erbij en goed door elkaar mengen. De deksel op de pan en verder gaar stoven. Af en toe roeren om aankoeken te voorkomen. Is het vocht opgedroogd en de kip nog niet gaar dan wat water toevoegen en verder gaarstoven.
10 lomboks fijngesneden
1 ui fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
1 eetlepel asemwater
¼ blok santen
olie
Kruiden:
1 schijfje laos
1 theelepel suiker
1 theelepel trassi
1 theelepel zout
2 blaadjes djeroek poeroet
Snijd de lomboks fijn en ontpit ze. Fruit nu de ui met de knoflook, laos, zouten trassi. Daarna voegt men de lomboks en djeroek poeroet toe. Wanneer de lomboks halfgaar zijn wordt het asemwater erbij gedaan. Het geheel even laten doorbakken waarna de santen wordt toegevoegd. Alles laten koken tot de olie boven komt.
¼ blok tempeh
1 ui fijngesneden
2 tenen knoflook, fijngehakt
2 schijfjes djahé
1 jong uienblad
1 prei
1 eetlepel taugé
1 eetlepel taotjo
2 eetlepels ketjap
3 eieren
1 dl bouillon
zout en olie
Fruit de ui en djahé bruin en voeg de tempeh in blokjes toe. Daarna de gesneden groenten. Als de groenten bijna gaar zijn, roert men de taotjo en ketjap erdoor, de geklutste eieren en de bouillon als laatste. Zout naar smaak toevoegen en blijven roeren tot alles gaar is.
1 plak tempeh
2 uien fijngesneden
[77] 1 teen knoflook fijngehakt
3 theelepels laos
1 eetlepel ketjap manis
2 blaadjes salam
1 stukje trassi
zout en nootmuskaat
Snij de tempeh in reepjes van 4 cm lang en ½ cm dik. Bak de tempeh in olie goudbruin en laat het uitlekken. Fruit dan in wat olie de uien, knoflook, trassi. Doe er dan wat sambal, laos, zout en nootmuskaat bij. Zet het vuur laag en doe er de uitgelekte tempeh en salam bij. Roer alles goed door elkaar en vermeng nog met de ketjap. Af laten koelen en koud serveren.
½ plak tempeh
3 eetlepels gesneden ui
1 teen fijngesneden knoflook
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel trassi
1 theelepel laos
1 theelepel javaanse suiker
1 spriet sereh
1 salamblaadje
asem (2x walnoot)
⅛ blok santen
6 eetlepels olie
zout
Snijd de tempeh in dobbelstenen van 2 cm. Week de asem met het zout in 8 eetlepels water, zeef dit en laat de blokjes tempeh hierin ca. 15 min. marineren. Af en toe omscheppen. Wrijf uien, knoflook, sambal, trassi, laos en suiker tot een brij en fruit dit in de olie. Voeg de tempeh toe en bak die mee. Doe erdan de santen, sereh, salam en 8 eetlepels water bij. Stoof alles ca. 10 min.
Magnetron:
Marineer de tempeh zoals aangegeven. Verwarm de olie in een magnetronschaal van tenminste 1 liter inhoud onafgedekt ca. 3 min. op 100%. Roer de fijn gewreven massa erdoor en verwarm onafgedekt 2 a 3 min. op 100%. Voeg de blokjes tempeh toe en verwarm alles onafgedekt 1 a 2 min. op 100%. Roer de ingrediënten erbij en verwarm alles afgedekt in 4 a 6 min. op 50%.
100 gram dengdeng
1 rode ui fijngesneden
4 tenen knoflook fijngehakt
1 eetlepel sambal oelek
1 schijfje laos
1 eetlepel olie
1 theelepel trassi
1 eetlepel asemwater
1 stukje javaanse suiker
Fruit de ui met de laos en sambal. In een andere pan bakt men de dengdeng droog op. Trassi met water aanmaken en samen met het asemwater en Javaanse suiker bij de gefruite uien doen. Dan de dengdeng toevoegen en het geheel laten bakken tot de olie boven komt.
200 gram vlees of kip (gemalen)
50 gram snijbonen
2 lomboks fijngesneden
5 tenen knoflook fijngehakt
1 ui fijngesneden
1 schijfje laos
1 theelepel trassi
2 blaadjes djeroek poeroet
1 eetlepel asem
¼ blok santen
zout en olie
Braad de kruiden met het fijngemalen vlees en de boontjes. Het asemwater, santen en djeroek poeroet wat later toevoegen.
250 gram vlees
1 ui fijngesneden
5 tenen knoflook fijngehakt
1 eetlepel trassiwater
1 eetlepel asemwater
olie
[78] kruiden:
1 eetlepel sambal oelek
1 lombok fijngesneden
2 blaadjes djeroek poeroet
2 blaadjes salam
1 schijfje laos
1 theelepel trassi
1 theelepel zout
1 theelepel suiker
De fijngesneden ui en knoflook worden met alle kruiden, behalve de salam, djeroek poeroet en lombok, aangefruit in de olie. Vervolgens wordt het kleingesneden vlees toegevoegd en even meegebakken. Nu de salam, djeroek poeroet en grof gesneden lombok toevoegen. Tenslotte het trassi- en asemwater erbij. Het gerecht is klaar wanneer het een geelbruine kleur heeft en de olie eruit komt.
100 gram garnalen
2 eetlepels olie
½ blok santen
500 gram boontjes
4 groene lomboks
2 uien
100 gram petehbonen
Kruiden:
2 gesnipperde uien
2 tenen knoflook fijngehakt
4 rode gekookte lomboks
2 schijfjes laos
1 theelepel trassi
zout en suiker
Snijd de boontjes, groene lomboks, de twee uien en petehbonen heel fijn en wrijf de kruiden zo fijn mogelijk. Fruit de kruiden in 2 eetlepels olie, blus het af met zoveel water, dat de groenten erin gaar kunnen koken. Als de groenten gaar zijn, de santen en garnalen toevoegen en het gehele mengsel nog 5 min. laten doorkoken.
2 eetlepels witte kool
1 eetlepel kousenband
1 eetlepel petehbonen
200 gram gepelde garnalen
1 gesnipperde ui
4 tenen knoflook fijngehakt
1 schijfje laos
1 theelepel trassi
4 gepofte kemiries
2 eetlepels sambal oelek
½ eetlepel ketoembar
½ blok santen
1 citroenschil
zout en olie
Kook de groenten gaar en fruit de uien. Maak alle overige kruiden fijn. Voeg alle ingrediënten bij de groenten en laat het geheel koken tot het een dikke brij is geworden.
50 gram petis
1 dl santen
1 blaadje djeroek poeroet
1 eetlepel asemwater
Kruiden:
5 groene lomboks
2 schijfjes laos
½ theelepel trassi
4 gesnipperde uien
zout
Fruit de fijngemaakte kruiden in de olie. Voeg de santen, djeroek poeroet en petis toe en laat alles koken. Het gerecht mag niet te droog worden.
150 gram petis
3 rode uien fijngesneden
3 witte uien fijngesneden
3 eetlepels olie
1 dl santen
50 gram lombok rawit
[79] 1 theelepel koenjit
1 blaadje salam
Kruiden:
2 schijfjes laos
2 rode lomboks
2 groene lomboks
zout
Maak de onder kruiden vermelde ingrediënten heel fijn en fruit ze samen met de fijngesneden uien in de olie bruin. Doe hierbij de santen, salam, koenjit, lombok rawit en de met water aangelengde petis. Laat het geheel zolang koken, tot de olie boven komt drijven.
2 gestoomde makrelen
2 uien, fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
4 ontpitte rode lomboks
2 eetlepels olie
1 schijfje laos
½ theelepel trassi
¼ blok santen
2 dl water
zout
Verwijder de graten van de makrelen. Fruit de gesnipperde uien, knoflook, lomboks, trassi en laos in de olie. Blus dit af met het water en smelt hierin de santen. Roer alles zorgvuldig. Wanneer de santen is opgelost, de makrelen in de saus doen.
200 gram kousenband
2 tenen knoflook
2 rode uien fijngesneden
1 eetlepel sambal oelek
1 schijfje laos
1 theelepel trassi
santen, zout en olie
Stamp uien en kruiden fijn en fruit dit in olie. Kook de kousenband bijna gaar en snijd ze fijner en voeg ze toe aan de uien. Doe ook de santen hierbij en laat alles koken tot de olie boven komt drijven.
150 gram taugé
1 dikke plak ham (100 gram)
2 eetlepels olie
1 gesnipperde ui
1 teen knoflook fijngehakt
1½ theelepel sambal oelek
3 ontvelde tomaten
2 eetlepel kokos
1 theelepel laos
1 theelepel Javaanse suiker
2 eetlepels citroensap
Snij de tomaten in blokjes. Was de taugé enkele malen in ruim koud water en verwijder de velletjes. Daarna laten uitlekken. Snij de gekookte ham in smalle repen en daarna in minuscule blokjes. Verhit de olie en fruit de uien goudgeel. Voeg de knoflook toe. Schep alles enkele malen om en doe dan de sambal en blokjes tomaat erbij. Strooi de kokos er overheen en schep alles weer goed om. Voeg 3 eetlepels water toe en doe hierna de laos, suiker en citroensap erbij. Breng alles onder roeren en omscheppen aan de kook. Laat het koken totdat de blokjes tomaat uit elkaar vallen en het grootste deel van het vocht is ingedampt. Voeg dan de taugé en ham toe. Nog 2 min. alles omscheppen en dan opdienen op een voorverwarmde schaal.
½ blok tahoe
¼ blok santen
8 eetlepels olie
2 dl water
3 eetlepels uien
2 tenen knoflook
2 theelepels sambal oelek
5 gepofte kemiries
1 theelepel koenjit
1 theelepel djahé
2 theelepels Javaanse suiker
1 eetlepel ketjap manis
zout
[80]
Snij de tahoe in dobbelstenen en bak ze in de olie goudgeel. Uit laten lekken op keukenpapier. Wrijf uien, knoflook, sambal, kemirie, koenjit, djahé, suiker en wat zout tot een brij. Fruit deze brij in het restant olie. Voeg er het water,dan de santen en daarna de ketjap bij. Dan de uitgelekte tahoe toevoegen en opkoken tot de massa begint in te dikken.
1 gesnipperde ui
3 gesnipperde tenen knoflook
1 theelepel trassi
½ eetlepel sambal oelek
1 eetlepel ketjap
1 theelepel suiker
2 eetlepels azijn
zout
1 blik haring in tomatensaus
Fruit de ui, knoflook, trassi, sambal en ketjap in de hete olie. Daarna de haring en azijn toevoegen en goed door elkaar mengen. Zout naar smaak erbij doen en warm opdienen.
1 blok tahoe in blokjes van 1 cm
1 fijngesneden paprika
1 gesnipperde ui
2 gesnipperde tenen knoflook
1 theelepel trassi
1 theelepel laos
1 blaadje salam
50 gram gepelde garnalen
½ blik taotjo
1 theelepel suiker
Blokjes tahoe in de olie lichtbruin bakken en laten uitlekken. Taotjo fijn wrijven. Ui, knoflook, trassi en laos fijnwrijven en met de salam fruiten in hete olie. Paprika, taotjo, garnalen en tahoe toevoegen en 15 à 20 min. laten sudderen.
2 halfhard gekookte eieren
1 theelepel asem
1 gesnipperde ui
1 uitgeperst teen knoflook
1 ontpitte rode Chilipeper
2 eetlepels olie
1 stukje trassi van 1 cm
1 theelepel laos
2 theelepels Javaanse suiker
25 gram santen
1 blaadje salam
zout
Roer de asem los met 1 eetlepel heet water en druk het mengsel door een zeef. Snijd de Chilipeper in ringen. Giet de olie in een wijde schaal en verkruimelde trassi. Zet de schaal zonder deksel 3 min. op vol vermogen in de magnetron. Roer de ui, knoflook en Chilipeper door de hete olie en fruit alles zonderdeksel in 3 min. op vol vermogen. Meng dan het asemwater, laos, Javaanse suiker (bruine basterdsuiker) en wat zout door het mengsel. Los de santen op in 2 dl water en giet dit over het uimengsel in de schaal. Voeg de salam toe en zet nu de schaal met deksel in de magnetron voor 4 min. op vol vermogen tot de saus is gebonden. Snijd de eieren doormidden in de lengte en leg ze in de saus. Laat het gerecht nog ca. 7 min. op vol vermogen sudderen. Geef er bijvoorbeeld gado gado en witte rijst bij.
4 eieren hardgekookt
1 ui fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
3 theelepels sambal oelek
4 kemiries fijngestampt
1 theelepel laos
1 blaadje salam
⅛ blok santen
1 eetlepel bruine suiker
1 kopje water
Fruit in wat olie alle ingrediënten behalve de eieren. De eieren worden gehalveerd en op een platte schaal gelegd. De kruidenbrij laten doorkoken totdat het een dik sausje geworden is. Eventueel kan het sausje met wat bloem gebonden worden. Giet voor het opdienen de saus over de eieren. [81]
6 hardgekookte eieren
1 ui fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
1 theelepel sambal oelek
4-5 ontvelde tomaten in stukjes
1 theelepel laos
3 blaadjes salam
1 theelepel suiker
1 kopje melk
zout, citroensap
Fruit in wat olie de uien en knoflook heel licht en doe er de sambal, laos, tomaten, salam, citroensap, suiker en zout bij. Alles goed doorroeren en even laten doorkoken. Daarna de melk erbij en weer goed doorroeren om schiften te voorkomen. Het moet een gladde saus worden. De gepelde eieren erbij doen en 5 min. laten meekoken onder voortdurend omroeren. De saus mag iets inkoken. Voor het opdienen de eieren halveren en de saus er overheen gieten. Bij gebrek aan citroensap kan men hiervoor 1 eetlepel azijn nemen. Als men dit gerecht extra lekker wil maken, kan men garnalen en petehbonen toevoegen. (zie ook volgende gerecht).
4 gekookte, gepelde eieren
250 gram garnalen
2 uien
1 teen knoflook
15 petehbonen
1 theelepel laos
1 theelepel sambal oelek
½ blok santen
1 spriet sereh
1 salamblaadjes
½ liter water
olie en zout
Fruit de gesnipperde uien en knoflook met de laos, sereh, salam en sambal in de olie. Voeg het water en de santen toe. Daarna de eieren met de garnalen en petehbonen in deze saus laten stoven. Op smaak maken met zout.
250 gram restjes gaar vlees of kip
4 eetlepels gesneden ui
2 tenen gesneden knoflook
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel trassi
4 eetlepels asemwater
3 theelepels javaanse suiker
½ dl ongekruide azijn
olie
zout
Snijd vlees of kip in blokjes. Wrijf ui, knoflook, trassi en sambal met wat zout tot een brij. Fruit dit in olie tot de uien geel zijn. Voeg vlees of kip toe en bak dit even mee. Doe er dan het asemwater bij en laat dit dan ca. 5-6 min. stoven. Voeg dan de suiker en azijn toe en kook alles tot de suiker opgelost is.
Magnetron:
Verwarm 3 eetlepels olie in een magnetronschaal van tenminste 2 liter inhoud onafgedekt ca. 2 min. op 100%. Roer de fijngewreven massa erdoor en verwarm onafgedekt 2 à 3 min. op 100%. Voeg het vlees toe met het asemwater en verwarm dit onafgedekt 2 min. a 3 min. op 100%. Roer de suiker en azijn erdoor en verwarm alles nogmaals onafgedekt in 2 a 3 min. op 100%.
sambal tomat
Sambalans zijn te verdelen in:
Rauwe sambalans; een mengsel van kruiden met verse groenten of vruchten vermengd;
Sambal goreng; het hoofdbestanddeel wordt gevormd door vlees, vis of eieren, die met kruiden worden gebakken;
Boeboeks; bestaan uit gedroogde vis of vlees, die met kruiden worden geroosterd en fijngestampt.
1 theelepel trassi
3 eetlepels asemwater [82]
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel zout
Fijngesneden groenten zoals ui, komkommer, tomaat, radijsjes, enz. De kruiden fijnwrijven en vermengen met het hoofdbestanddeel.
Grondrecept met gebakken of rauwe uien.
Grondrecept met iets suiker, petis en stukjes komkommer
Grondrecept met lombok rawit en 3 geroosterde kemiries.
Grondrecept met geroosterde pinda's en 2 eetlepels suiker.
Grondrecept met tomaat.
Grondrecept met schijfjes soesterknollen.
Grondrecept zonder asem maar met djeroek nipis sap.
Grondrecept met geraspte jonge mango.
Grondrecept met Javaanse suiker.
sajoer boontjes
300 gram kool
2 eetlepels olie
1 grote ui gesnipperd
1 teen knoflook fijngehakt
½ theelepel sambal oelek
3 dl bouillon
Snij de kool (witte, groene, savooien of chinese) in snippers. Wassen en uitlaten lekken. Verhit de olie in een wadjan of wok en fruit de uien onder voortdurend omscheppen totdat de ui wat kleur begint te krijgen. Voeg de uitgeperste knoflook toe. Schep alles goed om en doe er de sambal en kool bij. Schep het geheel zonder ophouden totdat de kool zacht is geworden. Voeg de bouillon toe en laat alles ca. 2 tot 3 min. zachtjes koken. De kool mag beslist niet gaar worden maar moet knapperig blijven.
Magnetron:
Verwarm de olie in een magnetronschaal van 1 liter inhoud onafgedekt 1 min. op [83] 100%. Voeg ui, knoflook en sambal toe en fruit deze onafgedekt 2 a 3 min. op 100%. Doe de bouillon en kool erbij en verwarm alles afgedekt 5 a 6 min. op 100%.
1 kleine kip
½ witte kool fijngesneden
500 gram sperziebonen
2 uien fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
1 stukje trassi
1 theelepel ketoembar
1 theelepel djinten
zout en peper
nootmuskaat
1 blaadje salam
Kook de kip gaar met wat zout en het blaadje salam. Is de kip gaar, pluk dan het vlees eraf en laat het uitlekken. In de helft van de bouillon kookt men de witte kool half gaar. In de andere helft de boontjes half gaar. Fruit in wat olie de trassi, ui, ketoembar, knoflook en de djinten tot de uien bruin zijn. Voeg nu de kip toe en maak af met de overige kruiden. Ondertussen zijn de witte kool en boontjes uitgelekt en kunnen worden toegevoegd. Laat alles op een klein vuur meteen paar kopjes bouillon nog even sudderen.
diverse groenten
200 gram gehakt (hoh)
150 gram vet spek
2 grote uien fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
1 stukje trassi
1 theelepel djinten
2 tomaten in blokjes
1 paprika fijngesneden
½ liter water
Voor groente kan men kiezen uit andijvie, verse spinazie, witte- chinese- of spitskool. Eenmaal gekozen, de groente fijn snijden en goed wassen. Uit laten lekken. Fruit in wat olie de uien, knoflook, trassi, tomaat, paprika en het spek. Zijn de uien wat bruin, doe er dan het gehakt bij, wat zout, peper en de djinten. Zodra het gehakt bruin is de groente erbij. Op een klein vuur laten sudderen met het toegevoegde water.
250 gram varkensvlees
50 gram garnalen
500 gram sperziebonen
3 uien fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
1 stukje trassi
1 theelepel laos
2 blaadjes salam
1 kopje santen
zout, peper en nootmuskaat
De blokjes vlees vooraf kruiden met wat zout, peper,nootmuskaat en laos. Trek in 1 liter water bouillon van het vlees (de blokjes moeten erg klein zijn). De boontjes kan men intussen half gaar koken en laten uitlekken. Fruit in wat olie de uien, knoflook en de trassi. Doe er dan de garnalen bij. Is het vlees gaar, doe er dan het gefruite garnalen mengsel bij. Daarna de uitgelekte boontjes. Op een klein vuur ca. 15 min. met de santen laten koken.
50 gram taugé
50 gram gepelde gamba's
5 rode uien
2 tenen knoflook
½ rode lombok
¼ blok santen
3 dl water
2 eetlepels olie
1 theelepel trassi
1 schijfje laos
1 theelepel asem
zout
Snijd de uien, knoflook en de halve lombok heel fijn en fruit ze met de trassi en laos in de olie. Voeg daarna de taugé, gamba's en 3 dl water toe. Smelt de santen in de massa. Voeg de asem toe en laat het geheel koken. Let op: de taugé moet knapperig blijven.[84]
200 gram taugé
1 grote ui gesnipperd
1 teen knoflook fijngehakt
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel laos
1 theelepel djahé
2½ dl bouillon
2 eetlepels selderie
1 eetlepel citroensap
1 eetlepel ketjap asin
1 grote ontvelde tomaat
Taugé wassen, velletjes verwijderen en uit laten lekken. Verhit de olie en fruit de ui totdat hij begint te verkleuren. Voeg de uitgeperste knoflook toe en schep alles goed om. Dan de sambal en taugé toevoegen en alles weer omscheppen. Vervolgens de laos, djahé en bouillon erbij en snel aan de kook brengen. Strooi de selderie erover en voeg het citroensap toe. Alles goed omscheppen en van het vuur nemen. De ketjap door het gerecht roeren en overdoen in een voorverwarmde schaal. Als garnering reepjes tomaat erover.
500 gram kool fijngesneden
50 gram garnalen
2 theelepels ketoembar
2 eetlepels citroensap
2 tenen knoflook fijngehakt
1 grote ui fijngesneden
1 eetlepel trassiwater
2 rode lomboks in schijfjes
½ liter bouillon
Fruit in wat olie de knoflook, de ui, lombok en de ketoembar. Voeg daarna de kool toe en net zoveel vocht erbij dat de kool erin kan slinken. Daarna de garnalen en de bouillon erbij. Laat ca. 30 min. doorkoken.
300 gram kool
2 eetlepels olie
1 grote ui gesnipperd
1 teen knoflook
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel laos
3 dl bouillon
2 worteltjes in reepjes
1 eetlepel bladselderie
Snijd de kool (witte, groene, savooien of chinese) in grove snippers. De kool wassen en goed uit laten lekken in vergiet. De kool moet weer bijna droog zijn. Fruit de ui totdat hij wat begint te verkleuren. Voeg de uitgeperste knoflook toe. Schep alles goed om en doe de sambal of sambal trassi en kool erbij. Alles blijven omscheppen totdat de kool zacht is geworden. Dan de laos en bouillon toevoegen. Laat alles 2 a 3 min. zachtjes doorkoken. Schep vlak voor het opdienen de reepjes wortel erdoor. Het gerecht opdienen in een voorverwarmde schaal en strooi de bladselderie er overheen.
400 gram sperziebonen
2 eetlepels olie
1 grote ui gesnipperd
1 teen knoflook
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel laos
4 dl bouillon
2 ontvelde tomaten in reepjes
Snijd de boontjes in stukjes van 3 a 4 cm en was ze. Fruit de ui in de olie totdat hij begint te verkleuren. Alles goed omscheppen en de uitgeperste knoflook toevoegen. Vervolgens de sambal of sambal trassi en de boontjes erbij. Alles weer goed omscheppen en de laos en wat later de bouillon toevoegen. Laat het gedurende 8 tot 10 min. zachtjes koken. Schep vlak voor het opdienen de reepjes tomaat erdoor. Dien de sajoer op in een voorverwarmde schaal en garneer het gerecht met een tot bloem gesneden chilipeper.
100 gram garnalen
1 aubergine in schijfjes
[85] 100 gram sperziebonen
1 rode paprika
1 gele paprika
3 groene lomboks
100 gram witte kool
4 rode uien
4 tenen knoflook
1 theelepel trassi
1 schijfje laos
100 gram boter
1 eetlepel ketjap
¾ liter melk
zout
Snijd de uien in ringen, de knoflook in schijfjes. Maak de laos en lomboks zo fijn mogelijk. Fruit dit alles met de trassi in de boter lichtbruin. Doe er dan de grof gesneden groenten bij en bak het geheel even op. Blus het dan met de melk, voeg de garnalen en het zout toe en kook dit tot de groenten gaar zijn. Maak het gerecht op smaak af met ketjap.
250 gram boerenkool
300 gram varkensvlees
1 theelepel laos
2 goudbouillonblokjes
1 grote ui gesneden
1 teen knoflook fijngehakt
2 lomboks (of paprika)
4 eetlepels olie
Fruit het vlees in de olie lichtbruin. Dan de uien, knoflook, laos, ringetjes lombok of stukjes paprika en bouillonblokjes toevoegen. Na ca. 3 min. de grof gesneden boerenkool en een kopje water erbij. Deksel erop en gaar laten sudderen.
1 krop andijvie
200 gram varkensvlees
2 tenen knoflook fijngehakt
1 ui fijngesneden
100 gram garnalen
1 eetlepel chinese ketjap
1 theelepel ve-tsin
3 eetlepels olie
Olie heet maken en de ketjap hierin schroeien, direct daarna het vlees, uien, knoflook en ve-tsin toevoegen en ca. 4 min. laten fruiten. Dan de garnalen met wat peper en zout en een kopje water erbij. Zodra alles kookt, gaat de andijvie erbij en goed doormengen. Het vuur wordt gedoofd. De pan blijft heet genoeg om de andijvie gaar, maar knapperig te houden. In plaats van andijvie kan ook chinese kool gebruikt worden.
400 gram gesneden witte kool
100 gram garnalen
2 eieren
¼ blok santen
1 lombok
1 gesneden rode ui
2 theelepels trassi
2 eetlepels olie
zout
Fruit de kleingesneden ui en lombok in de olie. Dan de trassi, kool, zout en zoveel kokend water toevoegen, dat de massa net niet onder staat. Laat dit even doorkoken. Klop de eieren en voeg dit samen met de garnalen en de santen toe.Laat dit koken tot bijna gaar en droog is. De kool mag niet te zacht zijn.
400 gram diepvries doperwtjes
200 gram garnalen
2 tenen knoflook fijngehakt
1 lombok fijngesneden
1 gesneden ui
2 eetlepels asemwater
2 eetlepels olie
¼ blok santen
1 cm laos
1 theelepel trassi
zout
[86] Fruit de ui, knoflook, lombok, garnalen, zout en kruiden in de olie. Voeg hieraan erwtjes, asemwater en santen toe. Leg een goed sluitende deksel op de pan en laat het gerecht op een laag vuur gaar koken. Af en toe controleren of het niet te droog wordt. Indien nodig water toevoegen.
500 gram gemengde groenten
5 kemiries fijngestampt
1 grote ui fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
1 stukje trassi
1 theelepel sambal oelek
½ liter water
zout
Kook de gemengde groenten (witte kool, boontjes, jonge maïs of chinese kool) met toevoeging van de kruiden gaar. Doe er als laatste wat sambal naar smaak bij.
1 handvol boontjes
1 handvol peultjes
1 handvol stukjes bloemkool
1 stuk witte kool(snippers)
6-8 lomboks
100 gram sjalotten
3 tenen knoflook
1 stukje trassi
Fruit in wat olie de gesnipperde sjalotten, knoflook, lomboks en de trassi. Doe er dan de groenten bij, al roerend totdat de groenten wat geslonken zijn. Voeg er dan ca. 1 liter melk en wat zout bij en laat het langzaam koken. Nu en dan omroeren totdat alles bijna gaar is. Men kan er wat soja bij doen.
250 gram varkensvlees, in stukjes
1 bouillon blokje
2 uien fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
1 stukje asem
½ witte kool grof gesneden
10 worteltjes in rondjes
150 gram taugé
100 gram garnalen
1 kopje santen
250 gram sperziebonen, in stukken
2 blaadjes salam
1 theelepel kentjoer
zout en peper
Trek in 1 liter water, waarin de stukjes vlees, kentjoer, bouillonblokje en salam, een bouillon en zet op een klein vuur. Fruit in wat olie de uien, knoflook en de garnalen. Doe dit met alle groenten in de bouillon. Vergeet het stukje asem niet. Als laatste het kopje santen erbij en alles goed gaar koken. Een sajoer wordt altijd bij witte rijst gegeten.
500 gram jonge bamboespruiten
150 gram plakjes tempeh
100 gram petehbonen
½ blok santen
1 gesnipperde ui
4 eetlepels geraspte kokos
4 tenen knoflook fijngehakt
2 eetlepels gebakken uien
Kruiden:
2 theelepels trassi
2 theelepels ketoembar
1 schijfje laos
4 cm sereh
2 blaadjes djeroek poeroet
Kook de bamboespruiten, tempeh en petehbonen gaar in water met zout. Giet het water grotendeels af, maar laat voldoende in de pan om het gerecht te laten sudderen. Voeg de kruiden hieraan toe. Het mengsel laten doorsudderen terwijl desanten wordt toegevoegd. Vlak voor het opdienen, de gebakken uitjes erover strooien.
500 gram verse spinazie
1 ui fijngesneden
[87] 100 gram varkensgehakt
150 gram champignons, in stukjes
1 blaadje salam
1 teen knoflook, fijngehakt
½ liter bouillon
zout en peper
Fruit in wat olie de ui en de knoflook. Doe er dan het gehakt bij en kruid af. Als het gehakt bruin is, de champignons en de spinazie erbij en ca. 3 min. laten meebakken. Dan de bouillon erbij en nog eens 5 min. laten smoren.
100 gram garnalen
1 grote ui fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
200 gram boontjes in stukjes
200 gram witte kool in stukjes
½ theelepel djahé
½ theelepel laos
2 theelepels kerrie
½ theelepel ketoembar
½ theelepel djinten
3 aardappels in blokjes
6 worteltjes in schijfjes
1 kopje santen (melk)
zout en citroensap
½ liter bouillon
sambal oelek
Fruit in wat olie de ui, knoflook, kerrie, ketoembar, laos, djahé, djinten, wat sambal en de garnalen. Voeg daarna de bouillon, groenten en de santen (melk) toe. Laat dit zachtjes koken. Maak het verder af met wat zout en citroensap. De stukjes aardappel niet te zacht laten worden.
250 gram varkensvlees, stukjes
¼ witte kool, in kleine stukjes
6 worteltjes, in schijfjes
3 tenen knoflook, fijngehakt
150 gram garnalen, fijngehakt
1 eetlepel bloem
1 theelepel laos
1 ei
1 kopje fijne vermicelli
wat prei fijngesneden
wat bladselderie fijngesneden
zout en peper
Trek van het vlees 1 liter bouillon. Voeg nog 1 bouillonblokje toe. Klop het ei en vermeng het met de garnalen, bloem, zout en peper. Maak hier balletjes van. Bak de balletjes in hete olie krokant en laat ze uitlekken in een vergiet. Fruit verder in wat olie de knoflook en de laos en doe dit tezamen met de groenten in de bouillon. Ook de vermicelli toevoegen. Laat alles ca. 15 min. sudderen. Doe er dan de balletjes bij.
200 gram varkensvlees (blokjes)
1 blaadje salam
1 theelepel laos
1 handvol stukjes bloemkool
5 worteltjes in schijfjes
2 aardappelen in blokjes
2 grote uien fijngesneden
1 eetlepel kerrie
150 gram sperziebonen
1 teen knoflook fijngehakt
zout en peper
Trek ca. 1 liter bouillon van het vlees met de salam. Fruit in wat olie de uien, knoflook en kerrie. Goed vermengen. Doe dit bij de bouillon en roer goed door. Kook de groenten en aardappelen met wat zout bijna gaar en laat ze uitlekken. Schep de groenten dan door de kerrie-massa en maak af met wat peper. Nog ca. 10 min. laten doorsudderen. Serveer bij witte rijst.
1 aubergine in schijfjes
2 uien fijngesneden
250 gram doorregen rookspek
2 tenen knoflook fijngehakt
4 tomaten geschild, stukjes
100 gram champignons in plakjes
1 groene paprika in reepjes
1 stukje trassi
1 blaadje salam
zout en peper
[88] Bak het spek en zwoerd in wat olie en fruit de trassi, knoflook en ui erbij. Zijn de uien bruin dan de tomaten, champignons, paprika en aubergine erbij. Afkruiden. Laat met een gesloten deksel op een klein vuur nog ca. 15 min. smoren.
500 gram verse spinazie
1 liter water
4-5 jonge maïskolven
1 theelepel laos
1 eetlepel sterk trassiwater
1 grote ui in schijfjes
1 rode lombok in partjes
5 kemiries fijngestampt
Was de spinazie goed schoon en laat ze uitlekken. Ontdoe de maïs van de bladeren en haren. Snijd ze overlangs en daarna in drieën. Vermeng de kruiden en het trassiwater. Doe dit dan in het water en breng daarin de spinazie aan de kook. Dan de maïs toevoegen en ca. 30 min. zacht door laten koken.
750 gram vleeskrabbetjes
500 gram boontjes, in stukjes
2 kopjes dikke santen
2 eetlepels rijstebloem
1 grote ui, fijngesneden
3 tenen knoflook fijngehakt
1 theelepel djinten
1 theelepel ketoembar
1 theelepel koenjit
2 blaadjes salam
1 spriet sereh
Kook de krabbetjes in ruim water even op en haal ze eruit. In de overgebleven bouillon kookt men de boontjes bijna gaar. Vermeng de kruiden met de rijstebloem, sereh en de salam. Kook dit met 1 kopje santen en het vlees verder op. Als laatste de boontjes en de rest van de santen erbij en op een klein vuur gaarkoken. Laat de boontjes niet te zacht worden. Eventueel wat bouillon bijvoegen.
150 gram witte kool, in stukjes
6 petehbonen, in reepjes
1 grote aubergine
1 stukje trassi
4 kleine tomaten, in partjes
150 gram sperziebonen
3 kopjes dunne santen
3 tenen knoflook, fijngehakt
1 grote ui, in dunne ringen
100 gram garnalen, in stukjes
3 blaadjes djeroek poeroet
½ theelepel ve-tsin
2 rode lomboks, in dunne ringen
1½ kopje dikke santen
1 theelepel ketoembar
½ theelepel djahé
3 kemiries, fijngestampt
zout
Fruit in wat olie de trassi, ui en knoflook. Als de uien bruin zijn, doe er dan de petehbonen, lombok en djeroek poeroet bij. Zet het vuur laag en giet er dan de dunne santen bij. Als het begint te koken dan de garnalen. Aubergine (in dobbelstenen), kool, gehalveerde bonen, ketoembar, djah), ve-tsin, kemirie en zout erbij. Indien de kool en bonen half gaar zijn, de tomaten en dikke santentoevoegen. Nog even laten doorsudderen. Serveer met witte rijst, een vleesgerecht, kipgerecht en sambal.
150 gram kipfilet, in reepjes
1 grote ui, fijngesneden
2 tenen knoflook, fijngehakt
500 gram sperziebonen
½ theelepel djinten
1 theelepel ketoembar
1 theelepel koenjit
2 blaadjes salam
1 spriet sereh
1 eetlepel santen
zout
½ liter bouillon
Kook het vlees in de bouillon, daarna uit laten lekken. Kook in de bouillon de boontjes halfgaar. Fruit de ui, knoflook, djinten, ketoembar, koenjit en wat zout. Voeg dan de sereh, salam en santen toe. Schep tot slot de boontjes en vlees er doorheen en even laten doorsudderen. [89]
2 dl bouillon
2 eetlepels olie
1 ui gesnipperd
1 theelepel sambal oelek
½ theelepel knoflookpoeder
2 theelepels laos
1 eetlepel suiker
500 gram sperzieboontjes
3 dl water
2 eetlepels santen
zout
citroensap
Fruit de ui, met de sambal, knoflookpoeder, laos, suiker en wat zout. Voeg er de bouillon en boontjes aan toe. Laat de groenten dan bijna gaar worden. De santen, citroensap en het water dan toevoegen en nog even laten koken.
250 gram taugé
1 gesnipperde ui
1 eetlepel olie
1 stukje trassi
2 uitgeperste tenen knoflook
1 theelepel sambal oelek
1½ theelepel laos
½ liter bouillon
2 eetlepels santen
wat suiker en citroensap
Fruit in wat olie de ui, trassi, knoflook en de laos. Voeg vervolgens de santen, suiker en citroensap naar smaak toe. Laat alles nog heel even licht doorkoken. Dan de taugé erbij, goed omscheppen en doorwarmen. De taugé moet knapperig blijven.
2-3 grote varkenspoten
1 schoteltje rondjes wortel
150 gram taugé, schoongemaakt
150 gram boontjes, halfgaar
½ kopje ketjap manis
1 theelepel ketoembar
1 theelepel djinten
1 stukje trassi
2 uien, in dunne reepjes
1 teen knoflook, fijngehakt
zout
sambal badjak
Kook de poten gaar en snij ze in vieren. Uit laten lekken en de bouillon bewaren. Fruit in wat olie de trassi, knoflook en de uien. Doe er dan de stukken poot bij en kruid af naar smaak. Giet er dan de ketjap bij en laat dit even intrekken. Nu nog 4 kopjes bouillon en de groenten toevoegen behalve de taugé. Indien het vlees zacht genoeg is, dan de taugé erbij. De andere groenten mogen ook niet te zacht worden.
200 gram tahoe
50 gram tempeh
50 gram groene lombok
50 gram lombok rawit
50 gram uienblad
50 gram soepvlees
5 rode uien gesnipperd
3 witte uien gesnipperd
1 theelepel trassi
½ theelepel kentjoer
4 rode lomboks
2 eetlepels asemwater
1 kopje santen
zout
Het vlees wordt eerst zacht gekookt. De tahoe, tempeh, groene lombok en uienblad snijdt men in stukjes. De overige kruiden worden in wat olie aangefruit. Voeg hierbij het gekookte vlees met de bouillon, de santen en rest van de ingrediënten. Laat alles nog ca. 15 min. koken. Het is smakelijker als men de tahoe en tempeh eerst in wat olie halfgaar bakt.
1 blikje makreel
1 spitskool, grof gesneden
1 grote ui, grof gesneden
2 rode lomboks
[90] 1 theelepel laos
1 teen knoflook, fijngehakt
2 goudbouillonblokjes
Fruit in wat olie de uien en knoflook. Dan de andere kruiden en goudbouillonblokjes toevoegen en mee fruiten. Na 5 min. de kool en makreel (zonder sap) erbij doen. Goed omroeren zonder de vis stuk te maken. Gaar laten sudderen op een klein vuur.
1 blik maïs
750 gram verse spinazie
100 gram garnalen
1 theelepel laos
1-2 goudbouillonblokjes
1 ui, gesneden
1 teen knoflook fijngehakt
2 eetlepels olie
De garnalen fruiten in de olie onder toevoeging van laos, uien, knoflook en goudbouillon. Na ca. 3 min de maïs met vocht en een extra kopje water erbij doen. Zodra het kookt de spinazie in de pan met eventueel wat peper en zout en dan gaar laten worden.
250 gram sperziebonen
250 gram witte kool
1 aubergine in schijven
1 grote lombok
1 theelepel laos
1 spriet sereh
½ theelepel djahé
1-2 goudbouillonblokjes
½ pakje asem
suiker, zout en peper
De sperziebonen en witte kool grof snijden. De asem koken in frac34; liter water en het vocht zeven. Lombok over de lengte doormidden snijden. Alles gaat tegelijk in de pan, waarin intussen het asem vocht is gedaan. Het geheel wordt gekookt tot de groenten gaar zijn.
200 gram gesneden spitskool
200 gram peultjes
2 grofgesneden tomaten
200 gram poelet
4 dl water
1 gesnipperde ui
2 tenen knoflook fijngehakt
2 theelepels bruine basterdsuiker
2 eetlepels asemwater
4 geraspte kemiries
1 theelepel trassi
1 theelepel sambal oelek
1 cm laos
1 blaadje salam
zout
Maak een bouillon van asem water, 4 dl water, poelet, en salam. Maak de specerijen fijn en voeg ze met de kemirienoten bij de bouillon. Vervolgens wordt de spitskool, peultjes en uien in dit vocht gekookt. De tomaten worden pas meegekookt als de andere groenten al gaar zijn.
1 blik bruine bonen
100 gram fijngesneden soepvlees
4 dl sterke bouillon
3 eetlepels gesnipperde uien
2 tenen gesnipperde knoflook
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel trassi
1 theelepel laos
4 eetlepels asemwater
1 theelepel javaanse suiker
1 salamblaadje
zout
Laat de bonen uitlekken. Breng bouillon met vlees, bonenvocht, salam en asem water aan de kook. Voeg uien, knoflook, sambal, trassi, laos en suiker toe. Dan de bruine bonen erbij. Laat alles nog even doorstoven tot de uien gaar zijn. Deze sajoer is bijzonder geschikt voor een eenvoudig menu met als bijgerecht een lalab ketimoen of lalab tomaat en een stuk kroepoek.
[91] 500 gram gesneden kool
2 eetlepels ebbi
1 bouillonblokje
½ liter water
Kruiden:
3 eetlepels gesnipperde uien
2 tenen gesnipperde knoflook
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel trassi
4 gepofte kemiries
2 eetlepels asemwater
1 theelepel laos
1 theelepel javaanse suiker
1 salamblaadje
zout
Week de ebbi ca. 1 uur. Wrijf de kruiden met de ebbi en kemiries samen fijn. Breng het water met het bouillonblokje en asemwater, salam en gewreven kruiden en ebbi aan de kook en laat alles ca. 10
min. trekken. Voeg er dan de kool aan toe en kook de sajoer zachtjes door tot de kool zacht begint te worden.
Magnetron:
Halveer de hoeveelheden. Week de ebbi. Doe het water met bouillonblok en asem water, salam en kruidenmengsel met de ebbi in een magnetronschaal van 2 liter inhoud en breng alles afgedekt in 3 à 4 min. op 100% aan de kook. Doe de kool erbij en verwarm alles 2 à 3 min. op 50%.
4 dl sterke bouillon
½ blok tahoe in blokjes
500 gram harde halfrijpe tomaten
100 gram voorgekookte garnalen
Kruiden:
3 eetlepels gesnipperde uien
2 tenen gesnipperde knoflook
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel trassi
1 eetlepel asemwater
1 theelepel laos
2 theelepels Javaanse suiker
1 salamblaadje
zout
Breng bouillon met asemwater, salam, kruiden en garnalen aan de kook. Laat dit zachtjes ca. 6 min. trekken. Voeg de blokjes tahoe toe. Na ca. 5 min. de tomaten erbij en laat ze even mee aan de kook komen. Draai het vuur uit. Laat deze sajoer nog een poos staan zodat de smaak van kruiden en garnalen in de tahoe kan trekken.
Magnetron:
Halveer de hoeveelheden. Doe de bouillon, asemwater, alle kruiden in een magnetronschaal van 2 liter inhoud en breng alles afgedekt in 3 a 4 min. op 100% aan de kook. Doe de tahoe, garnalen en tomaten erbij en verwarm alles 2 a 3 min. op 50%.
4 dl kippenbouillon
1 stuk tahoe (5x5 cm)
750 gram niet rijpe tomaatjes
2 uien fijngesnipperd
2 tenen knoflook
1 theelepel sambal trassi
1 theelepel laos
2 theelepels Javaanse suiker
150 gram verse garnalen
Breng de pittig gekruide bouillon aan de kook en voeg de in blokjes gesneden tahoe toe. Temper de warmtebron en laat alles 3 min. zachtjes pruttelen. Was de tomaatjes en leg ze in de bouillon. Voeg vervolgens de ragfijn gesnipperde uien,uitgeperste knoflook, sambal trassi, laos en suiker toe. Schep alles goed om en tracht zoveel mogelijk vellen van de tomaten te verwijderen. Zodra de tomaten zacht zijn, de garnalen toevoegen. Nu de pan van het vuur nemen en het gerecht opdienen in een voorverwarmde schaal. Men kan, voordat de pan van het vuur wordt genomen, een flinke handvol schoongewassen TAUGÉ toevoegen. Dit maakt het gerecht aantrekkelijker.
1 kilo groenten, naar keuze
1 grote ui fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
½ blok santen
3 eetlepels geraspte kokos
olie
[92] Kruiden:
2 cm laos
1 eetlepel sambal oelek
2 theelepels ketoembar
1 theelepels djinten
1 eetlepel trassi
2 theelepels kentjoer
5 kemiries
witte peper en zout
Snijd de groenten (boontjes, worteltjes, maïs, witte kool, etc) fijn en kook ze met zout gaar. Bak de ui, knoflook en laos in schijfjes in de olie bruin. Voeg hier de sambal aan toe. In een aparte pan worden de overige specerijen met de geraspte kokos aangebraden. Hieraan worden de santen en de gekookte groenten met het kookvocht toegevoegd. Laat het mengsel even sudderen en voeg vlak voor het opdienen het uienmengsel toe.
400 gram kip, van het bot
4 keloewek pitten
1 lombok fijngesneden
1 ui fijngesneden
2 eetlepels olie
asemwater
Kruiden:
½ theelepel laos
2 cm sereh
½ theelepel koenjit
zout
Bak de ui en lombok in de olie en voeg kip, kruiden en zout toe. Meng het asem water onder voortdurend roeren hier doorheen. Doe een deksel op de pan en laat de massa doorkoken tot ze gaar is.
1 blok tahoe
1 gesnipperde ui
250 gram kip voor de bouillon
200 gram tempeh
1 eetlepel peterselie
1 eetlepel selderie
2 eetlepels olie
1 blaadje salam
foelie en zout
Maak een bouillon van de kip met de specerijen en zout. Snijd de plakjes tahoe in dobbelstenen en doe dit ook met de tempeh. Tahoe en tempeh worden dan in de olie licht gefruit. Voeg hieraan de bouillon en de stukjes kip toe. Strooi vlak voor het opdienen er de fijngehakte selderie en peterselie overheen.
2 gezouten vissen
2 maïskolven of 1 blik maïs
1 aubergine
3 lomboks
100 gram petehbonen
100 gram garnalen
1 fijngesneden uien
2 tenen knoflook fijngehakt
4 kemiries
4 eetlepels asemwater
¼ blok santen
zout
Maak de vis schoon en snijd hem in repen. Kook de aubergine en zonodig de maïs kolven met de petehbonen gaar. Voeg hieraan toe de uien, knoflook en kemiries. Vervolgens mengt men de helft van de gesneden lomboks, de vis en het asemwater door. Dit geheel moet even doorkoken. Dan de santen, garnalen en de rest van de lombok toevoegen.
1 aubergine
200 gram boontjes
200 gram gesneden kool
½ blok tempeh in plakjes
100 gram petehbonen
2 rode lomboks
2 groene lomboks
2 tenen knoflook
2 rode uien
¼ blok santen
[93] 500 gram makreel
100 gram garnalen
150 gram dobbelstenen spek
1 blaadje salam
1 theelepel trassi
zout
Kook de groenten in voldoende water waaraan de santen is toegevoegd, gaar. Doe er de salam bij. De uien, knoflook, lomboks, zout en trassi fijnmalen en door het geheel roeren. Alles even laten doorkoken. Nu de gesneden vis, uitgebakken blokjes spek, tempeh en garnalen erbij doen. Het geheel moet nog even doorkoken, maar niet zo lang dat het vocht inkookt.
200 gram groene of witte kool
200 gram sperziebonen
2 rode lomboks
75 gram petehbonen
1 ui
3 tenen knoflook
1 plakje laoswortel
1 stukje trassi
½ groentebouillontablet
2 blaadjes salam
¼ liter santen
½ blok tahoe
8 eetlepels olie
½ blok tempeh
Kool in reepjes snijden, bonen wassen en eventueel halveren. Van de lomboks zaadjes en zaadlijsten verwijderen en fijnsnijden. Petehbonen schillen en in vieren snijden. Knoflook, ui, laos en trassi in een keukenmachine fijnmalen. Dit mengsel in een pan doen met bouillontablet, kool, bonen, lombok, petehbonen, salam en santen. Door elkaar mengen en in 15 min. zachtjes gaar koken. Intussen tahoe en tempeh in kleine blokjes snijden en in de hete olie in 10 min. goudbruin bakken. Voor het opdienen de salam verwijderen en de tahoe en tempeh erdoor scheppen. Even laten doorwarmen zodat alles door en door warm is.
100 gram garnalen
100 gram sperziebonen
300 gram snijbonen
100 gram tuinbonen
1 ui fijngesneden
5 tenen knoflook fijngehakt
¼ blok santen
2 lomboks fijngesneden
4 kemirinoten
1 dl water
2 theelepels trassi
1 schijfje laos
1 theelepel ketoembar
zout
Braad de ui, knoflook en lombok in olie. Meng de overige specerijen met de kemiries met een deel van de aangelengde santen en roer dit eveneens door de olie. Voeg de garnalen en de half gaar gekookte boonsoorten toe. Laat het geheel gaar koken terwijl langzamerhand de rest van de santen wordt toegevoegd.
300 gram kippenpoelet
1 ui
100 gram peultjes
1 flinke rammenas
200 gram spitskool
1 flinke prei
2 eetlepels gehakte selderie
2 eetlepels ketjap
boter
Kruiden:
2 schijfjes djahé
2 kruidnagelen
1 theelepel foelie
peper en zout
Trek van het kippenvlees een bouillon. Snijd de rammenas in schijfjes, snipper de ui, de prei en de kool. Fruit de kruiden met de peultjes en wat suiker naar smaak in de boter op een lage vlam ca. 5 min. Dan de schijfjes rammenas hier doorheen roeren. Het geheel gaat nu in de bouillon. Laat de bouillon weer aan de kook komen en 5 min. sudderen. Tenslotte de kool, prei, selderie en ketjap in de pan en laten koken tot deze groenten gaar zijn. Naar smaak wat citroensap toevoegen.
[94]
500 gram runderpoelet
5 stukjes keloewek
1 ui
2 tenen knoflook
200 gram sperziebonen
1 rode lombok
2 groene lomboks
200 gram fijngesneden spitskool
2 blaadjes salam
5 blaadjes djeroek poeroet
1 theelepel asem
2 theelepels suiker
1 spriet sereh
2 eetlepels olie
zout
Kruiden:
1½ theelepel trassi
1 theelepel koenjit
2 schijfjes laos
Voor de sambal taugé:
250 gram taugé
1 eetlepel sambal oelek
2 theelepels suiker
1 uitgeperste citroen
Trek een bouillon van de poelet. Maak de keloeweks open en haal de vrucht eruit. Kneus ze fijn en vermeng ze goed met de fijngesnipperde ui, knoflook en de kruiden. Fruit dit mengsel met de salam in de olie. Meng dan dit geheel door de bouillon en breng die aan de kook. Sereh, djeroek poeroet en zout gaan er nu ook bij, waarna alles zachtjes blijft sudderen. Doe nu ook de sperziebonen, rode en groene lomboks in de bouillon. Wanneer de boontjes bijna gaar zijn, de spitskool toevoegen. De sajoer is klaar als de spitskool bijna gaar is. Deze sajoer moet met veel vocht geserveerd worden en met de volgende sambal: sambal taugé. Maak deze sambal ruim van te voren klaar, zodat de kruiden goed kunnen intrekken. De schoongemaakte taugé vermengt men met de sambal, suiker en het citroensap. De sambal wegzetten in een goed afgesloten pot. De sajoer rawon eet men als volgt: Witte rijst in een diep bord. de sajoer wordt over de rijst gegoten. De sambal taugé kan erdoor gemengd worden. Sajoer rawon combineert uitstekend met schijfjes komkommer.
250 gram runderpoelet
50 gram Chinese champignons
50 gram sedep malem
1 ui
2 tenen knoflook
200 gram taugé
100 gram peultjes
1 grofgesneden prei
2 blaadjes salam
1 eetlepel ketjap manis
1 eetlepel boter
1 theelepel trassi
1 schijfje laos
peper, zout en suiker
Trek een bouillon van de poelet, de champignons en sedep malem. De ui heel fijn snipperen en vermeng dit met de uitgeknepen knoflook en de trassi. Fruit dit mengsel met de prei, laos, zout en peper in de boter. Vervolgens voegt men dit toe aan de bouillon. Giet de ketjap eveneens in de bouillon en laat die met de deksel op de pan ca. 10 min. sudderen. Tenslotte gaan de peultjes en taugé in de bouillon. De taugé en peultjes moeten knapperig blijven.
3 gezouten vissen
100 gram gepelde garnalen
1 blik maïs
100 gram tempeh
50 gram petehbonen
1 grote aubergine
100 gram kousenband
4 uien
2 rode lomboks
2 groene lomboks
3 kemirienoten
1 theelepel trassi
¼ blok santen
asem, zout en olie
Ontdoe de vis van de graten. Snijd alle overige ingrediënten zeer fijn. Fruit de uien, lomboks, kemiries en de trassi in de olie en blus dit af met ½ liter water. Dan de rest van de ingrediënten toevoegen, [95] m.u.v. de asem en santen, waarna alles aan de kook gebracht wordt. Als de groenten gaar zijn wordt de santen en asem toegevoegd. De sajoer nog enkele minuten laten sudderen.
300 gram runderpoelet
1 gesnipperde ui
2 tenen knoflook
2 ontpitte rode lomboks
250 gram sperziebonen
200 gram spitskool
2 eetlepels boter
1 eetlepel asem
suiker en zout
Kruiden:
1 theelepel trassi
2 theelepels koenjit
1 schijfje laos
1 spriet sereh
2 blaadjes salam
Trek bouillon van de poelet. Snijd ui, knoflook en lomboks heel fijn en fruit ze in de boter bruin met de kruiden. Doe dit mengsel met wat zout bij de bouillon en laat het geheel 10 min. sudderen met de deksel op de pan. Doe dan de boontjes erbij en kook die half gaar. Als laatste de asem, suiker en de gesneden kool toevoegen. Dan alles nog 5 min. laten sudderen.
200 gram sperziebonen
200 gram peultjes
200 gram snijbonen
200 gram witte kool
4 lomboks
3 tenen knoflook fijngehakt
200 gram tahoe-blokjes
asem en zout
Kruiden:
4 cm sereh
2 cm laos
2 blaadjes djeroek poeroet
De doorgesneden lomboks worden gepoft en vervolgens met de kruiden in ruim water gekookt. Hieraan worden de gesneden groenten en knoflook toegevoegd. Dit moet gaar koken. Tenslotte wordt de tahoe en asem toegevoegd. Wanneer de tahoe gaar is kan het gerecht opgediend worden.
300 gram runderpoelet
5 dl water
2 theelepels koenjit
2 schijfjes laos
2 rode lomboks
2 blaadjes salam
zout
Alle ingrediënten gaan tegelijkertijd in het water. De piendang is klaar, als het vlees gaar is.
300 gram kabeljauw
5 tenen knoflook fijngehakt
3 lomboks
¼ eetlepel asem
2 eetlepels ketjap manis
Kruiden:
¾ theelepel serehpoeder
½ theelepel laos
2 blaadjes djeroek poeroet
zout
Pof de gesneden lomboks. Vermeng de lomboks met de overige ingrediënten, behalve de asem, ketjap en vis. Dit mengsel gaat in een half met water gevulde pan, waarna het geheel opgekookt wordt. Dan de schoongemaakte stukken vis toevoegen. Tenslotte de aangelengde asem en ketjap erbij. Door laten koken tot het gaar is.
96500 gram stukjes varkensvlees
1 gesneden ui
4 tenen geperste knoflook
4 fijngemalen keloewekpitten
½ theelepel asem
2 eetlepels olie
zout
Kruiden:
1 theelepel trassi
1 eetlepel sambal oelek
1 cm laos in schijfjes
1 theelepel koenjit
Kook het vlees in water gaar. Meng intussen de kruiden door de uien, knoflook en wat zout. Fruit dit mengsel bruin in de olie. Voeg hieraan het vlees toe, met de bouillon. Dan de asem en keloewek toevoegen en alles gaar koken.
750 gram kip
1 ui
2 tenen knofloook
4 lomboks
zout
Kruiden:
¾ theelepel koenjit
1 theelepel laos
½ theelepel trassi
1 eetlepel asem
4 blaadjes djeroek poeroet
¾ theelepel serehpoeder
zout en olie
Snijd de kip in stukken en kook haar op met zout en djeroek poeroet. Pof de lomboks en bak ze met de gesneden ui en knoflook in de olie. Bak dan de kip hierin mee en bewaar de bouillon. Voeg asem, trassi en de overige kruiden toe en bind de bouillon tot de gewenste dikte. Laat alles in de bouillon nog even doorkoken.
1 grote makreel
1 theelepel koenjit
1 schijfje laos
2 groene lomboks
4 rode uien
2 tenen knoflook
4 cm sereh
2 blaadjes djeroek poeroet
1 blaadje salam
suiker, asem, ketjap en zout
Snijd de makreel in stukken en giet er een mengsel over van asem, zout en water (asem-garem). De overige ingrediënten worden gepoft. Daarna alles koken in water met ketjap, suiker, asem en zout. Als deze piendangsaus goed kookt, de moten makreel er bij doen. De moten vis moeten geleidelijk gaar stoven.
500 gram kip of vlees
1 ui
3 tenen knoflook
2 blaadjes djeroek poeroet
1 blaadje salam
1 theelepel asem
4 eetlepels olie
zout
Kruiden:
1 eetlepel sambal
2 cm laos
1 theelepel koenjit
4 cm sereh
Kook de kip of het vlees bijna gaar met zout, salam en djeroek poeroet in voldoende water. Intussen worden de gesneden uien, knoflook en de fijn gemaakte kruiden in de olie bruin gebakken. Voeg dit mengsel toe aan de bouillon met het vlees en kook het tot het gaar is.
[97]
1 kip, van ca. 1 kilo, in stukjes
2 theelepels ketoembar
1 theelepel djinten
½ liter water
1 grote ui fijngesneden
1 kopje asemwater of azijn
2 rode lomboks, in schijfjes
1 theelepel laos
1 spriet sereh
1 kopje trassiwater
zout
Wrijf de stukjes kip goed in met de kruiden, wat zout en de ui. Bak de stukjes kip in wat olie knappend bruin. Kook alles daarna ca. 30 min. in het water met het trassiwater. Het asemwater of azijn pas voor het opdienen toevoegen en de spriet sereh verwijderen.
500 gram runderpoelet
1 liter water
200 gram savooien kool
2 eetlepels gehakte selderie
1 prei
100 gram peultjes
50 gram laksa
50 gram garnalen
25 gram sedep malem
25 gram koeping tikoes
zout en peper
sojasaus en citroensap
Trek een bouillon van de poelet. Snijd de groenten fijn en kook deze samen met de laksa, garnalen, sedep malem en koeping tikoes gaar in de bouillon. Voeg zout, peper, sojasaus en citroensap naar smaak toe.
300 gram runderpoelet
1 teen ongepelde knoflook
1 spriet sereh
1 blaadje salam
1 stukje foelie
6 zwarte peperkorrels
200 gram sperziebonen
250 gram kool
200 gram jonge worteltjes
2 grote geschilde aardappelen
3 dl dunne santen
1 grote ui fijngesnipperd
2 tenen knoflook fijngehakt
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel laos
1 theelepel koenjit
1 theelepel djahé
1 theelepel ketoembar
1 mespunt djinten
2 theelepels Javaanse suiker
2 eetlepels citroensap
2 theelepels ketjap manis
enkele blaadjes bladselderie
Zet het vlees op met 4 dl koud water. Breng het aan de kook en schuim het oppervlak enkele malen zorgvuldig af. Voeg de ongepelde knoflook, sereh, salam, foelie en peperkorrels toe. Laat alles 2 uur of nog langer trekken. Zeef de bouillon en houd het vlees apart. Maak de groenten schoon en was ze. Snij de boontjes in stukjes van 4 cm. Snij de kool (groene, witte of savooien kool) in grove snippers, de wortels en aardappels in plakjes en daarna in reepjes. Breng de bouillon met de santen aan de kook en voeg de boontjes toe. Laat ze 5 min. zachtjes meekoken. Voeg daarna alle overige groenten en kruiden toe op citroensap en ketjap na. Schep alles goed om en laat het niet langer dan 5 min. koken. Voeg het gare vlees toe en roer er vlak voor het opdienen citroensap en ketjapdoor. Dien het gerecht op in een voorverwarmde schaal en garneer het met enkele grof gesneden blaadjes selderie. Als verfijning kan men enkele gepofte en fijngewreven kemirinoten toevoegen. Hierdoor wordt de smaak wat minder scherp.
250 gram kippenvlees, in blokjes
3 dl kippenbouillon
3 dl dunne santen
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel laos
1 theelepel koenjit
1 theelepel djahé
1 theelepel ketoembar
½ theelepel djinten
2 theelepels Javaanse suiker [98]
400 gram kool, in dunne repen
200 gram worteltjes, in reepjes
2 aardappelen, in staafjes
1 eetlepel asemvocht
1 theelepel ketjap manis
De blokjes kippenvlees moeten gaar zijn. Breng de bouillon aan de kook met de santen. Voeg sambal, laos, koenjit, djahé, ketoembar en djinten toe. Roer hierna de suiker erdoor en voeg alle groenten in een keer toe. Schep alles goed om en laat het niet langer dan 6 à 7 min. zachtjes koken. Voeg dan het gare kippenvlees toe en neem zodra alles weer aan de kook is van het vuur. Voeg het asemvocht en de ketjap toe. Nogmaals omscheppen en opdienen in een voorverwarmde schaal. Als garnering kan men 2 in bloemen gesneden lomboks erop leggen.
200 gram Noorse garnalen
200 gram peultjes
200 gram worteltjes in reepjes
3 dunne preien
1 dl kippenbouillon
2 dl dunne santen
1 theelepel sambal trassi
1 theelepel laos
1 theelepel koenjit
1 theelepel djahé
1 theelepel ketoembar
½ theelepel djinten
2 theelepels Javaanse suiker
1 eetlepel citroensap
zout
Snij van de prei het witte en lichtgeelgroene gedeelte in ringen en maak de peultjes schoon. Breng de bouillon met de santen aan de kook. Voeg sambal trassi, laos, koenjit, djahé, ketoembar en djinten toe. Roer hierna de suiker erdoor en voeg de groenten toe. Schep alles goed om laat de groenten niet langer dan 7 min. zachtjes koken. Voeg de garnalen toe. Schep alles goed om en neem de pan van het vuur. Roer het citroensap of asemvocht door het gerecht en voeg naar smaak wat zout toe. Als garnering zijn 1 of meer bloemen van tomaten of reepjes vruchtvlees van 2 tomaten zeer geschikt.
300 gram sperziebonen of snijbonen
1 theelepel laos
1 bouillonblokje
100 gram groene lombok of 1 groene paprika
100 gram noord zee garnalen
1 theelepel suiker
1 grote gesnipperde ui
1 gesnipperd teen knoflook
2 theelepels trassi
? blok santen
1 hardgekookt ei per persoon
zout
Groenten in stukjes snijden. De lomboks heel fijn snijden. Fruit de ui, knoflook en trassi in de olie. Dan in wat water met de laos, bouillonblok, suiker, zout, garnalen, groenten en het gefruite mengsel aan de kook brengen tot de groenten bijna gaar zijn. Als laatste de santen al roerende toevoegen, gevolgd door de hele gepelde eieren.
500 gram peultjes
100 gram gekookte garnalen
½ liter kippenbouillon
2 eetlepels olie
3 eetlepels gesnipperde uien
1 teen gesnipperde knoflook
1 theelepel laos
½ theelepel djahé
½ theelepel sambal oelek
zout
Wrijf uien, knoflook, sambal, laos en djae) tot een brij en bak dit mengsel in de olie. Bak de peultjes even mee. Voeg dan de bouillon toe, daarna de garnalen en kook dit zachtjes tot de peultjes half gaar zijn.
Magnetron:
Halveer de hoeveelheden. Verwarm de olie in een magnetronschaal van ca. 1 liter inhoud onafgedekt 1 min. op 100%. Roer er dan het fijngewreven kruidenmengsel door en fruit het onafgedekt 1 a 2 min. [99] op 100%. Doe er dan de bouillon en de peultjesbij en verwarm alles afgedekt 7 a 8 min. op 100%. Vlak voor het opdienen de garnalen erdoor roeren.
500 gram chinese kool
3 eetlepels olie
½ liter bouillon
3 eetlepels gesnipperde uien
1 teen gesnipperde knoflook
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel trassi
1 theelepel laos
2 eetlepels ebbi
Week de ebbi minstens een uur, laat ze uitlekken en stamp ze samen met de kruiden. Snijd de kool in grove stukken, was ze en laat ze uitlekken. Fruit ze met een handvol tegelijk samen met de kruiden. Voeg de bouillon toe en laat dit nog 5 a 6 min. stoven.
Magnetron:
Verwarm de olie in een magnetronschaal van 1 liter inhoud onafgedekt 2 min. op 100%. Roer er dan het fijngewreven kruidenmengsel door en fruit het onafgedekt 2 a 3 min. op 100%. Doe er dan de bouillon en de kool bij en verwarm alles afgedekt 4- 5 min. op 100%.
500 gram sperziebonen
1 grote aardappel in blokjes
4 kleine eieren
½ liter vleesbouillon
⅛ blok santen
Kruiden:
3 eetlepels gesnipperde uien
1 teen gesnipperde knoflook
2 theelepels sambal oelek
1 theelepel laos
1 theelepel djahé
½ theelepel koenjit
1 spriet sereh
Breek de boontjes. Wrijf de kruiden fijn met uitzondering van de sereh. Breng de bouillon aan de kook, voeg de gewreven kruiden, blokjes aardappel, boontjes, santen en sereh toe en laat alles koken tot de aardappel bijna gaar is. Breek de eieren een voor een en laat ze stollen zonder er in te roeren op de manier van gepocheerde eieren. Serveer dan de sajoer
sop oedang
250 gram dunne bami
5-6 champignons fijngesneden
12 peultjes in reepjes
150 gram kippenborst
1 flinke plak ham in reepjes
4 worteltjes in reepjes
½ blikje bamboespruiten
1 handje taugé schoongemaakt
zout, peper en ve-tsin
Kook de bami gaar en uit laten lekken. Klaar houden voor gebruik. Van de kip 3/2 liter bouillon trkeken. Is de kip gaar, haal deze eruit en in kleine stukjes plukken. Laat de bouillon op een klein vuur sudderen. Bamboespruiten in schijfjes snijden. Voeg de kip en de rest van de ingrediënten toe. Kruiden naar eigen smaak toevoegen. Nu de bami erbij en alles goed doorroeren. Maak een omelet en snij deze in kleine stukjes. Garneer er de bami mee.
500 gram grove of fijne bami
2 magere spek- of hamlappen
100 gram garnalen
½ blikje bamboespruiten
50 gram taugé, schoongemaakt
100 gram worteltjes in reepjes [100]
¼ witte kool, fijngesneden
2 blaadjes djeroek poeroet
1 grote ui, fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
1 stukje trassi
zout, peper en nootmuskaat
Fruit in wat olie de trassi, ui en knoflook tot de uien beginnen te bruinen. Intussen het vlees in kleine reepjes snijden en dit mee fruiten. Uiteraard heeft men van het vlees eerst ca. 2 liter bouillon getrokken en het vlees laten uitlekken voor het mee fruiten. De schoongemaakte groenten laten uitlekken en bij de rest toevoegen. De overgebleven bouillon wordt er langzaam bijgegoten en op een klein vuur bijna gaar laten koken. De bami kan ruim van te voren gaar gekookt worden. In een vergiet laten uitlekken. De bami in een diep bord opdienen en de bouillon met groenten erover heen scheppen. Als extra garneringreepjes omelet en heel fijngesneden selderie.
500 gram uien fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
2-3 magere spek- of hamlappen
2 blaadjes djeroek poeroet
3 eieren
selderie
maggi en ve-tsin
zout, peper en nootmuskaat
Trek van het vlees en djeroek poeroet ca. 2 liter bouillon. Is het vlees gaar, dan in stukjes snijden. Fruit in wat olie de knoflook, uien en voeg de stukjes vlees erbij. Maak het geheel af met de kruiden. Kluts de eieren met wat zout, nootmuskaat, ve-tsin en wat fijngesneden selderie. Bak er omeletten van, rol ze op en in reepjes snijden. Laat dan alles met de bouillon op een klein vuur sudderen. Maggi naar smaak toevoegen. Stokbrood met gesmolten oude kaas hoort erbij.
3-4 schelvissen schoongemaakt
2 grote uien fijngesneden
1 eetlepel ketjap manis
1 eetlepel citroensap
½ theelepel djahé
3 bouillonblokjes (1 liter)
half schoteltje selderie
wat fijne vermicelli
Kook de vis in de bouillon gaar en uit laten lekken. Verwijder het vel en de graten. Fruit de uien en stukjes vis in wat olie en uit laten lekken. Laat de bouillon op een klein vuur doorkoken en doe er de vermicelli bij, de ketjap, djahé, azijn, peper en zout naar smaak. Als laatste de stukjes vis en ui. Serveer in een soepkom of bord en garneer met wat selderie.
1 grote ui fijngesneden
3 bouillonblokjes (1 liter)
1 eetlepel ketjap manis
2-3 geklutste eieren
100 gram taugé schoongemaakt
wat selderie
gebakken uitjes
Fruit de ui in wat olie. Doe er de bouillon en ketjap bij. Laat de bouillon koken met wat vermicelli en giet langzaam de geklutste eieren erbij. Grove gestolde eivlokken zijn dan het resultaat. Zet het vuur laag en dien warm op. Eerst wat taugé en dan de soep. Garneer met wat uitjes en selderie.
250 gram rundvlees
200 gram kenaries (of amandelen)
200 gram rijst
6 eieren
½ dl room
1 liter water
zout en foelie
Trek bouillon van het vlees, laat het vlees daarbij door en door zacht worden. Maal de kenaries fijn en vermeng ze met room. Voeg dit mengsel met de rijst bij de bouillon en laat het samen sudderen. Kook de eieren, maak ze fijn en roer ze door de bouillon. Als de rijst gaar is, wordt de soep door een groentezeef gezeefd. Warm de soep daarna weer op met toevoeging van zout en foelie. [101]
300 gram garnalen
1 liter water
300 gram kippenpoten
3 uien fijngesneden
1 theelepel sambal
1 theelepel foelie
zout en bloem
Trek bouillon van de kippenpoten. Kook de garnalen en stamp ze fijn. Bak de uien met de bloem en voeg ze bij de bouillon met zout en sambal. Laat het geheel goed doorkoken. Zeef de bouillon in een groentezeef, voeg de foelie toe, evenals de garnalen, het vlees van de kippenpoten en wat zout. Warm de soep opnieuw op voor het opdienen.
250 gram soepvlees
1 liter water
1 ui gesneden
50 gram selderie
50 gram prei
50 gram erwtjes
1 kleine rammenas
½ witte kool
boter
Kruiden:
1 theelepel djahé
1 theelepel foelie
1 theelepel kruidnagelen
2 eetlepels ketjap manis
zout en peperkorrels
Trek een bouillon van de stukjes soepvlees. Fruit de ui en voeg een voor een de fijngesneden groenten toe. Begin met de kool, dan rammenas, erwtjes, prei en tenslotte de selderie. Laat het geheel even smoren in een beetje bouillon. Voeg dan de rest van de bouillon toe, met de ketjap, zout en de overige kruiden. Laat de soep dan sudderen tot alle ingrediënten gaar zijn.
250 gram kip
1 liter water
2 uien fijngesneden
1 prei in ringen gesneden
2 eierdooiers
postelein en peterselie
zout en peper
foelie
Trek bouillon van de kip. Kook de groenten in de bouillon gaar. Fruit de uien en voeg die ook toe, evenals wat zout, peper en foelie. Kluts de eierdooiers en giet de soep eroverheen onder voortdurend roeren.
10 rijpe tomaten
3 dl water
3 dl bouillon
1 teen knoflook
1 ui
boter
Kruiden:
1 theelepel peper
1 theelepel kruidnagelen
1 schijfjes laos
1 theelepel Javaanse suiker
zout
Dompel de tomaten onder in kokend water tot de velletjes scheuren en ontvel ze. Snijd ze fijn. Voeg de tomaten toe aan de bouillon (kippenbouillon) en laat dit 5 tot 8 min. sudderen. Snijd de ui en knoflook fijn en fruit ze samen met de kruiden in de boter. Voeg ze toe aan de bouillon met het zout. Zeef de soep. Opnieuw aan de kook brengen en even laten koken voor het opdienen.
1 kip van 500 gram
1½ liter water [102]
125 gram garnalen
3 tenen knoflook
50 gram gekookte aardappelen
3 gekookte eieren
90 gram taugé
1 ui fijngesneden
250 gram sla
2 citroenen
sojasaus
Kruiden:
½ theelepel djahé
2 theelepels zout
1 theelepel koenjit
1 theelepel peper
Breng het water aan de kook. Voeg de kruiden en de kip toe en kook de kip gaar. Neem de kip uit de pan en ontbeen ze, snijd daarbij het vlees in reepjes. Voeg de garnalen en geperste knoflook bij de bouillon en laat die ca. 15 min. trekken. Verdeel voor het opdienen over 4 tot 6 borden: de stukjes kip, de in schijfjes gesneden aardappel, de in vieren gesneden eieren, de taugé en de fijngesneden ui. Giet hier de bouillon overheen. Garneer met stukjes sla, sojasaus en partjes citroen.
1 soepkip in stukken
2 afgestreken theelepels kentjoer
2 blaadjes salam
200 gram taugé
1 pakje dunne bami
1 bouillonblokje
wat selderie fijngesneden
wat gebakken uitjes
zout en peper
Kruid de stukken kip en trek in ca. 2 liter water bouillon van de kip met de kentjoer, bouillonblokje en salam. Is de kip gaar, pluk dan het vlees van het bot en doe het terug in de bouillon. Intussen kan de bami gaarkoken en uitlekken. De taugé wassen en de groene schilletjes verwijderen. Doe de taugé in een vergiet en giet er kokend water overheen. taugé is dan lekker knappend en klaar voor gebruik. De bouillon moet op een klein vuur warm blijven. Schep dan als volgt op een diep bord: een plukje bami, plukje taugé, bouillon met stukjes kip, selderie en de uitjes. Als extra garnering nog wat stukjes gebakken omelet. Ook lekker is wat sambal ketjap erbij.
1 vette kip ± 1000 gram
2 theelepels koenjit
1 theelepel djahé
3 tenen knoflook fijngehakt
2 blaadjes salam
1 blaadje djeroek poeroet
1 spriet sereh
1 bosje laksa
250 gram witte kool
3 eetlepels uien fijngesneden
2 eetlepels prei fijngesneden
zout en ve-tsin
Trek bouillon van de kip met toevoeging van de blaadjes salam, djeroek poeroet en de sereh. Fruit daarna de knoflook, djah) en koenjit in wat olie en voeg dit toe aan de bouillon. Als de kip gaar is, wordt het vlees van het bot gehaald en teruggedaan bij de bouillon. De fijngesneden kool wordt dan toegevoegd en het geheel wordt verder gekookt tot de kool bijna gaar is. Dan wordt de laksa toegevoegd en weer doorkoken tot alles gaar is. De gefrituurde uien en rauwe prei voor het opdienen toevoegen. De soto op smaak brengen met zout en ve-tsin.
1 kip à 900 gram
10 takjes selderie
500 gram aardappelen
3 middelgrote uien
2 eieren
3 tenen knoflook
1 mespuntje kerrie
1 mespuntje sambal oelek
50 gram laksa
Trek een bouillon van de kip. Wanneer de kip gaar is, het vlees van het bot halen, in stukjes snijden en terug doen in de bouillon. De gesneden selderie, fijngemaakte knoflook en kerriepoeder even aanfruiten en toevoegen aan de bouillon. Het geheel met wat zout en aroma op smaak brengen. Eieren hard koken en in plakjes snijden. De uien schoonmaken, ringen van snijden en frituren. De [103] middelgrote aardappelen schillen en in zeer dunne plakjes (chips) snijden en ook frituren. De laksa voorweken. De voorgeweekte laksa verdelen over een of meer soepkommen, daarop de kokende bouillon gieten en pas op het laatste moment de gefrituurde ui, aardappels en het hardgekookte ei verdelen. Eventueel sambal erbij serveren.
1 kip 1200 gram in stukjes
2 liter water
2 uien in fijne ringen
2 tenen knoflook fijngehakt
½ theelepel djahé
3 blaadjes salam
1 eetlepel ketjap asin
100 gram heel dunne mie
100 gram taugé, schoongemaakt
2 eetlepels gebakken uitjes
1 schoteltje selderie
1 schoteltje prei
zout en peper
sambal oelek en ketjap
Doe de stukjes kip met de salam voor ca. 5 min. in kokend water. Fruit ondertussen in margarine de ringen ui en knoflook. Zet het vuur laag en doe de uien en knoflook bij de kip en gaar laten sudderen. Maak af met djahé, zout, peper en ketjap. Nog even sudderen. Schep op een diep bord wat mie, erom heen wat taugé, prei, selderie en wat gebakken uitjes. Giet vervolgens wat bouillon over alles heen en tot slot wat stukjes kip. De sambal ketjap (zelf aangemaakt) niet vergeten.
1 kip à 1,2 kilo
100 gram garnalen
1 theelepel koenjit
½ theelepel djahé
3 tenen knoflook, fijngehakt
1 gekookte aardappel, in plakjes
3 eieren hardgekookt, in stukjes
100 gram taugé, schoongemaakt
1 grote ui, in dunne ringen
2 eetlepels ketjap asin
200 gram stoofsla, grof gesneden
1 schoteltje bladselderie, fijngehakt
wat gebakken uitjes
zout en peper
Laat de kip met wat zout in 2 liter water gaarkoken. Uit laten lekken en het vlees van het bot plukken. Fruit in wat olie de knoflook en de ui. Na het bruinen van de uien, de garnalen en de ketjap erbij. Dan de stukjes kip, aardappel en naar smaak afkruiden. Laat alles in de aan de kook gebrachte bouillon even mee sudderen. Drapeer op een diep bord wat taugé), sla (indien geen stoofsla aanwezig kan ook andijvie gebruikt worden, doch die moet ca. 3 min. meekoken in de bouillon) en wat stukjes ei. Schep dan wat bouillon met inhoud erover heen. Garneer met gebakken uitjes en wat bladselderie. Gefruite uitjes kan men ook zelf maken, maar in de toko zijn ze kant en klaar verkrijgbaar.
1 kip à 1,2 kilo
1 theelepel koenjit
1 theelepel djahé
3 tenen knoflook, fijngehakt
1 grote ui, fijngesneden
100 gram taugé, schoongemaakt
100 gram gebakken uitjes
1 handvol laksa
1 schoteltje prei, fijngesneden
peper
Snij de kip in stukken en in 3/2 liter water met wat zout gaarkoken. Daarna het vlees van het bot plukken, uit laten lekken en apart leggen. De laksa niet te gaar koken en uit laten lekken. Fruit in wat olie de knoflook, ui, koenjit,djahé en de prei. Doe er dan de stukjes kip bij. Breng de bouillon aan de kook en doe er de gefruite kip en laksa bij. Goed doorroeren en het vuur laag. Serveer in een soepkom of diep bord. Eerst wat taugé), dan de soto erover heen. Daarna wat gebakken uitjes, sambal en ketjap erover.
75 gram mihoen
50 gram taugé
75 gram longtong
350 gram gaar kippenvlees
3 gekookte aardappelen
1 liter gekruide kippenbouillon [104]
4 hardgekookte eieren
1 eetlepel gesnipperde prei
1 eetlepel gehakte bladselderie
50 gram emping melindjo
6 kemiris, fijngestampt
2 rode lomboks
2 groene lomboks
2 eetlepels citroensap
½ theelepel zeezout
Snij het kippenvlees in stukken en de aardappelen in plakjes. Bereid de mihoen zoals is aangegeven op de verpakking. Laat hem na het koken goed uitlekken. Was de taugé, verwijder de schilletjes en laat hem uitlekken. Schenk hierna heel langzaam 2 à 3 liter kokend water over de taugé en laat hem opnieuw goed uitlekken. Snij de longtong in smalle repen of blokjes. Maak de stukjes kippenvlees, aardappelen en longtong warm in een stoompan boven de stoom. Breng de bouillon aan de kook. Leg in elke voorverwarmde soepkom een in plakjes gesneden hardgekookt ei. Leg hierop een deel van het kippenvlees, de longtong en de mihoen. Vul de koppen hierna met de hete gekruide bouillon. Strooi wat prei en selderie erover. Serveer hier apart een schaaltje emping, een schaaltje fijngestampte kemirinoten en a la minuut bereide sambal van rode en groene lombok. Verwijder hiervoor de uiteinden van de lomboks en snij ze ragfijn. In een vijzel wrijft men ze verder fijn met wat zout en wat citroen of limoensap. De sambal in de vijzel opdienen.
1 braadkuiken van 1 kg
4 grote grof gesnipperde uien
4 blaadjes djeroek poeroet
4 gehakte tenen knoflook
6 sprieten sereh
peper uit de molen en zout
3 kemirienoten, fijngestampt
1 theelepel kentjoer
2 theelepels laos
2 eetlepels olie
2 dl dunne santen
100 gram mihoen
75 gram taugé
4 hardgekookte eieren
4 eetlepels gefruite ui
1 citroen, in partjes
200 gram droog gekookte rijst
4 gekookte aardappels
Verdeel de kip in 8 of meer stukken. Leg deze in een pan en voeg zoveel water toe dat ze juist onder staan. Breng dit aan de kook en schuim het oppervlak enkele malen af. Voeg daarna de helft van de uien, de helft van de knoflook, djeroek poeroet, sereh, 2 theelepels zout en wat peper toe. Leg de deksel op de pan en laat alles gedurende 30-40 min. zachtjes koken. Wrijf in een vijzelde rest van de uien en knoflook tot een pasta. Voeg fijngestampte kemirinoten, kentjoer, laos en een beetje zout toe. Fruit onder voortdurend omscheppen dit mengsel totdat het wat kleur heeft gekregen en laat het dan afkoelen. Neem de stukken kip na de kooktijd uit de pan en laat ze afkoelen. Zeef de bouillon dooreen (kaas)doek. Voeg de santen aan de bouillon toe. Bereid de mihoen zoals aangegeven op de verpakking. Was de taugé) en verwijder de schilletjes. Daarna langzaam 2-3 liter kokend water erover gieten en laten uitlekken. Neem het kippenvlees van de botjes en verwijder de huid. Snij het vlees in niet al te kleine stukken. Voeg de bouillon toe aan het gefruite uienmengsel. Roer alles goed om en breng het aan de kook. Laat het gedurende 10 min. zachtjes doorkoken. Pel de eieren, snij ze in vieren en leg ze op een schaaltje. Leg ook de andere ingrediënten zoals de plakjes aardappel, mihoen, rijst, kip, taugé), gefruite uitjes en parten citroen op kleine schaaltjes. Dien de bouillon op in een voorverwarmde terrine. Bij de soto madura krijgt iedere gast een groot diep bord of kom voor zich waarin hij zelf een deel van de ingrediënten schept die in de schaaltjes op tafel staan. Dan schenkt hij hierop een beetje bouillon.
400 gram runderpoelet
1 grote ui
6 kruidnagels
12 zwarte peperkorrels
1 stukje foelie
zout
1 mespunt zwarte peper
1 mespunt nootmuskaat
½ theelepel djinten
2 theelepels gemalen ketoembar
1 gesnipperde ui
1 teen uitgeperste knoflook
500 gram bloemkoolroosjes
4 nestjes mie
Zet het vlees op met 1 liter water. Breng het aan de kook en schuim het oppervlak enkele malen zorgvuldig af. Steek de kruidnagels in de ui en doe hem met de peperkorrels, foelie en 1 theelepel [105] zout in de pan. Laat alles gedurende 2 tot 2½ uur zachtjes trekken. Zeef de bouillon door een (kaas)doek. Snij het vlees in kleine stukken en houd het apart. Voeg peper, nootmuskaat, ketoembar, djinten, ui en knoflook toe aan de bouillon. Kook de bloemkool roosjes 5 tot 7 min. in de bouillon. De bloemkool moet knapperig blijven. Bereid de mie zoals op de verpakking staat. Laat de mie uitlekken en voeg hem samen met het vlees toe aan de soep met de bloemkoolroosjes. Zodra de soep weer aan de kook is gekomen,kan ze opgediend worden bij voorkeur in een voorverwarmde terrine.
200 gram Noorse garnalen
2 eetlepels olie
1 gesnipperde ui
2 tenen knoflook fijngehakt
2 theelepels sambal oelek
2 grote tomaten
5 dl kippenbouillon
1 middelgrote aubergine
2½ dl dunne santen
1 theelepel Javaanse suiker
De tomaten worden ontveld en in stukjes gesneden. Hak of snij de garnalen in stukjes. Verhit de olie in een wadjan of braadpan en fruit hierin onder voortdurend omscheppen de ui totdat hij wat kleur begint te krijgen. Voeg de knoflook toe. Alles goed omscheppen en dan de sambal en stukjes tomaat toevoegen. Schep alles voortdurend om en druk de tomaat tegen de bodem of wand fijn. Voeg vervolgens de bouillon toe en breng alles onder voortdurend roeren aan de kook. Temper het vuur en laat alles gedurende 10 min. heel zachtjes koken. Schil de aubergine heel dun en snij het vruchtvlees in blokjes van 1 cm in het vierkant. Voeg deze bij de inhoud van de wadjan en laat alles nog eens 10 min. zachtjes doorkoken. Voeg hierna de santen toe en breng de soep op smaak door de suiker en wat zout er aan toe te voegen. Schep vlak voor het opdienen de stukjes garnaal door de soep.
500 gram bruine bonen of blik
2 kruidnagels
1 blaadje salam
2 liter water
1 lombok in ringen
½ prei in ringetjes
1 grote ui in ringen
6 stengels selderie fijngehakt
1 eetlepel peterselie fijngehakt
200 gram mager rookspek reepjes
1 teen knoflook fijngehakt
Verse bonen eerst een nacht laten weken. Kook de bonen dan in het water gaar met wat zout. Worden er blikbonen gebruikt, dan uiteraard niet gaarkoken en minder water gebruiken. Fruit in wat olie de knoflook, ui, lombok, prei, selderie en het spek. Zijn de bonen gaar, dan het gefruite mengsel, de kruidnagels en blaadje salam erbij. Laat op een klein vuur alles ca. 10 min. doorkoken en regelmatig doorroeren. Strooi als laatste de peterselie erover. Naar eigen smaakkan men meer uien gebruiken.
1 kip van 850 gram
1 liter water
2 uitjes gesnipperd
3 kemirinoten geraspt
½ theelepel knoflookpoeder
½ theelepel sambal oelek
3 theelepels Javaanse kerrie
1 theelepel laos
1 theelepel djahé
? zak miehoen
wat citroensap
Trek bouillon van de kip. Fruit in wat olie de ui en de kruiden. Doe er bouillon bij om aanbranden te voorkomen. Meng dit goed door elkaar en giet het over in de pan met bouillon. Snij nu het vlees van de kip in kleine stukken en voeg die eveneens bij de bouillon. Breng ruim water aan de kook, neem de pan van het vuur en laat dan de miehoen 3 minuten in dit hete water staan. Giet het af en spoelde miehoen goed af met koud water. De miehoen wordt vlak voor het opdienen aan de soep toegevoegd. Afmaken met zout en citroensap.
1 liter sterke bouillon
50 gram bloem [106]
1 dl koude melk
3 eetlepels tomatenpuree
1 theelepel wijnazijn
1 mespunt knoflookpoeder
½ theelepel djahé
2 eetlepels suiker
2 eetlepels stukjes ham
2 eetlepels stukjes vlees
2 druppels rijstwijn (of droge sherry)
½ dl koffiemelk of room
1 eetlepel zout
½ theelepel ve-tsin
Breng de bouillon aan de kook. Maak een mengsel van bloem, melk, tomatenpuree, azijn, knoflookpoeder, djahé en suiker en voeg dit al roerend aan de bouillon toe. Laat dit nu 5 minuten zachtjes doorkoken. Doe het vlees (ham en stukjes gaar kippen- of varkensvlees) erbij en laat het geheel nog eventjes doorkoken alvorens het van het vuur te nemen. Daarna voegt men koffiemelk, rijstwijn (of droge sherry), zout en ve-tsin toe. Serveer deze soep in kommen.
200 gram gekookte kip
1 liter bouillon van kip
50 gram miehoen
1 prei in dunne ringen
1 ui gesnipperd
1 theelepel ketjap asin
1 mespunt ve-tsin
1 ei
1 eetlepel aardappelmeel
selderie
Snijd het kippenvlees in kleine stukjes. Breng de bouillon aan de kook en doe er de stukjes kip, ui en prei bij. Laat dit ca. 10 minuten zachtjes doorkoken. Maak de miehoen klein en doe die met ketjap, zout en ve-tsin bij de soep. Laat alles nog 2 min. doorkoken. Vergeet niet af en toe te roeren. Klop nu het ei en maak er een omelet van, die men in zeer smalle reepjes snijdt. Bind de soep met het water aangemaakte aardappelmeel en voeg die met de reepjes omelet toe. Serveerde soep in kommen met als garnering wat fijngeknipte selderie.
250 gram gedroogde vinnen
*) Het gebruik van haaievinnen is nu in de EU verboden (HvD)
of 500 gram verse vinnen
1 mespunt knoflookpoeder
1 liter bouillon
1 blikje krab
ketjap manis en suiker
Gedroogde haaienvinnen moeten eerst 24 uur in ruim water weken om daarna met het knoflookpoeder gaar gekookt te worden. Zijn de haaienvinnen vers, was ze eerst en zet ze op met ruim water, zout en het knoflookpoeder. Als de vinnen gaar zijn haalt men het vlees eraf. Zet nu de bouillon op (kip of vlees) en breng ze aan de kook. Laat er ook het krabbenvlees even in meekoken. Voeg er vervolgens de vinnen aan toe en breng de soep op smaak met wat ketjap. Eventueel nog wat suiker toevoegen.
1 pak tomatensoep
½ theelepel zwarte peper
1 mespunt kruidnagel
3 dl water
4 eetlepels gefruite uitjes
1 theelepel sambal oelek
Soep verdunnen met water, grof gemalen peper en gemalen kruidnagel en sambal toevoegen. Alles samen even doorwarmen en opdienen in kommen. Op het laatst de uitjes er overheen strooien opdat ze krokant blijven.
1 blik maïskorrels (240 gram)
1 liter kippenbouillon
150 gram gaar kippenvlees
1½ eetlepel maïzena
1 eetlepel ketjap manis
1 grote gesnipperde ui
1 teen knoflook fijngehakt
2 eetlepels gehakte selderie
De kippenbouillon moet bij voorkeur pittig gekruid en ontvet zijn. Laat de maïskorrels uitlekken in een zeef. Breng de bouillon aan de kook en voegde maïskorrels toe. Laat ze 3-4 min. zachtjes meekoken. [107] Snij het kippenvlees in kleine stukjes. Maak de maïzena aan met 2 eetlepels koud water en de ketjap. Roer deze oplossing door de hete bouillon en voeg de ui en de knoflook toe. Laat alles nog 2-3 min. zachtjes doorkoken. Roer vlak voor het opdienen bladselderie, korianderblaadjes of peterselie door de soep. Opdienen in voorverwarmde diepe borden of kommen.
6 grote chinese champignons
¾ liter ontvette kippenbouillon
50 gram taugé
1 rode lombok
1 groene lombok
200 gram gekookte mosselen
2 eetlepels gehakte selderie
zout
Leg de champignons in een kommetje en schenk er zoveel kokend water over dat ze juist onder staan. Laat ze een half uur weken. Zeef het vocht en voeg het aan de bouillon toe. Proef de bouillon en voeg naar eigen smaak zout toe. Verwijder de stelen van de paddenstoelen en snij de hoeden in reepjes. Was de taugé enkele malen en verwijder de groene schilletjes. Laat de taugé uitlekken. Was de lomboks, halveer ze en verwijder zaadlijsten en zaad. Snij de lomboks in uiterst dunne reepjes. Voeg champignons en lomboks toe aan de bouillon. Schep alles goed om en laat de bouillon 3 min. koken. Schep daarna de mosselen, taugé en selderie door de bouillon. Neem na 1 min. de pan van het vuur en dien de soep op. De soepkan ook licht gebonden worden door een mengsel van 1 eetlepel maïzena en 3 eetlepels koud water erdoor te roeren.
1 eetlepel olie
1 grote gesnipperde ui
1 teen knoflook fijngehakt
1½ eetlepel Javaanse kerrie
1 theelepel sambal
½ liter sterke kippenbouillon
2½ dl dikke santen
200 gram gekookte mosselen
2 eetlepels peterselie
zout
Fruit de ui in de olie onder voortdurend omscheppen tot de ui begint te verkleuren. Voeg dan de fijngehakte knoflook en kerrie toe. Schep alles gedurende 30 sec. zonder ophouden en doe dan de sambal erbij. Weer omscheppen en dan de bouillon en santen toevoegen. Roer alles krachtig om en laat het langzaam aan de kook komen boven een matig vuur. Proef het en voeg zout naar smaak toe. Doe dan de mosselen erbij en laat alles nog 1 min. op het vuur staan. Dan de pan er vanaf nemen en roer de fijngehakte peterselie of korianderblaadjes door de soep. Hierna de soep onmiddellijk in voorverwarmde diepe borden of kommen opdienen.
wat schenkels en poelet
2 lomboks (ontpit)
2 runderbouillontabletten
5 maggiblokjes
8 wortelen
1 grote prei in ringen
1 ui
1 struik andijvie
200 gram champignons
1 stukje kool
5 stukken aardappel
100 gram macaroni
Schenkels, poelet, lomboks, bouillonblokjes en maggiblokjes ca. 30 min. laten koken in een grote pan. Intussen alle groenten grof snijden. Na 30 min. gaan in de pan 5 grote stukken aardappel en 100 gram macaroni. Dit geheel ca. 15 min. laten koken. Dan de groenten toevoegen en zachtjes gaar laten sudderen. Een grote ui in boter lichtbruin bakken en deze met boter en al in de soep.
3 uien in stukken
4 tomaten ontpit en in stukjes
1 teen knoflook
5 kemirienoten
1 stukje trassi
1 eetlepel olie
500 gram rundergehakt
1 salamblad
1 spriet sereh
1 theelepel laos
zout en peper [108]
In een mengbeker de ui, knoflook, kemirienoten en trassi fijnmalen. In een kom het gehakt met het uimengsel, 1 eetlepel olie, peper en zout door elkaar mengen. Hiervan kleine balletjes maken. 1 liter water aan de kook brengen en de gehaktballetjes, salam, sereh, laos, tomaat en zout toevoegen. Met deksel op pan 30 min. zachtjes koken. Voor het opdienen de salam en sereh verwijderen.
2½ liter water
500 gram katjang idjoe
400 gram vlees
zout
prei
selderie
De katjang idjoe wassen en met het vlees in het water ca. 30 min. laten koken. De katjang idjoe zeven, de klein gesneden groenten en het zout toevoegen. De soep laten koken tot de groenten gaar zijn en de soep gebonden is. Het vlees klein snijden en weer aan de soep toevoegen.
250 gram katjang idjoe
1 liter bouillon
100 gram prei in stukjes
3 eetlepels gesnipperde uien
3 eetlepels gehakte selderie
4 eetlepels olie
Week de katjang idjoe een nacht, zet ze op met het weekwater en de bouillon. Kook ze gaar en zeef ze. Fruit de ui goudbruin in de olie, haal ze eruit en fruit de prei en de selderie in de rest van de olie. Lekker is ook een paar plakjes spek mee te bakken. Roer alles door de soep en laat die nog enkele minuten doorkoken. Serveer de soep met de gebakken uitjes.
Magnetron :
Bereid de katjang idjoe zoals hierboven beschreven. Verwarm de olie in een glazen litermaat onafgedekt 2 min. op 100%. Schep ui, prei en selderie door en fruit het onafgedekt 2-3 min. op 100%. Ga verder te werk zoals hierboven beschreven.
1 grote vette soepkip
1 kg schouderkarbonade in stukjes
200 gram gekookte garnalen
1 blikje krab
250 varkensgehakt
1 eitje voor het gehakt
4 eieren voor omelet
250 gram kool
250 gram taugé
3 dikke preien in ringen
½ blikje doperwten
4 eetlepels gehakte selderie
50 gram sedep malam
50 gram koeping tikoes
250 gram laksa
Kruiden:
6 eetlepels gesnipperde uien
6 tenen gesnipperde knoflook
3 eetlepels taotjo
50 gram gemberwortel
olie, zout en peper
ketjap, ve-tsin en citroensap
Kook de kip samen met de karbonade, knoflook, uien en gemberwortel in ca. 4 liter water tot het vlees gaar is. Haal de botten eruit en snijd het vlees in stukjes. Doe het vlees weer terug in de bouillon, samen met de garnalen, krab en taotjo. Week de sedep malam, koeping tikoes en laksa in lauw water. Maak het gehakt aan met zout, peper en het ei. Balletjes draaien en in olie braden. Bak een omelet aan beide kanten, oprollen en in reepjes snijden. Snijd kool uiterst fijn en spoel taugé schoon. Voeg aan de kokende bouillon eerst de laksa toe en na enkele minuten de sedep malam en koeping tikoes. Als de massa weer kookt, de kool, prei, taugé en het laatst de doperwten met vocht erbij. Dien de soep op in een grote pot of terrine en roer er de reepjes omelet, gehaktballetjes en selderie doorheen. Afmaken met ketjap, ve-tsin en citroensap.
[109] 1 kg geitenvlees en been
2 grote aardappelen in grove stukken
5 eetlepels gehakte selderie
3 grote uien fijngesneden
½ eetlepel peperkorrels
½ theelepel kentjoer
1 cm gemberwortel en wat zout
3 djeroek poeroetblaadjes
Zet vlees en been op in 3 liter water met de uien, kentjoer, gemberwortel, djeroek poeroet, peperkorrels en wat zout. Laat dit een nacht trekken op een zacht vuur; er moet ca. 1 liter bouillon overblijven. Schep de botten eruit en snijd het vlees klein. Voeg vlees en stukken aardappel toe aan de soep en laat die nog ca. 20 min. meekoken. Voor het opdienen de selderie er doorheen doen en de blaadjes en gemberwortel verwijderen.
1 liter kippenbouillon
2 eieren
10 gram sterrenkers of raapstelen
1 teen geperste knoflook
1 mespunt ve-tsin
zout en peper
Knip sterrenkers of jonge raapstelen (wortels verwijderen) in stukjes. Klop de eieren met peper en zout als voor een omelet. Breng de bouillon aan de kook, roer de eieren erdoor zodat ze stollen in uiterst dunne slierten. Doe de sterrenkers of raapstelen in soepkommen of terrine en schenk de kokende bouillon erop. Afmaken met knoflook en ve-tsin en eventueel met een paar druppels citroensap.
Magnetron :
Halveer de hoeveelheden. Breng de bouillon in een glazen litermaat afgedekt in 7-8 min. op 100% aan de kook. Roer de losgeklopte eieren erdoor en vervolgens de sterrenkers of raapstelen. Breng tot slot de bouillon op smaak met knoflooksap en ve-tsin.
1 liter visbouillon
200 gram (diepvries)kabeljauw
2 eetlepels maïzena
3 sjalotten
1 mespunt ve-tsin
1 teen uitgeperste knoflook
1 mespunt djahé
2 eetlepels rijstwijn (of droge sherry)
1 eetlepel sojasaus
peper en zout
Snijd de kabeljauwfilets in vlies dunne schijfjes. Maak de maïzena aan met de rijstwijn (of droge sherry), sojasaus, knoflooksap, djahé en eventueel nog wat koud water. Laat de visschijfjes hierin minstens een uur marineren. Snijd de sjalotten in zo dun mogelijke plakjes. Breng de bouillon aan de kook, voeg sjalotten toe en onder goed roeren de stukjes vis met de aanhangende marinade. Laat de soep nog 3 min. doorkoken. Maak ze af met peper, ve-tsin en eventueel nog wat zout.
Magnetron :
Halveer de hoeveelheden. Marineer de vis zoals hierboven beschreven. Breng de bouillon in een glazen litermaat afgedekt in 7-8 min. op 100% aan de kook. Doe er de sjalotjes, vis en de marinade bij en kook de bouillon afgedekt nog 1-3 min. op 100%. Laat de bouillon even nagaren.
1 liter kippenbouillon
100 gram prei
100 gram gekookte garnalen
50 gram laksa
1 teen geperste knoflook
1 mespunt djahé
2 eetlepels rijstwijn (of droge sherry)
1 eetlepels sojasaus
1 mespunt ve-tsin
peper en zout
Week de laksa minstens 15 min. in lauw water. Snijd de prei in stukjes van ca. 2 cm en deze stukjes weer in de lengte in uiterst dunne reepjes. Breng de bouillon aan de kook met de knoflook en djahé. Voeg de uitgeknepen laksa toe, de prei, ve-tsin en laat alles 3 min. doorkoken. Maak de soep af met de rijstwijn (of droge sherry) en sojasaus. Doe de garnalen in soepkommen of terrine en giet de kokende soep eroverheen. [110]
Magnetron :
Halveer de hoeveelheden. Breng de bouillon met knoflooksap en djahé in een glazen litermaat afgedekt in 7-8 min. op 100% aan de kook. Doe er de uitgeknepen laksa, prei en ve-tsin bij en kook alles afgedekt nog 1 min. op 100% door. Verder te werk gaan zoals in het recept beschreven.
1 liter heldere bouillon
1 kleine komkommer zonder zaad
150 gram varkenshaas
1 eetlepel maïzena
1 teen geperste knoflook
1 mespunt anijspoeder
2 eetlepels rijstwijn (of droge sherry)
2 eetlepels sojasaus
zout en peper
Schil de komkommer en snijd deze in uiterst dunne plakjes. Snijd ook het vlees vliesdun. Maak een sausje van maïzena, 1 eetlepel sojasaus, de rijstwijn (of droge sherry), knoflooksap, zout, peper en anijs. Marineer hierin de schijfjes vlees minstens 30 min. Breng de bouillon aan de kook. Doe het vlees er onder goed roeren bij en laat het 2 min. meekoken. Voeg dan de schijfjes komkommer toe en kook de soep nog 1 min. door. Afmaken met het restant sojasaus, peper en zo nodig een beetje zout.
1 liter bouillon
100 gram champignons, in schijfjes
100 gram varkensgehakt
1 eetlepel maïzena
1 eetlepel sojasaus
1 eetlepels rijstwijn (of droge sherry)
1 teen geperste knoflook
1 eiwit
1 mespunt anijspoeder
zout en peper
Maak het gehakt aan met de maïzena, losgeklopt eiwit, knoflook, anijs, peper en zout. Draai er balletjes van. Breng de bouillon aan de kook, doe de gehaktballetjes erin en na 2 min. de vliesdunne schijfjes champignons. Laat de soep nog 3 min. doorkoken en maak hem af met rijstwijn (of droge sherry) en sojasaus.
Magnetron :
Halveer de hoeveelheden. Breng de bouillon in een glazen litermaat afgedekt in 7-8 min. op 100% aan de kook. Doe er de gehaktballetjes en schijfjes champignons bij en verwarm de soep afgedekt 3-4 min. op 30%. Verder te werk gaan zoals in het recept beschreven.
1 liter kippebouillon
1 klein blik krab
2 eieren
1 teen geperste knoflook
1 mespunt ve-tsin
2 eetlepels rijstwijn (of droge sherry)
1 eetlepel sojasaus
1 eetlepel fijngesneden bieslook
peper en zout
Breng de bouillon aan de kook met het knoflooksap. Klop de eieren met peper en zout en roer ze door de bouillon zodat ze stollen in uiterst dunne slierten. Doe de inhoud van het blikje krab over in soepkommen of terrine. Maak de bouillon af met de sojasaus, rijstwijn (of droge sherry) en ve-tsin en giet die over het krabvlees. Roer de bieslook erdoor. Eventueel peper en zout bijvoegen.
Magnetron :
Halveer de hoeveelheden. Breng de bouillon met knoflooksap in een glazen litermaat afgedekt in 7-8 min. op 100% aan de kook. Roer de losgeklopte eieren erdoor. Verder te werk gaan zoals in het recept beschreven.
1 liter bouillon
250 gram mager varkensvlees
¼ blok tahoe
50 gram gedr. chinese champignons
1 sjalot
2 eieren [111]
1 eetlepel maïzena
Kruiden:
2 eetlepels rijstwijn (of droge sherry)
1 teen geperste knoflook
1 eetlepel sojasaus
sap van 1 citroen
2 grote augurken
zout en zwarte peper
1 mespunt gemalen anijs
Week de champignons tenminste 30 min. in lauw water. Snijd het vlees en tahoe in zeer dunne schijfjes. Breng de bouillon met anijs en knoflook aan de kook en laat vlees en champignons zachtjes 10 min. meekoken. Voeg dan de tahoe toe. Maak de maïzena aan met de rijstwijn (of droge sherry), sojasaus en bind de soep hiermee. Klop eieren los met peper en zout en voeg dit onder goed roeren toe aan de kokende massa. Het ei moet in dunne draden stollen. Maak de soep af met nog wat peper en zout, ve-tsin, gehakte sjalot, gehakte augurken en het citroensap.
500 gram mosselen
25 gram gedr. chinese champignons
½ blikje bamboespruiten
2 tenen geperste knoflook
2 eetlepels rijstwijn (of droge sherry)
2 eetlepels sojasaus
2 eetlepels maïzena
peper en zout
Week de champignons tenminste 30 min. in lauw water. Spoel de mosselen onder de kraan even af. Breng 1 liter water aan de kook met de rijstwijn (of droge sherry), knoflook en sojasaus. Doe er de mosselen bij en laat dit ca. 5 min. koken tot alle mosselen open zijnen roer ze regelmatig om. Schud de mosselen op een zeef en vang het kookvocht op. Haal de mosselen uit de schalen. Vul de mosselbouillon met kokend water aan tot 1 liter. Wanneer de bouillon niet krachtig genoeg is, brokkel er dan een deel van een kippenbouillontablet doorheen. Kook de uitgelekte champignons ca. 3 min. in deze bouillon en doe er dan de in stukjes gesneden bamboespruiten bij. Bind de soep met de maïzena, aangemaakt met rijstwijn (of droge sherry) en sojasaus en warm de mosselen erin op.
Magnetron :
Halveer de hoeveelheden. Doe de schoongemaakte mosselen in een magnetronschaal van tenminste 2 liter en verwarm ze afgedekt 5-6 min. op 100% tot alle mosselen open zijn. Verwijder de schelpen en vang het vocht op. Giet 4 dl water met de rijstwijn (of droge sherry), knoflook, soja en mosselvocht in een magnetronschaal van tenminste 1 liter en breng alles afgedekt in 6-7 min. op 100% aan de kook. Voeg de geweekte champignons en stukjes bamboespruiten toe en verwarmde soep afgedekt 3-4 min. op 30%. Ga verder te werk als hierboven beschreven.
1 liter sterke kippenbouillon
restjes kippenvlees
¼ blok tahoe
1 eetlepel fijngesneden bieslook
100 gram ham gesnipperd
1 eetlepel maïzena
1 teen geperste knoflook
1 mespunt ve-tsin
2 schijfjes verse gemberwortel
2 eetlepels rijstwijn (of droge sherry)
1 eetlepel sojasaus
Snijd de tahoe in blokjes van 1 cm en laat ze marineren in een papje van maïzena, rijstwijn (of droge sherry), sojasaus, knoflook en geraspte gember. Breng de bouillon met restjes vlees aan de kook. Laat de tahoe er 3 min. in meekoken. Doe de ham en bieslook in soepkommen of terrine. Maak de soep af met ve-tsin en giet hem over de ham en bieslook. Roer alles goed om.
Magnetron :
Halveer de hoeveelheden. Marineer de tahoe zoals aangegeven. Breng de bouillon in een glazen litermaat afgedekt in 7-8 min. op 100% aan de kook. Doe de tahoe erin en verwarm de soep afgedekt 1 min. op 100%. Ga verder te werk als hierboven beschreven.
[112]
1 liter visbouillon
200 gram kabeljauwfilets
1 eetlepel maïzena
100 gram mie
3 tenen geperste knoflook
¾ theelepel ve-tsin
½ theelepel suiker
2 eetlepels gehakte selderie
zout en peper
1 eiwit
partjes citroen
sojasaus
Hak de kabeljauwfilets zeer fijn of draai ze door een vleesmolen. Vermeng ze met maïzena, eiwit, suiker, zout en peper naar smaak, ve-tsin en knoflook. Draai er balletjes van als flinke knikkers zo groot. Breng de bouillon aan de kook, doe er de balletjes bij en laat ze zachtjes koken tot ze boven drijven. Schep ze uit de bouillon, voeg de voorgeweekte mie toe. Laat de soep 2-3 min. doorkoken, warm de balletjes erin op en roer de selderie voor het serveren er doorheen. Dien op met partjes citroen en sojasaus.
Magnetron :
Halveer de hoeveelheden. Breng de bouillon in een glazen litermaat afgedekt in 7-8 min. op 100% aan de kook. Doe de balletjes en de mie erin en verwarm de soep afgedekt 2 min. op 70%. Roer de selderie erdoor.
1 liter visbouillon
200 gram garnalen
1 eetlepel maïzena
100 gram mie
3 tenen geperste knoflook
½ theelepel ve-tsin
½ theelepel suiker
2 eetlepels gehakte selderie
zout en peper
sojasaus
partjes citroen
Hak de garnalen fijn of draai ze door de vleesmolen. Behandel de garnalen als vis uit het vorige recept maar maak de balletjes iets kleiner. Voor de bereiding zie vorig recept. Eveneens opdienen met sojasaus en partjes citroen.
Magnetron :
Halveer de hoeveelheden. Breng de bouillon in een glazen litermaat afgedekt in 7-8 min. op 100% aan de kook. Doe de balletjes en de mie erin en verwarm de soep afgedekt 2 min. op 70%. Roer de selderie erdoor.
2 stukken kippenborst (500 gram)
1 blikje maïs
2 eieren
1 liter kippenbouillon
1 eetlepel sojasaus
1 eetlepel maïzena
3 eetlepels gesnipperde uien
1 teen geperste knoflook
1 eetlepel olie
1 snufje ve-tsin
zout en peper
Snijd het vlees van de borststukken in nette dunne plakjes. Marineer ze in een papje van maïzena, aangelengd met wat water (maïs vocht), knoflook, peper en zout naar smaak, ve-tsin en sojasaus. Zet de botten met restjes aanhangend vlees op met de uien in de bouillon en laat dit ca. 45 min. trekken. Haal de botten uit de bouillon en voeg de gemarineerde plakjes vlees toe. Laat die ca. 10 min. meekoken tot ze gaar zijn. Roer er dan de maïskorrels doorheen. Laat de maïskorrels goed warm worden en roer voor het opdienen de geklopte eieren erdoor.
2 stukken kippenborst (500 gram)
1 blikje soepasperges (stukjes)
2 eieren
1 liter kippenbouillon
1 eetlepel sojasaus
2 eetlepels maïzena
3 eetlepels gesnipperde uien
1 teen geperste knoflook
1 eetlepel olie
1 snuf ve-tsin [113]
zout en peper
1 eetlepel krab uit blik
Snijd het vlees van de borststukken in nette dunne plakjes. Marineer ze in een papje van maïzena, aangelengd met wat water (asperges vocht), knoflook, peper en zout naar smaak, ve-tsin en sojasaus. Zet de botten met restjes aanhangend vlees op met de uien in de bouillon en laat dit ca. 45 min. trekken. Haal de botten uit de bouillon en voeg de gemarineerde plakjes vlees toe. Laat die ca. 10 min. meekoken tot ze gaar zijn. Roer er dan de stukjes asperges en het krabvlees doorheen. Laat de stukjes asperges goed warm worden en roer voor het opdienen de geklopte eieren erdoor.
250 gram lamsvlees in blokjes
kool in slierten gesneden
250 gram taugé
plak tempeh in blokjes
1 grote tomaat in stukken
3 eetlepels gesnipperde uien
2 tenen gesnipperde knoflook
½ theelepel ketoembar
1 theelepel laos
½ theelepel djahé
1 eetlepel Javaanse suiker
2 salamblaadjes
peper en zout
Zet de blokjes vlees op met wat zout in ca. 1 liet kokend water. Wrijf uien met knoflook, ketoembar, laos, djahé en suiker tot een brij. Voeg dit mengsel toe aan de bouillon. Doe er na ca. 30 min. de tempeh bij. Als het vlees gaar is de kool, taugé en tomaat toevoegen. Op smaak brengen met peper en zout.
Magnetron :
Halveer de hoeveelheden. Breng in een magnetronschaal van 1 liter de bouillon afgedekt in 7-8 min. op 100% aan de kook. Doe er het vlees en kruiden mengsel bij en verwarm alles afgedekt 25 min. op 30%. Voeg 5 min. voor het einde de tempeh, kool en taugé toe en roer vlak voor het opdienen de tomaat erdoor.
Babi pangang
500 gram magere speklappen
2 grote uien fijngesneden
1 teen knoflook
1 stukje trassi
zout, peper en nootmuskaat
ketjap manis
Wrijf de stukjes vlees in met zout, peper en nootmuskaat. Daarna in ketjap laten inweken. Fruit in wat olie de uien, knoflook en stukje trassi. Voeg dan de stukjes vlees toe en goed gaar laten smoren. Om droog koken te voorkomen wat water bijvoegen, maar niet teveel, de ketjapsmaak moet overheersen.
500 gram varkensvlees
2 theelepels djahé
1 grote ui fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
zout en peper
1 kopje ketjap manis
Snij het varkensvlees in stukken. Fruit in wat olie de knoflook en de uien. Wrijf intussen het vlees in met zout en peper en voeg dit toe aan het gefruite mengsel. Nu het vlees gaar bakken. Giet er de ketjap bij en laat dit ca. 30 min. doorsudderen.
1 kg magere varkenslappen
2 tenen knoflook of knoflookpoeder
1 fijngesneden ui
4 eetlepels ketjap manis [114]
1 schijf gember of 3 zoete gemberbolletjes
3 theelepels suiker
½ theelepel zout
1 mespunt peper
1 vleesbouillonblok
2 eetlepels margarine
De margarine op groot vuur smelten en direct zout en peper toevoegen. Hierna de fijngesneden knoflook en ui lichtbruin fruiten. Dan de stukjes vlees er doorheen halen en ketjap toevoegen. Vuur laag draaien. Gember, bouillonblok en suiker er bij doen. Alles ca. 40 min. laten sudderen. Nu en dan roeren en proeven of er zout bij moet. Als het vlees gaar is nog 1 eetlepel ketjap manis erdoor mengen.
500 gram magere speklappen
2 theelepels djahé
2 grote uien fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
zout, peper en nootmuskaat
Wrijf de plakken vlees in met djahé, knoflook, peper, zout en nootmuskaat. Bak ze met de uien in wat olie gaar en goed bruin. Heeft men een grill of oven, dan in een vuurvaste schaal gaar laten worden.
2 varkenslapjes van 40 gram
zout en peper
ketjap manis
margarine
Varkenslapjes inwrijven met zout, peper en ketjap en ca. 30 min. laten intrekken. Daarna roosteren boven een houtskoolvuurtje. De lapjes regelmatig besprenkelen met een mengsel van margarine en ketjap.
750 gram varkenslappen
1 theelepel djahé
1 eetlepel vijf kruidenpoeder
2 eetlepels olie
2 eetlepels chinese ketjap
1 eetlepel rum (of cognac)
aromat, peper en ve-tsin
¼ pakje margarine
Wrijf varkenslappen in met het mengsel van alle kruiden en de olie. Laat de kruiden minstens 1 uur intrekken. Een kwart pakje margarine in de braadpan en de varkenslappen lekker krokant bakken in ca. 30 min. Haal het vlees er dan uit en snij het in reepjes. De saus over het vlees: zie: Sauzen en Marinades.
1 kg buikspek met zwoerd (aan een stuk)
2 theelepels boemboe babi panggang
5 tenen knoflook
1½ theelepel 5 kruidenmix
1 theelepel ve-tsin
3 eetlepels lichte ketjap
1 eetlepel zout
enkele metalen satépennen
cognac of whisky
voor de saus:
1 eetlepel tomatenpuree
1 eetlepel chilisaus
1 eetlepel azijn
2 theelepels suiker
1 eetlepel maïzena
Maak in het vlees niet al te diepe inkepingen. Maak het zwoerd van het buikspek goed schoon met ruw papier of keukenpapier en wrijf het in met een flinke scheut cognac of whisky. Maak een marinade van de gekneusde knoflooktenen (1 theelepel knoflookpoeder), babi panggang kruiden, 5 kruidenmix, ve-tsin en de lichte ketjap en laat het vlees hierin tenminste 2 uur marineren. Steek daarna het zwoerd met metalen saté pennen vast om omklappen (door de inkepingen) van het vlees te voorkomen. Warm de oven voor op 175 graden. Dep het vlees voorzichtig droog met keukenpapier en bestrooi het zwoerd met zout. Leg de buiklap met het vleesgedeelte naar beneden op het rooster in de oven. Zet [115] er een bakblik onder ca. 1 cm water erin om uitdrogen te voorkomen. Zet de oven hoog (225°C.) en braad het vlees in 40 min. Haal het vlees uit de oven, dep het droog en veeg het zout voorzichtig met een kwastje eraf. Zet het vlees opnieuw in de oven en draai deze lager. Zet na 10 min. de oven weer lager en dan na 10 min. nog eens. Haal het vlees uit de oven als het mooi bruin is en het zwoerd krokant is. Breng voor het sausje in een pannetje de tomatenpuree, chilisaus,azijn en de suiker met 1 dl water aan de kook op een matig vuur. Bind het met wat aangelengde maïzena. Haal de pennen uit het vlees en snijd het eerst in lange repen en daarna in blokjes. Serveer het met warme rijst, atjar of verse komkommer.
300 gram vlees
4 kemirienoten
1½ theelepel trassi
¼ theelepel ketoembar
2 theelepels laos
3 theelepels suiker
4 rode uien fijngesneden
2 witte uien fijngesneden
1 spriet sereh
wat santen
asem, zout naar smaak
Het vlees wordt in kleine lapjes gesneden en de kruiden fijngemaakt. Kook nu de lapjes met de kruiden, asem en santen tezamen tot het geheel droog wordt. Als het vlees nog hard is, kan men telkens wat water bijvoegen. Dit gerecht kan men ook van kip of lever bereiden.
500 gram rundvlees in blokjes
1 theelepel djinten
1 theelepel laos
1 theelepel ketoembar
2 grote uien fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
1 eetlepel azijn
2 eetlepels gemalen kokos
zout en peper
Wrijf het vlees in met zout, peper, laos, djinten en ketoembar. Fruit in wat olie de uien en knoflook. Zijn de uien bruin, dan de overige ingrediënten en het vlees erbij. Gaar laten bakken. Tot slot de azijn en kokos toevoegen. Af en toe omroeren tot het vlees goed gaar is.
300 gram vlees
2 kemirienoten
½ eetlepel ketoembar
1 eetlepel suiker
3 rode uien fijngesnipperd
2 witte uien fijngesnipperd
2 theelepels laos
½ geraspte klapper
4 eetlepels olie
asemwater en zout
Maak van het vlees kleine lapjes. De kruiden heel fijn stampen. Doe daarna, met bijvoeging van een glas water, alles in een wadjang. Kook dit op, tot de olie eruit komt en de klapper lichtbruin wordt. Zonodig kan men er nog wat warme olie bij doen.
500 gram runderlappen
2 grote uien fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
1 stukje trassi
2 eetlepels azijn
1 kopje water
zout, peper en nootmuskaat
gemalen kruidnagel
Wrijf de runderlappen in met zout, peper, nootmuskaat en kruidnagel. Fruit in wat olie de uien, knoflook en trassi. Voeg daarna het vlees toe. Bak de lappengoed gaar en stoof ze dan met het water en de azijn voor ca. 1 uur. De saus kan men wat binden met bloem.
400 gram mager rundvlees
1 teen knoflook fijngehakt [116]
1 theelepel ketoembar< br>
½ theelepel djinten
1 theelepel laos
zout, suiker en citroensap
Het vlees in dunne plakken snijden (7 a 8 cm in het vierkant). Fruit in wat olie de kruiden heel licht, meteen het vlees erbij doen en goed mengen. De deksel op de pan en het vlees in zijn eigen vochtgaar smoren. Wanneer het gerecht droog is en het vlees is nog niet zacht dan wat water erbij en laten doorkoken tot het vlees zacht is. Dit gerecht moet droog en zoetig smaken, dus geen saus of vocht overhouden.
300 gram vlees
1 ei
5-6 gekookte aardappelen
zout, peper en nootmuskaat
Het vlees fijnmalen met de gekookte aardappelen. Voeg hierbij de specerijen en het ei. Maak hiervan 5-6 enigszins platgedrukte ronde balletjes, die men in olie bruin bakt.
500 gram varkensgehakt (hoh)
4-5 eetlepels kokos
2 eetlepels ketjap manis
2 theelepels sambal oelek
2 theelepels uienpoeder
½ theelepel knoflookpoeder
2 eieren losgeklopt
Doe de kokos in een kom. Sprenkel de ketjap en 2 eetlepels warm water erover. Schep alles om en laat het mengsel 5 min. staan. Maak het gehakt aan met het kokosmengsel en voeg sambal, uien en knoflookpoeder, losgeklopte eieren en wat zout naar smaak toe. Vorm er balletjes van en sla ze iets plat. Nu kan men ze op het rooster van de barbecue leggen.
250 gram gehakt
3 grote aardappels
2 eieren
1 teen knoflook fijngehakt
3 theelepels kruidnagel
zout, peper en nootmuskaat
500 gram magere speklappen
1 theelepel djahé
250 gram kipfilet
1 theelepel ketoembar
250 gram mager rundvlees
1 eetlepel keukenstroop
2 rode lomboks
1 eetlepel cognac
2 groene lomboks
½ eetlepel rum
4 tomaten
4 eieren
2-3 aardappelen gekookt
½ liter slagroom
2 sjalotjes fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
2 theelepels laos
zout en citroensap
De speklappen, rundvlees en kip 1 keer malen, het moet echt grof gemalen zijn. In een grote kom de eieren goed loskloppen. Nu de sjalotjes, knoflook, laos, djahé, ketoembar, keukenstroop, zout en citroensap naar smaak erbij doen. Goed door elkaar mengen totdat het een gladde massa wordt. Vervolgens de geprakte aardappelen, slagroom, cognac, rum, een kopje water en het gehakt erbij doen. Het geheel voorzichtig en heel goed mengen. Is het mengsel te compact, dan wat melk of water erbij. Het moet een gladde massa worden. Daarna een grote vuurvaste schaal met boter besmeren, met paneermeel bestrooien en het gehakt erin doen. Goed uitsmeren en hierop weer wat paneermeel strooien. Als garnering de lomboks en de tomaten erop. Het geheel in de oven laten gaar bakken, zorg dat het niet aanbrandt.
[117]
500 gram rundergehakt
4 grote uien
1 teen knoflook fijngehakt
1 rode paprika fijngesneden
zout en peper
De 4 uien verdelen in 2 fijngesneden en 2 in ringen. Meng het gehakt goed fijn met zout, peper, fijngesneden ui, knoflook en de paprika. Maak er vingerdikke en vingerlange rolletjes van. Bak ze in wat olie in een koekenpan in ca. 10 min. bruin en gaar. Zet het vuur klein. Bak intussen de uiringen iets bruin en drapeer ze op de gehaktrolletjes. Op een platte schaal serveren. Eet dit bijwitte rijst of bami met atjar, kroepoek en sambal.
250 gram magere speklappen
250 gram hamlappen
1 ei
2 sjalotjes fijngesneden
1 teen knoflook
1 theelepel laos
1 theelepel djahé
½ eetlepel sambal oelek
wat citroensap
zout, suiker naar smaak
Spek- en hamlappen grof malen. Het ei goed loskloppen en alles flink door elkaar mengen. Proeven of de smaak goed is. Daarna een poosje afgedekt laten staan om alles in te laten trekken. Nu balletjes maken naar eigen goeddunken en in de olie bruin bakken. Wel altijd eerst een balletje proeven. Men kan ze ook in een vuurvaste schaal in de oven gaar bakken.
500 gram gehakt (hoh)
3 sneetjes oud bruin brood
2 geklutste eieren
1 theelepel kruidnagelpoeder
1 grote ui fijngesneden
1 kopje bouillon
zout, peper en nootmuskaat
Week het brood in wat melk en knijp het uit. Maak het goed fijn. Vermeng dan alles goed door elkaar en schep het in een beboterde vuurvaste schaal. Strooi er wat broodkruim of paneermeel overheen en hier en daar een klontje boter. In een matig warme oven 1 uurtje gaar laten worden. Geef dit bij witte rijst.
300 gram gemalen rundvlees of kip
300 gram gemalen varkensvlees
10 gekookte aardappelen
2 eetlepels boter
2-3 eieren
1 kopje water
bouillon of melk
zout en nootmuskaat
Maak de aardappelen fijn, voeg het gemalen vlees en de specerijen toe en bak ze in een met boter besmeerd geëmailleerd bord in de oven gaar. Wil men bij deze frikadel wat saus hebben, dan neemt men een half kopje bouillon, 1 eetlepel ketjap en wat lemmetjespap. Giet dit er overheen, maar laat de frikadel niet langer dan 5 min. in de oven staan, anders wordt ze weer droog.
500 gram rundergehakt
1 fijngesnipperde ui
2 uitgeperste tenen knoflook
1 ei
3 eetlepels paneermeel
3 eetlepels olie
4 eetlepels ketjap manis
1 dl water
zout, peper en nootmuskaat
Meng in een kom het gehakt met de ui, knoflook, ei, paneermeel en wat zout, peper en nootmuskaat. Vorm hiervan niet al te grote balletjes. Verhit de olie en bak de balletjes snel rondom bruin. Voeg [118] ketjap en water toe. Breng alles aan de kook, leg de deksel op de pan en laat op een laag vuur de balletjes in ca. 20 min. gaar sudderen.
250 gram gehakt (hoh)
150 gram droge gemalen kokos
1 ei geklutst
zout, peper en nootmuskaat
Meng het gehakt met de kokos, zout, peper, nootmuskaat en het ei. Kneed alles goed tezamen en draai er balletjes van ter grootte van soepballen. Bak ze in de olie knappend bruin en laat ze uitlekken. Opdienen in een schaaltje.
Magnetron
Maak het gehakt aan zoals in het recept beschreven. Verwarm ca. 3 eetlepels olie in een grote schaal 3 min. onafgedekt op 100%. Schep de balletjes door de hete olie en verwarm ze onafgedekt 10-12 min. op 70% tot ze gaar zijn.
75 gram klapper
250 gram rundergehakt
4 geraspte kemirinoten
1½ theelepel ketoembar
1 theelepel knoflookpoeder
1 theelepel uienpoeder
2 theelepels laos
5 druppels citroensap
2 eieren
2 theelepels sambal oelek
1 theelepel djahé
ketjap en zout naar smaak
Meng alle ingrediënten goed door elkaar. Vorm hiervan kleine balletjes gehakt en bak deze in olie of
margarine goudbruin. Serveren bij de nasi of rijsttafel. Ook als snack met een katjangsaus zijn ze niet
te versmaden.
Magnetron
Halveer de hoeveelheden. Maak het gehakt aan zoals in het recept beschreven. Verwarm ca. 3
eetlepels olie in een grote schaal 3 min. onafgedekt op 100%. Schep de balletjesdoor de hete olie en
verwarm ze onafgedekt 10 a 12 min. op 70% tot ze gaar zijn.
500 gram gehakt (hoh)
1 ei
4 tenen knoflook uitgeperst
1 eetlepel sambal oelek
1 eetlepel tomatenketchup
1 eetlepel ketjap manis
zout en peper
paneermeel
Kneed het gehakt met het rauwe ei, sambal, tomatenketchup, fijn geperste knoflook, ketjap, zout en peper goed door elkaar. Daarna paneermeel toevoegen en vermengen totdat er stevige balletjes van gedraaid kunnen worden. De balletjes kunnen naar keuze in de margarine of olie goudbruin gebakken worden. Warm als koud op te dienen. Altijd een succes bij een borrel of feestje.
Magnetron
Maak het gehakt aan zoals in het recept beschreven. Verwarm ca. 3 eetlepels olie ineen grote schaal 3 min. onafgedekt op 100%. Schep de balletjes door de hete olie en verwarm ze onafgedekt 10-12 min. op 70% tot ze gaar zijn.
500 gram gehakt (hoh)
5 eetlepels paneermeel
½ liter sterke bouillon
1 ei losgeklopt
1½ eetlepel sambal oelek
1 theelepel djahé
3 eetlepels bloem
2 theelepels aardappelmeel
zout en nootmuskaat
Meng het gehakt met het ei, sambal, zout, djah), 4 eetlepels bouillon en de paneermeel. Maak er balletjes van en rol ze door wat bloem. Bak ze in hete olie goudbruin. Giet er dan 2 kopjes water bij en laat dit ca. 10 min. doorsudderen. Haal de balletjes er dan uit en bind het overgebleven vocht met wat aardappelmeel. Van te voren aanmengen met wat bouillon. Giet wat saus over de balletjes en strooi er wat selderie over. Serveer bij witte rijst, macaroni of bami. Ook bij de borrel niet te versmaden. [119]
100 gram geraspte kokos
400 gram rundergehakt
1 ui
3 tenen knoflook
3 kemirienoten
1 plakje laoswortel
½ blokje trassi van 1 cm
1 eetlepel ketoembarkorrels
1 mespunt djinten
2 eieren
1 eetlepel suiker
1 theelepel zout
frituurolie/vet
De kokos in een kom doen, 1 dl kokend water erover schenken en 5 min. laten weken. In een keukenmachine de ui, knoflook, laos, kemirie en trassi fijnmalen. De ketoembar korrels in een droge koekenpan 2 min. roosteren en fijnmalen. Bij de kokos het gehakt, uimengsel, ketoembar, djinten, eieren, suiker en zout toevoegen en goed door elkaar mengen. Hiervan 8 balletjes draaien en van de rest driehoekjes vormen. Tot het gebruik afgedekt in de koelkast bewaren. Vergiet bekleden met keukenpapier. Vet of olie verhitten tot 175 graden C. Balletjes en driehoekjes met 6 tegelijk in 5 min. goudbruin bakken. Met een schuimspaan inde vergiet scheppen en uit laten lekken. Op een rechaud warm houden. Balletjes eventueel rond de rijst rangschikken.
500 gram rundergehakt
4 eetlepels kokos
1 ei
zout en peper
3 eetlepels olie
2 dl water
1 eetlepel azijn
geraspte schil van citroen
1 blaadje salam
1 stukje santen van 1 cm
Meng het gehakt in een kom met de kokos, ei en wat zout en peper. Alles goed doorkneden en kleine balletjes vormen. Verhit de olie en bak de balletjes rondom bruin. Voeg het water, azijn, citroenrasp, salam en santen toe. Breng alles aan de kook. Draai het vuur laag en laat de balletjes ca. 20 min. sudderen tot ze gaar zijn en het vocht praktisch is verdampt.
500 gram mals varkensvlees
1 ei
3 uien fijngesneden
1 theelepel ketoembar
1 theelepel djinten
¼ blok santen
suiker en zout
Vlees in stukken snijden en net als biefstuk kerven. Santen smelten in 1 kopje water. Een ei klutsen en over het vlees gieten, dan de santen toevoegen. De fijngesneden uien goed mengen met de andere ingrediënten en dit geheel met het vlees aan de kook brengen. Zodra het kookt gaar sudderen op een klein vuurtje.
1 karbonade per persoon
1 teen knoflook fijngehakt
1 theelepel djahé
2 eetlepels ketjap manis
1 eetlepel citroensap
1 ui fijngesneden
zout en peper
1 kopje water
Wrijf de karbonades in met ui, knoflook, zout een peper. Bak ze dan in wat olie en voeg de rest toe. Laat ze ca. 15 min. op een klein vuur gaar stoven.
500 gram varkensvlees
1 grote ui fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
1 eetlepel citroensap
1½ theelepel djahé
zout, peper en nootmuskaat [120]
Snij het vlees in reepjes. Meng het vlees goed met alle ingrediënten. Laat het ca. 1 uur intrekken. Bak alles in wat olie gaar en dien op in een platte schaal.
500 gram varkensvlees
1 grote ui fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
½ theelepel djahé
25 gram laksa of vermicelli
2 dl water
margarine
zout, peper en ketjap manis
Snij het vlees in dobbelstenen. Fruit in wat margarine de ui, knoflook en djahé. Doe er dan de vleesblokjes bij en kruid af met zout en peper. Zijn de vleesblokjes rondom bruin, dan wat ketjap, water en vermicelli toevoegen. Alles op een klein vuur laten doorkoken tot het geheel goed gebonden is. Gebruik niet teveel water.
500 gram varkensvlees
5 kemiries fijngestampt
2 grote uien fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
1 theelepel ketoembar
1 stukje trassi
½ eetlepel bruine suiker
1 stukje asem
1 theelepel laos
2 kopjes santen
2 blaadjes djeroek poeroet
1 spriet sereh
Snij het vlees in dobbelstenen. Meng het vlees goed met alle kruiden en laat dit ca. 30 min. intrekken. Braad het vermengde vlees in een kopje olie en doe er de santen, djeroek poeroet en de sereh bij. Op een klein vuur het vlees goed gaarkoken en de saus laten indikken. Serveer bij witte rijst.
3 flinke hamlappen
1 grote ui fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
½ theelepel kruidnagel
1 theelepel djahé
2 eetlepels citroensap
peper en zout
Kook de lappen met wat zout in water gaar. Laat ze uitlekken. Fruit in wat olie de knoflook en de uien. Haal dit uit de pan. Bak in dezelfde olie het vlees knappend bruin. Dus niet te weinig olie nemen. Voeg dan peper, zout, kruidnagel, djahé, citroensap en 2 kopjes van de overgebleven bouillon toe. Laat het geheel ca. 10 min. doorstoven. Het vlees kan heel blijven of in stukjes gesneden worden. Serveer bij witte rijst.
750 gram magere hamlappen
1 theelepel djahé
1 eetlepel maïzena
1 geklutst ei
1 eetlepel bloem
1 eetlepel ketjap manis
3 eetlepels azijn
3 eetlepels bruine basterdsuiker
3 kopjes water
3 eetlepels tomatenketchup
1 eetlepel maïzena
½ winterwortel
4 grote champignons
3 grote uien grofgesneden
1/3 komkommer in stukken
1 teen knoflook fijngehakt
1 stukje trassi
Meng het vlees met djahé, zout en peper. Maak een mengsel van 1 eetlepel maïzena, geklutst ei en bloem. Hierin het vlees goed vermengen. Maak nog een mengsel van ketjap, azijn, bruine suiker, tomatenketchup, 1 eetlepel ma5zena en de 3 kopjes water. Winterwortel blancheren en in stukjes snijden. De champignons in vieren delen. Verhit in een pan 3 kopjes olie en bak de stukken vlees een voor een goudbruin. Laat ze uitlekken. Fruit in dezelfde olie de trassi, knoflook, ui en alle groenten voor ca. 2 min. Daarna eruit scheppen en uit laten lekken. Giet de olie uit de pan en doe er 4 eetlepels [121] van terug. De olie weer warm maken en het tweede mengsel toevoegen. Op een klein vuur laten indikken. Doe dan het vlees en de groenten erbij en laat alles nog ca. 10 min. doorsudderen. Serveer bij witte rijst of bami goreng.
500 gram hamlappen
2 grote uien in ringen
2 tenen knoflook fijngehakt
2 rode lomboks in ringen
2 tomaten in blokjes
1 blikje witte bonen
1 stukje trassi
1 blaadje salam
zout, peper en nootmuskaat
Snij het vlees in dobbelstenen. Bestrooi het vlees met wat zout, peper en nootmuskaat. Bak het vlees in wat olie knappend bruin en laat het uitlekken. Fruit in dezelfde olie de knoflook, uienringen en lombok. Op een klein vuur de stukjes tomaat mee fruiten, het vlees erbij, de salam en een kopje water. Laat dit ca. 10 min. sudderen. Als laatste de witte bonen er goed doorheen mengen. Warm pdienen.
500 gram varkensvlees
2 grote uien fijngesneden
3 tenen knoflook fijngehakt
1 theelepel djahé
2 theelepels kentjoer
5 kemiries fijngestampt
½ eetlepel djinten
1 kopje prei fijngesneden
1 kopje bouillon
1 ei
1 eetlepel meel
zout en peper
Snij het vlees in blokjes. Wrijf het vlees in met de kruiden en in wat olie bruin bakken. Neem nu het meel, vermeng dit met het geklutste ei en leng het aan met een kopje bouillon. Doe er dan de prei bij. Maak het af met wat zout en peper. Voeg dit alles bij het vlees en laat het smoren op een klein vuur totdat alles bijna droog is en het vlees gaar.
500 gram varkensvlees
4 rode lomboks fijngesneden
4 eetlepels ketjap manis
1 schoteltje prei fijngesneden
zout en peper
Snij het vlees in dobbelstenen. Bak het vlees in wat olie bruin. Doe er dan de lombok en de prei door. Zijn de groenten wat slap, dan de ketjap en wat water toevoegen. Maak af met zout en peper en zachtjes laten sudderen tot het vlees gaar is.
1 kg varkensvlees
2 grote uien fijngesneden
3 tenen knoflook fijngehakt
½ theelepel djahé
½ theelepel peper
½ theelepel kruidnagel
½ theelepel foelie
½ eetlepel citroensap
zout
Snij het vlees in grote stukken. Kook het vlees met wat zout bijna gaar. Laat het uitlekken en bewaar de bouillon. Fruit in wat olie de uien, knoflook, djahé, peper, kruidnagel en de foelie. Bak hierin het vlees aan beide kanten goedbruin. Giet er dan wat bouillon bij en wat citroensap over het vlees. Zet de deksel op de pan en laat dit ca. 30 min. op een klein vuur gaar stoven.
250 gram varkensvlees
1 theelepel sambal badjak
½ theelepel djahé
1 spriet sereh
1 theelepel ketoembar
½ theelepel djinten
3 grote tomaten in blokjes
1 grote ui in blokjes [122]
2 tenen knoflook fijngehakt
3 kopjes water
Snij het vlees in dobbelstenen. Breng het water met alle ingrediënten aan de kook en voeg het vlees toe. Laat dit op een klein vuur ca. 45 min. gaar sudderen. Geef dit bij witte rijst, een groentegerecht en sambal.
500 gram varkensvlees
6 rode lomboks gesneden
4 tenen knoflook fijngehakt
2 uien fijngesneden
½ blok santen
2 dl water
2 eetlepels olie
1 theelepel laos
1 spriet sereh
1 theelepel trassi
2 theelepels asem
zout
Snij het vlees in dobbelstenen. Fruit de gesneden ui, knoflook, lomboks met de laos, sereh en trassi in wat olie. Voeg het vlees en de asem toe. Wanneer het vlees bruin wordt, voegt men de aangelengde santen toe. Als de jus dik genoeg is en het vlees gaar, is het gerecht klaar.
300 gram varkensvlees
300 gram prei
3 lomboks
4 eetlepels ketjap manis
zout en peper
olie
Snij het vlees in dobbelstenen. Wrijf het in met zout en peper en braad het in de olie aan. Voeg de gesneden prei en lomboks toe. Wanneer de groente halfgaar is, voegt men ketjap met water, peper en zout toe. Het geheel laten koken tot het gaar is.
500 gram varkensvlees
2 grote uien
4 tenen knoflook
1 geklopt ei
1 dl water
100 gram prei
1 eetlepel meel
olie
5 kemirienoten
1 eetlepel ketoembar
½ theelepel djahé
½ theelepel kentjoer
½ eetlepel djinten
peper en zout
Snij het vlees in dobbelstenen. Wrijf het in met de vermengde kruiden. Bak het vlees vervolgens in de olie bruin. Voeg de gesneden ui en knoflook toe. Vermeng het geklopte ei met meel, gesneden prei, zout en peper worden hieraan toegevoegd. Dit mengsel voegt men nu bij het vlees. Het geheel laten smoren tot het bijna droog en het vlees gaar is.
500 gram varkensvlees
2 grote uien fijngesneden
4 tenen knoflook
1 kop jonge erwtjes
1 kleine fijngesneden prei
boter
Kruiden:
1 kopje taotjo
½ kopje ketjap manis
2 cm djahé
½ theelepel peper
zout
Snijd het vlees aan reepjes en bak ze in boter bruin. De fijn gemaakte kruiden worden aan het vlees toegevoegd en meegebakken. Vervolgens worden de ui,erwtjes, prei, taotjo, ketjap en het water bij het mengsel gedaan. Alles langzaam gaar laten sudderen. [123]
250 gram varkensvlees
100 gram prei
100 gram knolselderie
1 eetlepel sambal oelek
1 ui fijngesneden
4 tenen knoflook fijngehakt
2 eetlepels olie
2 dl bouillon
1 blok tahoe
Kruiden:
1 theelepel trassi
1 theelepel ketoembar
1 theelepel djinten
1 dl ketjap manis
suiker en zout
Snijd het vlees, prei, selderie en tahoe in blokjes. Bak het vlees met de tahoe half gaar. Fruit ui en knoflook met de kruiden en voeg ze toe aan het vlees. Doe er de prei en selderie bij. Voeg dan bouillon en ketjap toe.
500 gram varkenshaas
2 uien in ringen
1 grote paprika in ringen
2 goudbouillonblokjes
2 theelepels ve-tsin
1 theelepel djahé
2 eetlepels zilveruitjes
1 eetlepel suiker
250 gram champignons
¾ pakje margarine
½ eetlepel maïzena
Het vlees (fricandeau kan ook) in de margarine lichtbruin braden, uit de pan halen en in plakken snijden. Champignons halveren. De rest van de ingrediënten gaat in de hete margarine. Na ca. 3 min. de maïzena aangelengd met ½ à 1 kopje water toevoegen om het geheel te binden. Tenslotte gaan de plakken vlees weer in de pan en de deksel erop. Zachtjes gaar laten sudderen.
500 gram varkensvlees
2 eetlepels olie
2 eetlepels ui gesnipperd
1 mespunt knoflookpoeder
1 theelepel sambal oelek
1 stukje trassi
4 kemirinoten geraspt
1 theelepel laos
1 theelepel bruine suiker
1 stengel sereh
2 druppels citroensap
2 eetlepels santen
zout
Fruit de uien en kruiden in de olie en doe er het vlees bij. Laat het even meebakken. Doe er dan het citroensap en de sereh bij en laat alles stoven tot het vlees gaar is. Nu de santen erbij. Serveer de babi roedjak altijd warm.
750 gram varkensvlees
2 aardappelen geschild
2 kopjes dikke santen
2 theelepels ketoembar
1 theelepel djinten
1 theelepel koenjit
½ theelepel djahé
2 rode lomboks in schijfjes
1 grote ui fijngesneden
3 tenen knoflook fijngehakt
2 blaadjes djeroek poeroet
zout
Snij het vlees in grove stukken. Kook het dan in water met wat zout en uit laten lekken. Bewaar de bouillon. Fruit in wat olie de uien, knoflook, lombok, ketoembar, djinten, koenjit en de djahé. Bak hierin het vlees even op en voeg de santen, in blokjes gesneden aardappel en de djeroek poeroet toe. Laat het geheel op een klein vuur ca. 20 min. doorsudderen totdat het vlees goed gaar is. Hoe dikker de [124] kerrie, hoe lekkerder het smaakt. Let wel op voor droog koken, doe er eventueel nog wat bouillon bij. Zijn de aardappelen gaar, dan is de kerrie goed.
375 gram varkensvlees
4 rauwe aardappelen
1 prei in ringen gesneden
50 gram jonge peultjes
50 gram doperwten
½ theelepel kruidnagels
2 goudbouillonblokjes
1 gesneden ui
1 stukje trassi
peper en ve-tsin
¾ pakje margarine
foelie
Vlees in blokjes snijden en in ¾ pakje margarine lichtbruin bakken. Trassi aanlengen in 1 kopje water en met de kruiden erbij doen. Circa 5 min. laten sudderen, dan de groenten en de in schijfjes gesneden aardappelen toevoegen. Indien wat droog, water erbij doen en verder gaar laten sudderen.
500 gram varkenslappen
2 theelepels sambal
2 lomboks, in schijfjes
1 spriet sereh
½ theelepel laos
1 teen knoflook, fijngehakt
1 goudbouillonblok
1 grote ui, gesneden
2 tomaten, gesneden
1 bosje bladselderie, gesneden
2 maggiblokjes
4 eetlepels olie
Fruit het vlees met de lombok in de olie. Dan toevoegen: de uien, knoflook, selderie, sereh, laos, goudbouillon- en maggiblokjes. Drie minuten later de tomaten en 2/3 kopje water. Peper en zout naar smaak. Deksel dicht en zachtjes gaar laten sudderen.
500 gram varkensvlees
2 uien
6 tenen knoflook
2 eetlepels sambal oelek
1 eetlepel ketjap manis
1 eetlepel mosterd
½ glas azijn
1 wijnglas madera
½ kopje water
paneermeel en zout
Snij het vlees in blokjes. Fruit de fijn gesneden uien en knoflook met de sambal. De blokjes vlees worden even meegebakken. Ondertussen wordt de ketjap met mosterd, azijn, water en wat zout vermengd. Giet dit bij het vlees. Het geheel even laten sudderen. Daarna wordt het glas madera toegevoegd. De saus wordt tenslotte met paneermeel gebonden.
500 gram rundvlees
3 grote uien in ringen
1 teen knoflook fijngehakt
1 stukje trassi
1 eetlepel droge rijstwijn (of droge sherry)
1 eetlepel ketjap manis
1 theelepel bruine suiker
2 theelepels maïzena
2 paprika's in reepjes
zout, peper en nootmuskaat
Snij het vlees in reepjes. Vermeng het vlees met wat zout, peper, nootmuskaat, maïzena, suiker en de rijstwijn (of droge sherry). In plaats van rijstwijn (of droge sherry) kan ook 1 theelepel djahé gebruikt worden. Fruit in wat olie voor ca. 3 min. de trassi, knoflook en de uienringen. Doe er dan de paprika bij. Nog eens 3 min. doorfruiten. Schep alles uit de pan in een schaal. Bak in de overgebleven olie de reepjes vlees tot ze van kleur veranderen en voeg dan de ketjap, het ui- en paprikamengsel toe en laat nog 3 min. doorsudderen. Wel voortdurend blijven roeren. Op een platte schaal serveren met witte rijst.
[125] 750 gram rundvlees in blokjes
3 grote uien in ringen
1 teen knoflook fijngehakt
5 aardappelen in blokjes
1 rode paprika in blokjes
½ theelepel kruidnagel
1 eetlepel bloem
1½ eetlepel ketjap manis
1 stukje trassi
zout en peper
Fruit in wat olie de trassi, knoflook en de uien. Voeg dan de paprika (of lombok), vlees en de kruiden toe. Is het vlees bruin dan de in blokjes gesneden aardappelen, ½ liter water en de ketjap. Laat alles op een klein vuur 30 tot 45 min. doorsudderen. Proef of de aardappelen en het vlees gaar zijn. Als laatste de aangemengde bloem toevoegen en laten binden. Serveer met witte rijst en natuurlijk wat sambal.
500 gram runderlappen
2 uien fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
1 theelepel djahé
1 theelepel ketoembar
1 theelepel chilipoeder
1 eetlepel kerriepoeder
1 eetlepel citroensap
1 kopje gemalen kokos
zout en peper
Kook de runderlappen met wat zout en peper. Laten uitlekken en de bouillon bewaren. Week de kokos in warm water. Snij de lappen in blokjes en vermeng ze goed met de djahé, ketoembar, chilipoeder, kerrie en het citroensap. Laat dit even intrekken. Fruit dan in wat olie de ui, knoflook en het vlees voor ca. 15 min. Giet er dan 3 kopjes bouillon bij, de geweekte kokos en nog wat citroensap. Laat op een klein vuur alles minstens nog een uur doorsudderen. Serveer bij witte rijst, een eiergerecht, stukjes komkommer en sambal goreng kool.
500 gram gekookt rundvlees
1 bordje bloemkoolroosjes
1 groene paprika in reepjes
½ komkommer in blokjes
2 tenen knoflook uitgeperst
200 gram taugé
1 eetlepel maïzena
zout en peper
voor de saus:
1 eetlepel maïzena
2 kopjes donkere bouillon
2 eetlepels azijn
½ eetlepel ketjap manis
1 eetlepel mosterd
1 eetlepel bruine suiker
½ eetlepel tomatenpuree
Snij het vlees in blokjes. Rol de blokjes vlees in het mengsel van maïzena, knoflook, zout en peper. Bak ze in de olie goudbruin. Temper het vuur en doe de saus, die van te voren is klaar gemaakt, bij het vlees totdat het geheel gebonden is. Doe er dan de bloemkool, komkommer (niet geschild), paprika en taugé bij en alles ca. 20 min. doorsudderen. Rundvlees heeft een lange tijd nodig om goed gaar te worden. Kookt men het vlees van te voren dan scheelt dit enorm. Serveer met witte rijst, kroepoek, hete kip of kip smoor.
250 gram rundvlees
2 grote uien gesnipperd
1 teen knoflook fijngehakt
2 theelepels sambal oelek
2 theelepels laos
4 kemirinoten geraspt
2 theelepels djahé
3 eetlepels olie
2 eetlepels ketjap manis
1 eetlepel santen
zout
Snijd het vlees in stukken. Fruit de uien met de kruiden in de olie. Doe er dan het vlees bij en laat het even meebakken. Doe er nu iets water bij en laat alles in 45 min. gaar stoven. Tenslotte de ketjap en de santen erbij. [126]
250 gram rundvlees
1 mespunt djahé
2 tenen knoflook
6 grote rode lomboks
1 ui
2 eetlepels olie
1 eetlepel ketjap
1 theelepel suiker
150 gram margarine
4 dl water
Het rundvlees gaar koken, in kleine plakjes snijden en in margarine bruin braden. De kruiden fijnwrijven en in olie fruiten. De plakjes gebraden vlees,ketjap, suiker en het water toevoegen en alles samen laten smoren, tot het water verdampt is.
500 gram varkensvlees met vet randje
½ liter water
4 eetlepels grof gesnipperde uien
1 theelepel peper
½ theelepel zout
1 theelepel nootmuskaat
4 eetlepels ketjap manis
1 stukje foelie
sap van 1 grote citroen
Snijd het vlees in grove plakken. Breng het water aan de kook met zout en alle kruiden, ook het citroensap. Laat het vlees hierin zachtjes smoren tot het vocht bijna ingedampt en het vlees zacht geworden is. Hoewel het vlees niet gebraden wordt, krijgt het door de ketjap toch een mooie bruine kleur.
Magnetron
Breng het water met de kruiden en citroensap afgedekt in ca. 4 min. op 100% aan de kook. Voeg plakken vlees toe en verwarm alles onafgedekt 12 à 14 min. op 70%.
500 gram varkensvlees (lapjes)
4 eetlepels olie
3 eetlepels gesnipperde uien
1 eetlepel djah)
1 theelepel peper
1 stukje foelie
sap van 1 grote citroen
zout
Kook de lapjes op met ½ liter water, zout en foelie tot ze gaar zijn. Bak ze in de olie, voeg uien, peper en djahé toe en maak de jus af met het restant kookvocht en citroensap. Laat het gerecht nog 30 min. stoven.
500 gram runderlappen
1 teen knoflook fijngehakt
2 uien fijngesneden
2 eetlepels ketjap manis
3 kruidnagels
1 kopje water (bouillon)
zout, peper en nootmuskaat
citroensap naar smaak
Het vlees in plakken snijden. In een braadpan de uien en knoflook in olie aanfruiten. Het vlees, kruidnagel, nootmuskaat, peper, zout en citroensap erbij doen en goed door elkaar mengen. Deksel erop en het vlees in zijn eigen vocht laten gaar smoren. Is het vocht ingekookt en het vlees nog niet zacht genoeg, dan pas water erbij doen en verder gaar smoren. Nu pas de ketjap erbij en verder op eigen smaak afmaken. Dit gerecht kan ook van varkenslappen, het geeft een heel andere smaak. Ook kan kip gebruikt worden.
500 gram doorregen rundvlees
3 grote uien fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
4 kleine aardappelen
1 stukje asem
½ kopje ketjap
4 kruidnagels
1 eetlepel margarine
zout, peper en nootmuskaat [127]
Wrijf het vlees in met zout, peper en nootmuskaat. Bak het daarna in wat olie onder toevoeging van ketjap en wat water. Wanneer het vlees door de ketjapdonker geworden is, water toevoegen totdat het 1 vingerdik onder staat. Deksel op de pan en laten smoren op een matig vuur totdat het water voor de helft is ingekookt. Intussen in de margarine de ui, knoflook, kruidnagel, asem en de in blokjes gesneden aardappels fruiten. Daarna bij het vlees voegen. Laten smoren tot de saus donkerbruin ziet. Als de helft van het vocht weer ingekookt is, is het vlees gaar.
2 uien in halve ringen
1 rode lombok in ringetjes
500 gram riblappen in blokjes van 2 cm
50 gram boter/margarine of olie
1 teen knoflook
1 plakje verse laos of 1 tl. poeder
1 stukje trassi
1 eetlepel azijn
5 eetlepels ketjap manis
1 aardappel in dunne plakjes
1 grote tomaat in stukjes
2 eetlepels so-oen
peper
nootmuskaat
Vlees in ⅔ van de margarine in 5 min. rondom bruin bakken. Uien toevoegen en nog 3 min. bakken. Knoflook erboven uitpersen. Dan de lombok, laos, trassi, peper, nootmuskaat, azijn, ketjap en 2 dl water toevoegen. Met deksel op pan aan de kook brengen. In 2 uur vlees zachtjes gaar stoven. Eventueel tot gebruik in de koelkast bewaren. Laos verwijderen. In de rest van de margarine de plakjes aardappel in 10 min. goudbruin bakken. Van de tomaat de pitjes verwijderen en in stukjes snijden. 1 dl water aan de kook brengen en de so-oen in het kokende water leggen en daarna in eenzeef afspoelen. So-oen in stukjes knippen van 1 cm. Tomaat en so-oen aan het vlees toevoegen. In 5 min. door en door heet laten worden. Op smaak brengen met zout. Gebakken aardappel erdoor scheppen en dan overdoen in een schaal.
250 gram rundvlees
1 kleine ui
100 gram aardappels
100 gram boter
2 kruidnagels
1 laurierblad
1½ eetlepel ketjap manis
zout en peper
De boter smelten in een braadpan. Hierin de fijngesneden ui aan fruiten, voeg hierbij het in blokjes gesneden vlees en aardappelen, nog 10 à 15 min aanfruiten en afblussen met bouillon of water. Kruiden toevoegen en 20 min. zachtjes op een klein vuur laten stoven. Op smaak maken met zout en peper.
500 gram runderlappen
1 gesnipperde ui
1 theelepel witte peper
1 theelepel nootmuskaat
2 theelepels zout
½ liter water
2 eetlepels olie
½ kopje ketjap manis
1 stukje foelie
citroensap
Snijd het vlees in dobbelstenen en doe het met alle ingrediënten, behalve het citroensap, in een pan n laat het op een zacht vuur gaar stoven, tot de saus dik wordt. Besprenkel de daging smoor vlak voor het opdienen met citroensap.
500 gram runderpoelet
5 sneetjes witbrood
1 kopje melk
1 grote ui fijngesneden
1 eetlepel kerrie
2 theelepels bruine basterdsuiker
1 theelepel zout
1 eetlepel azijn (citroensap)
30 gram margarine
1 geklopt ei [128]
Week het brood in de melk, giet de niet opgenomen melk af. Fruit in de margarine de uien, kerrie, zout, suiker en de azijn. Vermeng daarna alles goed met het uitgeklopte brood en doe er dan het vlees bij met de helft van het geklopte ei. Breng de massa over in een goed ingevette vuurvaste schaal en giet de rest van het ei erover. Laat het ca. 25 min. in een 180-190 graden C. warme oven bakken. Serveren met droge witte rijst, reepjes komkommer, plakjes banaan, seroendeng en uiteraard sambal.
750 gram leve
r
100 gram ontbijtspek in stukjes
2 grote uien fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
1 paprika in reepjes
100 gram champignons fijngesneden
bloem en margarine
zout en peper
Snij de lever (varken of rund) in plakken van 1 cm. dikte. Wentel de plakken in wat bloem en bak ze in margarine bruin en gaar. Hierna pas zout en peper erover strooien. Fruit dan in wat margarine de knoflook, ui, paprika, champignons en het spek. Zorg ervoor dat het spek knappend is en strooi dit over de lever met de rest van de ingrediënten. Serveer dit bij warme witte rijst, nasi- of bami goreng. Sambal niet vergeten.
500 gram varkenslever
dunne plakjes ontbijtspek
zout en peper
nootmuskaat
Laat de lever (kippenlevertjes kan ook) ca. 3 min even koken. Van te voren eerst wat zout, peper en nootmuskaat erover. Is de lever gekookt, dan in langwerpige stukjes van ca. 3 cm. snijden. Kippenlevertjes worden gesplitst. Rol de stukjes lever dan in het ontbijtspek en doe er een prikkertje in. Bak ze dan in de olielekker knappend en serveer ze op een schaal. Dip ze in sambal ketjap of chili.
250 gram rundvlees
1 grote ui fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
½ liter water
2 eetlepels azijn
1 eetlepel bruine basterdsuiker
2 theelepels laos
zout
Kook het vlees met wat zout gaar in het water. Haal het vlees, nadat het gaar is, uit het water en snijd het in plakken van 5 X 3 cm. en vezel ze met de vingers iets uiteen. Maak een mengsel van azijn, zout, bruine suiker, laos, ui en knoflook. Laat het vlees hierin ca. 30 min. liggen. Bak daarna in wat hete olie de stukken knappend. Doe het vuur laag en gooi het overgebleven mengsel erbij.
1 kg dikke vleeskrabbetjes
2 uien
2 tenen knoflook fijngehakt
2 theelepels djahé
3 eetlepels ketjap manis
200 gram taugé
zout, peper en nootmuskaat
sambal oelek
Snij de krabbetjes zodanig dat elk stuk 2 ribbetjes heeft. De 2 uien, 1 grof gesneden en 1 fijngesneden. Vermeng de stukken vlees met de grove ui,knoflook, djahé, 2 theelepels sambal, wat zout, peper, nootmuskaat en de ketjap. Laat het vlees ca. 1 uur in deze marinade liggen. Bak of grill ze knappend bruin en leg ze op een schaal. Intussen de fijngesneden ui fruiten en de uitgelekte taugé even mee fruiten. De taugé moet knapperig blijven. Afmaken met zout, peper en nootmuskaat. Drapeer het taugé mengsel over de krabbetjes. Serveer bij witte rijst en geef er een sajoer of tjap-tjoy bij.
1 blikje corned beef
1 grote ui grof gesneden [129]
1 teen knoflook fijngehakt
1 stukje trassi
2 rode lomboks fijngesneden
1 handvol prei fijngesneden
½ theelepel djinten
nootmuskaat
Fruit in 3 eetlepels olie de trassi, knoflook, ui, prei en de lombok. Doe er dan de uitgerafelde corned beef bij en kruid af. Goed door elkaar roeren en ca. 5 min. opwarmen. Serveer bij witte rijst, nasi- of bami goreng met een groentegerecht.
250 gram gaargekookt rundvlees
½ liter bouillon
30 gram boter
2 eetlepels azijn
2 grote uien in stukjes
1 theelepel sambal oelek
1 stukje trassi
1 teen knoflook fijngehakt
aardappelmeel of bloem
Fruit in de boter de uien, trassi en de knoflook. Voeg dan de stukjes vlees, de kruiden, de bouillon en wat sambal toe. Ca. 30 min. laten doorsudderen. Binden met aardappelmeel of bloem. Geef dit bij witte rijst.
500 gram runderlappen
1 stukje trassi
1 theelepel citroensap
½ theelepel koenjit
½ theelepel djinten
1 theelepel ketoembar
1 kopje santen
1 grote ui fijngesneden
zout
Snij de runderlappen in stukken. Kook de stukken vlees met wat zout gaar. Bewaar de bouillon. De kruiden goed door elkaar mengen en tezamen met het vlees in wat olie lichtbruin bakken. Giet dan de santen erbij en laat dit met de deksel erop zacht stoven totdat het vocht verdampt is. Giet er wat bouillon bij en laat dit nog ca. 15 min. doorsudderen. Binden met wat bloem of aardappelmeel. Geef dit bij witte rijst.
1 kg gehakt (hoh)
2 theelepels peper
2 theelepels nootmuskaat
1 theelepel fijne kruidnagel
zout
Meng alles goed door elkaar. Laat dit 1 dag op een koele plaats staan. Maak er kleine worstjes van en rol ze een voor een in een velletje aluminiumfolie. Kook ze in ruim water in 15 a 20 min. gaar. Lekker bij de borrel of uit het vuistje.
500 gram rundvlees in stukken
2 theelepels citroensap
1 eetlepel ketoembar
½ eetlepel djinten
½ theelepel kruidnagel
½ pijpje kaneel
1 theelepel koenjit
2 grote uien fijngesneden
1 theelepel djahé
1 eetlepel rauwe rijst
1 kopje dikke santen
1 stukje foelie
wat zout
Meng het citroensap met wat water en wrijf het vlees hiermee in. Bak het vlees in wat olie gaar en doe er dan de kruiden en rauwe rijst bij. Bak dit alles tezamen op. Dan de santen erbij, laat alles zacht doorsudderen tot het ingedikt is.
[130] 500 gram rundvlees
2 grote uien fijngesneden
1 theelepel ketoembar
1 stukje trassi
1 theelepel djinten
1 theelepel zout
1 theelepel bruine basterdsuiker
1 kopje gemalen kokos
1 kopje dikke santen
Snij het vlees in zeer dunne lapjes. Meng de uien, ketoembar, djinten, zout, suiker, kokos en santen goed door elkaar. Kook hierin het vlees goed gaar. Wordt het te droog, dan santen bijvoegen.
750 gram rundvlees
1 grote ui fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
1 theelepel ketoembar
½ theelepel djinten
1 stukje trassi
2 theelepels bruine basterdsuiker
1 kopje gedroogde kokos
2 blaadjes salam
1 kopje dunne santen
zout en peper
Snij het vlees in dobbelstenen. Vermeng het vlees goed met alle kruiden en de kokos. Fruit het geheel dan in wat olie. Is het vlees goed bruin, dan de santen erbij en de salam. Laat alles op een matig vuur sudderen en indikken. Let erop dat het niet droog kookt. De stand van het vuur erg belangrijk.
300 gram vlees in stukjes
¼ theelepel ketoembar
1 theelepel laos
4 rode uien fijngesneden
2 witte uien fijngesneden
1 kopje santen
1 blaadje djeroek poeroet
2 kemiries
zout naar smaak
Meng alles met de santen door elkaar, doe het dan in een geëmailleerde pan en laat het ruim 30 min. stomen. Men kan het ook in pisangblaadjes wikkelen. Als men de gadon droog wil hebben, doet men er een ei bij om de santen te binden.
Gekookte stukken vlees, gekruid met ketoembar, peper en zout bakken in margarine of olie.
500 gram vlees
3 rode lomboks
10 lombok rawit
10 rode uien
3 witte uien
3 theelepels laos
½ theelepel trassi
wat citroensap
water
zout
Van het vlees maakt men zachte empal (zie vorige recept). De uien en lomboks fijn maken en met de trassi in olie fruiten. Voeg hierbij wat citroensap en wateren laat daarin de empal koken, totdat de olie eruit komt.
½ kg rundvlees (riblappen)
3 tenen knoflook fijngehakt
300 gram gesnipperde uien
½ theelepel koenjit
1 theelepel laos
1 theelepel djahé
1 spriet sereh
2 salamblaadjes
2 djeroek poeroet blaadjes
4 gepofte kemiries
4 rode lomboks of sambal oelek
½ blok santen
zout [131]
Snij rundvlees in dobbelstenen. De lomboks ontpitten en klein snijden. Dan de kruiden m.u.v. de salam, sereh en djeroek poeroet fijnwrijven. Het vlees dichtschroeien, uien en knoflook erbij en fruiten tot de uien glazig worden. Lomboks of sambal toevoegen en even laten meebakken. Kruiden, sereh en de blaadjes erbij. Net zoveel water erbij gieten tot het vlees onder staat. Deksel op de pan en op een zacht vuurtje het vlees in ca. 2 uur gaar laten worden. Daarna de santen erbij en in 30-45 min. de massa laten indikken. Af en toe roeren om aanbakken te voorkomen.
500 gram varkens- of rundvlees
200 gram witte bonen
200 gram kokos
2 theelepels ketoembar
1 theelepel laos
3 uien fijngesneden
1 theelepel koenjit
1 theelepel djahé
3 tenen knoflook fijngehakt
2 goudbouillonblokjes
3 eetlepels sambal oelek
3 blaadjes salam
2 blaadjes djeroek poeroet
½ eetlepel suiker
sap van ½ citroen
1 blok santen
stukje trassi
zout
Het vlees in grove stukken snijden. Witte bonen minstens 2 uur van te voren weken. De kokos lichtjes branden in een wadjan. Dan de santen smelten in 1 liter water. Zodra het gesmolten is, alle ingrediënten m.u.v. de kokos toevoegen, dus ook het vlees en witte bonen. Vuur hoog zetten totdat het begint te koken,daarna op een klein vuurtje het gerecht geregeld omroeren totdat het een beetje droog begint te worden. Dit kan uren duren, dus geduld is geboden. Dan de gebrande kokos toevoegen en goed omroeren tot het gerecht totaal droog is.
500 gram rundvlees in blokjes
1 grote ui
1 cm verse koenjitwortel
2 schijfjes verse djahé
3 eetlepels sambal
1 spriet sereh
3 theelepels ketoembar
4 schijfjes laoswortel
2 blaadjes salam
2 blaadjes djeroek poeroet
100 gram geraspte kokos
2 kopjes kokosmelk
olie
zout
Maak ui, koenjit- en djahé wortel zeer fijn in een vijzel of keukenmachine. Roer door dit papje de sambal, laos, sereh, djeroek poeroet en ketoembar. Meng dit geheel door het vlees en giet de kokosmelk erbij. Breng het geheel aan de kook en laat het vlees boven laag vuur zachtjes gaar stoven (ca. 2 uur). Bak ondertussen de geraspte kokos in een droge koekenpan boven laag vuur hazelnootbruin. Maal het dan in een keukenmachine nog fijner en voeg het aan het vlees toe. Laat het gerecht koken tot de olie boven komt drijven. Draai het vuur dan laag en laat de saus onder voortdurend omscheppen inkoken tot ze de gewenste dikte heeft.
500 gram riblappen
2 uien
2 plakjes laoswortel
½ citroen
1 theelepel koenjit
1 eetlepel sambal oelek
2 blaadjes djeroek poeroet
2 blaadjes salam
2 cm gemberwortel
2 eetlepels geraspte kokos
3 dl santen
½ eetlepel suiker
3 tenen knoflook
zout
Vlees in blokjes van 2 cm snijden. Uien snipperen, laos met een mes inkerven en citroen uitpersen. In een wadjan of wijde braadpan het vlees, ui, laos, koenjit, sambal, djeroek poeroet, salam, geschilde gemberwortel, kokos, santen, suiker en citroensap doen. Knoflook erboven uitpersen. Met de deksel op de pan aan de kook brengen en 3 uur vlees zachtjes gaarstoven (vlees moet uit elkaar vallen). Zout naar smaak toevoegen. Laten afkoelen en tot gebruik afgedekt in de koelkast bewaren. Bij het [132] opdienen, als alles door en door warm is, de blaadjes, gemberwortel en laoswortel verwijderen. Lekker met witte rijst en komkommersalade.
375 gram varkensvlees
1 grote ui fijngesneden
4 tenen knoflook fijngehakt
1 eetlepel sambal oelek
1 theelepel ketoembar
1 kopje ketjap
½ pakje margarine
½ kopje water
5 eetlepels olie
Snij het vlees in niet al te grote stukken. Fruit in de olie de uien en knoflook. Na 3 min. sambal en ketoembar toevoegen. Intussen het vlees in de margarine lichtbruin bakken. Daarna de gefruite ingrediënten, ketjap en water toevoegen. Gaar sudderen op een klein vuur tot het iets droog wordt.
500 gram lamslappen
1 eetlepel boter
¼ liter water
5 eetlepels gesnipperde uien
3 tenen gesnipperde knoflook
2 eetlepels ketjap manis
sap van 1 citroen
zout
Wrijf uien, knoflook en zout tot een brij en fruit die in de boter tot de uien geel zijn. Bak de in kleine stukjes gesneden lapjes vlees enige tijd mee en voeg daarna het water, citroensap en ketjap toe. Laat het geheel verder stoven tot het vlees gaar en mals is.
Magnetron
Verwarm de boter in een ovenvaste schaal van 2 liter onafgedekt ca. 1 min. op 100%. Schep de gewreven kruiden erdoor en verwarm deze onafgedekt 3 à 4 min. op 100%. Doe het vlees erbij en verwarm dit onder af en toe roeren 3 à 4 min. op 100%. Schenk het water met citroensap en ketjap erbij en verwarm alles afgedekt 14 à 16 min. op 70% totdat het vlees gaar is.
500 gram varkenslappen
250 gram tomaten
1 bos selderie
1 ui fijngesneden
½ eetlepel sambal oelek
2 goudbouillonblokjes
1 teen knoflook fijngehakt
1 spriet sereh
½ eetlepel suiker
peper, zout en ketjap manis
Vlees en tomaten in stukken snijden. Selderie heel fijnsnijden. Fruit in wat olie de uien. Voeg daaraan toe de sambal, bouillonblokjes, selderie, knoflook, sereh en suiker. Als laatste het vlees met wat peper, zout en ketjap toevoegen. Deksel op de pan en gaar laten sudderen.
500 gram varkensvlees
1 spriet sereh
2 theelepels djahé
1 blikje tomatenpuree
½ fles tomatenketchup
2 uien fijngesnipperd
1 teen knoflook fijngehakt
1 eetlepel suiker
1 goudbouillonblokje
1 eetlepel sambal oelek
6 eetlepels olie
Snij het vlees in blokjes. Fruit het vlees in de olie. Na ca. 5 min. alle ingrediënten in de pan doen met 1 tot 1½ kopje water. Zodra alles kookt even goed door elkaar roeren, dan de deksel op de pan en zachtjes gaar laten sudderen.
[133] 1 kg gehakt (hoh)
1 theelepel laos
1 fijngesneden ui
1 teen knoflook, fijngehakt
1 theelepel ve-tsin
2 geklutste eieren
peper en zout
hele koolbladeren
Gehakt vermengen met de ingredienten, balletjes maken en in een koolblad verpakken. Deze dan dichtmaken met een cocktailprikker en gaar stomen.
voor de saus:½ kopje pindakaas
⅓ kopje azijn
1 theelepel djahé
sambal en suiker
peper en zout
Alle ingrediënten met wat water vermengen en op een vuurtje heet maken. Intussen is de basoh gaaren wordt die uit de stomer gehaald. Op een schaal doen en overgieten met de saus.
300 gram rund- of varkensvlees
2 rode of groene lomboks
4 kemirinoten
2 tenen knoflook fijngehakt
1 ui fijngesneden
¼ blok santen
citroensap en zout
4 dl water
Kook het vlees zacht, snijd het dan in lapjes en strooi er zout en citroensap over. Stamp vervolgens met de oelek-oelek de lapjes bijna uit elkaar. Maak een saus van 4 dl heet water, de santen, fijngehakte lomboks, kemiries, knoflook en ui. Leg de vleeslapjes in deze saus en kook het vlees bijna droog.
500 gram runderlappen
zout naar smaak
Kruiden:
1 eetlepel sambal
1 eetlepel djahé
1 eetlepel ketoembar
½ eetlepel djinten
1 theelepel nootmuskaat
1 theelepel kaneel
½ theelepel peper
½ theelepel kentjoer
¼ theelepel koenjit
½ theelepel trassi
4 kruidnagelen
De lapjes vlees worden goed geklopt en ingewreven met de kruiden. Dan water aan de kook brengen en de lapjes smoren met een gesloten deksel totdat het water bijna verdampt is en er een saus van is overgebleven. Daarna het vlees uit de saus halen, uit laten lekken en in de boter bruin bakken. Dan de saus weer toevoegen en alles laten sudderen tot de saus is ingedikt.
500 gram runderlappen
½ dl ketjap
½ dl azijn
2 dl bouillon
paneermeel
boter
Kruiden:
5 kruidnagelen
peper, zout en nootmuskaat
De runderlapjes worden met peper, zout en nootmuskaat ingewreven en in veel boter gebraden. Dan de bouillon, ketjap, azijn en kruidnagelen toevoegen en het geheel laten stoven tot het vlees gaar is. De saus wordt met paneermeel gebonden.
[134] 500 gram runderlappen
1 ui fijngesneden
6 tenen knoflook fijngehakt
¼ blok santen
1 eetlepel ketjap manis
bouillon en olie
Kruiden:
1 schijfje djahé
1 schijfje laos
4 cm sereh
½ dl trassi water
3 blaadjes djeroek poeroet
peper, zout en nootmuskaat
Wrijf de runderlappen in met door elkaar gemengde kruiden. Braad ze bruin in de olie, samen met ui en knoflook. Voeg het trassi water, ketjap en djeroek poeroet toe en kook het geheel met de bouillon. Voeg vervolgens de aangelengde santen toe, als het mengsel te droog dreigt te worden. Laat het gerecht sudderen tot het gaar is.
500 gram runderlappen
1 ui
3 geklutste eieren
bouillon, paneermeel en olie
Kruiden:
2 eetlepels gember
1 eetlepel sambal oelek
4 kruidnagelen
peper, zout en nootmuskaat
Eerst de lapjes inwrijven met peper, zout en nootmuskaat. Daarna de fijn gesneden gember en vermengen met de sambal, de eieren en het zout. De lapjes vlees worden daar doorheen gewenteld. Vervolgens wordt het vlees aan weerszijden bruin met de gesnipperde ui gebakken. Nu het geheel afblussen met bouillon, waaraan kruidnagelen zijn toegevoegd. Het geheel nog even laten doorkoken. De saus wordt tenslotte gebonden met paneermeel.
500 gram vlees
5 uitjes fijngesneden
4 tenen knoflook fijngehakt
¼ liter santen
aluminiumfolie
Kruiden:
4 keloewekpitten
1 schijfje laos
1 theelepel trassi
zout
Kook het vlees in 5 dl water gaar. Bewaar de bouillon, scheur het vlees in repen. Stamp de uitjes en knoflook fijn en vermeng dit met de overige kruiden. Maak de keloewekpitten fijn en vermeng ze met de met santen aangelengde trassi. Braad het uienmengsel, voeg de keloewek en het vlees toe en laat alles in de bouillon gaar stoven. Maak van de folie pakjes van het vlees en laat dit nog even in de oven warm worden.
500 gram schenkel
1 ui
4 tenen knoflook
4 keloewekpitten
santen
Kruiden:
1 theelepel trassi
1 schijfje laos
2 theelepels zout
Het vlees gaar koken in water met wat zout, waarbij ook de keloewekpitten meegekookt worden. Dan worden de pitten eruit gehaald, maak ze fijn met de trassi en santen. Knoflook en ui worden fijngesneden en samen met de kruiden aangefruit. Hierna worden de kruiden en santen aan het vlees [135] toegevoegd, wat eerst uit de bouillon gehaald is. Het geheel even laten sudderen waarna de bouillon weer toegevoegd mag worden. Het gerecht laten koken tot het bijna droog is.
500 gram runderlappen in blokjes
1 gesnipperde ui
2 uitgeperste tenen knoflook
1 theelepel koenjit
1 theelepel laos
1 theelepel ketoembar
½ theelepel trassi
2 theelepels bruine basterdsuiker
1 eetlepel olie
2½ dl water
2 eetlepels ketjap
1 stukje citroenschil
zout
Wrijf de ui met de knoflook, koenjit, laos, ketoembar, trassi en suiker fijn in een vijzel. Verhit de olie en fruit dit kruidenmengsel 3 min. Haal de pan van het vuur en houd het mengsel apart. Breng het vlees met het water, wat zout en citroenschil aan de kook, draai het vuur laag, leg een deksel op de pan en laat het vlees 1 uur zachtjes sudderen. Voeg het gefruite kruidenmengsel en de ketjap toe en laat het vlees nog ca. 30 min. doorsudderen tot het gaar is.
500 gram runderlappen
1 grote ui
4 tenen knoflook
1 eetlepel sambal oelek
bouillon
Kruiden:
5 kemirinoten
1 eetlepel asem
2 eetlepels gember
1 spriet sereh
½ theelepel koenjit
½ theelepel laos
1 theelepel trassi
4 blaadjes djeroek poeroet
zout
Snijd de ui, knoflook en gember fijn en maal de kemiries. Vermeng deze met de overige kruiden en 2 van de 4 blaadjes djeroek poeroet. Kook het vlees even inwater en voeg dan het kruidenmengsel, zout en 2 blaadjes djeroek poeroet toe. Laat het gerecht koken tot het vlees gaar is.
2 kg speenvarken
1-2 eetlepels boter
Kruiden:
knoflook
zout en peper,
ve-tsin
2 eetlepels ketjap
Zout het speenvarken (schouder of hamstuk) en wrijf het in met het sap van enkele tenen knoflook en de peper. Laat de kruiden minstens enkele uren intrekken. Wikkel de bout in aluminiumfolie en leg haar op het rooster in de oven. Vul de afdruipbak met kokend water en breng de oven op een temperatuur van 250 graden. De braadtijd is ca. 1 uur. Haal de bout uit de oven. Verwijder het aluminiumfolie en penseel het zwoerd met een mengsel van boter en soja. Breng de oven op 300 graden, schuif de bout er weer in en laat die nog ca. 45 min. bruin worden. Het zwoerd moet knappend worden. Nu en dan inwrijven met het boter/sojamengsel. Verwijder het zwoerd, snij dit in dunne repen en hou die tot het moment van opdienen warm in de oven. Serveer het stuk speenvarken met zoetzure gembersaus, mihoen en stukjes komkommer.
500 gram rundergehakt
2 uien [136]
4 tenen knoflook
3 blaadjes djeroek poeroet
dunne en dikke santen
zout
Kruiden:
1 eetlepel ketoembar
½ eetlepel djinten
4 cm sereh en 1 schijfje laos
1 theelepel peper
Snijd uien en knoflook fijn en fruit ze met de kruiden in olie tot de uien geel worden. Nu wordt het vlees dat van te voren gaar gekookt is, samen met de dunne santen toegevoegd. Het geheel net zolang laten koken tot het bijna droog is. Dan wordt de dikke santen toegevoegd en het gerecht nog even laten doorkoken.
500 gram varkensvlees
2 grote uien
5 tenen knoflook fijngehakt
2 eetlepels citroensap
2 dl bouillon
boter
Kruiden:
1 eetlepel sambal
1 theelepel djinten
1 theelepel zout
1 theelepel trassi
½ theelepel peper
1 schijfje laos
Tweederde deel van de ui wordt samen met de kruiden fijngemaakt en in boter gefruit. De rest van de ui wordt afzonderlijk gebakken. Nu wordt het fijngehakte vlees aan het mengsel van ui, knoflook en kruiden toegevoegd en gebakken. Pas dan wordt het apart gebakken deel van de ui toegevoegd, samen met de bouillon. Het gerecht laten koken tot het dik wordt. Als laatste de citroensap er doorheen mengen.
250 gram varkensvlees
50 gram kousenband
100 gram aubergine
150 gram peultjes
1 blik maïs
4 groene lomboks
Kruiden:
1 spriet sereh
4 schijfjes djahé
150 gram bieslook
150 gram kemangie of basilicum
2 uien
zout
Snijd het vlees in kleine stukjes. Maak lomboks, djahé en uien met het zout fijn. Vermeng dit goed. Kook het vlees met de kruiden zachtjes in ½ liter water. Voeg dan de fijngesneden groenten en maïs bij het vlees en laat alles nog ca. 30 min. koken tot de groenten gaar zijn. Dit gerecht mag bij het opdienen niet teveel saus bevatten.
500 gram runderlappen
4 rode lomboks
1 theelepel ketoembar
½ theelepel djinten
2 tenen knoflook fijngehakt
½ theelepel djahé
1 theelepel Javaanse suiker
1 theelepel trassi
1 theelepel zout
2½ eetlepel olie
1 eetlepel citroensap
2 voorjaaruitjes gesnipperd
Breng een ½ liter water aan de kook en leg het vlees erin. Daarna zachtjes laten koken tot het gaar is (ca. 1 uur). Snij ondertussen de lomboks schuin in smalle ringen. Wrijf de knoflook, trassi, ketoembar, djinten, djahé, zout en Javaanse suiker tot een pasta. Schep het vlees uit de pan en laat het uitlekken. De overgebleven bouillon laten indampen tot de helft van de oorspronkelijke hoeveelheid. Voeg de pasta en olie toe aan de ingedampte bouillon. Roer alles goed door en laat dit weer gedurende 5 min. indampen. Snij het vlees in dobbelstenen van 2 cm en leg deze samen met de lombokringen in de [137] kokende bouillon. Schep alles voorzichtig om, zet het vuur laag en laat het zachtjes sudderen. Zodra het vocht vrijwel is verdwenen en de hete olie zich begint af te scheiden, kan het citroensap worden toegevoegd. Schep alles nog goed om en serveer het gerecht in een voorverwarmde schaal. Strooi er de gesnipperde voorjaarsuitjes over.
500 gram doorregen runderlappen
2 grote gesnipperde uien
4 tenen knoflook fijngehakt
4 lombok rawit gedroogd
1 theelepel zout
½ theelepel zwarte peper
1 theelepel Javaanse suiker
2 eetlepels petis oedang
4 ontvelde tomaten
3 eetlepels olie
2 eetlepels ketjap manis
Maak het vlees droog met keukenpapier en snij het in dobbelstenen van 2 cm. Stamp uien, knoflook, versnipperde lombok rawit, zout, peper en Javaanse suiker in een vijzel tot een pasta. Meng de petis oedang door de pasta en wrijf het vlees hiermee in. Laat het vlees een kwartiertje liggen. Halveer de tomaten,verwijder vocht en zaadjes. Snij het vruchtvlees in stukjes. Verhit de olie en bak gedurende 5 min. onder voortdurend omscheppen de dobbelstenen vlees. Voeg dan tomaten, ketjap, resterende pasta en zoveel kokend water (of runderbouillon)toe tot alles juist onder staat. Breng het onder voortdurend omscheppen aan de kook en leg dan de deksel op de pan. Dan alles boven een matig vuur laten sudderen totdat het vlees gaar is. Dien het gerecht op in een voorverwarmde schaal. Strooi eventueel wat gesnipperde voorjaarsuitjes erover en leg een of meer bloemen van tomaten en/of plakken komkommer erbij.
250 gram mager gehakt
500 gram gekookte aardappelen
1 losgeroerd ei
2 hardgekookte eieren
2 middelgrote preien
2 eetlepels olie
6 eetlepels doperwten
6 eetlepels wortels
2 eetlepels selderie
45 gram boter
zout
peper uit de molen
gemalen nootmuskaat
1 mespunt suiker
Maak van de nog warme aardappelen een puree en voeg hieraan een losgeroerd ui, de helft van de boter, wat zout, peper, suiker en een vleug nootmuskaat toe. Laat de puree volkomen koud worden. Snij de hardgekookte eieren in plakjes. Maak de preienschoon. Gebruik de witte en lichtgroene delen. Snij de preistokken door in de lengte en hierna in smalle reepjes. Verhit de olie of margarine en bak het gehakt (runder / varkensgehakt) onder voortdurend omscheppen totdat het lichtbruin en kruimig is geworden. Voeg dan de prei, doperwten en de reepjeswortel toe. Laat alles nog gedurende 4-6 min. onder voortdurend omscheppen zachtjes bakken. Strooi de fijngehakte selderie of korianderblaadjes erover. Voeg wat zout naar smaak, suiker en peper toe en schep alles goed om. Doe hierna de gehele inhoud van de pan in een met een beetje boter bestreken ovenvaste schaal. Leg de in plakjes gesneden eieren erop en dek alles af met een laag aardappelpuree. Bestrijk de puree met wat zacht geroerde boter. Plaats de schaal in een voorverwarmde oven (250 graden C) en bak in 20-25 min. een mooi goudbruin korstje erop. Dien het gerecht zo warm mogelijk op.
500 gram varkenslappen
2 uien
4 tenen knoflook
1 rode lombok
4 kemirienoten
½ blokje trassi van 1 cm
¼ schijf Javaanse suiker
2 eetlepels olie
3 theelepels ketoembar
3 theelepels djinten
1 stukje gemberwortel van 1 cm
2 eetlepels asem
1 stukje sereh van 2 cm
2 blaadjes salam
3 plakjes laoswortel
2 dl santen
Lombok halveren en zaadjes verwijderen. Dan in de keukenmachine de ui, knoflook,lombok, kemirie, trassi en Javaanse suiker fijnmalen. Dit mengsel voor 5 min. in hete olie zachtjes fruiten. Varkenslappen halveren. Dan aan het kruidenmengsel de varkenslappen, ketoembar, djinten, gemberwortel, asem, sereh, salam, laosen santen toevoegen. Vlees in 30 min. gaar stoven. Op smaak brengen met zout. Laten afkoelen en tot gebruik afgedekt in de koelkast bewaren. Grill voorverwarmen op de hoogste stand. Rooster invetten en vlees uit de saus nemen. Vlees op het rooster vlak onder de grill in 10 min. goudbruin laten kleuren. De lekbak onder het rooster niet vergeten. Halverwege het vlees keren. Intussen de saus opwarmen, sereh, salam, gember en laos uit de saus verwijderen. Vlees op een schaal leggen en overgieten met de saus. Lekker met witte rijst en atjar tjampoer.
750 gram geitenvlees (lapjes)
3 tenen fijngesneden knoflook
2 fijngesneden uien
1 theelepel sambal oelek
½ theelepel laos of 1 schijfje
1 stukje sereh of theelepel poeder
5 blaadjes djeroek poeroet
1 stokje kaneel
1 theelepel trassi
½ theelepel zout
1 theelepel suiker
½ theelepel koenjit
1 vleesbouillonblok
1 kopje santen
3 eetlepels olie
De olie op groot vuur verhitten en direct de knoflook en uien fruiten tot ze slap zijn. Dan de overige ingrediënten even meebakken. De lapjes vlees erdoor roeren, afblussen met santen en dit alles goed door laten koken. Vuur laagdraaien en 45 min. laten sudderen. Nu en dan roeren en proeven of er zout bij moet. Bij te weinig vocht, iedere keer 4 eetlepels water erbij doen. Van vuur af, 4 uur laten rusten.
500 gram magere runderlappen
3 glazen water
1 theelepel laos
2 blaadjes djeroek poeroet
1 spriet sereh
1 theelepel suiker
1 eetlepel asem
⅛ blok santen
1 hardgekookt ei per persoon
zout
Kruiden:
3 gesnipperde tenen knoflook
1 theelepel trassi
1 theelepel koenjit
5 kemirienoten
½ theelepel ketoembar
1 gesnipperde ui
Vlees in kleine stukjes snijden. De kruiden fijn maken, mengen en fruiten in de olie samen met het vlees. Daarna de laos, water, djeroek poeroet, sereh, suiker,asem, zout en water erbij. Laat alles zacht sudderen tot het vlees zacht geworden is. Als laatste de santen al roerende toevoegen, gevolgd door de hele eieren.
1 ui in vieren gedeeld
1 teen knoflook uitgeperst
2 cm fijngehakte gemberwortel
350 gram mager rundergehakt
1 eetlepel mangochutney
½ theelepel djinten
½ theelepel ketoembar
2 eetlepels gehakte korianderblad
1 losgeklopt ei
zout en peper
1 blik tomaten (225 gram)
1 eetlepel kippenbouillon
2 theelepels tomatenpuree
1 theelepel suiker
Hak ui, knoflook en gemberwortel fijn in een elektrische keukenmachine. Voeg gehakt, chutney, djinten, ketoembar en helft van korianderblad toe. Schenk het losgeklopte ei erbij en laat de machine [139] nog even draaien. Vorm van dit mengsel 16 kleine balletjes. Leg de balletjes naast elkaar in een ondiepe schaal en zet deze 56 min. in de magnetron op vol vermogen tot de balletjes gaar zijn. Verschuif ze tijdens de bereiding een maal. Laat ze afgedekt nagaren. Maak intussen de saus. Doe de tomaten met sap in een grote schaal en voeg bouillon, tomatenpuree, suiker, zout en peper toe. Zet de schaal 5 min. op vol vermogen inde magnetron. Roer regelmatig om. Voeg de resterende koriander toe en zet de schaal opnieuw 23 min. op vol vermogen in de magnetron tot de saus de juiste dikte heeft. Verwarm de balletjes nog 12 min. op vol vermogen in de magnetron. Dien ze op in de saus en garneer eventueel met een takje koriander.
250 varkenslappen in blokjes
1 grote gesnipperde ui
2 tenen knoflook uitgeperst
1 kleine prei in ringen
2 geraspte kemirienoten
2 eetlepels olie
2 theelepels djahé
1 theelepel ketoembar
1 theelepel sambal oelek
1 eetlepel citroensap
4 eetlepels ketjap manis
2 theelepels Javaanse suiker
zout
1 dl bouillon
Giet de olie in een grote glazen schaal en zet die 2 min. op 600 of 1 min. op 720 Watt in de magnetron. Roer ui, knoflook en prei door de hete olie en fruit dit mengsel 23 min. op vol vermogen, tot de ui glazig is. Voeg dan het vlees,kemirie, djahé, ketoembar en sambal toe. Roer alles goed door elkaar, leg een deksel op de schaal en zet hem 12 a 14 min. op vol vermogen in de magnetron. Roer het vlees halverwege de bereiding een keer goed door en breng het vlees, nadat de tijd verstreken is, op smaak met het citroensap, ketjap, suiker en eventueel wat zout. Laat het vlees in de afgedekte schaal nog 15 min. sudderen op 150 of 180 Watt. Voeg eventueel wat bouillon toe, als er te veel vocht verdampt is. Geef er witte rijst en een atjar bij.
400 gram mager varkensvlees (blokjes)
2 eetlepels ketjap manis
1 eetlepel citroensap
2 tenen knoflook uitgeperst
1 theelepel zout
½ theelepel peper
2 theelepels sambal oelek
2 theelepels ketoembar
2 gesnipperde uien
30 gram boter
3 flinke eetlepels pindakaas
1 eetlepel tomatenketchup
1 eetlepel santen
1 theelepel boemboe Bali (pasta)
Leg de blokjes vlees tenminste 12 uur in een marinade van de ketjap, citroensap, knoflook, zout, peper, ketoembar en sambal (tabasco is een goede vervanger). Laat de boter in een schaal (ca. 1 liter) op 100% in 1 min. smelten. Meng de uien erdoor en zet de schaal 23 min. op 100% in de magnetron tot de stukjes uizacht zijn. Voeg dan de gemarineerde blokjes vlees toe en zet het geheel in de magnetron met deksel op de schaal voor 6 à 8 min. 100%. Meng er de pindakaas, ketchup, santen en boemboe Bali doorheen. Laat het mengsel zonder deksel in 1 à 2 min. op 100% door en door warm worden. Serveer met witte rijst en bijvoorbeeld atjar ketimoen.
500 gram lams of kalfsvlees
2 eetlepels boter
¼ liter water
5 tenen gesnipperde knoflook
2 theelepels peper
sap van ½ citroen
Snijd het vlees in grove blokjes en bak ze in boter. Voeg knoflook, peper en citroensap toe. Maak de saus af met de ca. liter water en laat het vlees hierin stoven tot het zacht is.
Magnetron
Verwarm de boter in een ovenvaste schaal van 2 liter onafgedekt ca. 2 min. op 100%. Schep de blokken vlees erdoor en verwarm onafgedekt 3 à 4 min. op 100%. Schep knoflook, peper en citroensap erdoor en schenk dan het water erbij. Verwarm alles afgedekt 14 à 16 min. op 70% tot het vlees gaar is.
[140] 500 gram half vet rundvlees
2 eetlepels olie
¼ liter water
3 eetlepels gesnipperde uien
1 teen gesnipperde knoflook
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel trassi
1 theelepel Javaanse suiker
1 eetlepel ketjap manis
zout en peper
Snijd het vlees in dobbelstenen, bestrooi ze met peper, zout en suiker. Laat ze 1 uur staan. Af en toe omscheppen. Dan bakken in de olie en als ze bruin zijn,de uien, knoflook en sambal met trassi toevoegen. Maak de jus af met wat water,ketjap en stoof het vlees tot het gaar is.
500 gram rundvlees in repen
2 eetlepels olie
¼ liter water
3 eetlepels gesnipperde uien
2 tenen gesnipperde knoflook
2 theelepels sambal oelek
1 theelepel trassi
3 gepofte kemiries
1 theelepel Javaanse suiker
stukje asem (walnootgrootte)
zout
Repen vlees snijden van ca. 4 cm. Maak een papje van asem (zonder pitten en vliezen), zout en wat water en smeer de repen daarmee in. Wrijf uien, knoflook, sambal, trassi, kemirie en suiker tot een brij en bak dit op. Bak het vlees hierin mee en maak het af met het water. Stoof het gerecht verder tot het vleeszacht is.
500 gram geiten- of schapenvlees
2 eetlepels olie
2 dl water
5 eetlepels gesnipperde uien
3 tenen gesnipperde knoflook
2 theelepels ketoembar
1 theelepel djinten
1 theelepel koenjit
½ theelepel djahé
zout
Wrijf de helft van uien, alle knoflook, ketoembar, djinten, koenjit en djahé tot een brij en fruit dit in de olie. Snijd vlees in blokjes en meng ze door de bakkende kruiden. Na een minuut of vijf afmaken met het water en laten stoven tot het vlees gaar is. Vlak voor het opdienen de rest van de uien er doorheen roeren.
300 gram verse vleesresten
2 dl jus of bouillon
2 middelgrote aardappelen
10 gram laksa
1 eetlepel boter
5 eetlepels gesnipperde uien
1 teen gesnipperde knoflook
3 kruidnagelen
2 salamblaadjes
2 eetlepels azijn
1 eetlepel ketjap manis
Snijd het vlees in mooie stukjes. Bak uien en knoflook lichtbruin, voeg vlees toe, dan jus, kruidnagels en salam. Snijd de aardappelen in plakjes of blokjes en laat ze mee stoven met het vlees. Maak, als de aardappelen bijna gaar zijn, het gerecht af met de ketjap en azijn. Voeg er de geweekte laksa en uitgeknepen laksa bij en laat de hachee nog even doorstoven.
Magnetron
Verwarm de boter ineen ovenvaste schaal onafgedekt ca. 1 min. op 100%. Schep de uien en knoflook erdoor en verwarm onafgedekt dit ca. 3 a 4 min. op 100%. Voeg het vlees, jus, kruidnagels, salam en aardappelen toe en verwarm alles afgedekt 12 a 14 min. op 50%. Roer de ketjap, azijn en laksa erdoor en verwarm alles nogmaals afgedekt 4 a 6 min. op 50%.
500 gram rund- of schapenvlees
2 eetlepels olie
¼ liter water
3 eetlepels gesnipperde uien
1 teen gesnipperde knoflook
1 theelepel sambal oelek [141]
1 theelepel djahé
1 spriet sereh
2 eetlepels ketjap manis
1 stukje asem (walnoot grootte)
zout
1 theelepel trassi
1 theelepel laos
Snijd het vlees in grove stukken en kook ze half gaar. Roer uien, knoflook, sambal, trassi, laos, djahé en asem (ontpit) door elkaar en bak ze even op in de olie. Voeg het vlees eraan toe en maak het gerecht af met het kook nat, ketjap en de sereh. Laat het vlees hierin ca. 1 uur zachtjes stoven.
500 gram runderlapjes
4 eetlepels olie
2 dl water
3 eetlepels gesnipperde uien
2 tenen gesnipperde knoflook
1 theelepel sambal oelek
1 eetlepel mosterdpoeder
1 theelepel witte suiker
2 eetlepels ketjap manis
2 eetlepels azijn
zout en peper
Wrijf uien, knoflook, sambal met suiker, zout en mosterd poeder tot een papje. Wrijf daarmee de runderlapjes die tevoren met peper bestrooid zijn in en laat ze minstens een uur marineren. Bak de lapjes in de olie en maak de jus af met water, ketjap en azijn en laat ze stoven tot ze het vlees gaar is.
500 gram poulet
2 eetlepels olie
½ liter water
5 eetlepels gesnipperde uien
3 tenen gesnipperde knoflook
2 theelepels sambal oelek
1 theelepel trassi
1 theelepel laos
2 theelepels Javaanse suiker
1 spriet sereh
2 salamblaadjes
1 stuk asem (grootte 2 walnoten)
Kook het vlees halfgaar. Het grootste deel van de bouillon kan voor soep gebruikt worden. Wrijf uien, knoflook, sambal, trassi, laos, suiker en wat zout tot een brij en fruit deze in de olie tot de uien geel zijn. Bak ook even het uitgelekte vlees mee, voeg 2 dl bouillon toe, de salam en sereh. Maak asemwater met 4 eetlepels warm water en voeg dit ook aan het gerecht toe. Laat alles nog even
stoven.
Magnetron
Doe het vlees (alleen varkensvlees in de magnetron) met 5 dl water in een glazen litermaat en verwarm het afgedekt ca. 10 min. op 100%. Verwarm de olie in een ovenvaste schaal van 2 liter onafgedekt ca. 2 min. op 100% en roer de kruidenbrij erdoor. Verwarm deze onafgedekt 3-4 min. op 100%.Schep het vlees erdoor en voeg 2 dl bouillon, salam, sereh en asemwater toe. Verwarm afgedekt 14 a 16 min. op 70% tot het vlees gaar is.
500 gram lever
⅓ blok santen
5 eetlepels kokosmeel
½ liter water
2 eetlepels gesnipperde uien
1 theelepel sambal oelek
2 theelepels ketoembar
1 theelepel djinten
½ theelepel kentjoer
2 salamblaadjes
2 djeroek poeroetblaadjes
peper en zout
Snijd de lever in grove plakken. Wrijf uien, sambal, ketoembar, djinten, kentjoer, peper en zout tot een brij en meng dit met het kokosmeel. Los de santen op in het water en voeg er het kruidenmengsel aan toe. Breng het aan de kook en doe er de lever bij, de salam en djeroek poeroet. Laat alles koken tot de lever gaar is en de kruiden met het kokosmeel een dikke saus zijn gaan vormen.
Magnetron
[142] Alleen varkens of kalfslever in de magnetron bereiden. Roerde gewreven massa met het kokosmeel en de santen in een ovenvaste schaal van 2 liter tot een gladde massa en breng dit afgedekt in 5 à 7 min. op 100% aan de kook. Doe de lever met de salam en djeroek poeroet erbij en verwarm alles afgedekt 16 à 18 min. op 50% tot de lever gaar is.
500 gram half vet varkensvlees
3 eetlepels gesnipperde uien
2 tenen gesnipperde knoflook
1 theelepel sambal oelek
1 eetlepel gehakte bieslook
1 dikke prei witte deel in 3 cm staafjes
6 kloewaknoten
5 zwarte peperkorrels
zout
Snijd het vlees in blokjes. Sla de schil van de noten en stamp de pitten fijn. Voeg er ca. 2 dl water aan toe en laat de kloewak hierin 30 min. weken. Zeef het vocht en kook het samen met het vlees en de tot brij gewreven uien, knoflook, sambal en zout. Doe de peperkorrels erbij. Voeg na 30 min. de prei toe en laat het geheel doorkoken tot het vlees gaar is. Vlak voor het serveren de bieslook toevoegen.
Magnetron
Doe het gezeefde kloewak vocht met het vlees, gewreven massa en peperkorrels in een magnetronschaal van 2 liter. Verwarm deze afgedekt 12 à 14 min. op 70%. Roer de prei erdoor en verwarm alles afgedekt 10 à 12 min. op 70% tot het vlees gaar is. Garneren met de bieslook.
500 gram schapen-, lams- of geitenvlees
2 dl water
1 eetlepel olie
1 eetlepel boter
Kruiden:
1 eetlepel gesnipperde uien
2 theelepels ketoembar
1 theelepel djinten
1 theelepel djahé
1 theelepel koenjit
½ theelepel laos
1 mespunt nootmuskaat
1 mespunt kruidnagelpoeder
1 mespunt kaneel
peper en zout
Snijd het vlees in blokjes en doe die in een pan. Strooi hierover de ketoembar, djinten, peper en kruidnagel. Meng alles goed door elkaar, doe het water erbij en zet de pan op het vuur. Wrijf uien, laos, kaneel, djahé en koenjit met zout fijn. Fruit dit mengsel en voeg het bij het kokende vlees. Laat dan alles goed doorstoven tot het vlees gaar en zacht is. Voor het opdienen de boter erdoor doen.
Magnetron
Gebruik in de magnetron alleen lamsvlees. Verhit 1 eetlepelolie in een schaal van 1 liter onafgedekt ca. 1 min. Schep er de gewreven uienmassa door en verwarm dit 1-2 min. op 100%. Doe het vlees met de ketoembar, djinten, peper, kruidnagel en het water in een schaal van 2 liter en breng dit afgedekt in 4 à 6 min. op 100% aan de kook. Voeg uien massa toe en verwarm alles afgedekt 14 à 16 min. op 70% tot het vlees gaar is. Voor het opdienen de boter erdoor roeren.
500 gram rundergehakt
5 eetlepels kokosmeel
4 eetlepels olie
3 eetlepels gesnipperde uien
3 tenen gesnipperde knoflook
2 theelepels sambal oelek
1 theelepel ketoembar
1 theelepel koenjit
3 eetlepels asemwater
1 spriet sereh
zout en peper
Wrijf uien, knoflook, sambal, ketoembar en koenjit met elkaar tot een brij. Voeg asemwater toe en de sereh. Bak het kokosmeel onder goed roeren in een koekenpan of wadjan die met 1 eetlepel olie is ingesmeerd tot het gelijkmatig geel van kleur is. Meng het gehakt en kokosmeel met elkaar tot een [143] homogene massa. Bak de kruidenbrij op in de olie. Draai balletjes van het gehakt mengsel en bak die in de olie gaar. Doe ze op een schaal en overgiet ze met het kruidenmengsel.
Magnetron
5 eetlepels kokosmeel kunnen op een ovenvast bord in 4- 5 min. op 100% worden gebakken. Tussendoor omscheppen (bord wordt erg warm). Verwarm de olie in een grote schaal onafgedekt 3 min. op 100%. Schep de gewreven massa erdoor en verwarm deze onafgedekt 2 à 3 min. op 100%. Schep de massa uit de olie, kneed het kokosmeel door het gehakt en draai er dan balletjes van. Doe de balletjes terug in de schaal en verwarm ze onafgedekt 9 à 11 min. op 70%. Giet het kruidenmengsel over de balletjes.
250 gram grof rundergehakt
6 eetlepels kokosmeel
1 eetlepel olie
⅙ blok santen
2 dl water
Kruiden:
3 eetlepels gesnipperde uien
2 tenen gesnipperde knoflook
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel trassi
1 theelepel laos
1 theelepel ketoembar
1 theelepel djinten
½ theelepel kentjoer
3 gepofte kemiries
3 eetlepels asemwater
1 spriet sereh
2 djeroek poeroetblaadjes
zout
Wrijf uien, knoflook, sambal, trassi, laos, ketoembar, djinten, kentjoer, kemiries en zout tot een brij. Kneed dit door het gehakt en laat het minstens 1 uur maar liever langer, intrekken. Maak de olie heet en braad het vlees met de kruiden aan in een pan met dikke bodem. Steeds goed omscheppen. Voeg er, als het vlees lichtbruin begint te worden, het asemwater, snippers santen, sereh en djeroek poeroet aan toe. Laat dit alles een uurtjes zachtjes sudderen. Zonodig af en toe een scheutje water
toevoegen.
Magnetron
Maak het gehakt aan zoals hierboven omschreven en laat het staan. Verwarm de olie in een grote schaal onafgedekt 1 min. op 100%. Schep het gehakt door de olie en verwarm onafgedekt 9 à 12 min. op 70%. Roer tussendoor tenminste 2 maal. Voeg de santen, sereh en djeroek poeroet toe en verwarm alles afgedekt nog ca. 10 min. op 50%.
Saté
Voor saté kan men het volgende vlees gebruiken: rund; (zeer mals, bijv. ossehaas), kip, varkens-, lams-, kalfs-, en schapevlees.
Vlees snijden aan blokjes (reepjes) van 1x1 cm, 3-4 van deze stukjesvlees aan een satéstokje rijgen
(bij voorkeur bamboestokjes gebruiken).
De aangeregen stokjes 2-3 uur in een saus zetten van gelijke delen ketjap en water met een weinig sambal. Ook kan men grof gesnipperde ui en knoflook aan de marinade toevoegen. Dit naar eigen smaak.
Grilleren boven een houtskoolvuur, het houtskool moet gloeien, niet branden.
500 gram vlees
1 kopje ketjap manis
2 tenen knoflook
2 theelepels sambal oelek
sap van ½ citroen
1 schepje suiker [144]
Het vlees moet redelijk mager zijn. Snij het vlees in dobbelstenen en marineer het in het mengsel van ketjap, sambal, suiker, citroensap en uitgeperste knoflook. Laat dit minstens een paar uur staan. Rijg dan de dobbelstenenvlees aan stokjes en rooster ze boven een houtskoolvuurtje gaar. Deze marinadekan ook voor de saté oedang gebruikt worden.
Dit is heel verfijnd van smaak. Satés van gamba’s (grote garnalen). Verwijder het darmkanaal, snijd ze doormidden en wrijf ze in met wat peper en zout. Marineer ze in de satémarinade (zie vorig recept). Voor het roosteren steekt men 2 stokjes door iedere helft. Serveren met pangangsaus.
24 steurgarnalen
500 gram broccoli
2 tenen knoflook
1 citroen
verse zwarte peper
Indien men diepvries garnalen heeft, deze eerst laten ontdooien. Garnalen niet pellen, wel de kop eventueel verwijderen. Maak een marinade van het sap van de citroen, de uitgeperste knoflook en verse zwarte peper. Laat de garnalen tenminste 1 a 2 uur in de marinade staan. De broccoli roosjes even blancheren. Daarna aan satéstokjes rijgen in de volgorde: garnaal broccoli garnaal broccoli garnaal. Roosteren boven een houtskoolvuur. Bij het consumeren wel de schil verwijderen.
600 gram grote Noorse garnalen
10 tenen knoflook
5 theelepels sambal oelek
4 theelepels djahé
1 kleine ui
6 eetlepels ketjap manis
½ theelepel djinten
1½ eetlepel citroensap
½ eetlepel asem
3½ eetlepel olie
Garnalen afspoelen. Boven een kom 8 tenen knoflook uitpersen en 4 theelepels sambal, djahé, 3 eetlepels water en de garnalen toevoegen. Door elkaar roerenen 5 uur op een koele plaats laten staan. Af en toe omscheppen. Intussen de uiheel fijn snipperen. Dan in een kom de ui, ketjap, theelepel sambal, djinten,citroensap, asem, 1 eetlepel olie en 1 eetlepel water. De resterende 2 tenen knoflook erboven uitpersen en door elkaar roeren. 20 satéstokjes 3 uur in bakwater leggen. Grill voorverwarmen op de hoogste stand. Rooster met aluminiumfolie bedekken en invetten met olie. Garnalen aanrijgen en op folie leggen. In 10 min de garnalen goudbruin roosteren. Halverwege keren. Satés op een schaal leggen waarbij de ketjapsaus apart bij wordt gegeven. Lekker bij de nasi goreng en chinese kool.
500 gram varkens- of rundvlees
1 stukje trassi
1 theelepel ketoembar
1 teen knoflook fijngehakt
1 grote ui fijngesneden
1 theelepel djinten
1 theelepel bruine basterdsuiker
½ kopje melk
½ kopje water
zout en peper
500 gram vlees is genoeg voor zo'n 20 satés. Snij het vlees in grote dobbelstenen. Vermeng dit met djinten, zout, peper, suiker en ketoembar. Fruit in wat olie de trassi, knoflook en de uien. Bak hierin het vlees bruin. Voeg dan melken water toe. Laat het op een klein vuur sudderen totdat het vocht verdampt is. Prik dan het vlees aan pennen en rooster ze in de grill of op de barbecue. Altijd warm serveren met satésaus.
500 gram varkensvlees
2 grote uien fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
1 theelepel ketoembar
1 stukje trassi
2 eetlepels azijn [145]
½ theelepel kentjoer
5 kemiries fijngestampt
4 eetlepels droge kokos
1 theelepel koenjit
1 blaadje djeroek poeroet
Snij het vlees in dobbelstenen. Vermeng alle kruiden met de kokos en de djeroek poeroet. Doe er dan het vlees en de azijn bij. Meng het vlees goed met de kruiden en laat dit 1 uur intrekken. Prik dan het vlees aan pennen en rooster of grill ze knappend bruin. Van het overgebleven mengsel kan een pindasaus gemaakt worden.
500 gram varkensvlees
5 kemiries fijngestampt
2 grote uien fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
1 stukje trassi
1 eetlepel bruine basterdsuiker
1 theelepel ketoembar
1 theelepel djinten
1 theelepel laos
Snij het vlees in dobbelstenen. Vermeng het vlees goed met alle kruiden en laat dit 1 uur intrekken. Rijg het vlees aan pennen en rooster of grill ze. Maak naar eigen keuze een saus.
500 gram gehakt (hoh)
2 rode lomboks fijngesneden
4 kemiries fijngestampt
½ theelepel ketoembar
½ theelepel djinten
1 kleine ui heel fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
2 theelepels bruine basterdsuiker
1 stukje trassi
1 geklutst ei
1 kopje geweekte kokos
Meng het gehakt goed met de ingrediënten, het ei en de uitgelekte kokos. Maak er knikker balletjes van. Doe er een houten prikker in en bak ze in de hete olie knappend bruin. Doe er een saté- of pangsitsaus overheen. Ook dippen kan.
500 gram rundergehakt
1 gesnipperde ui
3 uitgeperste tenen knoflook
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel trassi
2 eetlepels kokos
½ theelepel djinten
1 mespuntje ketoembar en wat zout
1 eetlepel olie
1 ei
2 eetlepels citroensap
1 theelepel bruine basterdsuiker
Wrijf ui, knoflook, sambal, trassi, kokos, djinten, ketoembar en wat zout fijn in een vijzel. Verhit de olie en fruit hierin het kruidenmengsel 2 min. onder voortdurend omscheppen. Meng het gehakt in een kom met het gefruite kruiden mengsel, ei, citroensap en suiker. Vorm van het gehaktmengsel kleine balletjes. Steek de balletjes aan satéstokjes of stokjes en rooster de saté) onder regelmatig omkeren op een rooster boven een houtskoolvuur of onder een voorverwarmde grill.
750 gram varkensvlees
1 eetlepel boemboe sesate
1 kopje santen
1 teen knoflook fijngehakt
zout
bruine basterdsuiker
Snij het vlees in dobbelstenen. Fruit in wat olie de knoflook en boemboe sesate (merk conimex). Doe er de santen bij en maak af met wat zout en suiker. Laat deze saus afkoelen. Daarna het vlees er goed doorheen mengen en minstens 1 uurlaten intrekken (hoe langer, hoe lekkerder). Prik dan de stukjes vlees aanpennen en rooster of grill ze. Giet er satésaus over.
[146] 12 kleine saucijsjes
500 gram varkensvlees
1 doosje champignons
2 uien heel fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
1 theelepel laos
1 theelepel djinten
zout en peper
Snij het varkensvlees in grote dobbelstenen. Breng wat water aan de kook en laat de saucijsjes even meekoken. Haal ze eruit en laat ze uitlekken. Maak een marinade van 1 kopje ketjap manis, de uien, knoflook, zout, peper en laos. Vermeng het vlees goed in de marinade en laat dit minstens 1 uur intrekken. Ook de champignons (middelgroot) mee marineren. Rijg het vlees, champignons en saucijsjes om en om aan pennen. Rooster of grill ze en natuurlijk een satésaus erover.
500 gram varkensvlees
1 grote teen knoflook fijngehakt
1 theelepel ketoembar
½ theelepel djinten
1 stukje trassi
1 theelepel zout
2 theelepels bruine basterdsuiker
1 grote ui fijngesneden
1 theelepel koenjit
½ kopje santen
Snij het vlees in dobbelstenen. Vermeng het met de kruiden en de santen. Laat dit een paar uur intrekken. Rijg ze dan aan pennen. Bij het barbecuen kan men bij het omdraaien van de satés wat van het overgebleven sap erover gieten.
300 gram varkenshaas
2 tenen knoflook
½ eetlepel ketjap manis
1 eetlepel Javaanse suiker
citroensap
zout
Het vlees in vierkante stukjes snijden. De kruiden fijnmaken en vermengen met het vlees, de ketjap en het citroensap. Het vlees aan pennen rijgen en boven een houtskoolvuur roosteren.
Dezelfde kruiden en bereiding als vorig recept, maar met toevoeging van 2 eetlepels heel dikke santen.
300 gram varkenshaas
2 witte uien gesnipperd
3 rode uien gesnipperd
½ theelepel ketoembar
2 theelepels laos
ketjap manis
citroensap
suiker en zout
Het vlees in vierkante stukjes snijden. Kruiden fijnstampen en vermengen met het vlees, ketjap, citroensap en 1 eetlepel dikke santen. Goed in laten trekken en daarna het vlees aan pennen rijgen en roosteren. Men kan deze saté ook maken van kip- of geitenvlees.
300 gram vlees
2 kemiries
2 lomboks
1 theelepel laos
½ theelepel trassi
asem
zout
1 eetlepel santen
De kruiden fijnmaken en met het in blokjes gesneden vlees en de santen vermengen. Goed in laten trekken en het vlees aan pennen rijgen. Daarna roosteren.
[147] 150 gram runderlever
250 gram vlees
2 kemiries
1 lombok
½ theelepel trassi
½ theelepel ketoembar
5 rode uien
2 witte uien
1 theelepel koenjit
1 theelepel laos
santen
asem en zout
Het vlees en de lever in vierkante blokjes snijden. De kruiden fijnmaken en fruiten in wat olie. Voeg hierbij wat dikke santen en laat het koken tot de olie eruit komt. Als de kruidenbrij is afgekoeld, mengt men dit met de stukjes vlees. Daarna het vlees aan stokjes rijgen en roosteren.
300 gram vlees
2 eetlepels geraspte kokos
1 lombok
1 mespuntje ketoembar
2 kemiries
10 korrels djinten
2 witte uien
3 rode uien
½ theelepel trassi
1-2 eieren
suiker
zout en asem
Het vlees fijnmalen. Alle ingrediënten heel fijnstampen en voeg hierbij het vlees en de eieren. Maak hiervan lange rolletjes (kroketvorm), die elk met een satéstokje doorstoken worden. Men braadt ze in de olie lichtbruin.
500 gram varkensvlees
1 ui
7 tenen knoflook
2 dl santen van ⅛ blok
1 gemalen zoethoutstokje
satéstokjes
Kruiden:
1 eetlepel ketoembar
½ eetlepel djinten
1 theelepel peper
1 theelepel zout
1 theelepel nootmuskaat
Pers de knoflook uit en snijd de ui fijn. Vermeng knoflook en ui met de kruiden en het zoethout. Wrijf het in blokjes gesneden vlees in met ¾ van dit mengsel. Prik het vlees aan de stokjes en rooster dit. Besprenkel het met de saus van santen en de rest van het kruidenmengsel.
500 gram varkensvlees
2 sjalotjes fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
2 eetlepels boter
2 eetlepels ketjap manis
satéstokjes
Kruiden:
1 theelepel ketoembar
½ theelepel laos
1 theelepel zout
1 theelepel djahé
1 theelepel asem
1 theelepel Javaanse suiker
Snijd het vlees in dobbelstenen. De fijngesneden sjalotjes worden met de knoflook en kruiden vermengd. Dit mengsel zo fijn mogelijk vermalen. Smelt de boter gedurende korte tijd, haal het van het vuur en roer kruiden en ketjap erdoor. Voeg hieraan het vlees toe en laat het gedurende 30 min. marineren. Rijg het vlees dan aan de stokjes en rooster dit. Bij deze saté zijn sambal katjang en sambal djeroek erg lekker.
500 gram rundvlees
1 ui [148]
2 tenen knoflook
2 dl santen van ⅛ blok
1 theelepel asem
4 kemirinoten
½ theelepel laos
½ theelepel sereh
½ theelepel koenjit
½ theelepel djahé
1 eetlepel ketoembar
½ eetlepel djinten
1 theelepel trassi
2 theelepels zout
2 blaadjes djeroek poeroet
1 blaadje salam
olie
satéstokjes
Stamp ui, knoflook en kemiries fijn en voeg alle kruiden hieraan toe. Meng ook de santen erdoor. Snijd het vlees in blokjes en wrijf die in met het kruidenmengsel. Steek ze aan stokjes en rooster het vlees, terwijl het met olie wordt besprenkeld.
500 gram rundvlees
1 ui
2 tenen knoflook
4 kemirinoten
1½ dl santen van ⅛ blok
olie en citroensap
satéstokjes
Kruiden:
½ theelepel djahé
½ theelepel laos
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel trassi
1 theelepel zout
1 theelepel Javaanse suiker
1 eetlepel ketoembar
½ eetlepel djinten
½ theelepel kentjoer
½ theelepel koenjit
2 blaadjes djeroek poeroet
zout
Snijd het vlees in stukjes. Stamp of wrijf de ui, knoflook en kemiries fijn met toevoeging van alle kruiden. Meng de kruiden door de santen en voeg een paar druppels citroensap toe. Terwijl het vlees geroosterd wordt, wordt het met de saus besprenkeld.
75 gram geraspte kokos
zout en olie
5 kemirinoten
2 uien fijngesneden
4 tenen knoflook fijngehakt
1 theelepel trassi
satéstokjes
Kruiden:
2 eetlepels sambal oelek
2 eetlepels ketoembar
1 eetlepel djinten
1 theelepel peper
1 theelepel kentjoer
½ theelepel laos
1 eetlepel djahé
½ eetlepel serehpoeder
5 blaadjes djeroek poeroet
Fruit 1 ui, 2 fijngesneden tenen knoflook en 1 eetlepel sambal in olie. Meng de kokos, gemalen emiries, 1 ui, 2 tenen knoflook en de overige kruiden. Vermeng nu de gefruite kruiden met de andere en breng het mengsel op smaak met zout. Draai er balletjes van, steek ze op satéstokjes en rooster ze bruin.
500 gram kippengehakt
2 rode uien fijngesneden
3 tenen knoflook fijngehakt
2 kemirinoten
1 eetlepel trassiwater
4 blaadjes djeroek poeroet
2 eetlepels Javaanse suiker
1½ theelepel zout
1 eetlepel asemwater
olie en satéstokjes
Saus:[149]
½ theelepel koenjit
3 kemirinoten
2 dl dikke santen
Kruiden:
2 theelepels peper
1 eetlepel djinten
2 eetlepels ketoembar
3 eetlepels geraspte kokos
Stamp de kruiden door elkaar fijn en braad ze droog op. Braad uien en knoflook en voeg de kruiden toe. Meng dan djeroek poeroet, Javaanse suiker en zout met de gebraden kruiden door het kippengehakt. Voeg dan asem en trassiwater toe. Maak balletjes van het gehakt en steek ze aan stokjes. Voor de saus worden de kemiries fijngemaakt. De koenjit toevoegen en opkoken met de santen. Terwijl de saté geroosterd wordt, giet men deze saus over het vlees.
500 gram kabeljauw of schelvis
1 ui
3 tenen knoflook
2 eieren
2 dl santen van ⅛ blok
1 prei
meel en paneermeel
peterselie
Kruiden:
1 eetlepel ketoembar
2 eetlepels sereh
½ eetlepel djinten
½ theelepel laos
¼ theelepel peper
1 theelepel suiker
Maak de vis fijn. Snijd ui en knoflook fijn en vermeng ze met de kruiden. Splits de eieren en klop het eiwit stijf. Neem ¾ deel van het kruidenmengsel en voegde eierdooiers, fijngesneden prei, peterselie en vis toe. Draai hier balletjes van en haal die door het eiwit en het paneermeel. Vermeng de rest van het kruidenmengsel met de santen. Rijg de balletjes aan de stokjes en rooster ze, terwijl ze met de santensaus worden besprenkeld.
500 gram kipfilet in blokjes
3 eetlepels ketjap
3 eetlepels citroensap
2 eetlepels olie
1 theelepel zout
peper
Meng de ketjap in een kom met het citroensap, olie, peper en wat zout. Schep de kipblokjes door het mengsel en laat alles ca. 1 uur op een koele plaats staan. Rijg de blokjes aan satéstokjes. Rooster de saté onder regelmatig omkeren en bestrijken met de marinade op een rooster boven een houtskoolvuur of onder een voorverwarmde grill.
500 gram kippengehakt
1 ui
4 tenen knoflook
1 eierdooier
2 dl santen van ⅛ blok
1 stukje citroenschil
satéstokjes
Kruiden:
1 eetlepel sambal oelek
1 eetlepel ketoembar
½ eetlepel djinten
½ eetlepel suiker
½ theelepel laos
½ theelepel kentjoer
1 theelepel peper
1 theelepel zout
Snijd ui en knoflook fijn en rasp de citroenschil. Meng dit met het kippengehakt en de kruiden. Voeg de eierdooier toe en draai er balletjes van. Rooster de balletjes aan de stokjes terwijl ze af en toe met de santen worden besprenkeld.
[150]400 gram varkenshaas
½ dl ketjap manis
½ dl droge rijstwijn (of droge sherry)
½ dl olie
1 eetlepel honing
2 theelepels scherpe mosterd
1 theelepel djahé
1 theelepel ketoembar
1 teen knoflook
6 eetlepels pindakaas
2 middelgrote bananen
16 plakjes ontbijtspek
3 theelepels sambal manis
5 eetlepels gemalen kokos
8 satéstokjes
citroensap
Allereerst de satéstokjes in ruim koud water leggen. Maak dan een marinade van de ketjap, rijstwijn (of droge sherry), honing, mosterd, djahé, ketoembar en uitgeperste knoflook. Alles goed door elkaar roeren. Varkenshaas in 16 gelijke stukken snijden en door de marinade mengen. Tenminste 2 uur afgedekt in de koelkast marineren. Af en toe omscheppen. Grill ca. 10 min. voorverwarmen in de hoogste stand. Intussen in een steelpan 2 dl water en pindakaas al roerend zachtjes aan de kook brengen. Blijven roeren tot de pindakaas is opgelost. Varkenshaas uit de marinade nemen en droogdeppen. Marinade bewaren. Bananen (niet te rijp) in stukjes snijden en stevig omwikkelen met een plakje spek. Om en om aan de saté prikkers rijgen: 2 stukjes varkenshaas en 2 banaan- spekrolletjes. Spiesjes op rooster ca. 9 cm onder de grill in ca. 10 min. goudbruin en gaar grilleren, af en toe keren. Lekbak eronder schuiven. Intussen sambal manis, 3 eetlepels geraspte kokos en achtergehouden marinade door de pindasaus roeren. Al roerende weer zachtjes aan de kook brengen. Op smaak afmaken met citroensap. Spiesjes over 4 borden verdelen en op elk bord 2 eetlepels pinda-kokossaus ernaast scheppen. Rest van de geraspte kokos erover strooien. Rest van de saus in een sauskom doen en erbij geven. Lekker met rijst en roergebakken spitskool met taugé.
500 gram magere biefstuk in blokjes
3 tenen fijngestampte knoflook
2 theelepels ketoembar
1 mespunt djinten
1 theelepel citroensap
4 theelepels basterdsuiker
½ theelepel laos
1 theelepel zout
3 eetlepels ketjap
1 eetlepel olie
De blokjes vlees in de marinade leggen die van de overige ingrediënten is gemaakt. Tenminste 3 uur laten marineren. Vlees aan stokjes rijgen en kort voor het eten grillen op de barbecue of elektrische tafelgrill.
600 gram lamsvlees
600 gram kipfilet
600 gram fricandeau
600 gram bacon
500 gram rauwe lever
1 aubergine
1 blik ananas
3 grote uien
2 paprika's
1 doosje grote champignons
Marinade:
ananassap
3 gesnipperde tenen knoflook
1 eetlepel djinten
1 theelepel oregano
2 gesnipperde uien
1 uitgeperste citroen
1 eetlepel olie
zout
Salade:
sla
olie
citroensap
gesnipperde of ringen ui
suiker
gesnipperde sjalotjes
gehakte bieslook
Vlees en lever in stukjes snijden voor aan de spies. Ook de ananas, ui, aubergine, paprika en champignons in stukjes snijden voor aan de spies. Het vlees 24 uur marineren, het andere deel voor aan de spies enkele uren marineren. Vlees, lever en groenten om en om aan de spies rijgen en [151] voorgrillen. De salade klaarmaken. Eventueel een kopje water bij de marinade doen. Spiesen opnieuw door de marinade halen en dan direct grilleren. Lekker met de salade en Indische rijst
Ikan Bali
1 verse makreel
2 grote uien fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
1 handvol prei fijngesneden
1 stukje trassi
1 theelepel sambal oelek
wat peterselie fijngesneden
1 blikje tomatenpuree
bananenblad of aluminiumfolie
Maak de vis schoon of koop deze schoongemaakt bij de visboer. Een makreel is genoeg voor 3
personen. Maak de ingrediënten een mengsel. Alles zeer goed mengen. Knip of scheur een stuk bananenblad of aluminiumfolie zodanig dat de gehele vis verpakt kan worden. Spreid een laagje van het mengsel op de folie. Leg de vis erop en smeer de rest van het mengsel op de vis. Vouw de folie goed dicht en bak dit in de oven in 20-25 min. gaar. De vis, is indien gaar ook koud te eten. Heeft men meerdere vissen klaargemaakt en worden deze nog niet gegeten, dan kunnen ze zo in de diepvriezer bewaard worden. Indien nodig, dan ontdooien en opwarmen in een koekenpan met de folie eromheen.
Magnetron
Gebruik bakpapier in plaats van aluminiumfolie. Het bakpapier hoeft niet met olie ingesmeerd te worden. Gebruik geen zout op de vis. Leg de vis met aan alle kanten kruidenmengsel op het bakpapier en vouw alles tot een pakje. Leg het pakje vis op een groot bord en verwarm het 6 à 7 min. op 100%.
2-3 verse makrelen
1 grote ui fijngesneden
1 theelepel knoflook fijngehakt
1 eetlepel sambal oelek
4 kemiries fijngestampt
1 theelepel sereh
sap van ½ citroen
zout
wat selderie
bananenblad of aluminiumfolie
De makrelen schoonmaken en inwrijven met zout en citroensap, daarna afspoelen. De ingrediënten goed mengen en door de hele vis wrijven, dan in het bananenblad of aluminiumfolie wikkelen en ca. 1 uur roosteren in de oven. Dan de folie openen en de vis ca. 10min. verder roosteren.
Magnetron
Bereiding zoals pepesan ikan 1.
4 kleine makrelen
2 eetlepels asemvocht
½ theelepel zout
2 tenen knoflook
2 theelepels Javaanse suiker
1 theelepel sambal oelek
2 eetlepels ketjap asin
½ theelepel djahé
1 eetlepel olie
bananenblad of aluminiumfolie
Spoel de schoongemaakte vissen van binnen en van buiten af onder stromend koud water. Maak ze hierna van binnen en van buiten droog met keukenpapier. Roer ineen kommetje het zout door het asemvocht. Blijf roeren tot het zout is opgelost. Bestrijk de vissen aan de binnen en buitenkant met dit mengsel en laat ze een kwartier liggen. Vermeng intussen de uitgeperste knoflook met suiker, sambal, ketjap en djahé. Leg 4 stukken bananenblad of aluminiumfolie uit en bestrijk ze met wat olie. Verwarm de oven tot 250 °C. Maak de vissen opnieuw van binnen en van buiten droog en bestrijk ze met het ketjap mengsel. Leg ze op de bananenblad of aluminiumfolie en vouw er pakjes van. Eventueel dichtsteken met houten prikkers. Leg de pakjes in het midden de de hete oven. Keer de pakjes na 10 min. om en laat ze nogmaals 10 min. in de hete oven. Dien de pakjes op en laat de gasten ze aan tafel openen. Witte rijst en enkele groente gerechten passen hier goed bij. [152]
Magnetron
Bereiding zoals pepesan ikan 1.
700 gram gefileerde kabeljauw
2 eetlepels asemvocht
½ theelepel zout
2 eetlepels olie
1 grote gesnipperde ui
1 teen knoflook fijngehakt
1 theelepel sambal trassi
4 eetlepels dikke santen
bananenblad of aluminiumfolie
Verdeel de vis in 4 gelijke stukken en spoel ze af onder stromend koud water. Daarna droog maken met keukenpapier. Vermeng het zout met het asemvocht en blijven roeren tot het zout opgelost is. Bestrijk de stukken vis aan alle kanten met dit mengsel en laat ze een kwartier liggen. Fruit de ui in de olie totdat hij wat kleur begint te krijgen. Voeg dan de fijngehakte knoflook en sambal toe. Schep alles goed om en voeg vervolgens de dikke santen toe. Goed omscheppen en op een groot koud bord overdoen. Laat het afkoelen. Verhit de oven tot 250°C. Leg de stukken bananenblad of aluminiumfolie uit en bestrijk ze met wat olie. Maak de stukken vis opnieuw droog en bestrijk ze met het santen (kokos)mengsel. Leg de stukken vis op de folie en verdeel de rest van het santenmengsel erover. Vouw de stukken folie om de vis en maak er pakjes van. Maak de pakjes dicht met een katoenendraad of met houten prikkers. Leg de pakjes in het midden van de hete oven en keer ze na 10 min. om. Daarna nog 6 a 8 min. in de hete oven. Dit ligt aan de dikte van de vis. Dien de pakjes op aan tafel zodat ieder ze zelf kan openen op het bord. Witte rijst met een sambal goreng met garnalen is een goede keus.
Magnetron
Bereiding zoals pepesan ikan 1.
700 gram gefileerde wijting
2 eetlepels asemvocht
½ theelepel zout
3 theelepels sambal badjak
1½ eetlepel olie
bananenblad of aluminiumfolie
Spoel de filets af onder koud stromend water en maak ze daarna droog met keuken papier. Vermeng het asemvocht met het zout en blijf roeren totdat het zout opgelost is. Wrijf de filet in met dit mengsel en laat ze een kwartier liggen. Bestrijk het bananenblad of aluminiumfolie met wat olie. Maak de filets opnieuw droog. Roer een eetlepel olie door de sambal badjak en bestrijk de filets met dit mengsel. Verdeel de filets over de stukken folie en vouw de pakjes dicht. Pakjes dichtmaken met een katoenen draad of met houten prikkers. Leg de pakjes in het midden van een voorverwarmde oven (250 °C). Keer de pakjes na 8 min. om en laat ze dan nog 6-8 min. in de het oven liggen. In plaats van een oven kan ook een grill gebruikt worden. De vispakjes moeten op een afstand van ca. 12 cm van het grill element liggen.
Magnetron
Bereiding zoals pepesan ikan 1.
1 makreel of kabeljauwfilet
2 grote uien fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
1 blikje tomatenpuree
1 theelepel sambal oelek
2 theelepels laos
2 theelepels ketoembar
5 kemiries fijngestampt
1 blaadje salam
nootmuskaat
zout en peper
Maak de vis schoon, spoel ze af en licht inzouten. Kabeljauwfilet kan men zo bakken. Gebruikt men makreel, dan in 3 stukken verdelen en in de olie knappend bruin bakken. Leg de moten op een vuurvaste schaal. Maak een mengsel van de ingrediënten. Fruit dit in wat olie tot de uien lekker bruin [153] zijn. Voeg een beetje water en een blaadje salam toe. Laat de saus indikken. Giet de saus over de vis een warm dit in het geheel voor het eten op.
500 gram verse of diepvriesvis
1 spriet sereh
2 eetlepels ketjap manis
1 eetlepel bruine basterdsuiker
½ theelepel laos
½ theelepel djahé
1 grote ui fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
1 theelepel citroensap
1 stukje trassi
zout en peper
Diepvries kabeljauw is prima. Verse vismoten goed wassen en inwrijven met zout, peper en citroensap. Bak ze in olie knappend bruin en laat ze uitlekken. Fruit in de overgebleven olie de fijngesneden knoflook, uien, trassi, wat sambal, laos, djahé, sereh en bruine suiker. Gaan de uien kleuren, dan de ketjap toevoegen. Daarna de vismoten erbij en voorzichtig mengen met het kruidenmengsel. Op een klein vuur 5 a 10 min. laten sudderen. Serveer met witte rijst.
1 kg harde vis (kabeljauw)
2 eetlepels olie
1 gesnipperde ui
1 mespunt knoflookpoeder
½ kopje ketjap manis
1 theelepel laos
½ theelepel sambal oelek
enkele druppels azijn
Fruit de ui met de knoflook, wrijf ze fijn en vermeng ze met de overige kruiden. Maak de moten vis schoon en smeer ze in met het kruidenmengsel. Wikkel vervolgens de vis in aluminiumfolie, dat aan de binnenzijde is ingevet met wat olie. Rooster de vispakjes gaar in 20 a 30 min.
500 gram kabeljauw (4 moten)
2 eetlepels citroensap
2 eetlepels olie
1 gesnipperde ui
1 mespunt knoflookpoeder
2 eetlepels ketjap asin
½ theelepel sambal oelek
½ theelepel djahé
3 eetlepels ketjap manis
aluminiumfolie
Spoel de moten vis onder de kraan af en droog ze met keukenpapier. Wrijf ze in met het citroensap en leg ze terzijde. Fruit de gesnipperde ui, voeg knoflook, sambal en ketjaps toe. Roer alles goed om en neem het van het vuur. Smeer nu de kabeljauw moten met het mengsel in en wikkel iedere moot in aluminiumfolie die van de binnenkant met een beetje olie is bestreken. Rooster ze op de barbecue in 20 a 30 min. gaar.
500 gram verse vis
1 grote ui gesnipperd
1 theelepel knoflookpoeder
1 theelepel laos
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel djahé
1 eetlepel ketjap manis
1 eetlepel koffiemelk
1 eetlepel santen
zout, suiker en olie
Maak de vis (kabeljauw of schelvis) schoon en snijd ze in stukken. Droog de vis en bak ze in olie (reeds gebakken vis zoals lekkerbekjes kunnen ook gebruikt worden). Fruit de ui met de kruiden in wat olie. Doe er een klein beetje waterbij en leg de gebakken stukken vis in dit sausje. Laat alles ca. 10 min. sudderen. Maak tenslotte het geheel af met de koffiemelk en santen. Eventueel naar eigen smaak wat suiker toevoegen
4 kleine makrelen gefileerd
2 eetlepels asemvocht [154]
½ theelepel zout
1½ dl olie
2 grote gesnipperde uien
2 tenen knoflook fijngehakt
1 eetlepel gemberwortel
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel Javaanse suiker
1 eetlepel ketjap asin
2 dl dunne santen
1 dl dikke santen
1 rode ontpitte lombok
Vraag uw leverancier de vissen (mullen of rode ponen kan ook ) te fileren en de huid te verwijderen. Spoel de filets af onder koud stromend water en maak ze droog. Vermeng het zout met het asemvocht totdat het zout opgelost is. Bestrijk de filets hiermee en laat ze een kwartier liggen. Fruit intussen de ui in 2 eetlepels olie tot ze verkleuren en voeg dan de fijngehakte knoflook en fijn geraspte gemberwortel toe. Schep alles enkele malen goed om en voeg dan de sambal, Javaanse suiker, ketjap en dunne santen toe. Breng alles al roerend aan de kook. Zet het vuur lager en laat het 5 min. zachtjes doorkoken. Schenk de resterende olie in een koekenpan. Maak de filets opnieuw droog en bak ze in de hete olie snel aan weerskanten goudbruin. Laat ze even uitlekken op keukenpapieren leg ze dakpansgewijs op een voorverwarmde schaal. Voeg de dikke santen toe aan de hete saus. Breng al roerend deze saus opnieuw aan de kook. Giet de kokende saus over de filets. Garneer het gerecht door een bloem van rode lombok.
500 gram gefileerde kabeljauw
2 eetlepels asemvocht
½ theelepel zout
2 eetlepels ketjap asin
2 eetlepels ketjap manis
1 eetlepel citroensap
6 eetlepels dikke santen
2 eetlepels pindakaas
zwarte peper uit de molen
6 eetlepels olie
1 eetlepel peterselie
1 kleine rode lombok
Verdeel de vis in 4 gelijke stukken en spoel ze af onder koud stromend water. Maak ze droog met keukenpapier. Vermeng het asemvocht met het zout totdat het zout opgelost is. Bestrijk de stukken vis aan alle kanten met dit mengsel en laat ze een kwartier staan. Doe de ketjaps, citroensap, santen en pindakaas in een pannetje. Roer alles goed om en breng het al roerend aan de kook. Blijf roeren tot een gebonden saus is verkregen. Water toevoegen indien de saus te dik wordt. Maak de stukken vis opnieuw droog en bak ze in de hete olie met wat peper aan alle kanten goudbruin. Verwijder daarna zoveel mogelijk olie uit de pan en giet de het saus in de pan. Schep de saus ook over de stukken vis en laat alles nog enkele minuten heel zachtjes pruttelen. Schep de vis hierna op voorverwarmde borden en verdeel de resterende saus over de stukken vis. Strooi gehakte peterselie en reepjes lombok er overheen.
500 gram visfilets
1½ dl santen van ½ blok
aluminiumfolie
boter
Kruiden:
10 rode uien
3 tenen knoflook
2 lomboks
1 theelepel trassi
1 eetlepel Javaanse suiker
zout
Kook de vis (kabeljauw of schelvis) in water. Snijd de uien, knoflook en de lomboks fijn en stamp ze met de kruiden. Maak van aluminiumfolie ingevette pakjes, die gevuld zijn met: 1 laag vis, 1 laagje kruidenmengsel, 1 schepje santen. Dan ca. 15 min. roosteren of grillen. Koolbladeren kunnen i.p.v. aluminiumfolie gebruikt worden. Deze vooraf even in kokend water leggen.
1 kg kabeljauwfilets
3 uien fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
1 eetlepel djahé
1½ eetlepel sambal oelek
1 theelepel citroenschil
1 theelepel laos
2 eetlepels citroensap
2 eetlepels bruine basterdsuiker
2 eetlepels ketjap manis [155]
½ eetlepel zout
Snij de vis in stukken. Fruit in wat olie de uien, knoflook en djahé. Roer er dan de sambal, citroenschil, laos, citroensap, suiker, ketjap en zout door. Bak de blokjes vis in hete olie, laat ze uitlekken en leg ze op een platte schaal.Giet er dan het kruiden mengsel over.
4 kleine schelvissen of 4 moten kabeljauw
2 eetlepels ketjap manis
1 eetlepel citroensap
1 theelepel laos
1 teen knoflook
1 theelepel djahé
1 theelepel sambal
zout
Bak de uitgelekte vis in hete olie goudbruin. Laat de vis uitlekken en leg ze op een platte schaal. Fruit in de overgebleven olie de fijngesneden knoflook,djahé, wat zout, sambal en laos. Voeg daarna de vis bij het mengsel en laat ditca. 15 min. op een klein vuur. De laatste 5 min. de ketjap er overheen gieten.
6 schelvisjes of rode poon
1 theelepel djahé
4 rode lomboks in schijfjes
6 schijfjes laos
3 tenen knoflook
sap van 1 citroen
3 eetlepels ketjap manis
Leg de vissen open en wrijf ze in met het citroensap. Bak in hete olie 2 vissen tegelijk. Leg er wat lombok op, 1 eetlepel ketjap er overheen, 2 schijfjes laos, teen knoflook fijngesneden en wat djahé. Laat zo de vis gaar stoven. Niet omkeren. Verwijder wel de laos voor het opdienen. Geef de vis bij witte rijst of nasi goreng.
5 moten vis
2 uien gesnipperd
5 lomboks gesnipperd
1 theelepel laos
½ liter dunne santen
1 spriet sereh
2-3 laurierbladeren
1 stukje trassi
Fruit in wat olie de ui, lombok, laos en trassi. Voeg er dan de santen, sereh en laurier bladeren bij. Leg er dan de mootjes vis in en laat alles langzaam doorkoken. Desgewenst kan men er nog wat soja in doen.
500 gram makreel of schelvis
3 tenen knoflook
1 dl santen van ⅛ blok
olie
Kruiden:
½ theelepel koenjit
1 eetlepel djinten
1 eetlepel ketoembar
1 theelepel trassi
1 theelepel asem
1 theelepel zout
Snijd de knoflook fijn en fruit dit met de rest van de kruiden in de olie. Doe de vis in zijn geheel erbij, bak ze aan weerszijden bruin. Voeg dan de santen toe en laat de vis koken tot er olie uitkomt.
500 gram makreel
4 kemirinoten
4 lomboks
25 gram santen
2 dl water
citroensap
olie
aluminiumfolie [156]
Kruiden:
½ eetlepel djinten
1 eetlepel ketoembar
1 theelepel laospoeder
½ theelepel trassi
Rooster de vis op aluminiumfolie onder een grill, 7 min. aan elke kant. Pof de kemiries en wrijf ze fijn, vermeng ze met de fijngesneden lomboks. Voeg hieraan de rest van de kruiden toe, evenals de trassi.
Fruit dit mengsel in de olie lichtbruin. Voeg dan santen met het water toe en laat het geheel koken totdat de saus rood wordt. Snijd de vis in moten en schenk de saus erover. Sprenkel er tenslotte citroensap overheen.
500 gram makreel of schelvis
8 gekookte lomboks
10 kemirinoten
2 fijngesneden uien
santen
olie
Kruiden:
1 theelepel kentjoer
½ theelepel laos
1 theelepel trassi
De vis wordt in olie gaar gebakken. Intussen maakt men de saus: de kruiden, uien en kemiries worden fijngemaakt en met santen gekookt tot het mengsel een rode kleur krijgt en de olie eruit komt. De vis nog even in de saus laten meekoken. De saus kan ook over de vis gegoten wordt.
500 gram visfilet
2 uien
1 dl asemwater
2 eetlepels trassiwater
olie
Kruiden:
4 tenen knoflook
2 eetlepels sambal oelek
1 spriet sereh
½ theelepel koenjit
1 schijfje laos
zout
De uien en knoflook worden fijngesneden en met de kruiden in de olie bruin gebakken. Dan het trassiwater en de moten filet (makreel of schelvis) toevoegen. Alles even laten meebakken, dan het geheel met een paar kopjes water afblussen. Zodra de vis gaar is, voegt men wat asemwater toe. De saus is klaar als ze goed ingedikt is.
1 kg makreel (2 vissen)
2 eieren
1 ui fijngesneden
1 prei fijngesneden
45 gram bloem
150 gram geraspte kokos
olie of boter
Kruiden:
½ theelepel nootmuskaat
1 theelepel peper
3 theelepel bieslook
zout
Snijd de vissen voorzichtig aan de buikzijde open. Haal het vlees en de graten eruit. Bak het vlees zonder vet en prak het fijn. Vermeng dit met de kruiden, uien prei. Bak dit mengsel heel kort. Voeg dan de bloem en kokos toe en bak het gaar. Laat het koud worden, vul de lege vissen met het mengsel en stoom de vissen dan warm.
500 gram gekookte vis
8 kemirinoten [157]
1 theelepel trassi
4 rode lomboks
3 dl melk
2 eetlepels gehakte selderie
zout
Leg de vis zonder graten in een schaal. Pof de kemiries en stamp ze fijn met de lomboks, trassi en zout. Roer dit mengsel in de melk en kook het. Giet de melk met de kruiden dan over de vis en strooi er selderie over.
500 gram makreel of poon
2 tenen knoflook
2 lomboks
1 dl azijn
2 theelepels sambal oelek
olie
Kruiden:
2 cm djahé
1 theelepel koenjit
zout
Snijd de vis in moten en zout de stukken. Bak ze in de olie. Maak knoflook en lomboks fijn met de kruiden en voeg de sambal toe. Bak dit mengsel in een aparte pan en leng het aan met de azijn. Laat dit even indikken. De saus wordt apart bij de vis geserveerd.
2 gebakken/gestoomde makrelen
2 gesnipperde uien
1 teen knoflook fijngehakt
2 ontpitte rode lomboks
1 theelepel asem
4 blaadjes djeroek poeroet
½ blok santen
2 eetlepels boter
suiker
zout
Kruiden:
4 kemirinoten
1 theelepel koenjit
1 theelepel kentjoer
1 theelepel trassi
Vermeng de gesnipperde uien en knoflook met de kruiden en stamp of maal alles fijn. Fruit dit mengsel in de boter en voeg asem, suiker en zout toe. Roer dit goed om, om aanbranden te voorkomen. Los de santen op in het warme water en schenk dit bij het gefruite mengsel. Doe er nu ook de djeroek poeroet bij en breng het geheel aan de kook. Blancheer de gebakken vis 10 min. in deze saus en leg de vissen in een diepe schaal. Laat de saus indikken en begiet er de vissen mee.
500 gram kabeljauwfilets
2 tenen knoflook
1 theelepel asem
½ blok santen
2 eetlepels boter
1½ dl water
Kruiden:
1 theelepel koenjit
½ theelepel djinten
½ theelepel trassi
1 theelepel ketoembar
zout
Snijd de knoflook heel fijn en fruit dit met de kruiden in boter goudgeel. Bak de kabeljauwfilets in dit mengsel aan beide kanten bruin. Los de asem en de santen in het water op en schenk dit bij de vis. Laat het geheel koken tot de vis gaar is. De kabeljauw mag niet uit elkaar vallen.
6 moten vis (makreel)
12 kemirinoten
4 groene lomboks
4 tenen knoflook
½ liter melk
1 eetlepel ketjap manis
Kruiden:
1 theelepel trassi
½ eetlepel koenjit [158]
1 schijfje laos
4 cm sereh
2 eetlepels olie
asem
Bak de vis half gaar. Stamp de kemiries, lomboks, knoflook, trassi, koenjit en laos goed fijn en fruit dit mengsel in de olie. Doe er dan melk, sereh en ketjap bij. Laat de saus 5 min. goed doorkoken en voeg dan de vis toe. Als de vis door en door warm is, kan het gerecht opgediend worden.
1 schelvis
4 eierdooiers
2 hardgekookte eieren
5 eetlepels slaolie
4 eetlepels azijn
2 theelepels kappertjes
augurkjes en sla
zout en peper
De in moten gehakte schelvis wordt in zout water gekookt. Intussen een mayonaise maken van slaolie, azijn, de eierdooiers, peper en zout. Hierin worden de moten vis gewenteld, die vervolgens in het midden van een schaal gelegd worden. De rest van de mayonaise giet men over de vis. Sla, kappertjes, augurkjes en de gehalveerde eieren schikt men om de vis heen.
300 gram kabeljauwmoten
4-6 grote koolbladeren
1 fijngesneden ui
4 rode lomboks
1 schijfje laos
1 theelepel trassi
50 gram boter
50 gram bruine basterdsuiker
Kook de koolbladeren half gaar in ruim water. Stamp ui, lombok, laos en trassifijn en fruit het mengsel in boter. Haal de pan van het vuur en roer er bruine suiker doorheen. Leg in de koolbladeren een laagje gefruite kruiden en vervolgens een mootje vis. Bedek dit weer met kruiden. Vouw de koolbladeren goed dicht, maak ze vast met een houten prikker en rooster ze boven een houtskool vuur of zet ze ca. 20 min. in een hete oven.
4 gefileerde rode ponen
1 grote gesnipperde ui
1 teen knoflook
4 kemirienoten
6 eetlepels olie
sap van 1 citroen
peper uit de molen
zout
Spoel de visfilets af onder koud stromend water en maak ze droog. Bestrijk ze met citroensap en laat ze een kwartier liggen. Wrijf intussen de ui, uitgeperste knoflook en kemiries fijn. Maak de filets opnieuw droog en wrijf ze in met zout en peper. Bak de filets in hete olie snel aan weerszijden goudbruin. Neem ze uit de pan en laat ze uitlekken op keuken papier. Neem zoveel olie uit de pan dat 1 eetlepel overblijft. Bak hierin gedurende 2 min. de fijngewreven massa. Voeg 2 dl kokend water en breng al roerend alles aan de kook. Laat het even door kokenen voeg naar smaak nog wat zout en peper toe. Warm de gebakken visfilets even op in de saus. Doe hierna alles in een voorverwarmde schaal.
1 kg makreel in mootjes
2 eetlepels olie
1 grote gesnipperde ui
2 tenen knoflook
2 theelepels sambal oelek
2 eetlepels citroensap
½ theelepel koenjit
zout
Spoel de mootjes af en maak ze droog. Daarna licht zouten en 15 min. laten liggen. Fruit de ui totdat hij begint te verkleuren. Voeg dan gesnipperde knoflook en sambal toe. Schep alles goed om, doe dit mengsel in een vijzel en wrijf het tot een pasta. Doe de pasta in een pan en voeg koenjit, citroensap en wat zout toe. Schenk 3 dl water erbij en breng al roerend alles aan de kook. Leg de mootjes [159] makreel in de pan, zet het vuur lager en laat ze 8 tot 10 min. zachtjes stoven. Dien het gerecht met stoofvocht op in een voorverwarmde schaal.
1 kg gefileerde vis
2 uien
4 rode lomboks
100 gram sperziebonen
240 gram bamboespruiten
2 tenen knoflook
1 theelepel gemberwortel
2 eetlepels ketjap asin
4 eetlepels olie
4 ontvelde kleine tomaten
zout
Spoel de filets (makreel, mul of rode poon) af en maak ze droog. Bestrooi ze met wat zout en laat ze 15 min. liggen. Snipper 1 ui en de andere in 8 partjes. Maak de rokken van uipartjes los. Ontpit de lomboks en snij ze in smalle reepjes. Snij de boontjes in stukjes van 2 cm. Voeg de fijngehakte knoflook, geraspte gemberwortel en ketjap toe aan de gesnipperde ui. Wrijf dit mengsel tot een gladde brij. Maak de filets opnieuw droog en bak ze in hete olie snel aan weerskanten goudbruin.
Laat de filets uitlekken en bak in de overgebleven olie de uien brij goudbruin. Voeg hierna de boontjes, stukjes ui en lombokreepjes toe. Fruit alles gedurende 2 min. Voeg daarna de reepjes bamboe toe en giet 2 dl kokend water toe. Alles omscheppen en de kook er over laten komen. Zet het vuur lager en laat alles 2 min. zachtjes doorkoken. Leg de gebakken filets op voorverwarmde borden en schep de hete saus met groenten er overheen. Als garnering tomatenbloemen erbij leggen. Serveer witte rijst of gekookte mie erbij.
4 schoongemaakte makrelen
2 eetlepels citroensap
½ theelepel zout
100 gram sperziebonen
1 kleine chinese kool
1 middelgrote aubergine
3 eetlepels olie
1 grote gesnipperde ui
1 teen knoflook fijngehakt
1 theelepel sambal oelek
3 eetlepels pindakaas
2 dl dunne santen
2 eetlepels citroensap
Spoel de makrelen af en maak ze droog. Los het zout op in 2 eetlepels citroensap. Wrijf hiermee de vissen in en laat ze 15 min. liggen. Kook de boontjes in ruim water met wat zout 4 tot 5 min. Laat ze uitlekken en afkoelen.
Snij de chinese kool (ijsbergsla of paksoi) in smalle reepjes. Leg de groente in een vergiet en giet er langzaam enkele liters kokend water langzaam overheen. Laat de groente uitlekken en afkoelen. Verwijder het kroontje van de aubergine en rooster de aubergine totdat ze bijna zwart ziet. Verwijder dan de schil en snij ze in dunne plakken. Fruit de ui totdat hij verkleurt, voeg dan knoflook en sambal toe. Alles goed omscheppen en dan de pindakaas en santen erbij doen. Breng alles al roerend aan de kook. Roer er 2 eetlepels citroensap doorheen. Is de saus te dik dan wat water toevoegen. Laat dan de saus lauwwarm afkoelen. Maak de vissen opnieuw droog en bestrijk ze met wat olie. Rooster ze in 10 tot 12min. in een hete grill of boven de barbecue goudbruin. Leg de vissen in het midden van een grote schaal en schik de koud geworden groenten soort bij soort ernaast. Dien de saus apart erbij op.
500 gram makreel of kabeljauwfilet
zout en peper
4 eetlepels ketjap manis
3 eetlepels olie
Bestrooi de schoongemaakte makreel of kabeljauw met wat zout en peper. Meng de ketjap in een kommetje met de olie. Bestrijk de vis met het ketjap oliemengsel. Grilleer de vis onder af en toe omkeren en bestrijken met het oliemengsel tot de vis mooi bruin en gaar is. Serveer de ikan pangang met een sausje van 1 eetlepel ketjap, 2 eetlepels water, 1 eetlepel citroensap, 1 theelepel sambal en wat zout en peper.
500 gram schelvis/kabeljauwfilet
4 eetlepels olie [160]
1 gesnipperde ui
2 theelepels sambal
½ theelepel koenjit
4 eetlepels azijn
1 mespunt djahé
zout
Snijd de visfilet in flinke stukken en bestrooi ze met wat zout. Verhit de olie en bak de vis rondom mooi bruin en gaar. Haal de vis met een schuimspaan uit de pan, leg ze op een schaal en houd ze warm. Fruit de ui, sambal, koenjit en djahé in de achtergebleven olie. Voeg de azijn toe en laat alles even doorkoken. Schenk de saus over de warme stukken vis.
12 steurgarnalen
1 teen knoflook fijngehakt
1 grote ui fijngesneden
3 eetlepels ketjap manis
3 eetlepels azijn
1 theelepel laos
1 theelepel bruine suiker
3 theelepels maïzena
½ theelepel ve-tsin
zout, peper en nootmuskaat
Spoel de garnalen af en pel ze. Het staartstukje laten zitten. Kerf de rug iets in en bestrooi ze met wat zout, peper, nootmuskaat en maïzena. Maak van de ingrediënten een mengsel. Bak de garnalen in wat olie in ca. 2 min. bruin en laat ze uitlekken. Fruit het mengsel in de overgebleven olie en voeg de garnalen weer toe. Roer alles goed om tot het goed warm is. Serveer op een platte schaal. Garneer met komkommer, tomaat en schijfjes ei.
250 gram gepelde garnalen
2 tenen knoflook fijngehakt
1 stukje trassi
2 theelepels paprikapoeder
2 theelepels ketoembar
1 eetlepel kerrie
2 eetlepels gedroogde kokos
1 theelepel djahé
2 uien fijngesneden
1 eetlepel citroensap
Fruit in wat olie de knoflook, uien en de trassi. Week in 2 eetlepels heet water de kokos en voeg hier alle overgebleven kruiden aan toe. Roer goed door. Doe dit bij de uien en laat dit doorfruiten tot het geheel lekker begint te ruiken. Doe er dan het citroensap bij een laat het 3 min. doorsudderen. Als laatste de garnalen erbij en goed omroeren. Naar eigen smaak kunnen kruiden worden toegevoegd, maar de kerrie moet wel de overhand hebben. Dien op bij witte rijst.
250 gram steurgarnalen
200 gram taugé
1 stengel bleekselderie
1 grote ui fijngesneden
1 teen knoflook
1 rode of groene paprika
10 gram margarine
100 gram champignons
½ liter bouillon
zout
peper
nootmuskaat
Smoor in de margarine de fijngesneden knoflook, uien, selderie en de stukjes paprika totdat de paprika zacht is. Dan de champignons 2 min. laten meesmoren. Vervolgens de garnalen met zout, peper en nootmuskaat naar smaak en een 1/2 liter bouillon toevoegen en 5 min. op een klein vuur laten sudderen. De taugé als laatste erbij. Serveer bij witte rijst, sambal en een ei.
200 gram gepelde garnalen
3-4 gekookte aardappelen
1 kopje prei fijngesneden
1 geklutst ei
2 eetlepels melk
½ theelepel djahé
zout en peper
nootmuskaat
Vermeng de fijngehakte garnalen met de gaar gekookte aardappelen en de rest van de ingrediënten. Vorm van de massa platte ronde ballen en haal ze vluchtig door de paneermeel. Bak ze in wat [161] margarine aan alle kanten goudbruin en gaar. Haal ze eruit en leg ze even apart. Giet dan bij de margarine 1 kopje bouillon of warm water en laat de saus inkoken. Doe er dan de ballen in en stoof ze nog even door op een klein vuur. Bij witte rijst, nasi of bami serveren.
10 grote garnalen
2 grote lomboks
4 rode uien
2 witte uien
1 volle theelepel trassi
1 theelepel laos
asem en zout
water
De garnalen pellen. De lombok met wat zout en de trassi fijnmaken. De uien heel dun snijden. Doe alles in een pan met 2 glazen water en als het kookt de garnalen erbij.
500 gram garnalen
1 eetlepel olie
2 tenen knoflook
2 lomboks fijngesneden
½ liter azijn
2 theelepels djahé
1 theelepel koenjit
Fruit in wat olie de fijngesneden knoflook en lombok. Doe er de azijn, djahé en koenjit bij en breng alles aan de kook. Giet dit over de gepelde garnalen.
250 gram gepelde garnalen
2 uien gesnipperd
1 stukje asem (20 gr.)
boter
Bak de garnalen met de ui in boter. Voeg er dan de asem bij en roer goed door totdat de asem is opgelost. Voeg er wat peper bij en dien het op. Men kan de ui ook weglaten.
350 gram gepelde garnalen
1½ eetlepel citroensap
1½ eetlepel olie
1 grote gesnipperde ui
1 theelepel sambal oelek
1 mespunt Javaanse suiker
1 middelgrote bloemkool
2 theelepels maïzena
1 stukje prei
1 eetlepel selderij
peper uit de molen
zout
Bestrooi de garnalen met wat zout en peper en besprenkel ze met citroensap. Laat ze tenminste 10 min. staan. Af en toe even omscheppen. Fruit de ui tot hij glazig ziet en voeg dan de sambal en suiker toe. Doe dan de bloemkool roosjes erbij en laat alles 2 min. onder voordurend omscheppen mee fruiten. Voeg vervolgens 3 dl water toe en breng alles aan de kook. Laat het gedurende 5 min. zachtjes doorkoken. Maak maïzena aan met 2 eetlepels koud water en roer deze oplossing door de inhoud van de pan en breng alles opnieuw aan de kook. Blijf roeren tot een gebonden saus is ontstaan. Proef de saus en voeg naar smaak eventueel nog wat zout toe. Schep hierna de gesnipperde prei en fijn gehakte selderij door het gerecht. Laat alles 1 min. zachtjes pruttelen. Doe dan de garnalen erbij. Alles goed omscheppen en zodra de garnalen door en door warm zijn, opdien in een voorverwarmde schaal. In plaats van bloemkool kan ook 350 gram schoongemaakte broccoli gebruikt worden.
400 gram gepelde garnalen
2 theelepels Javaanse suiker
2 eetlepels citroensap
24 zilveruitjes
150 gram sperziebonen
150 gram gekookte maïskorrels
1 eetlepel gemberwortel
2 eetlepels lichte mosterd
1 dl gekruide azijn
1 eetlepel maïzena [162]
peper uit de molen
zout
Bestrooi de garnalen met wat zout en peper en besprenkel ze met citroensap. Laat ze tenminste 10 min. staan. Af en toe even omscheppen. Breng 3 dl water aan de kook en voeg theelepel zout en de suiker toe. Doe dan de zilveruitjes en stukjes sperziebonen (2 cm) erin. Kook alles gedurende 5min. Voeg dan de maïs en geraspte gemberwortel toe. Omscheppen en nog 2 min. zachtjes laten koken. Vermeng de mosterd (franse) met de azijn en voeg dit onder voortdurend roeren bij de maïzena. Schenk het mengsel bij de inhoud van de panen blijf roeren totdat een licht gebonden saus is ontstaan. Laat alles nog 2 min. zachtjes doorkoken. Voeg de garnalen toe en laat alles opnieuw aan de kook komen. Dien het gerecht dan onmiddellijk op in een voorverwarmde schaal.
1 gerookte makreel (3 pers.)
2 tomaten in plakjes
12 gehalveerde champignons
2 theelepels kerrie
plakjes hardgekookt ei
wat selderie fijngesneden
zout en peper
sambal oelek
Verwijder het vel en de graten. Leg de vis op een flink stuk aluminiumfolie. Bestrooi de vis met zout, peper, selderie, tomaat, champignons, kerrie en wat sambal (goed over de vis strijken). Giet gesmolten margarine over de vis en vouw de folie goed dicht. Leg het geheel in de oven op stand 3-4 of in de grill voor ca. 15-20 min. Geef dit bij witte rijst of gewone bami met sambal en een groentegerecht.
1-2 bosjes gerookte sardien/sprot
1 handvol selderie
3 geklutste eieren
2 theelepels sambal oelek
zout en peper
Maak een mengsel van de ingrediënten. Doe er de vis in en vermeng het heel goed. Bak de vis dan in hete olie iets bruin. Lekker bij rijst, nasi- of bami goreng.
5-6 stuks verse inktvis
1 ui fijngesneden
1 theelepel ketoembar
2 tenen knoflook fijngehakt
½ theelepel laos
1 geklutst ei
zout
Snij eerst de kop eraf met de tentakels. Trek dan de ruggengraat eruit en snij de vis in stukken van 2 à 3 cm. Ook diepvries inktvis kan gebruikt worden. Maak een marinade van de ingrediënten. Roer hier de inktvis goed doorheen en wentel ze dan in een bord met paneermeel. Bak de stukken in ruim olie knappend bruin. Eet dit bij witte rijst, een groentegerecht en sambal of zo bij een borrel.
5-6 verse inktvissen
2 grote uien fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
1 stukje trassi
½ theelepel laos
1 blaadje salam
1 theelepel ketoembar
1 lombok in dunne reepjes
Ook kan diepvries inktvis gebruikt worden. Wel eerst laten ontdooien. De lange dunne ruggengraat voorzichtig verwijderen. Vis iets zouten en halfgaar koken. Ook uit de diepvries (wel eerst ontdooien). Uit laten lekken en de bouillon bewaren. Uit blik (onder de naam CALAMARIS) uit laten lekken en sap bewaren. Fruit in wat olie de trassi, fijngehakte knoflook, uien en lombok. Als de uien bruin zijn, de laos, ketoembar en salam toevoegen. Zet het vuur laag en doe er de uitgelekte inktvis bij. Roer goed om en voeg net zoveel bouillon of sap bij zodat de inktvis net onder staat. Nog ca. 5 min. door laten sudderen. Uit blik iets korter. Serveer bij witte rijst. [163]
5-6 krabben
zout
kruidnagels
laurierblad en peperkorrels
Voor de saus:
5-7 lomboks
1 stukje trassi
8 tenen knoflook
1 theelepel laos
4 grote uien
1 theelepel koenjit
1 stukje asem of citroensap
Kook de krabben in water met zout, enige kruidnagels, laurierblad en peperkorrels. Neem zoveel water dat de krabben onder liggen. Wanneer men de poten er gemakkelijk uit kan trekken, zijn ze gaar en laat men ze in het vocht koud worden, zoals men dat doet met kreeft. Vervolgens snijdt men de krabben in 4 stukken en maakt de volgende saus klaar. Hak of stamp de lomboks, trassi, laos, knoflook en uien goed fijn. Fruit dit in wat olie en voeg de koenjit, asem of citroensap en het nat waarin de krabben gekookt zijn toe. Laat het langzaam koken. Giet daarna de saus over de krabben.
10 eetlepels rijstemeel
1 theelepel ketoembar
4 rode uien
2 witte uien
1 theelepel koenjit
½ theelepel trassi
dikke santen
zout naar smaak
Ontdoe de kleine garnalen van de kop. Leng het meel aan met water en dikke santen. De kruiden worden fijngestampt, voeg hierbij de garnalen en het beslag. Maak in een wadjan 2 kopjes olie warm, doe nu een soeplepel van dit beslag heel dun in de verwarmde olie en laat de gimbal krokante worden. Het aangelengde meel moet zo dik zijn als pannenkoekbeslag. Men kan er ook wat fijngesneden uitjes en bieslook aan toevoegen. Gimbal of rempejeh kan ook van fijne teri gemaakt worden.
4-5 moten vis
½ theelepel koenjit
5 rode uien
2 theelepels laos
3 lomboks
1 spriet sereh
citroensap
zout
De kruiden, behalve de sereh fijnmaken. Daarna met wat water en de andere ingrediënten opkoken. Als de saus flink kookt, kan men de vis erin doen. In plaats van vis neemt men ook wel een jonge kip of grote garnalen.
6 moten vis
3 kemiries
2 theelepels laos
1 theelepel koenjit
3 lomboks
5 rode uien
2 witte uien
1 mespuntje ketoembar
½ theelepel trassi
1 kopje dikke santen
asem
zout
De vismoten in een asempapje (keukentamarinde) doen. De kruiden fijnmaken en met dikke santen mengen. Dan wikkelt men elk moot vis met een weinig van de saus in een pisangblad of
aluminiumfolie en laat ze 30 min. lang stomen of 20-30 min. in de oven of op een houtskoolvuur. Voor garnalen hetzelfde recept met toevoeging van wat geraspte kokos en gesneden groene lombok.
Magnetron
Gebruik bakpapier in plaats van aluminiumfolie. Het bakpapier hoeft niet met olie ingesmeerd te worden. Gebruik geen zout op de vis. Verwarm 1 eetlepel olie ineen glazen litermaat onafgedekt 1 [164] min. op 100%. Schep het kruidenmengsel erdoor en verwarm het onafgedekt 2-3 min. op 100%. Roer de santen erdoor. Leg de vis met aan alle kanten kruidenmengsel met santen op het bakpapier en vouw alles tot pakjes. Leg de pakjes vis op een groot bord en verwarm ze 6-7 min. op 100%.
1 gestoomde makreel
1 grote gesnipperde ui
3 tenen knoflook fijngehakt
5 djeroek poeroet blaadjes
1 spriet sereh
½ theelepel trassi
1 eetlepel sambal
1 eetlepel water
1 eetlepel ketjap manis
2 eetlepels olie
citroensap of asemwater
suiker en zout naar smaak
De makreel ontgraten. Fruit de fijngewreven uien en knoflook met de trassi en sambal of 5 verse gesnipperde lomboks in de olie. De sereh en djeroek poeroet toevoegen. Daarna de stukken makreel erbij en laten bakken onder goed omscheppen. Dan de ketjap, water, citroensap en wat zout en suiker toevoegen. Blijven omscheppen tot de massa droog wordt. Dit gerecht een dag van te voren maken.
1 kreeft
1 eetlepel azijn
1 ui in schijfjes gesneden
2 laurierbladeren
1 eetlepel peperkorrels
½ komkommer
1 lombok
2 eetlepels olie
1 uitgeperste citroen
suiker
Kook de kreeft gaar in ruim water, zout, azijn, ui, laurier en peperkorrels. Laat hem koud worden in het kooknat. Haal hem uit de pan en snijd hem in schijfjes. Doe hier de in schijfjes gesneden komkommer en lombok bij. Giet dan de olie en het citroensap erover. Voeg suiker naar smaak toe en roer alles goed door elkaar.
4-6 kleine rode ponen
10 rode uien
1 eetlepel groene lombok rawit
1 eetlepel tomatenpuree
2 eetlepels citroensap
4 dl water
2 eetlepels olie
2 schijfjes laos
4 cm sereh
zout
Snijd de uien en laos heel fijn en fruit ze in olie. Doe er dan de tomatenpuree, water, lombok rawit, sereh en citroensap bij en verwarm de saus. Pocheer de rode ponen in deze saus gaar en serveer de vis met de saus. In plaats van lombok rawit kunnen ook gewone lomboks gebruikt worden. Het gerecht wordt minder scherp.
300 gram gepelde garnalen
2 eetlepels citroensap
3 rode lomboks
2 eetlepels olie
3 groene lomboks
250 gram dunne sperziebonen
6 voorjaarsuitjes
2 tenen knoflook
1 theelepel trassi
½ theelepel laos
½ theelepel Javaanse suiker
4 dl dunne santen
2 blaadjes salam
2 ontvelde tomaten in parten
Bestrooi de garnalen met wat zout en peper en besprenkel ze met citroensap. Laat ze tenminste 10 min. staan. Af en toe even omscheppen. Snij de lomboks schuin in stukjes van 2 cm. Snij de boontjes en voorjaarsuitjes (prei) in stukjes van 2 cm. Roerbak gedurende 2 min. de boontjes en lomboks in de hete olie. Voeg de voorjaaruitjes, uitgeperste knoflook, trassi, laos en Javaanse suiker toe. Schep alles goed om en doe dan de santen en salam erbij. Laat alles gedurende 5 min. zachtjes koken. [165] Voeg vervolgens de garnalen toe. Omscheppen en de salam verwijderen. Opdienen in een voorverwarmde schaal. Als garnering de parten tomaat erbij.
400 gram gepelde garnalen
6 verse petehbonen
2 rode lomboks
2 groene lomboks
2 eetlepels olie
1 eetlepel olie
1 gesnipperde ui
1 teen knoflook
½ theelepel laos
2 blaadjes salam
1 theelepel Javaanse suiker
peper uit de molen en zout
Snij de petehbonen in smalle reepjes. Bestrooi de garnalen met wat peper en zouten laat ze 10 min. staan. Af en toe omscheppen. Ontpit de lomboks en snij ze in uiterst smalle reepjes. Fruit de ui tot hij begint te verkleuren en voeg dan uitgeperste knoflook, petehbonen, salam, suiker, reepjes lombok en laos toe. Schep alles goed om en voeg 4 dl water toe. Breng het aan de kook en laat het 3 min. flink doorkoken. Voeg naar eigen smaak nog wat zout toe. Schep vervolgens de garnalen door de saus. Ga door met omscheppen totdat de garnalen door en door warm zijn. Verwijder de salam en dien het gerecht op in een voorverwarmde schaal.
Magnetron
Verwarm de olie in een schaal van 1 liter onafgedekt 1 min.op 100%. Schep het kruidenmengsel erdoor en verwarm onafgedekt 2 à 3 min. op 100%. Roer de garnalen, lombok, peteh en salam erdoor en verwarm onafgedekt 1 à 2 min. op 100%. Voeg water toe en verwarm het gerecht afgedekt 2 à 3 min. op 100% helemaal door.
2 gebakken of gepofte rode ponen
2 rode uien
2 witte uien
1 rode lombok
1 groene lombok
½ blok santen
2 eetlepels olie
asem
Kruiden:
1 schijfje laos
½ theelepel trassi
1 blaadje djeroek poeroet
zout
Snijd de uien en lomboks fijn en vermeng ze met de kruiden. Fruit dit mengsel in olie. Blus het af met 2 dl water en voeg de santen toe. Kook de vis in deze saus met de djeroek poeroet voor ca. 10 min. De vis moet heel blijven.
150 gram garnalen
½ blok tempeh
2 ontpitte rode lomboks
4 rode uien
2 witte uien
4 eetlepels heet water
¼ blok santen
4 eetlepels citroensap
4 blaadjes kemangi (basilicum)
zout
2 tenen knoflook
aluminiumfolie
Kruiden:
1 theelepel koenjit
2 schijfjes laos
2 kemirinoten
1 theelepel trassi
Stamp de kruiden, tempeh, lomboks, uien en knoflook fijn. Meng de garnalen, kemangi en santen erdoor. Maak van dit mengsel met de folie een pakje. Stoom de pakjes in een rijststomer in ca. 30 min. gaar. Pof daarna de brengkessan op houtskool of in de oven.
200 gram garnalen
1 blikje maïs
1-2 groene pepers
2 gesnipperde sjalotten [166]
3 tenen knoflook
1 uitgeperste citroen
1 eetlepel olie
zout
ketjap manis
Hak de lomboks, sjalotten en knoflook fijn en fruit ze in olie. Doe er dan maïs en garnalen bij en genoeg water om het gerecht gaar te stoven. Maak het geheel op smaak af met citroensap en eventueel een scheutje ketjap.
8 moten paling
4 lomboks
3 eetlepels fijngesneden gember
azijn
Kruiden:
3 laurierbladeren
6-7 peperkorrels
zout
De paling wordt met zout bestrooid en een nacht op een koele plaats weggezet. De volgende dag wordt de paling samen met de gember, laurier, peperkorrels en het zout gekookt. De paling moet gaar, maar niet week zijn. Dan de pan van het vuur nemen en de in stukken gesneden lomboks toevoegen. Daarna moet de paling afkoelen, waarna men hem in een stopfles doet. Na enkele dagen is de paling gereed voor consumptie.
1 blikje zalm
24 gelatinebladeren
1 fijngesneden ui
1 kopje azijn
1 dl water
enkele schijfjes citroen
peterselie
Kruiden:
1 theelepel zout
1 theelepel witte peper
1 theelepel foelie
3 laurierbladeren
De kruiden en de ui worden ca. 30 min. gekookt in water. Dan wordt dit gezeefd en de azijn en zalm worden nu aan de bouillon toegevoegd. Dan de gelatine blaadjes toevoegen en net zolang roeren tot de blaadjes zijn opgelost. Alles in een vorm gieten om af te laten koelen en stijf te worden. De daube wordt daarna uit de vorm gehaald en gegarneerd met enkele schijfjes citroen en peterselie.
400 gram gepelde garnalen
2 eetlepels citroensap
3 eetlepels olie
2 grote gesnipperde uien
1 teen knoflook uitgeperst
½ theelepel ketoembar
½ theelepel koenjit
½ theelepel Javaanse suiker
1 theelepel sambal trassi
2 blaadjes salam
200 gram sperziebonen
12 voorjaarsuitjes
2 eetlepels ketjap manis
Snij de sperziebonen en voorjaarsuitjes in stukjes van 2 cm. Bestrooi de garnalen met zout en peper en besprenkel ze met citroensap. Laat ze tenminste 10 min. staan. Fruit de uien tot ze wat verkleuren. Voeg de knoflook toe. Schep alles om en voeg dan ketoembar, koenjit, suiker, sambal en salam toe. Opnieuw omscheppen en de boontjes toevoegen. Dan 2 dl kokend water erbij en leg een deksel op de pan. Laat alles 5 min. zachtjes doorkoken. Schep daarna de voorjaar uitjes erdoor en ook de ketjap. Opnieuw aan de kook brengen en de garnalen toevoegen. Dien het gerecht op zodra de garnalen warm zijn. Verwijder de salam. Garneren met plakjes komkommer.
4 schoongemaakte makrelen
½ theelepel zout
2 eetlepels citroensap
2 eetlepels olie [167]
2 grote gesnipperde uien
2 theelepels sambal oelek
1 theelepel laos
2 theelepels koenjit
2 eetlepels asemvocht
1 theelepel basilicum
1 spriet sereh
Spoel de vissen af en maak ze droog. Snij de vissen in 5 tot 6 mootjes. Wrijf ze in met het asemvocht waarin het zout is opgelost of met het citroensap. Laat ze 15 min. liggen. Fruit de uien tot ze goudgeel zien. Voeg dan sambal, laos,koenjit, citroensap en fijngehakte basilicum toe. Schep alles goed om en laat het afkoelen. Wrijf dan dit mengsel tot een gladde pasta. Doe de pasta in een wijde pan en voeg 3 à 4 dl kokend water toe. Breng alles al roerend aan de kook. Laat het dan 5 min. zachtjes doorkoken. Voeg de sereh en zout naar smaak toe. Leg de mootjes vis in het vocht. Leg de deksel op de pan en laat alles 12 à 15 min. heel zachtjes sudderen. Dien de vis op in het kookvocht.
4 schoongemaakte makrelen
½ theelepel zout
2 rode lomboks
3 eetlepels olie
3 grote gesnipperde uien
2 theelepels sambal oelek
2 groene lomboks
3 tenen knoflook
2 eetlepels asemvocht
2 eetlepels ketjap manis
1 spriet sereh
2 theelepels koenjit
Spoel de vissen af en maak ze droog. Snij de vissen in 5-6 mootjes. Wrijf ze in met het asemvocht waarin het zout is opgelost of met het citroensap. Laat ze 15 min. liggen. Fruit de uien tot ze goudgeel zien. Voeg dan de uitgeperste knoflook toe en laat alles nog 1 min. fruiten. Laat het mengsel afkoelen en wrijf het daarna tot een gladde pasta. Ontpit de lomboks en snij ze in smalle reepjes. Doe ze samen met de pasta, koenjit, ketjap en sereh in een wijde pan. Voeg 3-4 dl kokend water en breng dit al roerend aan de kook. Voeg ¾ theelepel zout toe. Leg de moten vis in het vocht en alles opnieuw aan het kookpunt. Leg de deksel op de pan en laat alles 12 tot 15 min, zachtjes sudderen. Schep de vis uit het kookvocht en leg ze op een voorverwarmde schaal. Laat het kookvocht indikken tot ¾ van de oorspronkelijke hoeveelheid. Verwijder de sereh en giet het ingedikte kookvocht over de moten vis. Dien alles zo warm mogelijk op. Garneren met fijngehakte peterselie.
500 gram gefileerde vis
2 eetlepels citroensap
½ theelepel zout
8 verse petehbonen
2 eetlepels olie
2 gesnipperde uien
1 teen knoflook
1 theelepel sambal oelek
1 groene lomboks
1 theelepel laos
1 theelepel suiker
2 blaadjes salam
zout
100 gram gepelde garnalen
Spoel de vis (tarbot) af, maak ze droog en snij ze in blokjes van 2 cm. Los het zout op in de citroensap en sprenkel dit over de blokjes vis. Voorzichtig alles omscheppen en 15 min. laten staan. Snij de petehbonen in smalle reepjes. Fruit de uien goudgeel, voeg de fijngehakte knoflook en laat dit 1 min. mee fruiten. Laat dit afkoelen en wrijf het daarna tot een gladde brij. Snij de lomboks in smalle ringen. Doe de uienbrij met de peteh, lomboks, laos, salam en suiker in een wijde pan. Voeg 3 dl kokend water toe en breng al roerend alles aan de kook. Voeg naar smaak wat zout en leg de blokjes vis in het vocht. Zet het vuur laag en laat alles 4 tot 5 min. zachtjes sudderen. Schep daarna heel voorzichtig de garnalen door het gerecht. Dan onmiddellijk opdienen in een voorverwarmde schaal.
400 gram gepelde garnalen
peper uit de molen
2 eetlepels citroensap
2 eetlepels olie
2 gesnipperde uien
2 tenen knoflook uitgeperst
1 eetlepel kerrie
2 gedroogde lombok rawit
1 theelepel Javaanse suiker
1 theelepel citroenrasp
6 middelgrote tomaten
2 blaadjes salam [168]
3 dl dunne santen
2 dl dikke santen
1 eetlepel selderie
Ontvel de tomaten en snij ze in parten. Hak de selderij fijn. Strooi wat zout en peper over de garnalen en besprenkel ze met 2 eetlepels citroensap. Laat ze 10 min. staan met af en toe omscheppen. Roerbak de uien tot ze verkleuren. Voeg knoflook, kerrie, verkruimelde lombok rawit en suiker toe. Schep alles om en doe er de citroen, partjes tomaat, salam en dunne santen erbij. Schep alles enkele malen voorzichtig om en laat het 2 tot 3 min. zachtjes koken. Doe vervolgens de dikke santen en selderij erbij, doorscheppen en aan de kook laten komen. Verwijder de salam. Dien dan het gerecht op in een voorverwarmde schaal.
300 gram gepelde garnalen
peper uit de molen
4 eetlepels citroensap
2 eetlepels olie
2 gesnipperde uien
2 tenen knoflook uitgeperst
½ theelepel koenjit
2 theelepels sambal oelek
2 theelepel Javaanse suiker
2 theelepels gemberwortel
4 kleine eieren
2 blaadjes salam
3 dl dunne santen
2 dl dikke santen
½ theelepel ketoembar
Ontvel de tomaten en snij ze in parten. Strooi wat zout en peper over de garnalen en besprenkel ze met 2 eetlepels citroensap. Laat ze 10 min. staan met af en toe omscheppen. Roerbak de uien tot ze verkleuren. Voeg knoflook, sambal, salam en gemberwortel toe. Alles omscheppen en dan de suiker, koenjit en ketoembar toevoegen. Daarna de dunne santen erbij en dit alles al roerend 5 min. zachtjes laten koken. Doe dan de dikke santen erbij. Roer alles goed om en doe er de hardgekookte en gepelde eieren en even later de garnalen erbij. Roer er het resterende citroensap door en eventueel nog wat zout. Als de garnalen door en door warm zijn, de salam verwijderen en opdienen in een voorverwarmde schaal. Garneer het gerecht met de partjes tomaat.
300 gram gepelde garnalen
peper uit de molen
240 gram gekookte maïskorrels
1 theelepel Javaanse suiker
4 grote ontvelde tomaten
2 gedroogde lomboks rawit
1 gesnipperde ui
100 gram kokos
2 theelepels ketjap asin
sap van 1 citroen
4 voorjaarsuitjes gesnipperd
Bestrooi de garnalen met wat zout en peper. Schep ze om en laat ze 10 min. staan. Breng 4 dl water aan de kook. Voeg theelepel zout, maïs, suiker en parten tomaat toe. Laat alles 3 min. zachtjes koken. Verkruimel de rawit en wrijf ze samen met de ui tot een pasta. Doe de pasta in de pan met maïs etc. en strooi al roerend de kokos erover. Zet het vuur lager en laat alles 10 min. zachtjes doorkoken. Eventueel nog wat zout en peper toevoegen. Dan de ketjap erbij met het citroensap en de garnalen. Alles goed omscheppen. Zodra de garnalen warm zijn, opdienen in een voorverwarmde schaal. Strooi vlak voor het opdienen de gesnipperde voorjaarsuitjes er overheen.
400 gram gefileerde wijting
1 citroen in plakjes
150 gram gepelde garnalen
1 grote gesnipperde ui
2 eetlepels olie
1 teen knoflook uitgeperst
2 eieren
zwarte peper uit de molen
4 grote gekookte aardappelen
8 eetlepels paneermeel
olie voor de frituur [169]
Spoel de vis af. Breng 5 dl water aan de kook en voeg 2 theelepels zout en de citroen toe. Laat alles 5 min. zachtjes doorkoken. Leg de vis in het hete vochten laat dit nog 2 min. doorkoken. Laat daarna de vis afkoelen in het kookvocht. Neem de afgekoelde vis uit de pan en laat het uitlekken. Prak de vis hierna fijn. Hak de garnalen eveneens fijn. Fruit de ui totdat deze begint te verkleuren. Voeg de knoflook toe en strooi er wat zout en peper overheen. Schep alles goed om. Neem de pan van het vuur en voeg het visvlees, garnalen en 1 losgeroerd ei toe. Schep er zoveel aardappelkruim doorheen totdat het een min of meer samenhangende massa wordt. Laat het mengsel koud worden. Vorm van het mengsel 12 frikadellen. Haal ze door het losgeroerde ei en wentel ze door de paneermeel. Verhit de frituurolie en bak hierin de frikadellen snel goudbruin. Niet meer dan 3 tot 4 frikadellen tegelijk, anders koelt de olie te snel af.
400 gram gefileerde wijting
12 grote rode of groene lomboks
2 eetlepels citroensap
peper uit de molen
2 grote gekookte aardappelen
3 eetlepels olie
1 grote gesnipperde ui
1 teen knoflook gehakt
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel ketoembar
1 mespunt djinten
1 losgeroerd ei
4 eetlepels dikke santen
zout
Snij de lomboks aan de zijkanten open en verwijder zaad en zaadlijsten. Kook de lomboks 3 min. in water met wat zout. Laat de lomboks uitlekken en afkoelen. Spoel de vis af en maak ze droog. Maal het visvlees fijn. Los een halve theelepel zout op in het citroensap. Strooi wat peper over het visvlees en meng het citroensap erdoor. Laat alles 15 min. staan. Prak de aardappelen fijn. Fruit de ui totdat deze begint te verkleuren. Voeg knoflook en sambal toe. Omscheppen en de ketoembar en djinten erbij. Opnieuw omscheppen en af laten koelen. Voeg het met de fijngeprakte aardappelen, het losgeroerde ei en de santen bij de vis massa. Alles heel goed omscheppen. Verwarm de oven voor tot 200 °C. Vul de lomboks met het vismengsel. Bestrijk een bakplaat met wat olie en leg de gevulde lomboks erop. Besprenkel de lomboks met de rest van de olie. Plaats de bakplaat in het midden van de oven. Reken op een baktijd van 15 min. Dien de lomboks zo warm mogelijk op.
500 gram gefileerde kabeljauw
2 eetlepels citroensap
½ theelepel zout
12 rode lomboks
4 gepofte kemirienoten
2 grote gesnipperde uien
2 tenen knoflook
1 eetlepel gemberwortel
1 theelepel laos
1 theelepel koenjit
1 theelepel zout
2 eetlepels pindakaas
Spoel de vis af en maak ze droog. Vis verdelen in 8 gelijke stukken. Los het zout op in het citroensap en bestrijk de vis hiermee. Vis 15 min. laten staan. Ontpit de lomboks en snij ze in kleine stukjes. Doe deze dan samen met de reeds fijngestampte kemirienoten, uien, uitgeperste knoflook, geraspte gemberwortel, laos, koenjit en zout in een vijzel en wrijf alles tot een gladde pasta. Bestrijk de stukken vis aan alle kanten met dit mengsel en laat de vis weer 15 min. liggen. Leg dan de stukken vis naast elkaar in een wijde pan. Schenk er zoveel water bij dat de vis net niet onder staat. Breng alles heel langzaam boven een zeer laag vuur aan de kook. Zet het vuur nog lager en laat de vis in 7 tot 8 min. zachtjes gaar worden. Schep de gare stukken vis op een voorverwarmde schaal. Breng het vocht in de pan snel aan de kook en roer er de pindakaas doorheen. Blijf roeren totdat een lichtgebonden saus is verkregen. Laat de saus nog 3 tot 5 min. zachtjes doorkoken. Schenk de hete saus over de stukkenvis.
400 gram gepelde garnalen
zout
peper uit de molen
1 eetlepel citroensap
1 eetlepel olie
1 gesnipperde ui
1 eetlepel gemberwortel
1½ theelepel djahé
1 theelepel koenjit
2 theelepels sambal trassi [170]
6 gepofte kemirienoten
1 theelepel Javaanse suiker
3 dl dunne santen
1 eetlepel peterselie
Bestrooi de garnalen met wat zout en peper en besprenkel ze met het citroensap. Laat ze tenminste 10 min. staan. Af en toe omscheppen. Fruit de ui totdat deze begint te verkleuren. Voeg daarna de geraspte gemberwortel of djahé, koenjit, sambal, kemiries en suiker toe. Schep alles gedurende 1 min. om. Voeg dan de santen toe. Roer alles goed om en laat het 3 tot 4 min. zachtjes doorkoken. Doe dan de garnalen erbij. Enkele malen omscheppen en daarna opdienen in een voorverwarmde schaal. Strooi er vlak voor het opdienen de fijngehakte peterselie over.
250 gram gepelde garnalen
4 gekookte aardappelen
1 losgeroerd ei
zout
1 theelepel Javaanse suiker
peper uit de molen
1 teen knoflook
1 eetlepel selderij
1 eetlepel bieslook
1 eetlepel citroensap
2 eetlepels bloem gezeefd
1 losgeroerd eiwit
3 eetlepels paneermeel
olie
Hak of maal de garnalen fijn. Maak een puree van de aardappelen. Meng in een grote kom de garnalen met de puree, ei, zout, peper, suiker, uitgeperste knoflook, citroensap, fijngehakte selderij en bieslook. Laat het mengsel 15 min. staan op een koele plek. Verhit intussen de olie voor het bakken van de balletjes tot 180°C. Vorm 12 balletjes van het garnalenmengsel. Wentel ze door de bloem. Haal ze door het eiwit en paneer ze. Bak de balletjes, 3 tot 4 tegelijk in de hete olie goudbruin. Trek voor het bakken ongeveer 4 min. uit. Laat de balletjes uitlekken op keukenpapier. Dien zo warm mogelijk op.
350 gram gepelde garnalen
150 gram gefileerde wijting
1 ei
1 eetlepel basilicum
1 mespunt sambal trassi
½ eetlepel citroensap
zout en peper uit de molen
1 theelepel Javaanse suiker
1 eetlepel (sesam)olie
8 blaadjes salam
1 eetlepel zeezout
1 eetlepel maïzena
Spoel de vis (makreel kan ook) af en maak hem droog. Hak of maal de garnalen en vis ragfijn. Roer het ei los en voeg dit al roerend toe aan de maïzena. Vermengde sambal met het citroensap. Doe het garnalen/vismengsel in een kom. Voeg het eimengsel en sambalmengsel hieraan toe. Roer en schep alles goed om. Voeg naar smaak zout, peper en suiker toe. Plaats de kom 15 min. op een koele plek. Vorm van het mengsel 12 balletjes. Bestrijk de geperforeerde bodem van een stoompan met de olie. Leg de balletjes hierop. Breng in de pan 3 tot 4 dl water aan de kook. Leg de salam in het water en voeg het zeezout toe. Laat alles 5 min. zachtjes doorkoken. Plaats daarna het geperforeerde deel op het deel van de pan met het kokende water en sluit de pan met het deksel. Stoom de balletjes in 10 tot 12 min. gaar. Dien de balletjes zo warm mogelijk op. Volkomen koud als bijgerecht zijn ze ook lekker.
400 gram gepelde garnalen
4 kleine groene/rode paprika's
1 ei
2 theelepels maïzena
50 gram droge rijst
peper uit de molen
1 theelepel sambal badjak
1 theelepel Javaanse suiker
1 theelepel ketjap asin
3 eetlepels olie
1 teen knoflook fijngehakt
Snij de paprika's in de lengte door. Verwijder zaad en zaadlijsten. Breng water met wat zout aan de kook. Leg de paprika's hierin en laat ze enkele minuten weken. Daarna laten uitlekken. Hak of maal de [171] garnalen fijn. Roer het ei los en voeg de maïzena toe. Eventueel 2 eetlepels water toevoegen. Goed omroeren. Voeg de gekookte rijst bij de gehakte garnalen. Doe wat zout, peper, knoflook,sambal, suiker, ketjap en het eimengsel erbij. Kneed alles met nat gemaakte vingers snel door elkaar. Laat het 15 min. op een plaats staan. Vul vervolgens de paprika helften ermee. Bestrijk de vulling en de buitenzijde van de paprika's met een kwastje olie. Leg de paprika's op een eveneens met wat olie bestreken bakplaat of in een schaal. Plaats de bakplaat of schaal midden in een reeds voorverwarmde (225°C) oven. Reken op een 10 à12 min. oventijd. Opdienen op een voorverwarmde schaal op.
400 gram gepelde garnalen
4 kleine groene/rode paprika's
ei
2 theelepels maïzena
50 gram droge rijst
peper uit de molen
2 theelepels Javaanse kerrie
1 mespunt Javaanse suiker
½ dl dunne santen
3 eetlepels olie
1 teen knoflook uitgeperst
1 toef krulpeterselie
Snij de paprika's in de lengte door. Verwijder zaad en zaadlijsten. Breng water met wat zout aan de kook. Leg de paprika's hierin en laat ze 3 minuten meekoken. Daarna laten uitlekken. Hak of maal de garnalen fijn. Roer het ei los en voeg de maïzena of santen toe. Goed en krachtig omroeren. Voeg in een kom de gekookte rijst, de gehakte garnalen. Doe wat zout, peper, knoflook, kerrie, suiker, ketjap en het eimengsel erbij. Kneed alles met natgemaakte vingers snel door elkaar. Laat het 15 min. op een plaats staan. Vul vervolgens de paprika helften ermee. Bestrijk de vulling en de buitenzijde van de paprika's met een kwastje olie. Leg de paprika's op een eveneens met wat olie bestreken bakplaat of in een schaal. Plaats de bakplaat of schaal midden in een reeds voorverwarmde (225°C) oven. Reken op een 10 tot 12 min. oventijd. Opdienen op een voorverwarmde schaal.
250 gram fijngehakte garnalen
100 gram bloem
1 stuk santen van 1 cm verkruimeld
2 dl water
1 gesnipperde ui
1 uitgeperst teen knoflook
1 fijngehakte prei
1 eetlepel fijngehakte peterselie
2 theelepels ketoembar
1 mespunt laos
4 eetlepels olie
peper en zout
Roer van de bloem met het ei, santen en het water een stevig beslag. Voeg de garnalen, ui, knoflook, prei en peterselie, ketoembar, laos en wat zout en peper aan het beslag toe en kneed alles goed dooreen. Vorm van het beslag 8 platte koekjes. Verhit de olie in een koekenpan en bak hierin de garnalenkoekjes bij matige hitte aan weerszijden mooi bruin en gaar.
3 lekkerbekjes
1 grote fijngesneden ui
1 teen knoflook fijngehakt
1 eetlepel sambal oelek
1 theelepel laos
1 eetlepel azijn of citroensap
1 theelepel suiker
½ kopje water
zout
Fijngesneden ui en knoflook in wat olie lichtbruin fruiten. Dan de sambal en laos erbij en doorfruiten tot de sambal bruinig wordt. Daarna wat water, azijn of citroensap, suiker en zout erbij doen. Dit sausje even laten door sudderen. De smaak moet iets zoetzuur zijn. De warm gehouden lekkerbekjes op een schaal doen en de saus er overheen gieten. Lekker met warme witte rijst.
1 eetlepel olie
1 cm fijngeraspte gemberwortel
2 fijngesnipperde lente-uitjes
75 gram gepelde garnalen
4 theelepels sojasaus
100 gram bloem [172]
1 theelepel sesamzaad
zout en peper
1 eierdooier
25 gram gewassen taugé
½ theelepel vijf-kruidenpoeder
50 gram gehakte champignons
Olie, champignons, gember, ui, garnalen en de helft van de sojasaus in een middelgrote schaal doen en zet deze 2 min. in de magnetron tot de champignons zacht zijn. Bloem, zout, peper en sesamzaad in een schaal doen en in het midden een kuiltje maken. Voeg de eierdooier en 2 eetlepels koud water toe en roer alles tot een zacht deeg. Kneed het deeg door en rol het uit op een met bloem bestoven werkblad tot een vierkante lap van 30 cm. Verdeel de lap in vieren en leg op elk deel van de vulling. Bestrijk de randen van het deeg met water, vouw de uiteinden naar elkaar toe en druk het pakje goed aan. Leg de pakjes op 2 borden en verdeel de taugé erover. Roer het vijf-kruidenpoeder door de resterende sojasaus en schenk dit over de taugé. Dek de bordjes af met plastic folie en zet ze 45 min. in de magnetron tot de pakjes stevig aanvoelen. Dien ze direct op.
8 ongepelde chinese garnalen
15 gram boter in stukjes
1 teen knoflook uitgeperst
sap van limoen
1 cm fijngehakte gemberwortel
½ theelepel djinten
½ theelepel kardemompoeder
1 theelepel koenjit
1 theelepel paprikapoeder
1 mespunt chilipoeder
Pel de garnalen, maar laat de schil aan de staarten zitten. Knip de garnalen open tot de staart, druk de garnalen open en verwijder zwarte darmdraad. Afspoelen met koud stromend water en droogdeppen. Smelt de boter in een middelgrote schaal in 45 sec. op vol vermogen in de magnetron. Roer de overige ingrediënten door de boter en leg hierin de garnalen. Schud ze om zodat ze aan alle kanten met boter bedekt zijn. Laat de garnalen tenminste 30 min. in de koelkast marineren. Dek de schaal af met plastic folie (met gaatjes). Zet de schaal 23 min. in de magnetron op vol vermogen tot de garnalen verkleurd zijn. Schep ze daarbij af en toe om. Eventueel garneren met partjes limoen en direct opdienen.
Ayam sepit bakar
1 jonge kip ca 1 kg
tamarinde
Maak van de tamarinde en wat zout een nat mengsel. Snij de kip in stukken en wrijf de stukken met het mengsel in. Laat ze daarna nog 1 uur in het mengsel liggen. Braad de stukken kip dan in olie gaar en droog.
1 kip van ca. 1 kg
2 grote uien fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
1 theelepel ketoembar
1 stukje trassi
6 kemiries fijngestampt
1 eetlepel bruine basterdsuiker
1 theelepel laos
1 spriet sereh
2 blaadjes salam
2 blaadjes djeroek poeroet
1 kopje melk
zout
Snij de kip eerst in kleine stukken. Kook ze dan in water half gaar. Fruit dan in wat olie de uien, knoflook, trassi, ketoembar, kemiries, suiker en de laos. Voeg dan de salam, djeroek poeroet, sereh en de melk toe. De stukken kip erin leggen en langzaam gaarkoken totdat de massa goed ingedikt is.
1 kg kipfilets
3 tenen knoflook fijngehakt
1 theelepel zout
1 theelepel zwarte peper [173]
½ eetlepel djahé
3 kemiries fijngestampt
3 theelepels ketoembar
1 theelepel djinten
½ theelepel laos
2 uien fijngesneden
1 kopje santen
2 blaadjes salam
1 eetlepel citroensap
1 stukje citroenschil
Vermeng de knoflook, zout, peper, djahé, kemiries, ketoembar, djinten en de laos door elkaar. Schep de kip erdoor. Verhit wat olie en fruit de uien. Schep de uien eruit en voeg nog wat olie toe. Smoor hierin het kipmengsel en roer er dan de santen, salam en de citroenschil door. Ook de uien gaan er weer bij. Laat alles met de deksel op de pan 30 min. zachtjes doorkoken. Voeg tot slot het citroensap en wat zout toe.
1 kip van 1 kg
4 rode uien
2 tenen knoflook
1 theelepel suiker
4 cm sereh
½ blok santen
1 blaadje djeroek poeroet
asem en zout
Kruiden:
1 theelepel ketoembar
½ theelepel trassi
4 kemirienoten
2 schijfjes laos
Maak de kip schoon. Snijd de uien en knoflook fijn en stamp alle kruiden fijn. Kook de kip met alle ingrediënten in ruim water gaar. Laat het gerecht niet droog koken. Met dezelfde kruiden kan men opor van eend maken. De kooktijd is dan wat langer, waardoor wat vaker wat water toegevoegd moet worden.
1 vette kip
5 uien gesnipperd
2 tenen knoflook fijngehakt
½ theelepel ketoembar
½ theelepel trassi
4 kemiries
1 theelepel laos
½ theelepel suiker
1 spriet sereh
1 kopje santen
asem
zout
De kip wordt schoongemaakt en in haar geheel met de fijngemaakte kruiden en santen zacht gekookt. Voor de smaak kan men er een blaadje djeroek poeroet bij doen. Dit gerecht mag niet al te droog zijn.
1 kip
4 sjalotten
2 tenen knoflook
4 kemirienoten
1½ theelepel ketoembar
1 theelepel trassie
1 stengel sereh
½ vingerlengte laos
2 salamblaadjes
1 theelepel asem
1 theelepel Javaanse suiker
4 djeroek poeroetblaadjes
½ blok santen
2 bouillonblokjes of zout
Snijd de kip in stukken. Pel de sjalotten en de knoflook en snijd ze fijn. Wrijf ze met de kemirienoten, ketoembar en trassie fijn en smeer de stukken kip hiermee in. Kook de stukken in een pan met ruim water. De stukken kip moeten 1 cm onderwater staan op een niet te hoog vuur. Voeg, zodra het water kookt, de sereh,laos, salam, asem, Javaanse suiker en djeroek poeroet toe. Laat na 10 min. de santen er in smelten en doe de bouillon blokjes of zout erbij. Houd de pan half open zodra de santen gesmolten is. Roer telkens en voeg zonodig heet water toe want het gerecht mag niet te droog zijn. Bereid het gerecht een paar dagen eerder voordat men aan tafel gaat. Hoe langer de kruiden kunnen intrekken, des te lekkerder zal het worden. Opor ajam kan 23 dagen op een koele plaats of in de koelkast bewaard worden. Warm het eens per dag op onder toevoeging van wat heet water op een laag vuur. [174]
1 kip van 1 à 1,2 kg
6 eetlepels olie
½ blikje tomatenpuree
Kruiden:
3 eetlepels gesnipperde uien
2 tenen gesnipperde knoflook
2 theelepels sambal
1 theelepel trassi
2 theelepels djahé
1 spriet sereh
zout
Snijd de kip in stukken en wrijf ze in met zout. Maak de olie heet en bak de kip goudbruin. Wrijf uien,
knoflook, sambal, trassi en djahé tot een brij en laat die meebakken tot de uien geel zijn. Voeg de
tomatenpuree toe, de sereh en een scheut water en laat de kip in deze saus gaar stoven.
Magnetron :
Verwarm in een wijde schaal de helft van de olie onafgedekt 1-11/2 min. op 100%. Schep de
kruidenbrij erdoor met de tomatenpuree en verwarm alles onafgedekt 2-3 min. op 100%. Leg de
stukken kip (zonder zout) erop, voeg de sereh en een scheutje water toe en verwarm het gerecht
afgedekt 18-22 min. op 70%.
1 kip van 1 à 1,2 kg
1 eetlepel olie
¼ liter water
5 eetlepels gesnipperde uien
5 gepofte kemiries
5 ontpitte en fijngesneden groene lomboks
1 theelepel laos
1 theelepel djahé
½ theelepel koenjit
1 spriet sereh
zout
Snijd de kip in grove stukken. Wrijf uien, lomboks, kemiries, laos, djahé, koenjit en zout samen tot een brij en fruit dit in de olie tot de uien geel zijn. Voeg er dan het water, sereh en stukken kip bij. Kook alles tot de kipgaar is en de bouillon tot de helft ingedampt is.
Magnetron :
Verwarm in een magnetronschaal van 2 liter 2 eetlepels olie onafgedekt 1 min. op 100%. Roer er de kruidenbrij door en verwarm alles onafgedekt 3 à 4 min. op 100%. Leg de kip erop en voeg 1 dl water toe. Maak de kip afgedekt in 20 à 22 min. gaar op 70%.
1 kip in kleine stukken
3 grote uien fijngesneden
1 stukje trassi
2 tenen knoflook fijngehakt
1 spriet sereh
1 theelepel ketoembar
1 eetlepel sambal
1 blikje tomatenpuree
1 kopje melk
1 kopje water
Wrijf de stukken kip in met zout, peper en nootmuskaat. Laat dit intrekken. Fruit dan in wat olie de trassi, uien, knoflook, sereh, ketoembar en de sambal. Zijn de uien bruin, dan de kip erbij en in het mengsel bruin laten worden. Voeg dan een kopje melk en water toe. Daarna de tomatenpuree of 3 fijngesneden tomaten erbij. Alles goed doorroeren en op een klein vuur nog 30 min. laten sudderen.
600 gram kippenpoten
25 gram boter/margarine
1 kleine ui
1 teen knoflook
1 plakje laos
2 theelepels sambal oelek
1 blaadje salam
1 blaadje djeroek poeroet
3 gepelde tomaten
½ blokje trassi van 1 cm [175]
½ eetlepel asem
? schijf Javaanse suiker
In een grote braadpan de boter verhitten en de kippenpoten in 10 min. rondom goudbruin bakken. Intussen ui, knoflook en laos fijnmalen in een keukenmachine. Kip uit de pan scheppen en bakvet in een kommetje gieten. Van dit bakvet 2 eetlepels opnieuw in de braadpan verhitten en hieraan het uimengsel, sambal, salam, djeroek poeroet en tomaten toevoegen. Goed door elkaar scheppen. Zonder deksel 15 min. laten stoven tot vocht verdampt is. Intussen vel van de kip verwijderen en de poten in tweeën snijden. Door het ui/tomaat mengsel roeren: 1 dl warm water, trassi, asem en suiker. Kip erin leggen en aan de kook brengen. Met deksel op de pan nog 45 min. zachtjes stoven. Op smaak brengen met zout. Voor het opdienen de blaadjes verwijderen.
1 grote kip in 4 stukken
4 eetlepels olie
1 gesnipperde ui
3 uitgeperste tenen knoflook
2 theelepels sambal oelek
3 geraspte kemirienoten
1 theelepel trassi
½ theelepel laos
½ dl water
2 theelepels bruine basterdsuiker
1 stukje santen van 2 cm
zout
Verhit de olie en bak de stukken kip rondom mooi bruin. Wrijf de ui, knoflook, sambal, kemrie, trassi, laos en wat zout fijn in een vijzel. Voeg het kruiden mengsel, water, suiker en santen aan de stukken kip toe. Breng alles aan de kook. Draai het vuur laag, leg een deksel op de pan en laat de stukken kip inca. 45 min. zachtjes sudderen onder af en toe bedruipen met de saus tot de saus vrij dik geworden is.
1 grote kip in 4 stukken
4 eetlepels olie
1 gesnipperde ui
2 uitgeperste tenen knoflook
1 eetlepel sambal
1 theelepel trassi
4 geraspte kemrienoten
1 theelepel djinten
2 theelepels ketoembar
1 theelepel laos
2½ dl water
1 eetlepel javaanse suiker
2 eetlepels citroensap
1 stukje santen van 2 cm
zout
Verhit de olie en bak de stukken rondom mooi bruin. Wrijf de ui, knoflook, sambal, kemirie, djinten, ketoembar, laos en wat zout fijn in een vijzel. Voeg het kruidenmengsel, water, suiker en santen toe aan de stukken kip. Roer alles goed door een en breng het aan de kook. Draai het vuur laag, leg een deksel op de pan en laat de stukken kip ca. 45 min. zachtjes sudderen tot ze gaar zijn. Roer het citroensap vlak voor het opdienen door het stoofvocht.
750 gram kip in stukken
1 blaadje djeroek poeroet
1 spriet sereh
1 eetlepel asemwater
2 dl water
¼ blok santen
3 eetlepels olie
zout
Kruiden:
1 theelepel ketoembar
½ theelepel djinten
2 rode uien
2 witte uien
1 theelepel koenjit
1 theelepel trassi
4 rode lomboks
Maak de kruiden fijn en fruit ze in olie. Doe de kip, djeroek poeroet, sereh, asemwater, santen en het water erbij en kook de kip gaar. Dit gerecht mag niet te droog gekookt worden.
[176] 1 grote kip in 4 stukken
4 eetlepels olie
2 gesnipperde uien
2½ dl water
3 eetlepels ketjap manis
1 theelepel djahé
3 kruidnagels
5 geplette zwarte peperkorrels
1 theelepel nootmuskaat
zout
Verhit de olie en bak de stukken rondom mooi bruin. Voeg de ui toe en bak deze 2 min. mee. Voeg het water, ketjap, djahé, kruidnagels, peperkorrels, nootmuskaat en wat zout toe. Breng alles aan de kook. Draai het vuur laag, leg een deksel op de pan en laat de stukken kip ca. 45 min. zachtjes sudderen tot ze gaar zijn.
1 kleine kip van 800 gram
2 eetlepels boter
3 eetlepels gesnipperde uien
1 teen gesnipperde knoflook
1 eetlepel ketjap manis
1 stuk asem (grootte als een walnoot)
peper en zout
citroensap
Snijd de kip in 4 stukken, wrijf ze in met een papje van asem, zout en peper vermengd met 1 à 2 eetlepels water. Laat ze minstens 1 uur marineren. Maak de boter bruin, bak hierin de stukken kip aan alle kanten goudbruin. Bak de uien en knoflook mee tot ze geel worden. Maak de saus af met een beetje water, ketjap en citroensap en stoof de kip tot het vlees gaar is.
Magnetron :
Marineer de kip zoals beschreven. Smelt de boter in een magnetron schaal van tenminste 1 liter onafgedekt 1 min. op 100%. Schep er de uien en knoflook door en fruit het mengsel onafgedekt 2 à 3 min. op 100%. Roer er dan de ketjap en citroensap door en leg de kip erop. Maak de kip afgedekt in 18 à 20 min. op 70% gaar.
1 kleine kip van 800 gram
3 eetlepels boter
3 eetlepels gesnipperde uien
2 tenen gesnipperde knoflook
2 eetlepels ketjap manis
1 stuk asem (grootte als een walnoot)
zout
sap van citroen
1 theelepel laos
1 ontpitte lombok in ringetjes
1 theelepel djahé
Snijd de kip in 4 stukken, wrijf ze in met een papje van asem vermengd met 1-2 eetlepels water. Laat ze minstens 1 uur marineren. Droog ze af. Maak de boter bruin, bak hierin de stukken kip aan alle kanten goudbruin. Bak de uien en knoflook de laatste minuten mee tot ze geel worden. Maak de saus af met een beetje water, ketjap en het citroensap. Voeg laos, djahé en lombok toe en stoof alles tot de kip gaar is.
Magnetron :
Marineer de kip zoals beschreven. Smelt de boter in een magnetronschaal van tenminste 1 liter onafgedekt 1-2 min. op 100%. Schep er de uien, knoflook, ketjap, laos, djahé en lombok door en fruit het mengsel onafgedekt 2-3 min. op 100%. Leg de kip erop en maak de kip afgedekt in 18-20 min. op 70% gaar.
1 kip van 1-1,2 kg
4 eetlepels boter
5 eetlepels gesnipperde uien
3 tenen gesnipperde knoflook
3 eetlepels ketjap manis
nootmuskaat
peper en zout
2 middelgrote tomaten
Snijd de kip in grove stukken, wrijf ze in met zout en peper en nootmuskaat. Laat de kruiden enige tijd intrekken. Maak de boter bruin, bak hierin de stukken kip aan alle kanten goudbruin. Bak dan de uien [177] en knoflook mee. Snijd de tomaat in plakken en bak ze ook mee. Maak de saus af met een beetje water en ketjap.
Magnetron :
Snijd de kip in grove stukken, wrijf ze in met zout en peper en nootmuskaat. Smelt de boter in een magnetronschaal van tenminste 1 liter onafgedekt 1 min. op 100%. Schep er de uien, knoflook en plakken tomaat door en fruit het mengsel onafgedekt 2-3 min. op 100%. Roer er dan de ketjap door en leg de kip erop. Maak de kip afgedekt in 20-22 min. op 70% gaar.
1 kip in stukken
2 uien fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel laos
3 eetlepels ketjap manis
1 theelepel nootmuskaat
zout en peper
Bak de stukken kip in olie bruin. Maak van alle ingrediënten een mengsel. Is de kip bruin, doe dan het mengsel erbij. Nog een kopje water toevoegen en ca. 45 min. laten sudderen.
1 kip 1,2 kg
1 grote ui fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
1 theelepel djahé
½ theelepel foelie
½ theelepel peper
1 scheutje azijn
wat bloem
Kook de in stukken gesneden kip in water met azijn halfgaar. Haal de stukken eruit en laat ze uitlekken. Bewaar de bouillon en doe daar de kruiden in. Bak de stukken kip in wat olie bruin en smoor ze dan nog ca. 30 min. in de bouillon. Eventueel met wat bloem binden.
1 kip à 1,2 kg
3 theelepels ketoembar
1½ theelepel djinten
1 theelepel fijne kruidnagel
½ theelepel peper
½ theelepel zout
1 stukje trassi
1 stukje foelie
2 dl santen
1 blaadje salam
Snij de kip in stukken en kook ze in water halfgaar. Laat ze uitlekken. Vermeng de verkregen bouillon met de kruiden. Bak de stukken kip bruin en doe ze dan weer terug in het bouillonmengsel. Laat alles ca. 30 min. smoren.
1 kip van 1 kg 2 grote uien fijngesneden 1 teen knoflook fijngehakt 2 laurierblaadjes 2 eetlepels kerrie 50 gram margarine 40 gram bloem peterselie, zout en peper
Trek een halve liter bouillon van de kip met de ui, peterselie, zout, peper en laurier (niet alle ui gebruiken). Is de kip gaar, de pan van het vuur. Haal de kip eruit en pluk ze in kleine stukjes vlees en leg het apart op een schaal. Zeef vervolgens de bouillon en houd die bij de hand. Fruit in wat margarine de knoflook, de overgebleven ui en de kerrie totdat de uien bruin zijn. Voeg dan de bloem toe en roer er de bouillon doorheen. Laat dit op een klein vuur een dikke saus worden. Daarna kan de uitgeplozen kip erbij. Dien op bij witte rijst.
1 kip 1,2 kg
2 theelepels ketoembar
1 theelepel djinten
2 eetlepels kerrie [178]
1 liter santen
1 spriet sereh
1 grote ui fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
Fruit in wat olie de knoflook, uien en de kruiden met wat zout. Giet er af en toe wat santen bij totdat de santen geheel met de kruiden is vermengd. Doe er dan de stukken kip bij en laat deze goed gaar en mals worden. Op een niet al te hoog vuur duurt dit nog 30 tot 45 minuten.
1 kip 1 kg
2 grote uien fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
3 eetlepels ketjap manis
1 eetlepel bruine basterdsuiker
100 gram champignons
1 lombok fijngesneden
1 theelepel djahé
2 bamboescheuten in plakjes
zout en peper
Trek van de kip met wat zout en peper 1 liter bouillon. Is de kip gaar, haal hem eruit en pluk het vlees van het bot. Fruit dan in wat olie de knoflook, uien, lombok en de stukjes vlees totdat deze goed bruin zijn. Giet er een halve liter bouillon bij plus de fijngesneden champignons, bamboescheuten, suiker en de ketjap. Laat alles nog ca. 10 min. stoven.
1 kip 1,2 kg
2 grote uien fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
5 kemiries fijngestampt
2 theelepels ketoembar
2 theelepels koenjit
2 theelepels laos
½ eetlepel bruine basterdsuiker
1 stukje trassi
1 kopje santen
½ liter bouillon
zout en peper
Wrijf de in stukken gesneden kip in met zout een peper. Bak ze daarna in olie knappend bruin, laat ze uitlekken. Fruit in wat olie de uien, knoflook en de trassi. Maak af met de kruiden, het kopje santen en een liter bouillon. Laat hierin de kip zachtjes gaarkoken tot de saus is ingedikt. De suiker als laatste
1 kip 1,2 kg
4 grote uien grofgesneden
4 tenen knoflook fijngehakt
1 theelepel djahé
2 rode lomboks fijngesneden
1½ theelepel laos
1 eetlepel azijn
2 eetlepels ketjap manis
1 kopje water
zout en peper
Braad de in stukken gesneden kip in wat olie knappend bruin en voeg de rest van de ingrediënten erbij. Laat alles met de deksel erop goed gaar smoren. De kip moet echter niet te gaar worden. Eet dit bij witte rijst.
1 kip
2 grote uien fijngesneden
2 eetlepels ketjap manis
100 gram fijne vermicelli
zout
peper
Kook de in niet te grote stukken gesneden kip in 1 liter water gaar met wat zout en peper, de uien en de ketjap. De gare kip wordt eruit gehaald en in de bouillon kookt men de geweekte vermicelli even op. Schik de stukken kip op een vleesschotel en giet er de saus van de bouillon en vermicelli overheen.
1 kip in stukken
4 eetlepels ketjap manis
1 grote ui fijngesneden
zout
1 eetlepel citroensap
½ theelepel nootmuskaat [179]
½ theelepel peper
2½ dl water
Kook de kip met wat zout en het water in 20 min. halfgaar. Meng de kruiden door elkaar en doe ze met de ketjap, ui en citroensap bij de halfgare kip. Laat dit nog ca. 30 min. op een zacht vuur doorkoken tot de stukken kip gaar zijn en het kook vocht praktisch verdampt is.
1 kip van ca. 800 gram
6 eetlepels olie
2 eetlepels azijn
3 eetlepels gesnipperde uien
1 theelepel peper
½ theelepel nootmuskaat
3 kruidnagels
2 eetlepels ketjap manis
Snijd de kip in 4 stukken en wrijf ze in met zout, peper en nootmuskaat. Bak ze in de olie goudbruin. Bak de laatste minuten de uien mee tot ze geelbruin zijn. Voeg dan een scheut water toe en maak de saus af met de ketjap en azijn. Stoof de kruidnagels ook mee.
Magnetron :
Snijd de kip in 4 stukken, wrijf ze in met zout en peper en nootmuskaat. Verwarm de olie in een magnetronschaal van tenminste 1 liter onafgedekt 1 à 2 min. op 100%. Schep er de uien door en fruit het mengsel onafgedekt 2 à 3 min. op 100%. Roer er dan de ketjap, azijn en kruidnagels door en leg de kip erop. Maak de kip afgedekt in 18 à 20 min. op 70% gaar.
400 gram kipfilet in reepjes
2 eetlepels olie
2 gesnipperde lente-uitjes
1 teen knoflook uitgeperst
½ theelepel djahé
2 theelepels sambal oelek
4 eetlepels ketjap manis
taugé
Verhit de olie in een wok of wadjan. Voeg het vlees toe en laat alles onder voortdurend roeren ca. 3 min. bakken. Schuif het vlees naar een zijde van de wok en fruit de uisnippers. Schep de knoflook en djahé erdoor en voeg de sambal toe. Roer daarna de ketjap en taugé (hoeveelheid naar eigen smaak) erdoor. Breng de saus aan de kook en schep dan het vlees erdoor en laat het nog even koken. Direct serveren. Lekker met rijst en kroepoek.
1 kg kippenborst
⅙ blok santen
2 eetlepels olie
water
Kruiden:
10 eetlepels gesnipperde uien
3 tenen gesnipperde knoflook
2 theelepels sambal oelek
8 kemiries
1 theelepel laos
1 theelepel djahé
1 theelepel koenjit
2 salamblaadjes
1 theelepel basilicum
sap van 1 citroen
zout
Wrijf de helft van de uien fijn met alle knoflook, sambal, kemiries, laos, koenjit en djahé. Roer de andere helft van de uien hier doorheen en bak dat alles even op in de olie tot de uien geel zijn. Zet de kip op met kokend water en zout; kook de stukken kip half gaar, haal het vlees van het bot en snijd het in dobbelstenen. Zet 2 dl van de bouillon op met de santen en de kruiden en voeg er, als het kookt, de stukjes kip toe. Kook de massa tot het kippenvlees gaar is en de saus ingedikt. Roer er dan het citroensap door en een theelepel basilicum.
Magnetron :
De hoeveelheid halveren en het water vervangen door 2 dl kippenbouillon. Verwarm in een magnetronschaal van 2 liter de olie onafgedekt 1 min. op 100%. Roer er de kruidenbrij door en fruit alles onafgedekt 3 à 4 min. op 100%. Maak de kip afgedekt in 7 à 8 min. gaar op 70%. Breng de [180] bouillon met de santen en kruiden in een wijde schaal onafgedekt in 3 à 4 min. op 100% aan de kook. Roer de blokjes kippenvlees door de bouillon. Verwarm alles nog onafgedekt 6 à 7 min. op 30%.
1 kip van 1 à 1,2 kg
blok santen olie liter water
Kruiden:
5 eetlepels gesnipperde uien
3 tenen gesnipperde knoflook
2 theelepels ketoembar
5 kemiries
2 theelepels laos
2 theelepels Javaanse suiker
2 theelepels koenjit
2 salamblaadjes
peper en zout
Snijd de kip in grove stukken. Wrijf uien fijn met knoflook, kemiries, laos, koenjit, ketoembar, suiker, peper en zout. Bak dat alles even op in de olie tot de uien geel zijn. Zet de kip op met water en zout en voeg kruidenmengsel en salam toe. Laat dit zachtjes koken tot de kip half gaar is. Doe er nu ook de santen bij en laat alles doorstoven tot de kip gaar is.
Magnetron :
Het water vervangen door 1 dl kippenbouillon. Verwarm in een magnetron schaal van 2 liter de olie onafgedekt 1 min. op 100%. Roer er de kruidenbrij door en fruit alles onafgedekt 3 à 4 min. op 100%. Leg de kip erop en verwarm alles afgedekt in 10 à 12 min. op 70%. Voeg de bouillon met de santen en salam toe en bereid de kip afgedekt nog 10-12 min. op 70%.
1 kip in grote stukken
1 theelepel laos
3 blaadjes salam
3 kopjes dikke santen
2 grote uien in ringen
3 tenen knoflook fijngehakt
3 rode lomboks in ringetjes
½ komkommer in schijfjes
zout
Vermeng de santen met de ui, knoflook, laos, salam en wat zout. Leg de stukken kip in een pan en overgiet deze met de vermengde santen. Breng dit op een matig vuur aan de kook. Roer af en toe goed door en zet het vuur laag totdat het vocht verdampt is. Haal de pan dan van het vuur. Verhit een kopje olie en bak de stukken kip knappend bruin. Haal dan de stukken kip eruit en laat ze uitlekken. Leg ze op een schaal en drapeer met lombok en komkommer. Bij witte rijst serveren en de kip zo warm mogelijk opdienen.
1 kip 1,2 kg
½ liter dikke santen
2 eetlepels asemsap
2 theelepels basilicum
2 grote uien fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
3 rode lomboks fijngesneden
1 theelepel djahé
5 kemirie fijngestampt
zout en peper
Kip kruiden en in zijn geheel grillen. Pluk hem dan in grote stukken en leg deze op een schaal. Vermeng de santen met de uien, knoflook, lombok, djahé, kemirie, zout en peper naar smaak. Breng dit aan de kook en verder op een klein vuur gaar laten sudderen. Voeg dan het asemsap toe. Giet de saus dan over de kip en bestrooi dit alles met het basilicum. Serveer bij witte rijst met sambal.
1 kip van 1 kg
2 grote uien fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
1 stukje trassi
4 rode lomboks heel fijngesneden
5 kemirie fijngestampt
1 theelepel djahé
2 blaadjes salam
½ kopje dikke santen
2 eetlepels asem [181]
1 spriet sereh
¾ kopje heet water
Uien en knoflook heel fijn snijden. Fruit in wat olie (1 kopje) de trassi, knoflook, ui, lombok, kemirie, djahé, sereh en salam. Als de uien bruin zijn dan de stukjes kip erbij met wat zout en 5 min. laten meebakken. Dan het kopje heet water erbij en weer 5 min. laten stoven. Temper het vuur een giet de santen erbij. Laat even koken tot de saus dik is. Als laatste asem toevoegen en doorroeren. Geef er witte rijst en een groentegerecht bij.
1 kip in kleine stukjes
1 grote ui fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
1 eetlepel azijn
½ eetlepel bruine basterdsuiker
1 theelepel djahé
1 eetlepel ketjap asin
1 stukje trassi
zout en peper
Fruit in wat olie de trassi, ui en knoflook. Zijn de uien wat bruin, dan de kip erbij en goed doorbakken. Meng 2 kopjes warm water met de djahé, ketjap en de suiker. Voeg dat bij de kip. Maak af met wat zout en peper en laat alles ca. 45 min. stoven. Serveer bij witte rijst met een groentegerecht.
1 kip van 850 gram
4 theelepels uienpoeder
1 theelepel knoflookpoeder
2 theelepels sambal oelek
3 eetlepels ketjap manis
citroensap
zout
boter of margarine
Snijd de kip overlangs door en wrijf de delen in met de kruiden, nadat die met ketjap en citroensap zijn vermengd. Leg de kip in een beboterde braadslee en laat haar in de oven in ca. 45 min. goudbruin worden. Af en toe de kip begieten met de saus om uitdrogen te voorkomen. Is de saus niet voldoende, dan wat extra saus maken van boter met ketjap en citroensap. Serveer de kip met atjar tjampoer.
Een kip op rug opensnijden, in tweeën snijden, met de platte kant van een hakmes kloppen. Dan met zout en peper bestrooien. Haal dan de kip eerst door een geklopt ei en door de beschuitkruim. Leg de gepaneerde stukken kip in een pan, doe er gesmolten boter over en zet de kip in een niet te hete oven. Nu en dan de kip bedruipen tot ze bruin en gaar is. Kip op een schotel en wat ketjap erover.
1 kip van ca. 1 kg in 4 stukken
1 gesnipperde ui
2 uitgeperste tenen knoflook
1 theelepel sambal oelek
3 eetlepels olie
2 eetlepels gehakte peterselie
peper en zout
Meng in een kom de ui met knoflook, peterselie en wat zout en peper. Bestrijk de kip rondom met dit mengsel. Leg de stukken kip in een ovenvaste schaal en bestrijk ze met wat olie. Bak de stukken kip onder regelmatig bestrijken met olie en en het bakvocht ca. 45 min. in een op 200 °C voorverwarmde oven tot ze gaar en mooi bruin is.
1 jonge kip
3 tenen knoflook fijngehakt
4 rode uien fijngesneden
4 lomboks rawit
2 eetlepels ketjap
zout en citroensap
De kip opensnijden en schoonmaken. De kip met de kruiden in olie fruiten. Voeg hierbij wat water, citroensap, suiker en ketjap en laat de kip zacht koken. Als de saus bijna opdroogt, neemt men de kip [182] eruit en roostert haar op een klein vuurtje. Leg nu de kip op een platte schaal en giet de saus erover heen.
1 jonge kip
3 kemiries
5 uien fijngesneden
½ lombok fijngesneden
½ theelepel trassi
¼ theelepel ketoembar
½ theelepel koenjit
1 theelepel laos
½ eetlepel suiker
1 spriet sereh
1 kopje santen
asem en zout
De kip schoonmaken en opensnijden. Fruit de kruiden, op de sereh na, in wat olie lichtbruin. Voeg hierbij de santen, sereh en kip en laat alles tezamen koken. Als de kip zacht geworden is en de olie eruit komt, roostert men de kip heel voorzichtig. Leg de kip op een platte schaal en giet de saus erover heen.
1 jonge kip
1 theelepel ketoembar
½ theelepel koenjit
½ theelepel laos
1 spriet sereh
4 rode lomboks
4 rode uien
2 witte uien
1 kopje santen
zout en citroensap
De kip openspalken. De kruiden, behalve de sereh, fijnmaken. Nu de kip zachtjes koken in de kruiden en santen, daarna de kip roosteren
1 kip
2 uien fijngesneden
2 eetlepels sambal
1 teen knoflook fijngehakt
½ eetlepel ketjap manis
2 eetlepels citroensap
zout
De uien en knoflook moeten heel fijn zijn (vleesmolen). Meng dit papje van uien en knoflook met de sambal, ketjap, citroensap en wat zout. De kip of stukken kip met dit mengsel goed inwrijven en minstens een uur laten staan. Daarna in de oven of aan het spit gaar roosteren. Om uitdrogen te voorkomen kan men wat olie bij de kruiden doen waarmee de kip bedropen wordt.
1 kip van 850 gram
½ liter water
2 gesnipperde uien
1 theelepel knoflookpoeder
5 eetlepels sambal oelek
8 gemalen kemirinoten
2 theelepels laos
azijn
Snijd de kip in grote stukken en kook die half gaar, in water met zout. Fruit de uien met de kruiden in wat olie en voeg die, samen met enkele druppels azijn, bij de kip. Laat de kip nu zachtjes sudderen tot hij gaar is. Neem de kip uit de pan en laat de saus indikken.
1 kip van ca. 1 kg in 4 stukken
1 gesnipperde ui
2 uitgeperste tenen knoflook
1 eetlepel sambal
2 eetlepels olie
2½ dl water
4 eetlepels ketjap manis
1 eetlepel bruine basterdsuiker
zout
[183] Wrijf de ui, knoflook met de sambal met wat zout fijn in een vijzel. Verhit de olie en fruit hierin het uimengsel 3 min. Voeg het water, ketjap en suiker toe. Laat de vloeistof 3 min. flink doorkoken. Voeg de stukken kip toe, draai het vuur laag en leg een deksel op de pan. Laat alles ca. 45 min. zachtjes sudderen tot de stukken kip gaar zijn. Haal de stukken kip uit de pan en leg ze op een ovenvaste schaal. Grilleer de stukken gare kip onder de voorverwarmde grill tot ze mooi bruin zijn. Schenk het stoofvocht over de kip en serveer het gerecht daarna onmiddellijk.
1 kip van 800 gram
3 eetlepels gesnipperde uien
2 tenen knoflook gesnipperd
1 eetlepel mosterd
1 theelepel sambal oelek
1 eetlepel ketjap
sap van ½ citroen
zout
Snijd de kip in stukken en wrijf ze in met zout en mosterd en laat deze marinade minstens 1 uur intrekken. Braad de kip in olie. Wrijf uien, knoflook en sambal met elkaar tot een brij. Voeg die aan de olie toe en laat de uien geel worden. Maak het gerecht af met een scheut water, ketjap en citroensap en stoof de kip hierin gaar.
Magnetron :
Wrijf de stukken kip in met zout en mosterd. Verwarm in een magnetron schaal van 2 liter 2 eetlepels olie onafgedekt 1 min. op 100%. Roer er de kruidenbrij door en verwarm alles onafgedekt 3 a 4 min. op 100%. Leg de kip erop en maak deze afgedekt in 18 a 20 min. gaar op 70%.
Gebruik dezelfde ingrediënten als in vorig recept. Wrijf de stukken kip in met zout en mosterd en laat ze liefst een nacht in de koelkast marineren. Wrijf ze daarna droog, smeer ze in met de olie en rooster ze in de oven of op een houtskoolvuur halfgaar. Maak de kruidenbrij en smeer de stukken kip hiermee in. Rooster ze nu gaar. Smeer ze enkele keren opnieuw in met het kruidenmengsel en keer ze geregeld.
400 gram kipfilet
1 theelepel maïzena
1 eetlepel ketjap asin
3 schijven ananas
1 mespunt knoflookpoeder
1 eetlepel maïzena
1½ eetlepel ketjap asin
2 eetlepels water
3 eetlepels ananassap
enkele druppels rijstwijn (dry sherry)
wat olie
Snijd de kipfilets in kleine stukjes en smeer ze in met een mengsel van maïzena en ketjap. Braad ze nu zeer snel aan in olie en voeg er, als de kip gaat kleuren, de in twee helften gesneden schijven ananas aan toe. Laat die ca. 3 min. meesmoren met de deksel op de pan. Leg ze dan op een voorverwarmde schaal. Maak een mengsel van knoflook, maïzena, ketjap, water, ananassap en rijstwijn (of dry sherry) en breng dit aan de kook. Zodra het gebonden is, giet men de saus over de kip met ananas.
1 kip van 800 gram
1 grote ui
2 tenen knoflook
1 eetlepel ketjap manis
100 gram boter
½ liter bouillon
azijn
zout en peper
Fruit in de boter de gesnipperde ui en knoflook. Hierin de kip lichtbruin bakken. Dan de bouillon, ketjap en wat azijn toevoegen. Het geheel ca. 30 min. laten braisseren in de oven
184 1 kip
12 kemiries
1 ui
5 tenen knoflook
5 lomboks fijngesneden
½ eetlepel yankeekruid
Snij de kip aan stukken. Maak de kemiries, ui en knoflook fijn. Fruit dan in olie de kruiden even aan. Doe dan de stukken kip erbij. Giet er net zoveel melk bij totdat de kip onder ligt. Een beetje zout erbij en langzaam laten koken tot de kip gaar is
1 kip van 1 kg
2 grote gesnipperde uien
2 tenen knoflook fijngehakt
2 eetlepels sambal manis
2 eetlepels ketjap manis
2 theelepels suiker
¼ pakje margarine
3 eetlepels olie
1 eetlepel asem
De kip dichtschroeien in de margarine en dan de kip eruit halen. Fruit in de olie de uien en knoflook. Hierna de sambal toevoegen. Dan het citroensap, suiker, (zout) en ketjap erbij. De kip in deze saus ca. 20 min. gaar laten stoven. De kip uit de saus halen en onder de grill een donkerbruin kleurtje geven. Saus laten indikken en over de kip gieten.
750 gram kip in stukken
1 rode lombok
2 fijngesnipperde rode uien
1 teen knoflook fijngehakt
1 fijngesneden venkelknol
2 eetlepels peterselie
2 eetlepels citroensap
2 dl water
2 eetlepels olie
Kruiden:
2 schijfjes djahé
½ theelepel djinten
4 cm sereh
zout
Wrijf de stukken kip in met citroensap, wrijf de kruiden fijn en fruit ze in de olie met de uien. Blus het mengsel af met 2 dl water. Dan de kip, venkel en grof gesneden lombok aan de saus toevoegen. Het geheel zachtjes laten gaar koken. Het mag niet droogkoken
1 kip
2 rode uien
2 witte uien
2 rode lomboks
¼ blok santen
2 dl water
100 gram gemalen kokos
zout
Kruiden:
2 schijfjes laos
½ theelepel kentjoer
½ theelepel ketoembar
½ theelepel djinten
½ theelepel trassi
4 lomboks rawit
Wrijf de kip in met zout en hak haar in 2 stukken. Hak de uien en de lomboks fijn, maak vervolgens de kruiden fijn en vermeng de santen met water. Kook de kip met kruiden en de overige ingrediënten in de santen tot ze gaar is. Dit gerecht moet droog gekookt worden.
750 gram kip in stukken
blok santen 4 dl water
Kruiden:
2 gesnipperde uien
2 tenen knoflook fijngehakt
2 schijfjes laos
½ theelepel peper [185]
4 cm sereh
1 blaadje salam
2 eetlepels citroensap
zout
Vermeng de santen met het water en breng het met alle kruiden aan de kook. Voeg er dan de kip aan toe en laat het geheel op een laag vuur zachtjes koken tot de kip gaar is en de saus dik is.
500 gram kip in stukjes
4 cm sereh
2 eetlepels citroensap
2 dl water
2 eetlepels olie
zout
Kruiden:
8 kemirienoten
4 lomboks
4 gesnipperde rode uien
1 theelepel koenjit
Fruit de fijngewreven kruiden in de olie. Wanneer kemiries, lomboks, uien en koenjit bruin zijn, de kip, sereh, citroensap en water toevoegen. Kook de kip dan op een laag vuur. Het gerecht mag niet te droog worden.
1 kip in stukken
6 rode lomboks
5 uien
1 eetlepel mosterd
1 dl asem
zout en olie
Snijd uien en lomboks fijn en fruit ze in olie. Voeg hieraan de kip toe, vervolgens wat water, asem en mosterd. Laat de kip in deze saus zacht koken tot het gerecht vrij droog is.
800 gram kip in stukken
2 eetlepels taotjo
2 eetlepel ketjap
6 gesneden preien
6 eetlepels olie
peper en zout
3 gesnipperde tenen knoflook
2 theelepels djahé
Wrijf de stukken kip in met peper, zout en djahé. Bak de knoflook op in de olie samen met de taotjo, voeg stukken kip toe en bak die lichtgeel. Prei overlangs in stukken van 3 cm snijden en laat die de laatste minuten meebakken. Voeg een scheut water toe en de ketjap en stoof de kip gaar.
Magnetron :
Wrijf de stukken kip in met peper, zout en djahé. Verwarm in een magnetronschaal van 1 liter inhoud 3 eetlepels olie onafgedekt 1 à 2 min. op 100%. Roer er de knoflook, taotjo en prei door en verwarm alles onafgedekt 2 à 3 min. op 100%. Leg de kip erop en maak deze afgedekt in 18 à 20 min. gaar op 70%.
500 gram kip in stukken
4 gesnipperde uien
1 theelepel trassi
1 schijfje laos
1 spriet sereh
1 blaadje salam
1 blaadje djeroek poeroet
¼ blok santen
2 dl water
zout
Vermeng uien, trassi en zout en doe alle ingrediënten met de santen en de kip in een pan met het water. Kook de kip gaar, maar let erop dat het gerecht niet te droog wordt. Voeg zonodig water toe.
1 kip
4 rode uien [186]
½ theelepel trassi
100 gram geraspte kokos
2 lomboks
1 dl santen van &8539; blok asem
Kruiden:
½ theelepel ketoembar
½ theelepel djinten
Javaanse suiker
zout
Kook de schoongemaakte kip en snijd ze doormidden. Snijd de uien en lomboks fijn en vermeng ze met de kruiden, trassi en de kokos. Kook de kip op met de kruiden, santen en asem tot het geheel droog wordt. Rooster de kip daarna totdat ze helemaal gaar is
1 kip
1 ui
2 lomboks
4 kemiries
1 gebraden ui
2 liter trassiwater
1 dl santen van ¼ blok
asemwater en zout
Kruiden:
1 theelepel peper
1 eetlepel ketoembar
½ eetlepel djinten
2 schijfjes djahé
4 schijfjes laos
2 cm sereh
1 theelepel kentjoer
1 theelepel suiker
zout
Rooster de kip in haar geheel gaar en smeer haar in met asemwater. Stamp de kruiden fijn en braad ze met 1 ui, de lomboks en de kemiries. Meng de ui met het trassiwater en 1 theelepel zout, voeg dit aan het mengsel toe. Voeg santen en suiker toe, snijd de kip in stukken en smoor ze in het mengsel tot ze gaar is.
1 kip
2 lomboks
2 rode uien
4 cm sereh
1 eetlepel citroensap
3 schijfjes djahé
10 blaadjes kemangi
2 eetlepels gehakt uiengroen
2 eetlepels bieslook
2 eetlepels kruizemuntblad
2 eetlepels venkelgroen
2 eetlepels peterselie
2 eetlepels pandanblaadjes
1 ei
Snijd de lomboks, uien en djahé heel fijn. Klop het ei en doe vervolgens alle ingrediënten in een pan met water. Laat zo de kip zachtjes gaar koken. Indien nodig, water toevoegen. Dit gerecht uit Menado wordt ter plaatse in een daarvoor bestemde bamboesoort gekookt. Voor kemangi kan basilicum gebruikt worden.
1 braadkuiken ca. 900 gram
3 eetlepels olie
1 grote ui in ringen
3 tenen knoflook fijngehakt
1 eetlepel petis
2 theelepels sambal oelek
1 stukje trassi
½ theelepel koenjit
4 dl dunne santen
1 theelepel javaanse suiker
2 eetlepels citroensap
150 gram gepelde garnalen
1 eetlepel peterselie
zout en vers gemalen peper
Verdeel de kip in 8 stukken en maak hem droog. Fruit de ui totdat hij begint te verkleuren. Voeg fijngehakte knoflook, trassi, sambal, koenjit, petis en wat zout en peper toe. Alles goed omscheppen en de stukken kip erbij doen. Laat ze heel even meebakken onder voortdurend omscheppen. Voeg dan de santen toe. Breng alles aan de kook. Zet het vuur lager en laat het 30 tot 35 min. zachtjes [187] sudderen totdat de kip gaar is. Schep de kip uit de pan. Laat de saus indampen totdat ze lichtgebonden is. Roer de suiker en het citroensap door de saus. Warm de garnalen op in de saus. Leg de stukken kip in een voorverwarmde schaal. Schenk de saus met garnalen over de kip en strooi er fijngehakte peterselie over.
500 gram kipfilets
4 bijna rijpe ramboetans
1½ eetlepel olie
1 kleine gesnipperde ui
1 teen knoflook
1 eetlepel gemberwortel
2 theelepels javaanse suiker
2 dl dikke santen
1 theelepel zout
2 theelepels Javaanse kerrie
Maak de filets droog en snij ze in blokjes van 1 cm. Breek de schillen van de ramboetans, verwijder de pit en snij het vruchtvlees in stukjes. Fruit de ui tot hij glazig ziet. Voeg de blokjes kip toe en bak ze mee tot ze verkleuren. Voeg dan de gehakte knoflook, geraspte gemberwortel en kerrie toe. Schep alles enkele malen goed om. Vervolgens de stukjes ramboetan erbij. Weer omscheppen en dan de santen, zout en suiker erbij. Nogmaals omscheppen en 5 min. heel zachtjes laten sudderen. Opdienen in een voorverwarmde schaal.
1 diepvrieskip van 1,2 kg
1 eetlepel ketoembar
½ eetlepel djinten
½ theelepel laos
2 grote uien fijngesneden
½ kopje santen zout
Laat de kip eerst ontdooien. Kook de kip met wat zout gaar en laat ze afkoelen. Snij de kip dan in kleine reepjes. Vermeng de santen met de kruiden en laat de reepjes kip ca. 30 min. hierin weken. Bak ze daarna in wat olie bruin en krokant. Geef bij witte rijst, nasi of bami.
1 kip van 1 à 1,2 kg
1 theelepel ketoembar
6 eetlepels olie
½ theelepel djinten
2 eetlepels gesnipperde uien
1 teen gesnipperde knoflook
1 stukje asem
zout
Zet de kip op in een beetje water met zout en de asem. Laat het vlees heel gaar worden. Haal het vlees van het bot en trek het met 2 vorken tot rafels. Wrijf uien, knoflook, ketoembar en djinten tot een brij. Laat hierin het vlees enkele uren marineren. Bak de rafels kip in de olie, die niet te heet mag worden, knappend. Laat ze dan uitlekken en dien zo warm mogelijk op.
Magnetron :
Leg de kip met het stukje asem naast elkaar in een ondiepe magnetronschaal en verwarmde kip afgedekt 18 a 20 min. op 70%. Neem het vlees van het bot en rafel het. Ga verder te werk zoals in het recept beschreven.
1 kip
200 gram taugé of witte kool
6 tenen knoflook
1 ui
1 theelepel ketoembar
½ theelepel koenjit
½ theelepel kentjoer
1 lombok
1 blaadje salam
? blok santen
zout
water
Meng de aan stukken gesneden kip met de kruiden, kleingesneden ui, knoflook, lombok, de taugé of kool en de santen. Kook het geheel goed gaar. [188]
1 kip
1 ui
3 lomboks
3 dl santen
aluminiumfolie
Kruiden:
4 tenen knoflook fijngehakt
1 eetlepel ketoembar
½ spriet sereh
¾ eetlepel djinten
1 theelepel kentjoer
1 theelepel zout
½ theelepel peper
1 blaadje salam
Kook de kip bijna gaar. Dan reepjes vlees eraf trekken. De kruiden worden met de santen opgekookt, waarna de gemalen lomboks en het vlees worden toegevoegd. Kook het geheel gaar tot het bijna droog is. Vervolgens vult men in vierkanten gesneden aluminiumfolie met de vulling. Dichtvouwen en vastmaken met prikkers. Opwarmen in een grill of op een houtskoolvuur.
1 kip in stukjes
½ kool
1 grote ui
santen en olie
Kruiden:
1 schijfje laos
½ spriet sereh
1 eetlepel ketoembar
¾ eetlepel djinten
¾ theelepel kentjoer
zout en peper
Maak de kruiden fijn, vermeng ze met de ui en bak ze in olie. Voeg vervolgens de stukjes kip en de fijngesneden kool toe. Dan de santen erbij en gaar laten koken. Het gerecht mag niet te droog zijn. Zonodig wat water toevoegen.
1 kip
½ lombok
5 uien
½ theelepel trassi
½ theelepel ketoembar
1 theelepel laos
1 theelepel koenjit
1 spriet sereh
1 kop santen asem
suiker en zout
De kip schoonmaken en in stukjes snijden. De kruiden, behalve de sereh, fijnstampen en in olie aanfruiten. Dan de kip, santen en de sereh erbij en alles laten koken, tot dat de kip zacht is en de olie eruit komt. Men kan dit gerecht ook van lever, vlees, garnalen of eieren maken.
500 gram kip
1 blikje bamboespruiten
1 ui
2 tenen knoflook
2 rode lomboks
½ blok santen
2 eetlepel boter
2 blaadjes salam
zout en peper
Kruiden:
2 theelepel trassi
1 theelepel asem
2 theelepel koenjit
1 theelepel ketoembar
Trek een bouillon van de kip en laat dit inkoken tot er ca. 2 dl vocht overblijft. Kook de bamboe 10 min. en snijd de spruiten dan in grove stukken. Maak ui, knoflook en lomboks fijn met de kruiden. Fruit het geheel in boter en voeg dan het mengsel toe aan de kip. Voeg salam, suiker en zout eraan toe en laat alles nog 10 min. sudderen. Tenslotte de santen en bamboe toevoegen en indien nodig wat heet water [189}
750 gram kip in stukken
4 rode uien
2 witte uien
4 cm sereh
6 dl water
½ blok santen
citroensap
zout
Kruiden:
3 schijfjes laos
½ theelepel ketoembar
½ theelepel djinten
½ theelepel trassi
2 kemirienoten
1 schijfje djahé
1 theelepel koenjit
½ lombok
Maak alle kruiden fijn en kook ze met de stukken kip en santen in het water tot de kip gaar is. Voeg zonodig water toe.
500 gram ontbeende kip
¼ blok santen
2 uien
4 cm sereh
2 blaadjes djeroek poeroet
½ liter water
2 eetlepels olie
Kruiden:
1 theelepel koenjit
2 schijfjes laos
½ rode lombok
3 kemirienoten
½ theelepel trassi
zout
Stamp de kruiden en de uien fijn en vermeng ze met elkaar. Fruit ze in olie en blus dan het mengsel met een gedeelte van het water. Voeg hieraan de stukken kip met de djeroek poeroet en de sereh. Kook dit tot de kip gaar is en voeg dan de santen en indien nodig nog wat water toe.
1 kip van 1 à 1,2 kg
⅙ blok santen
½ liter water
Kruiden:
5 eetlepels gesnipperde uien
2 tenen gesnipperde knoflook
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel trassi
1 theelepel laos
3 eetlepels asemwater
1 theelepel koenjit
1 salamblaadje
1 djeroek poeroetblaadje
zout
Snijd de kip in grove stukken. Wrijf de uien fijn met knoflook, sambal, trassi, laos, en koenjit. Zet de kip op met water en zout. Voeg na 10 min. de gewreven kruiden toe, de santen en de blaadjes. Laat de kip koken tot ze gaar is. Voeg asemwater toe en stoof nog enkele minuten door.
Magnetron :
Het water vervangen door 3 dl kippenbouillon. Leg het gewreven kruidenmengsel in een magnetronschaal van 2 liter. Leg de stukken kip (zonder zout) erop, giet er de bouillon over en voeg santen, blaadjes en asem toe. Verwarm alles afgedekt 20 a 22 min. op 70%.
1 kip van 1 à 1,2 kg
2 theelepels sambal oelek
1 theelepel trassi
1½ theelepel laos
1 theelepel djahé
1 theelepel koenjit
½ theelepel kentjoer
stuk asem (grootte als een walnoot) en
zout [190]
Maak van de asem een papje door het met 2 eetlepels water te kneden. Wrijf dit door een zeef en vermeng het vocht met de sambal, trassi, laos, djahé, koenjit, kentjoer en zout. Smeer de kip zowel aan de buiten als aan de binnenkant goed in met dit mengsel en laat de kruiden minstens een uur intrekken. Pak de kip daarna in aluminiumfolie en maak hem gaar in een hete oven (300°C) of stoom hem in de rijststomer.
Magnetron :
Wrijf de kip in met het asemmengsel en leg hem in een magnetronschaal van tenminste 2 liter. Maak de kip afgedekt in 20 à 22 min.op 70% gaar.
1 kip
25 gram djamoer koeping
25 gram sedep malam
200 gram wortelen
100 gram diepvries doperwten
100 gram peultjes
200 gram spitskool
2 eieren
1 ui
1 prei
2 eetlepels ketjap manis
peper en suiker
boter en paneermeel
aardappelpuree
Kook de kip gaar, haal haar uit de pan en bewaar de bouillon. Ontdoe de kip van de beentjes en snijd het vlees in stukjes. De djamoer koeping en sedep malam een half uur in ruim water koken. Daarna goed uit laten lekken en de kip toevoegen. Kook de wortels gaar. Kook de eieren hard en halveer ze. Snijd de spitskool fijn. Breng de bouillon weer aan de kook en doe er de kip, djamoer koeping, sedep malam en de groenten in. Fruit de gesnipperde ui en de fijngesneden prei in boter en roer ook dit mengsel door de bouillon. Vervolgens doet men ook peper, zout, ketjap en suiker erbij en laat het geheel nog 3 min. sudderen. De massa mag niet te droog worden. Beboter een vuurvaste schaal en doe het kip-groentemengsel hierin. Leg de vier halve eieren erop en bedek de massa meteen laag aardappelpuree. Strooi hierover paneermeel en leg hier en daar wat klontjes boter. Zet de schotel in een voorverwarmde oven en bak het geheel in 20min. gaar. Deze jachtschotel warm serveren.
1 kippenpoot per persoon
3 eetlepels citroensap
2 eetlepels ketjap manis
½ theelepel paprikapoeder
½ theelepel ketoembar
½ theelepel laos
½ theelepel koenjit
2 tenen knoflook fijngehakt
Voor de paprikapoeder kan men ook sambal badjak gebruiken. Vermeng de pootjes met alle ingrediënten goed door elkaar en laat alles 2 uur intrekken. Bak ze dan in hete olie knappend bruin. Serveer bij witte rijst, nasi of bami. Ook lekker uit het vuistje.
8 kippenpoten
1 kopje ketjap manis
1 eetlepel sambal oelek
3 eetlepels suiker
wat zout
Breng water aan de kook met de ketjap, sambal en suiker. Doe dan de kippenpoten erbij. De poten moeten net onder staan. Weer aan de kook brengen en daarna op een klein vuur gaar laten worden. De poten zijn het lekkerste als ze een dag van te voren klaargemaakt zijn. Aan te bevelen op een feestje of bij de borrel.
12 kippenpoten
4 eetlepels uienpoeder
1 theelepel knoflookpoeder
2 theelepels sambal oelek
2 eetlepels ketjap manis
1 eetlepel ketjap asin
2 eetlepels citroensap
zout en peper
Vermeng de beide soorten ketjap en voeg het citroensap, uien en knoflookpoeder [191] en sambal toe. Doe er wat zout en peper bij. Roer alles goed om en smeer de kippenpoten daarmee in. Laat ze een uurtje staan. Rooster ze dan op de barbecue goudbruin gaar.
6 kippenpootjes
1 ei
4 eetlepels maïzena
1 ui
1 rode paprika
1 blikje maïs
peper en zout
olie
Kruiden:
4 dl kippenbouillon
3 eetlepels azijn
4 eetlepels javaanse suiker
1 eetlepel maïzena
1 eetlepel ketjap manis
Klop het ei met 1 theelepel water en vermeng de maïzena met zout en peper. Wentel de pootjes in ei en vervolgens in maïzena en zet de pootjes dan koel weg. Snijd ui en paprika in grove stukken en blancheer ze 5 min. Laat ze goed uitlekken. Meng de azijn, Javaanse suiker, maïzena en ketjap door de bouillon en laat deze saus al roerend aan de kook komen en 5 min. zachtjes laten doorkoken. Bak de kippenpootjes goudbruin in olie en laat ze goed uitlekken. Doe vervolgens de groenten bij de saus en tenslotte de kippenpootjes. Wanneer alles goed heet is, kan het gerecht geserveerd worden.
4 dikke plakken kipfilet
3 eetlepels olie
250 gram taugé
1 theelepel ketoembar
½ theelepel djahé
½ theelepel knoflookpoeder
2 eetlepels ketjap manis
2 eetlepels sesamzaad
De oven voorverwarmen op 225 graden of stand 5. 4 grote vellen aluminiumfolie invetten met 1 eetlepel olie. taugé wassen en uit laten lekken, 2 eetlepels olie met ketoembar, djahé en knoflookpoeder tot een sausje roeren en de voor gebraden plakken kipfilet daarmee bestrijken. taugé over de folie verdelen en ketjap erover druppelen. Kipfilet op de taugé leggen en bestrooien met sesamzaad. De folie dichtvouwen tot pakketjes en 10 min. in de hete oven leggen. Lekker bij nasi of bami.
1 kip à 1,2 kg
100 gram mager gehakt
½ liter bouillon
1 ui fijngesneden
100 gram champignons in vieren
1 eetlepel citroensap
1 eetlepel bloem
1 theelepel nootmuskaat
zout en peper
De kip gaar koken, het vlees in blokjes snijden en de bouillon bewaren. Maak van het gehakt balletjes en kook die met de kip mee. Maak dan van wat margarine, bloem en bouillon een saus en doe dit bij de van tevoren gefruite uien. Maak dan af met de kruiden. Doe er dan de kipstukjes, gehaktballetjes en als laatste de stukjes champignons bij. Laat alles op een klein vuur nog ca. 20 min. sudderen.
400 gram kip- of kalkoenfilet
2 gesnipperde uien
1 teen knoflook fijngehakt
2 eetlepels kerrie
30 gram boter
100 gram rozijnen
1 banaan in schijfjes
1 dl kippenbouillon
2 appelen in blokjes
4 bolletjes gember fijngehakt
2 eetlepels gembersap
4 schijven ananas in stukjes
1 dl ananassap
1 eetlepel ketjap manis
zout en peper [192]
Snij de filets in stukjes en bestrooi ze met zout en peper. Verhit de boter in een pan een bak de stukjes filet aan alle kanten mooi bruin. Voeg dan de gesnipperde uien, knoflook en kerrie toe en fruit dit tezamen met de stukjes filet. Voeg daarna alle overige ingrediënten toe en laat dit ongeveer 10 min. mee sudderen.
500 gram gare kip in stukken
1 ui
3 tenen knoflook
2 dl santen
Kruiden:
5 kemirinoten
1 theelepel trassi
1 theelepel zout
½ theelepel kentjoer
1 spriet sereh citroensap
Maak de kemiries met ui en knoflook heel fijn. Doe de overige kruiden erbij en roer de santen erdoor. Verwarm dit op een zacht vuur, terwijl men goed blijft roeren. Doe de kip in een schaal en giet er de saus overheen.
400 gram kipfilet
1 rode lombok, gehalveerd pitloos
1 teen knoflook
1 djeroek lemon of 1 eetlepel limoen
1 stukje trassi
1 theelepel suiker
3 eetlepels olie
Kip in liter water met zout in 15 min. zachtjes gaar koken. Kip uit de pan nemen en 1 dl bouillon bewaren. Kip iets af laten koelen en dan in reepjes snijden en reepjes in rafels trekken. Lombok in kleine stukjes snijden. Dan in een mengbeker doen: lombok, knoflook, trassi, suiker en alles fijnmalen. Kruidenmengsel en djeroek lemon of 1 eetlepel limoensap door kippenvlees mengen. Op smaak brengen met zout. Olie verhitten en kip 5 min. zachtjes bakken. 1 dl bouillon toevoegen en nog 1 min. verwarmen. In een schaal overdoen.
1 kip of eend in stukken
1 gesnipperde ui
1 blad laurier
1 pijpje kaneel
4 kruidnagels
½ theelepel nootmuskaat
2 glazen rode wijn
peper en zout
Kip of eend kruiden met peper en zout en daarna in de boter braden tot het vocht wat uit het gevogelte trekt. Dan de ui mee braden tot hij lichtbruin is. Afblussen met een kopje water. Dan de laurier, kaneel, kruidnagels en nootmuskaat toevoegen met als laatste de wijn erbij. Laten sudderen tot het vlees gaar is.
1 kip in stukken
3 gesnipperde tenen knoflook
1 theelepel trassi
½ eetlepel sambal oelek
2 eetlepels asem
1 eetlepel ketjap manis
1 theelepel suiker
zout
Asem en zout mengen en hiermee de stukken kip inwrijven. Kip tenminste 1 uur laten staan op een koele plaats. De kip dan in ruim olie bakken. Dan de knoflook, trassi en sambal toevoegen en meebakken. Als de kip bijna gaar is, de ketjap en suiker erbij doen en even mee laten pruttelen tot de kip gaar is
2 fijngesnipperde uien
3 tenen fijngehakte knoflook [193]
1 theelepel ketoembar
5 geraspte kemirienoten
½ theelepel koenjit
1 theelepel trassi
1 bouillonblokje of zout
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel laos
1 spriet sereh (10 cm)
2 blaadjes djeroek poeroet
1 theelepel suiker
4 sperziebonen
2 aardappels
¼ spitskool
¼ pak so-oen (laksa)
½ soepkip
1½ liter water
Boontjes in stukjes van 3 cm snijden. Fruit de gesnipperde ui, knoflook, ketoembar, kemirie, koenjit en trassi in hete olie. Kip met het gefruite mengsel in water gaar koken. Ook kan de kip eerst mee gefruit worden. Aardappel in blokjes snijden en bakken in de olie. Als de kip gaar is, uit de pan halen en de boontjes in de bouillon doen. Spitskool in grove stukken snijden. Als de boontjes halfgaar zijn de aardappel en spitskool toevoegen. De so-oen (laksa) wellen in heet water, dan in stukken snijden en in de saus doen. De kip weer in de saus doen, eventueel in stukjes zonder bot. Het geheel heet opdienen. Hierbij hoort frikadel, gebakken kip en kroepoek.
4 kippenbouten
2 eetlepels olie
1 grote ui in schijven
1 eetlepel kerrie
2 tenen knoflook
½ liter kippenbouillon
3 eetlepels mangochutney
1 blikje abrikozen (240 gram)
1 blikje ananas in blokjes
1 banaan in plakjes
citroensap
maïzena
Verhit de olie en laat daarin op een klein vuur de ui en uitgeperste knoflook smoren tot ze glazig zijn. Strooi de kerrie erbij en laat deze 2 tot 3 min. meebakken. Wrijf de kippenbouten in met zout en leg ze erbij. Laat ze zacht aanbakken tot ze lichtbruin zijn. Schenk de kippenbouillon in de pan, schep de chutney erbij en laat dit, met deksel op de pan, 30 min. zachtjes sudderen tot de kip gaar is. Leg tussendoor de kippenbouten eens om. Laat de abrikozen en ananas uitlekken, snijd de abrikozen nog eens doormidden en voeg beide toe met de banaanplakjes. Laat alles zacht doorwarmen, bind desgewenst licht met maïzena en breng zorgvuldig op smaak met citroensap. Lekker met (zilvervlies)rijst.
12 kemirienoten
1 fijngesneden ui
5 fijngehakte tenen knoflook
4 fijngesneden lomboks
½ eetlepel yankeekruid
boter en zout
1 jonge kip in stukken
melk
Wrijf kemirie met knoflook en ui zeer fijn en braad dit met de lombok en het yankeekruid even in de boter aan. Voeg de stukken kip toe aan het kruidenmengsel en doe er zoveel melk bij dat de kip onderligt. Een beetje zout erbij en de kip langzaam laten koken tot de kip gaar en het vocht merendeels verdampt is.
1 kg stukken kippeborst
⅙ blok santen
2 eetlepels olie
stukjes aluminiumfolie van 12x16 cm
1 dl water
Kruiden:
5 eetlepels gesnipperde uien
8 kemiries
2 theelepels laos
1 theelepel ketoembar
½ theelepel kentjoer
4 salamblaadjes
Snijd het vlees van de botten, hak het fijn of draai het 1 maal door de vleesmolen. Wrijf uien, kemiries, laos, ketoembar, kentjoer en wat zout tot een brij. Fruit deze brij in de olie tot de uien geel zijn. Voeg [194] er het water aan toe en de santen en dan het kippengehakt. Kook dit in tot het dik begint te worden, verdeel het over de stukken aluminiumfolie. Leg in ieder pakjes salamblaadje, vouw de pakjes dicht en stoom ze ca. 20 min. in de stoompan.
Magnetron :
Verwarm de olie in een magnetronschaal van 1 liter 1 à 2 min. op 100%. Schep het fijngewreven kruidenmengsel erdoor en verwarm alles onafgedekt 3 à 4 min. op 100%. Voeg er het water, geraspte santen en de kip aan toe en verwarm alles onafgedekt in 5 à 6 min. op 70%. Verdeel het kipmengsel over stukken bakpapier, maak de pakjes dicht en verwarm ze 10 à 12 min. op 70%.
750 gram borststukken van kip
2 grote gekookte aardappelen
1 ei
paneermeel
olie
3 eetlepels gesnipperde uien
1 gesnipperd teen knoflook
1 eetlepel gehakte selderie
peper en zout
nootmuskaat
Snijd het vlees van de botten, draai het 2 maal door de vleesmolen en draai er daarna de aardappelen doorheen. Vermeng de aardappelen met kippenvlees, uien, knoflook, peper, zout en nootmuskaat. Vorm er balletjes van. Klop het ei los met 1 eetlepel water. Haal de balletjes door paneermeel, vervolgens door het geklopte ei en daarna opnieuw door het paneermeel. Bak de balletjes op in de frituurpan in hete olie.
Maak kippengehakt als in vorig recept staat aangegeven. Meng er enkele lepels bouillon doorheen zodat de massa slapper wordt. Doe het gehakt over in een vuurvaste schaal, bestrooi het met paneermeel en leg er enkele klontjes boter op. Bak het in de oven gaar.
Magnetron :
Laat de boter en paneermeel weg. Doe het gehakt in een ondiepe magnetronschaal en verwarm het onafgedekt 12 à 15 min. op 50%.
Bebek semur
1 eend in stukken
2 grote uien fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
3 blaadjes salam
4 kemiries fijngestampt
2 theelepels ketoembar
1 stukje trassi
2 eetlepels ketjap manis
1 eetlepel citroensap
1 kopje santen
Kook de eend in niet teveel water met wat zout halfgaar. Uit laten lekken en de bouillon bewaren. Fruit in 4 eetlepels olie de trassi, knoflook en de uien. Als de uien bruin zijn, dan de stukjes eend erbij. Zet het vuur laag en doe de rest van de ingrediënten erbij. Ook nog een kopje bouillon. Laat alles zachtjes doorkoken tot de saus is gebonden.
1 eend in kleine stukjes
1 grote ui fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
1 eetlepel ketjap asin
½ theelepel kaneel
4 kruidnagels
½ theelepel nootmuskaat
½ theelepel peper
1 eetlepel bloem
margarine
Fruit in wat margarine de knoflook en de ui, braad dan de stukken eend mee tot ze knappend bruin zijn. Voeg de rest (behalve de bloem) van de ingrediënten erbij (volgorde: knoflook, ui, peper, kaneel, kruidnagel en nootmuskaat). Smoor ca. 1 uur op een matig vuur. Niet laten droog koken. Als laatste [195] de aangelengde bloem met water bijvoegen. Men kan ook nog halfgare stukjes aardappel de laatste 10 min. erbij doen. 1 Grote aardappel is genoeg. Serveer bij witte rijst met een groentegerecht.
1 eend met nieren en hart
2 blaadjes salam
1 blaadje djeroek poeroet
½ blok santen
½ liter water
Voor het vulsel:
1 kg tjerimee (kruisbessen)
1 gesnipperde ui
5 kemirienoten
3 tenen knoflook fijngehakt
1 eetlepel sambal oelek
1 eetlepel ketoembar
½ eetlepel djinten
½ theelepel laos
1 theelepel trassi
zout
Maak de ingrediënten voor het vulsel fijn en vermeng ze goed met de fijngehakte niertjes en hart. Vul de eend hiermee en naai de eend dicht. Kook hem in water met zout en een klein gedeelte van de santen. Voeg daarna de rest van de santen, djeroek poeroet en salam toe en kook het geheel gaar. Haal dan de eend uit het vocht en braad hem bruin in boter. Blus de eend met het kookvocht.
1 eend
50 gram boter
2 uien in ringen
2 tenen knoflook fijngehakt
2 fijngemalen groene lomboks
1 spriet sereh
3 blaadjes djeroek poeroet
1½ dl heet water
2 eetlepels citroensap
2 eetlepels olie
Kruiden:
20 kemirienoten
4 schijfjes djahé
2 cm laos in schijfjes
1 theelepel koenjit
1 theelepel witte peperkorrels
zout
Grill of bak de eend goudbruin. Verdeel hem in kleine stukken. Fruit de uien en knoflook in de olie. Doe er de gemalen lombok bij terwijl men goed roert. Voeg vervolgens de fijngemaakte kruiden hieraan toe en bak het geheel ca. 5 min. Dan voegt men ook de stukken eend aan dit mengsel toe, evenals sereh, zout en djeroek poeroet. Giet het hete water en het citroensap erbij en laat nu de eend gaar stomen. Het gerecht mag niet teveel saus bevatten.
1 eend van ca. 1 kg
6 eetlepels olie of boter
3 dl water
Kruiden:
2 gesnipperde uien
5 tenen knoflook fijngehakt
2 theelepel sambal oelek
1 theelepel trassi
2 theelepels laos
1 theelepel koenjit
8 geraspte kemirienoten
3 eetlepels ketjap manis
2 sprieten sereh
2 blaadjes salam
2 blaadjes djeroek poeroet
zout
Snijd de eend in stukken, wrijf hem in met zout en bak hem in olie of boter halfgaar. Maak uien, knoflook, sambal, trassi, koenjit, laos en kemiries fijn en voeg dit mengsel toe aan de eend. Voeg nu het water toe met de salam en djeroek poeroet en de ketjap. Stoof de eend op een niet te hoog vuur gaar.
Magnetron:[196] Verwarm de olie in een ondiepe magnetronschaal onafgedekt 3 à 4 min. op 100%. Schep de fijngewreven kruiden erdoor en fruit ze onafgedekt 3 à 4 min. op 100%. Leg de stukken eend erop, voeg water, blaadjes en ketjap toe en maak alles afgedekt in 20 à 22 min. op 70% gaar.
1 eend van ca. 1 kg
6 eetlepels olie
3 dl water
¼ blok santen
Kruiden:
5 eetlepels gesnipperde uien
5 tenen knoflook fijngehakt
2 theelepel sambal oelek
1 theelepel trassi1 theelepel laos
1 mespunt kentjoer
6 geraspte kemirienoten
3 djeroek poeroetblaadjes
zout
2 blaadjes salam
Snijd de eend in stukken, wrijf hem in met zout en bak hem in olie of boter halfgaar. Maak uien, knoflook, sambal, trassi, kentjoer, laos en kemiries fijn en voeg dit mengsel toe aan de halfgare eend. Bak het geheel tot de uien geel beginnen te worden. Voeg nu het water toe met de salam en djeroek poeroet en de santen vlak voordat de eend gaar is. Stoof de eend op een niet te hoog vuur gaar. Af en
toe roeren.
Magnetron:
Verwarm de olie in een ondiepe magnetronschaal onafgedekt 3 à 4 min. op 100%. Schep de fijngewreven kruiden erdoor en fruit ze onafgedekt 3 à 4 min. op 100%. Leg de stukken eend erop, voeg water,blaadjes en geraspte santen toe en maak alles afgedekt in 20 à 22 min. op 70% gaar.
1 eend van ca. 1 à 1,2 kg
8 eetlepels olie
3 eetlepels gesnipperde uien
6 kruidnagels
3 cm pijpkaneel
10 zwarte peperkorrels
2 eetlepels ketjap manis
2 eetlepels azijn
1 dl rode wijn
zout en nootmuskaat
Snijd de eend in stukken en wrijf die in met zout en nootmuskaat. Bak de stukken in hete olie aan alle kanten bruin. Voeg de uien toe en bak die mee tot ze geel zijn. Doe er een scheut water bij, de wijn, peperkorrels, kaneel en kruidnagels. Stoof de eend tot hij bijna gaar is. Doe er dan de ketjap bij, de azijn en stoof de stukken eend nog
even door.
Magnetron:
Verwarm de olie in een ondiepe magnetronschaal onafgedekt 3 à 4 min. op 100%. Schep de uien erdoor en fruit ze onafgedekt 2 à 3 min. op 100%. Voeg het water, de wijn, peperkorrels, kaneel en kruidnagels toe. Leg de stukken eend erop. Verwarm alles afgedekt in 20 a 22 min. op 70% gaar. Roer er de ketjap en azijn door en laat de eend 5 min. afgedekt staan.
Foe Yong Hai
3 à 4 geklutste eieren
250 gram gehakt (hoh)
1 ui fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
2 theelepels djahé
1 stukje trassi
wat fijngesneden prei
wat fijngesneden selderie
djinten
zout en peper
Maak van het ei niet al te grote omeletten en leg ze op een platte schaal. Fruit in wat olie de ui, knoflook, prei en selderie. Doe er dan het gehakt bij en maak af met de kruiden. Roer af en toe door totdat het gehakt goed bruin is. Vul de omeletten met het gehakt en vouw de omeletten dicht. [197]
4 eieren losgeklopt
1 grote ui fijngesneden
1 stukje trassi
2 eetlepels droge kokos
zout
Vermeng de geklopte eieren met de ui, trassi, wat zout en de kokos. Bak er een omelet van (aan een kant bakken). Omelet oprollen en in reepjes snijden of gewoon in stukken.
4 losgeklopte eieren
1 eetlepel prei fijngesneden
1 ui fijngesneden
1 theelepel bruine basterdsuiker
1 mespuntje djinten
zout en peper
Meng het geklopte ei met alle ingredienten en bak er aan een kant een omelet van. Verdeel in parten.
4 eieren
2 eetlepels melk
1 eetlepel olie
100 gram gepelde garnalen
1 eetlepel fijngehakte peterselie
zout en peper
nootmuskaat
Klop de eieren in een kom los met de melk en wat zout, peper en nootmuskaat. Verhit de olie in een koekepan. Schenk het eiermengsel in de pan en laat dit bij een matig vuur enigszins stollen. Strooi de garnalen en peterselie over de halfgebakken omelet en bak de omelet verder tot hij gaar is.
4 losgeklopte eieren
100 gram garnalen of ham
wat selderie fijngesneden
peper, zout en ve-tsin
Vermeng de eieren met de ingredienten en bak er een omelet van aan beide zijden. Snij in stukken. Serveer bij witte rijst, nasi of bami.
4 à 5 eieren
50 gram gepelde garnalen
5 stengels selderie
1 stukje prei fijngesneden
champignons in stukjes
½ paprika in stukjes
1 ui fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
1 theelepel ketjap manis
zout en peper
Klop de eieren met zout, peper een ketjap luchtig op. Fruit de ui en knoflook goudbruin en voeg daarna de garnalen en groenten toe. Toevoegen van de groenten in deze volgorde: gesneden selderie, champignons, prei, paprika, ui en knoflook. Laat dit ca. 2 min. meefruiten. Schep alles uit de pan en laat het uitlekken en afkoelen. Meng het dan met het geklutste ei en bak er een dikke omelet van. Snij zoveel omeletstukken als er personen zijn.
6 geklutste eieren
1 grote ui fijngesneden
1 rode lombok fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
Kluts de eieren met wat peper en zout. Fruit in wat olie de ui, knoflook en lombok en laat dit dan uitlekken. Bak nu een omelet en strooi de gefruite ui en lombok er overheen. De omelet moet goed gaar zijn voordat hij omgedraaid en dichtgevouwen wordt.
[198] 5 à 6 eieren
1 stukje trassi
1 theelepel citroensap
1 grote ui fijngesneden
zout en peper
sambal oelek
Kluts de eieren met alle ingredienten en bak het geheel tot roerei. Geef bij witte rijst, nasi of bami. Ook lekker op brood.
3 à 4 eieren
175 gram vlees
2 kemiries
1 theelepel koenjit
1 theelepel laos
1 theelepel trassi
6 kleine uien fijngesneden
½ theelepel ketoembar
1 eetlepel meel
1 kopje santen
1 eetlepel olie
asem en zout
Het vlees fijnmalen en de kruiden fijnstampen. De kruiden bij elkaar houden. Fruit daarna de kruiden in wat olie. Voeg hierbij het gemalen vlees, de santen, het aangelengde meel en laat dit vulsel droog worden. Van de eieren maakt men een omelet en rolt ze op met het vulsel in het midden.
2 krabben
4 eieren
peper en zout naar smaak
De krabben worden eerst gekookt, daarna het vlees uit de schaaltjes halen. Van de eieren maakt men een brede omelet. Als deze halfgaar is, doet men het krab-vlees in het midden en rolt de omelet op. Hetzelfde kan men bereiden van ham, garnalen of groenten.
5 eieren
5 eetlepels klapper
1 middelgrote ui
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel javaanse suiker
4 eetlepels olie
4 ontvelde tomaten
1 geschilde komkommer
zout
verse peper
Besprenkel de kokos met 4 eetlepels lauwwarm water. Schep dit enkele malen om. Laat het 5 min. staan. Meng intussen de fijngesnipperde ui met de sambal en schep dit door de kokos. Roer de eieren los in een kom, voeg zout, peper, suiker en het kokosmengsel toe. Klop alles flink op met een garde. Laat het 15 min. staan en klop het dan weer op. Bak de helft van het eimengsel in de pan boven een matig vuur totdat de bovenkant gestold is Zet het vuur uit en laat de omelet nog 1 min. staan. Laat de omelet op een voorverwarmde schaal glijden en sla hem dubbel. Bak de tweede omelet op dezelfde manier. Garneren met plakken tomaat en komkommer die beurtelings dakpansgewijs tussen de omeletten worden gelegd.
5 eieren
1 theelepel javaanse suiker
1 grote gesnipperde ui
1 theelepel sambal oelek
2 eetlepels bieslook
4 eetlepels olie
2 ontvelde tomaten
komkommer
zout
verse peper
Roer de eieren los en voeg 3 eetlepels water, wat zout, suiker en peper toe. Klop het mengsel vlak voor het gebruik even luchtig op. Meng in een kom de ui met sambal en fijngesneden bieslook. Doe de helft van het eimengsel in de pan en strooi de helft van het uimengsel er zo gelijkmatig overheen. Zet het vuur lager. Leg de deksel op de pan totdat de bovenkant van de omelet gestold is. Keer met behulp van het deksel, de omelet om. Zet het vuur uit en laat de omelet nog 1 min. in de pan. Rol de [199] omelet op en snij hem schuin in repen van 5 cm. Bak de tweede omelet op dezelfde manier. Garneer de schaal met omelet met bloemen van tomaten en waaiers van stukken komkommer. Als saus voor de omelet: 2 eetlepels chinese chilisaus met 1 eetlepel ketjap vermengd.
Magnetron:
Verwarmde olie in een glazen deksel (24 cm -) onafdekt 1 a 2 min. op 100%. Giet het eimengsel erin en laat het onafgedekt 6 a 8 min. op 70% gaar worden. Schep het mengsel halverwege de bereidingstijd om. Volg verder het recept.
4 eieren
500 gram mager rundergehakt
1 fijngesnipperde ui
1 teen knoflook uitgeperst
1 theelepel javaanse suiker
½ theelepel nootmuskaat
½ theelepel ketoembar
1 gesplitst ei
4 eetlepels paneermeel
2 ontvelde tomaten
waaiers van augurk
2 dl olie
zout
verse peper
Verhit frituurolie totdat net geen blauwe damp eraf komt. Pel de gekookte eieren. Maak het gehakt aan met ui, knoflook, zout, peper, nootmuskaat en ketoembar. Laat dit 10 min. staan. Voeg 2 eetlepels water toe aan de eierdooier en meng hier doorheen de paneermeel. Kneed dit door het gehakt. Verdeel het gehakt in 4 porties. Bekleed elk ei met een gehaktlaag. Roer het eiwit los maar niet te schuimig. Wentel de beklede eieren door het eiwit en bak ze in de olie goudbruin en knapperig. Na het bakken, laten uitlekken op keukenpapier. Halveer de eieren en leg ze met de bolle kant op een voorverwarmde schaal. Garneer met plakken tomaat en waaiers van augurk.
6 eetlepels olie
100 gram dunne sperziebonen
100 gram jonge worteltjes
200 gram broccoli
200 gram bleekselderij
2 kleine uien
2 tenen knoflook fijngehakt
1 theelepel sambal oelek
2 dl dikke santen
1 eetlepel citroensap
8 eieren
4 eetlepels seroendeng
zout
vers gemalen peper
Snij sperziebonen in stukjes van 2 cm, worteltjes in plakjes, broccoli in roosjes en stengel delen in plakjes, uien in partjes waarvan rokjes verwijderd moeten worden. Verhit de helft van de olie en roerbak de uien, knoflook en groenten in 3 min. Voeg wat zout, peper en sambal toe. Schep alles goed om en doe 1 dl kokend water (bouillon) erbij. Laat alles flink koken en voeg na 3 min. de santen en citroensap toe. Alles goed omscheppen en nog 2 tot 3 min.zachtjes doorkoken. Gebruik de rest van de olie om 8 spiegeleieren te bakken. Verdeel de groenten over 4 voorverwarmde borden en strooi er seroendeng over. Leg de spiegeleieren hierop.
4 eieren
1 eetlepel boter
1 eetlepel gesnipperde ui
1 theelepel sambal oelek
2 eetlepels ketjap manis
citroensap
Bak de eieren op de gewone manier. Doe ze op een schotel. Voeg aan het restant boter in de pan de ui en sambal toe. Laat dit even doorbakken en maak het mengsel af met de ketjap. Giet dit sausje over de eieren. Eventueel afmaken met wat citroensap.
Magnetron:
Breek een ei op een bordje, prik de dooier goed in enverwarm het onafgedekt 1 à 1 min. op 70%. Maak de overige ook zo gaar. Verwarm voor de saus 1 eetlepel boter in een glazen litermaat onafgedekt 1 min. op 100%. Schep ui en sambal erdoor en fruit deze onafgedekt 1 min. op 100%. Roer er de ketjap en citroensap door.
[200] 4 eieren
1 preitje fijngesneden
2 theelepels tomatenpuree
2 eetlepels boter
1 dl bouillon
Kruiden:
1 eetlepel gesnipperde ui
1 teen gesnipperde knoflook
1 eetlepel ketjap manis
zout, peper en nootmuskaat
Maak spiegeleieren en bak ze aan beide kanten. Bak in het restant van de boter de uien en de knoflook en vervolgens de prei en tomatenpuree of een in stukken gesneden tomaat. Voeg er de bouillon en ketjap aan toe en maak de saus af met nootmuskaat, zout en peper. Stoof de eieren hierin even op.
Magnetron:
Breek een ei op een bordje, prik de dooier goed in en verwarm het onafgedekt 1 à 1 min.op 70%. Maak de overige ook zo gaar. Verwarm de boter in een ondiepe schaal 1 à 2 min. op 100%. Schep ui, knoflook, prei, tomaat of tomatenpuree erdoor en smoor de groenten onafgedekt 3 à 4 min. op 100%. Schenk de bouillon en de ketjap erbij, leg de eieren erin en verwarm alles onafgedekt 4 à 5 min. op 70%.
8 hardgekookte eieren
2 gesnipperde uien
2 tenen knoflook
2 theelepels sambal oelek
6 eetlepels tomatenpuree
1 theelepel javaanse suiker
3 eetlepels olie
2 gesnipperde voorjaarsuitjes
zout
Pel de eieren. Wrijf uien samen met uitgeperste knoflook, sambal, tomatenpuree, wat zout en suiker tot een vrij gladde pasta. Bak de pasta 2 min. onder voortdurend omscheppen en doorroeren. Voeg dan de eieren toe en laat ze 1 min. meebakken. Schenk 3 dl kokend water erbij en schep alles goed om. Laat het dan 2 min. zachtjes pruttelen. Neem de eieren uit de saus en halveer ze. Schep de helft van de saus in een voorverwarmde ondiepe schaal en leg de eieren met de bolle kant naar boven, erin. Schenk daarna de rest van de saus over de eieren. Dien het zo warm mogelijk op. Strooi er voorjaarsuitjes overheen.
Magnetron:
Kook de eieren. Verwarm de olie in een magnetronschaal van 1 liter onafgedekt 1 min. op 100%. Schep de kruidenbrij erdoor en fruit het onafgedekt 2 à 3 min. op 100%. Doe het water erbij en verwarm alles onafgedekt 3 à 4 min. op 100%. Leg de gehalveerde eieren erin en verwarm alles onafgedekt 1 à 2 min. op 70%.
1 ei per persoon
1 teen knoflook fijngehakt
1 stukje trassi
2 uien fijngesneden
1 theelepel serehpoeder
1 eetlepel ketjap manis
1 kopje water
zout en peper
Kook de eieren hard en pel ze. Druk ze voorzichtig iets plat en bak ze in de olie iets bruin. Laat ze uitlekken. Fruit dan in dezelfde olie de ui, knoflook, trassi en wat sambal. Voeg daarna de ketjap, sereh, zout en water toe. Leg de eieren erbij en laat op een klein vuur alles doorsudderen tot het vocht verdampt is.
4 hardgekookte eieren
2 grote uien fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
1 stukje trassi
1 theelepel sambal oelek
½ theelepel djahé [201]
1 kopje melk
1 kopje water
zout en peper
nootmuskaat
Fruit in wat olie de uien, knoflook, trassi, de djahé en wat sambal. Dan de melk, het water en de gepelde eieren erbij. Zet het vuur klein en kruid af. Het vocht moet zo goed als verdampt zijn. De eieren kunnen ook gehalveerd worden.
4 hardgekookte eieren
2 grote uien fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
1 stukje trassi
1 eetlepel ketjap manis
1 theelepel sambal oelek
1 blaadje salam
1 eetlepel azijn
1 kopje water
Bak de gepelde eieren even wat aan in olie en laat ze uitlekken. Fruit in dezelfde olie de uien, knoflook, wat sambal en de trassi. Dan de azijn, water, ketjap en wat zout toevoegen. Zet het vuur laag en doe de eieren erbij. Doorlaten sudderen totdat het vocht nagenoeg verdampt is. De eieren kunnen natuurlijk weer gehalveerd worden.
4 hardgekookte eieren
1 grote ui fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
½ blikje ananas blokjes
1 eetlepel azijn
1 eetlepel maïzena
1 eetlepel ketjap manis
½ theelepel djahé
4 kleine tomaten gepeld
zout en peper
Fruit in wat olie de ui en de knoflook. Bind ondertussen vast de maïzena met het sap van de ananas en de azijn. Zet het vuur laag en doe dit bij de uien. Als laatste de ketjap, djahé, stukjes tomaat, de ananas en wat zout erbij. Laat alles ca. 10 min. doorsudderen. Giet dan de saus over de eieren.
6 hardgekookte eieren
250 gram gehakt (h.o.h.)
1 grote ui fijngesneden
1 handjevol selderie fijngesneden
1 theelepel djinten
1 stukje trassi
1 teen knoflook fijngehakt
Snij de eieren overlangs doormidden en verwijder het eigeel (apart leggen). Fruit in wat olie de trassi, knoflook en ui. Doe dan het gehakt en de selderie erbij. Laat het gehakt goed bruin worden onder toevoeging van de kruiden. Haal alles van het vuur en laat het afkoelen. Meng nu het eigeel er doorheen. Vul de halve eieren met het mengsel.
6 geklutste eieren
1 potje sambal oedang
margarine
zout en peper
Bak in een koekepan niet te grote omeletten. Smeer ze aan een kant in met sambal oedang. Vouw ze dicht en bak ze nog even aan.
6 hardgekookte eieren
1 grote ui fijngesneden
1 eetlepel javaanse kerrie
½ liter bouillon
1 eetlepel maïzena
1 kopje santen
[202] Snij de eieren overlangs doormidden. Fruit de ui goudbruin. Kook dan de gebakken ui met de kerrie in de bouillon zacht. Vermeng de maïzena met de santen en voeg dit bij de bouillon. Dit moet dan indikken. Doe de gehalveerde eieren op een platte schaal en giet er de saus overheen. Serveer dit warm bij witte rijst.
1 gekookt ei per persoon
2 theelepels ketoembar
1 theelepel djinten
1 theelepel koenjit
1 rode lombok fijngesneden
1 grote ui fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
½ eetlepel citroensap
1 kopje dunne santen
zout
Pel de eieren en kneus ze iets. Fruit in wat olie de ui, knoflook en de rest van de kruiden. Doe er dan de santen bij en als laatste de citroensap. Dan de eieren erbij en op een klein vuur alles goed laten indikken.
Magnetron:
Kook de eieren 3 min. Verwarm de olie in een magnetronschaal van 1 liter onafgedekt 1 min. op 100%. Schep de kruidenbrij erdoor en fruit het onafgedekt 2 à 3 min. op 100%. Roer de santen en eventueel wat water erdoor en breng alles afgedekt 2 à 3 min. op 100% aan de kook. Leg de eieren erin en verwarm alles onafgedekt 4 à 5 min. op 70%.
1 hardgekookt ei per persoon
2 theelepels koenjit
1 rode lombok fijngesneden
1 grote ui fijngesneden
3 tenen knoflook fijngehakt
1 theelepel laos
2 theelepels ketoembar
1 theelepel djinten
1 spriet sereh
1 theelepel kruidnagelpoeder
1 theelepel mosterd
1 kopje dikke santen
zout
De gepelde eieren met een lange naald doorprikken. Fruit dan in wat olie de ui, knoflook, laos, ketoembar, djinten, koenjit en de lombok. Doe dan de hele geprikte eieren erbij, fruit ze nog even mee en zet het vuur laag. Meng de mosterd met wat santen en doe dan met de sereh, kruidnagel en de rest van de santen bij de eieren. Laat alles op een klein vuur ca. 10 min. doorkoken en inlaten dikken. Geef dit bij witte rijst.
6 kippe-eieren
500 gram grof zout
2 liter kokend water
Los het zout op in het kokende water. Was de eieren en doe ze in een pot. Giet het afgekoelde over de eieren en laat dit drie weken staan. Breng dan de eieren met koud water aan de kook. De eieren moeten minstens 12 min. koken.Halveer de eieren voordat ze geserveerd worden.
10 eieren
4 eetlepels sambal oelek
1 grote ui
5 tenen knoflook
1 eetlepel mieso
1 eetlepel ketjap manis
1 eetlepel trassi
1 eetlepel asem
De eieren worden in water met eetlepel asem zacht gekookt. Pel de eieren en druk ze plat zonder dat ze barsten. Snijd vervolgens de ui en de knoflook fijn en vermeng [203] dit met de vermicelli, sambal en de trassi. Fruit daarna het kruidenmengsel in boter en voeg vervolgens de eieren, ketjap, de rest van de asem en 1 dl water toe. Laat het gerecht nog 15 min. sudderen.
4 hardgekookte eieren
1 gesnipperde ui
2 uitgeperste tenen knoflook
1 theelepel sambal oelek
1 mespuntje laos
2 eetlepels olie
3 eetlepels water
3 eetlepels ketjap manis
1 eetlepel azijn
2 theelepels bruine basterdsuiker
zout
Wrijf de ui, knoflook, sambal en laos fijn in een vijzel. Verhit de olie en fruit hierin het kruidenmengsel 3 min. Voeg het water, ketjap, azijn, suiker en wat zout toe. Breng het geheel aan de kook. Draai het vuur laag en laat de saus 3 min. zachtjes koken. Leg de overlangs gehalveerde eieren op een schaaltje en schenk er de warme saus over.
100 gram achterham
1 blik bamboespruiten
5 eierdooiers
1 ei
1 dl ketjap manis
50 gram boter
1 eetlepel maïzena peper en zout
Snijd de ham in reepjes. Laat de bamboe uitlekken, bewaar het vocht en snijd de bamboe vervolgens in snippers. Klop de eierdooiers met het ei tot een gladde massa. Voeg hieraan de maïzena toe met 1 dl van het bamboenat. Vermeng dit met ketjap, zout en peper. Schep ham en bamboespruiten door het eimengsel en bak de massa in een koekepan langzaam gaar. De massa moet voortdurend naar het midden van de pan omgeschept worden.
10 hardgekookte eieren
1 gesnipperde ui
1 teen knoflook
1 theelepel sambal oelek
3 kemririenoten
1 theelepel ketoembar
1 theelepel djinten
1 theelepel koenjit
½ theelepel laos
2 blaadjes salam
½ theelepel djahé
1 theelepel javaanse suiker
2 eetlepels olie
3 gesnipperde voorjaarsuitjes
2 dl dunne santen
2 dl dikke santen
Halveer 8 eieren en snij er 2 in stukjes. Wrijf ui, uitgeperste knoflook, sambal, kemiries, ketoembar, djinten, koenjit, laos, djahé, suiker en wat zout tot een gladde pasta. Roerbak in 3 min. de pasta. Voeg dan de dunne santen toe en de salam. Roer alles goed om. Laat het enkele minuten zachtjes doorkoken.Roer er daarna de dikke santen door en leg de eieren in de saus. Laat boven een matig vuur, de saus voor indikken. Schep daarna voorzichtig de stukjes ei door de saus. Doe alles in een voorverwarmde schaal en strooi er voorjaarsuitjes overheen. Dien zo warm mogelijk op.
4 hardgekookte gepelde eieren
2 uien in ringen
2 rode lomboks ontpit
1 teen knoflook
2 dl olie
1 spriet sereh
1 theelepel laos
1 stukje trassi
2 theelepels asem
½ eetlepel ketjap manis
zout
Lombok, en knoflook fijnmalen. Olie verhitten en eieren in 3 min. goudbruin frituren. In een vergiet met keukenpapier laten uitlekken. 2 eetlepels olie achterhouden. In zelfde pan lombok met knoflook 2 min. zachtjes bakken. Ui toevoegen en nog 3 min. zachtjes bakken. Dan eieren, sereh, laos, trassi, asem, [204] ketjap, zout en 1 dl water toevoegen. Door elkaar scheppen en met deksel op de pan 10 min. zachtjes stoven. Af en toe omscheppen. Sereh verwijderen en overdoen in een schaal.
4 hardgekookte eieren
1 gesnipperde ui
1 teen knoflook uitgeperst
1 theelepel sambal oelek
½ theelepel laos
2 blaadjes salam
½ theelepel koenjit
½ theelepel djahé
1 spriet sereh
1 theelepel zout
1 theelepel javaanse suiker
2 dl dunne santen
Neem een dikke stopnaald en prik zoveel mogelijk gaatjes in de eieren. Breng 1 dl water aan de kook. Voeg uien, knoflook, sambal, koenjit, laos, salam, djahé, sereh, suiker en zout toe. Laat dit 5 min. boven een matig vuur zachtjes doorkoken. Doe er dan de santen bij en leg de eieren in de saus. Laat alles zachtjes doorkoken totdat vrijwel al het vocht verdampt is en de eieren zijn omgeven door een brijachtige massa. Verwijder salam en sereh. Dien de eieren met aanhangende brij op in een voorverwarmde schaal.
8 eieren
1 gesnipperde ui
1 teen knoflook
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel djahé
1 theelepel laos
2 blaadjes salam
½ theelepel koenjit
4 dl dunne santen
1 eetlepel citroensap
1 theelepel javaanse suiker
1 eetlepel peterselie
Kook de eieren niet langer dan 4 min. en schrik ze in koud water. Pel de eieren. Wrijf ui, knoflook, sambal, djahé, laos, salam en koenjit tot een gladde pasta. Breng de santen aan de kook en voeg pasta toe. Roer alles krachtig door. Laat alles 3 min. pruttelen en voeg dan de eieren toe. Laat alles nog eens 7 tot 8 min. pruttelen. Roer daarna het citroensap erdoor en voeg wat zout en javaanse suiker naar eigen smaak toe. Dien het gerecht op in een voorverwarmde schaal en strooi wat fijngehakte peterselie erover.
4 eieren
? blok santen
2 dl water of bouillon
3 eetlepels gesnipperde ui
2 groene lomboks fijngesneden
½ theelepel koenjit
zout
Kook het water met het zout, blokje santen en de koenjit. Voeg als de santen opgelost is, de uien en lombok toe. Pocheer in deze saus voorzichtig een voor een de eieren en laat ze nog een minuut of 10 meestoven.
Magnetron:
Breng het water met het zout, geraspte santen, koenjit, uien en lombok in een wijde magnetronschaal afgedekt in 2 à 3 min. op 100% aan de kook. Breek de eieren erboven en prik het vlies om de dooiers goed door en pocheer de eieren onafgedekt 6 à 8 min. op 70%.
8 eieren
2 theelepels sambal oelek
2 theelepels djahé
3 eetlepels citroensap
2 fijngesnipperde uien
1 teen knoflook fijngehakt
2 eetlepels olie
4 dl dunne santen
1 eetlepel selderie
1 theelepel javaanse suiker
4 eetlepels
taugé en zout
[205] Vermeng sambal met djahé en citroensap. Schep dan de uien en fijngehakte knoflook erdoor. Fruit dit mengsel totdat de ui wat verkleurt. Voeg dan de santen en fijngehakte selderij toe. Laat alles even flink doorkoken en doe er de javaanse suiker en wat zout naar eigen smaak bij. Temper het vuur. Breek de eieren op de rand van de pan en laat ze heel voorzichtig in het hete vocht glijden. Pocheer de eieren totdat het eiwit gestold is. Draai het vuur uit en laat alles 2 tot 4 min. staan. Was intussen de taugé en laat ze uitlekken. Leg de taugé als bedjes op 4 voorverwarmde borden. Schep hierna de eieren en enkele eetlepels van het vocht erover. Geef eventueel het resterende vocht apart in een voorverwarmde sauskom. Dien het gerecht zo warm mogelijk op.
2-3 eieren
200 gram rundergehakt
1 teen knoflook
1 middelgrote ui
1 schijfje verse djahé
1 theelepel sambal oelek
1 stukje koenjitwortel
1 theelepel ketoembar
5 kemirinoten
2 eetlepels olie
1 spriet sereh
2 blaadjes salam
1 kopje santen
Maak uien, knoflook, sambal, djahé, koenjit, ketoembar en kemiries fijn. Fruit deze ingredienten met de sereh en de salam in de hete olie. Voeg dan het gehakt (kippegehakt kan ook) toe en bak het rul. Giet er dan de santen bij en laat het geheel boven niet te hoog vuur gaar en smeuïg worden. Breng het gerecht op smaak met zout en ve-tsin. Bak van de eieren een omelet en doe er de hartige vulling tussen. Rol de omelet op en serveer deze direct.
8 zachtgekookte eieren
1 ui
5 tenen knoflook
1 eetlepel sambal oelek
1 theelepel zout
1 theelepel koenjit
2 dl santen
2 eetlepels asemwater
Druk de eieren plat zonder ze te laten barsten. Snijd de ui en knoflook fijn, vermeng ze met de sambal, koenjit en het zout. Kook het geheel in de santen.Voeg dan het asemwater en de eieren toe en kook de saus totdat ze gebonden is.
6 eieren
150 gram gekookte garnalen of krab
2 rode uitjes fijngehakt
2 tenen knoflook fijngehakt
½ prei fijngesneden
2 worteltjes fijngesneden
25 gram gewassen taugé
2 takjes selderij fijngeknipt
½ eetlepel olie
1½ theelepel zout
1 theelepel ve-tsin
20 gram boter
Maak eerst het groentemengsel. Laat de olie in een schaal (ca. 1 liter) in ca. 1 min. op vol vermogen warm worden. Ui en knoflook er doorheen scheppen en de schaal 23 min. op vol vermogen in de magnetron zetten. Voeg prei, worteltjes en taugé toe. Schep alles goed door en zet de schaal met deksel opnieuw 23 min. op vol vermogen in de magnetron tot de groenten bijtgaar zijn. Laat het groentemengsel daarna afkoelen. Klop de eieren los met de garnalen, het groentemengsel en een deel van de selderij. Breng het mengsel op smaak met peper, zout en ve-tsin. Bak achter elkaar 3 omeletten: telkens een mespunt boter in een ondiepe schaal of deksel (- ca. 18 cm) 30 sec. en op vol vermogen in de magnetron. Giet dan eenderde deel van eiermengsel in de schaal en laat dit in 23 min. op half vermogen stollen. Roer een of tweemaal om de delen die reeds gestold zijn, los te maken. Serveer de omelet dubbelgeklapt met de boven kantnaar buiten en strooi er de resterende selderij over. Geef er rijst en een Chinese tomatensaus bij.
[206] 4 eieren
¼ liter water
? blok santen
2 eetlepels olie
Kruiden:
2 eetlepels gesnipperde ui
2 tenen gesnipperde knoflook
1 theelepel sambal
1 theelepel trassi
1 theelepel laos
1 theelepel javaanse suiker
1 eetlepel petis oedang
1 spriet sereh
2 salamblaadjes
sap van ½ citroen
Kook de eieren 3 min. en pel ze. Wrij ui, knoflok, sambal, trassi, laos, suiker en petis met elkaar tot een brij en fruit dit mengsel tot de uien geel zijn. Los de santen op in een beetje water en voeg die bij de kruiden. Laat het sausje aan de kook komen met de sereh en salam en doe er dan de eieren bij. Stoof alles ca.10 min. en maak het gerecht af met citroensap.
Magnetron:
Kook de eieren zoals in het recept staat aangegeven. Verwarm de olie in een magnetronschaal van 1 liter onafgedekt 1 min. op 100%. Schep de kruidenbrij erdoor en fruit het onafgedekt 1 à 2 min. op 100%. Roer de santen, sereh en salam erdoor en breng alles afgedekt 2 à 3 min. op 100% aan de kook. Leg de eieren erin en verwarm alles onafgedekt 4 à 5 min. op 70%.
4 eieren
1 dl water
2 eetlepels olie
3 eetlepels gesnipperde ui
1 teen gesnipperde knoflook
1 theelepel sambal oelek
1 theelepel trassi
2 theelepels djahé
1 eetlepel azijn
1 eetlepel ketjap manis
zout
Kook de eieren 3 min. Wrijf ui, knoflook, sambal, trassi en djahé met elkaartot een brij en fruit dit tot de uien geel zijn. Voeg dan de eieren toe en bak die even mee. Doe het water erbij, de ketjap, azijn en laat alles koken tot het bijna droog is.
Magnetron:
Kook de eieren zoals in het recept staat aangegeven.Verwarm de olie in een magnetronschaal van 1 liter onafgedekt 1 min. op 100%. Schep de kruidenbrij erdoor en fruit het onafgedekt 2 à 3 min. op 100%. Voeg water, ketjap en azijn toe en breng alles onafgedekt in 1 à 2 min. op 100% aan de kook. Leg de eieren erin en verwarm alles onafgedekt 4 à 5 min. op 70%.
Tahoe goreng dan taugé
1 blok tahoe
250 gram taugé
1 eetlepel sambal oelek
¼ komkommer in fijne plakjes
½ kopje azijn
2 eetlepels ketjap manis
wat selderie en bieslook
gefruite uitjes
Snij de tahoe in kleine blokjes en bak ze in olie knappend bruin, uit laten lekken in een vergiet. Was de taugé, groene schilletjes verwijderen en met kokend water overgieten. Ook uit laten lekken. Vermeng de sambal met de azijn,ketjap en wat zout. Leg dan een laagje tahoe en een laagje tauge in een schaal, strooi er wat selderie over en een laagje komkommer. Giet als laatste de saus erover en roer goed door elkaar. Als garnering wat gebakken uitjes en gehakte bieslook er overheen strooien. Dien dit gerecht koud op.
1 blok tahoe
3 eetlepels ketjap manis [207]
1 ui fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
1 mespunt djahé
Snij de tahoe in blokjes en leg ze in een schaal. Roer de ui, knoflook en djahé door de ketjap en giet dit over de tahoe. Laat dit ca. 2 uur intrekken. Bak daarna de tahoe in ca. 5 min. in olie knappend bruin.
2 blokken tahoe
300 gram rundergehakt
2 uien
1 teen knoflook
1 ei
½ eetlepel ketjap manis
wat takjes selderie
zout en citroensap
Elk blok tahoe in plakken van 3 cm dikte snijden. De plakken schuin doormidden snijden en voorzichtig uithollen. De uitgenomen tahoe met het gehakt vermengen. De uien, knoflook en selderie heel fijn snijden. Het ei in een schaal klutsen en daarna het gehakt en alle ingredienten erbij doen en alles goed mengen. De uitgeholde stukken tahoe met het mengsel vullen en iets aandrukken. De gevulde tahoe in ruim olie lichtbruin bakken. Het vuur mag niet te groot zijn, anders is de tahoe bruin en het vulsel nog niet gaar. Bij deze gevulde tahoe kan men een sausje geven van ketjap, sambal, citroensap, wat zout en een theelepel suiker.
300 gram tahoe in 8 blokjes
100 gram fijngehakte garnalen
1 teen knoflook fijngehakt
zout en peper
Voor de saus:
¼ liter bouillon (of water)
1 teen knoflook fijngehakt
wat fijngesneden uien
1 theelepel maïzena
ketjap manis naar smaak
Tahoe, garnalen, knoflook, peper en zout met elkaar vermengen, er balletjes van maken en deze in de olie bakken. De fijngesneden uien en knoflook in olie fruiten, de bouillon of water toevoegen en binden met de maïzena. Op smaak brengen met peper, zout en ketjap. Dit over de balletjes gieten
6 plakken tahoe
1 diep bord taugé
1 handvol gebakken uitjes
selderie
Voor de saus:
2 dl olie
3 tenen knoflook
½ lepel sereh fijngehakt
½ lepel javaanse suiker
trassi en zout
De tahoe in zout water weken, diagonaal doorsnijden en in hete olie bakken. De taugé 1 min. in kokend water dompelen, laten afkoelen en in een dikke krans om de tahoe leggen. Daarna de ingredienten voor de saus fijnwrijven en de olie toevoegen. Tenslotte garneert men het gerecht met de fijngehakte selderie en de bruin gebakken uitjes.
3 eetlepels ebi
1 blok tahoe
2 gesnipperde uien
2 theelepels sambal oelek
2 tenen knoflook
2 rijpe ontvelde tomaten
2 eetlepels olie
2 eetlepels ketjap manis
3 losgeroerde eieren
4 bladeren ijsbergsla
1 kleine rode lombok
zout [208]
Week de ebi in 3 dl kokend water en laat ze koud worden. Zeef het vocht en voeg wat zout toe. Breng het vocht dan aan de kook. Snij de tahoe in 6 tot 8 stukken,leg ze in het weekvocht van de ebi en laat ze 3 min. zachtjes meekoken. Laat de stukken daarna uitlekken. Stamp de ebi fijn en voeg uien, gehakte knoflook, sambal en wat zout toe. Stamp alles tot een brij. Halveer de tomaten, verwijder zaadjes en snij de tomaten aan stukjes. Bak in de olie de garnalen met uien onder voortdurend omscheppen. Doe dan de ketjap en tomaat erbij. Omscheppen en laten sudderen totdat de tomaat uit elkaar valt. Voeg eventueel nog 2 eetlepels kokend water toe. Prak de uitgelekte tahoe tot kruimels, roer ze door de inhoudv an de pan en voeg hierna de losgeroerde eieren toe. Bak alles onder voortdurend omscheppen tot een vrij rulle massa is verkregen. Ontpit de lombok en snij hem in smalle reepjes. Leg de schoon en drooggemaakte sla bladeren op een schaal. Verdeel de tahoe massa erover en strooi wat reepjes lombok er overheen.
Tahoe fijnwrijven met zout, fijngesneden ui en de helft van een losgeklopt ei. Hiervan een pannekoek bakken. De koek is gemakkelijk te keren, als men er een deel van het losgeklopt ei op smeert. Presenteren met een zoet-zure tomatensaus.
½ blok tahoe
2 eieren
4 eetlepels olie
1 preitje fijngehakt
sap van 1 citroen
2 tenen geperste knoflook
1 eetlepel sambal oelek
3 eetlepels ketjap
½ theelepel ve-tsin
peper en zout
Verkruimel de tahoe, vermeng hem de uiterst fijngehakte prei, peper, zout, ve-tsin en losgeklopte eieren. Bak hier in een koekepan met dikke bodem een omelet van. Keer hem om op een deksel en laat hem zachtjes met de ongebakken zijde naar onderen weer in de pan glijden en bak hem zachtjes lichtbruin en gaar. Meng de ketjap door de sambal, voeg het citroensap toe en giet de saus over de omelet.
Magnetron:
Doe de olie in een glazen deksel (ø 24 cm) en verwarmdeze onafgedekt ca. 2 min. op 100%. Schenk het eimengsel erop en verwarm het onafgedekt 5 à 6 min. op 70%. Schep halverwege de bereidingstijd de gestoldebuitenkant naar binnen en de gestolde binnekant naar buiten. Serveer de omelet met de saus.
1 blok tahoe
100 gram zeer fijngesneden prei
150 gram taugé
8 eetlepels olie
3 eetlepels gesnipperde uien
3 tenen gesnipperde knoflook
2 eetlepels ketjap
mespuntje ve-tsin
sap van 1 citroen
Snijd de tahoe in plakken van 2 cm dik en snijd iedere plak weer in vieren. Bak ze goudbruin in de olie en laat ze dan uitlekken. Bak in dezelfde olie uien en knoflook en vervolgens de prei. De taugé als laatste toevoegen. Maak deze groentesaus af met ketjap, citroensap en ve-tsin en roer de plakjes tahoe erdoorheen.
1 blok tahoe in dobbelstenen
6 eetlepels olie
5 eetlepels gesnipperde uien
2 tenen gesnipperde knoflook
2 theelepels sambal oelek
1 theelepel laos
1 theelepel javaanse suiker
1 blaadje salam
2 eetlepels ketjap
zout [209]
Bestrooi de tahoe met een beetjes zout en bak de blokjes in de olie goudbruin. Laat ze uitlekken. Wrijf uien, knoflook, sambal, laos en suiker tot een brij en fruit dit in de rest van de olie. Maak het af met de ketjap en salam en roer er de blokjes tahoe doorheen.
1 blok tahoe in dobbelstenen
100 gram garnalen
150 gram taugé
6 eetlepels olie
5 tenen gesnipperde knoflook
2 theelepels djahé
1 eetlepel taotjo
2 eetlepels gesnipperde selderie
1 eetlepel gesnipperde bieslook
zout
Bestrooi de dobbelstenen (2 cm) met zout en bak ze lichtgeel in de olie. Laat ze uitlekken. Bak in 2 eetlepels olie de garnalen en de met djahé fijngewreven knoflook. Voeg er de taotjo bij en daarna de taugé. 1 min. meebakken en vervolgens vermengen met de uitgelekte tahoe, selderie en bieslook.
1 blok tahoe
200 gram geblancheerde taugé
2 eetlepels gehakte selderie
2 eetlepels gehakte bieslook
1 zakje gefruite uitjes
2 eetlepels ketjap manis
1 uitgeperste citroen
1 lombok
1 teen knoflook uitgeperst
zout, suiker en olie
Snijd de tahoe in plakken en bak ze goudbruin in olie. Maak de lombok fijn en maak met ketjap, citroensap, zout, suiker en knoflook een saus. Leg de plakken tahoe in een schaal, doe de taugé hierover, daarna de gefruite uitjes, de selderie en bieslook. Giet hierover de saus.
½ blok tahoe in plakken
2 eetlepels olie
100 gram gesneden witte kool
100 gram taugé
1 komkommer in dobbelstenen
2 in ringen gefruite sjalotjes
kroepoek emping
Voor de saus:
50 gram gepelde pinda's
2 lombok rawit
2 tenen knoflook
3 sjalotjes
1 eetlepel ketjap manis
1 theelepel azijn
½ dl heet water zout
Bak de tahoe gaar, laat de plakken uitlekken en snijd ze in repen van 2 cm. Blancheer de kool en de taugé afzonderlijk en laat ook deze groenten uitlekken.Voor de saus worden de pinda's, rawit, knoflook, sjalotten met wat zout gestampt. Dit vermengen met ketjap en azijn. Schenk er voorzichtig het hete water bij onder goed doorroeren. Rangschik de groenten op een schaal, kruimel de emping fijn en strooi dit erover met de gefruite uiringen. Vlak voor het opdienen, wordt de saus erover gegoten.
1 blok tahoe
4 geklopte eieren
1 rode lombok fijngesneden
1 gesnipperde ui
1 eetlepel petis
1 uitgeperste citroen
2 eetlepels ketjap manis
2 eetlepels olie
zout en suiker
Snijd de tahoe in stukjes en bak die met de geklopte eieren in boter of olie. Fruit de uien in olie en vermeng ze met lombok, petis, ketjap, azijn, zout en suiker. Doe de gebakken tahoe in een schaal en giet de saus erover. [210]
250 gram varkensvlees
½ hard gekookt ei per persoon
1 blok tahoe
3 uien fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
1 stukje trassi
1 kopje santen
10 kemiries fijngestampt
1 blaadje salam
zout en peper
nootmuskaat en djinten
Snij het vlees in dunne lapjes, de tahoe in plakjes van 3 cm in het vierkant en 1 cm dik. Bak de stukken tahoe in de olie bruin en laat ze uitlekken. Meng het vlees, ui, knoflook, trassi en de kemiries goed door elkaar. Fruit dit in wat olie totdat het vlees bruin is. Kruid het geheel en doe er de santen en de salam bij. De saus moet goed in het vlees getrokken zijn, zet dan het vuur laag en verdun iets met water. Als laatste de tahoe en de eieren erbij. Let wel op dat de eieren niet stuk gaan.
½ blok tahoe
1 dl olie
3 sjalotten of uien
2 tenen knoflook
2 rode lomboks
2 groene lomboks
1 theelepel trassie
1 theelepel asem
1 theelepel zout
2 eetlepels boter
1 schijfje laos
2 salamblaadjes
200 gram taugé
1 theelepel suiker
5 takjes selderie
1 prei
100 gram gekookte garnalen
Snij de tahoe in dobbelstenen en bak ze in hete olie tot ze lichtbruin zijn.Laat ze uitlekken en doe ze op een schaaltje. Snij de sjalotten of uien en knoflook erg fijn. Ontpit de lomboks of eventueel 1 rode en 1 groene paprika en snij ze fijn. Fruit dan de sjalotten, knoflook, lomboks of paprika met de trassie, asem en zout in de boter en voeg het schijfje laos en de salam toe.Schenk er 1 dl heet water bij en laat het 3 min. op een laag pitje sudderen.Maak de taugé schoon en roer ze met de suiker door het mengsel. Was de selderie en prei en snij dit ook fijn. Voeg ze met de gekookte garnalen en de tahoe aan het gerecht toe en meng alles goed door elkaar. Voeg desgewenst nog wat heet water toe want het mag niet te droog worden. Nog 3 min. stoven met het deksel op de pan. Opdienen als bijgerecht met bijvoorbeeld frikadel pan, verse komkommeren kroepoek.
2 blokken tahoe
100 gram taugé
100 gram kip in stukjes
100 gram garnalen
4 gesnipperde uien
100 gram peultjes
2 eetlepels gehakte selderie
2 eetlepels gehakte peterselie
1 eetlepel ketjap manis
2 dl water
olie
peper en zout
Snijd de tahoe in dobbelstenen en bak die in olie. Laat de stukjes daarnagoed uitlekken. Fruit de gesnipperde ui en voeg de garnalen, kip, selderie, peterselie, peultjes, ketjap, water, peper en zout toe. Laat het geheel gaarkoken. De groenten moeten knapperig blijven. Voeg als laatste de blokjes tahoe toe en dien op waneer de tahoe door en door warm is.
1 blok tahoe
200 gram taugé
½ komkommer
2 eetlepels selderie
Kruiden:
1 theelepel trassi
1 eetlepel sambal oelek
2 eetlepels ketjap manis
2 eetlepels azijn [211]
1 teen knoflook
½ theelepel djinten
suiker en zout
Bak de tahoe in plakken in de olie. Blancheer de taugé, snijd de komkommer in schijfjes en de selderie fijn. Rangschik de taugé, tahoe en komkommer op een schaal. Pers de knoflook uit en vermeng de kruiden en giet deze saus over de groenten. Strooi de selderie over het geheel
300 gram tahoe (¾ blok)
1 kleine gesnipperde prei
½ groene paprika
2 theelepels maïzena
2 losgeroerde eieren
2 tenen knoflook uitgeperst
2 eetlepels peterselie
1 mespunt nootmuskaat
2 dl olie
zout en verse peper
Snij de tahoe in 4 tot 5 stukken. Breng 3 dl water of bouillon aan de kook met theelepel zout. Leg de tahoe erin en laat ze 3 min. koken. Daarna laten uitlekken en drogen in een vergiet of zeef. Zaad en lijsten van de paprika verwijderen en in uiterst kleine blokjes snijden. Prak de tahoe zeer fijn en voeg zeer fijn gesnipperde prei en blokjes paprika toe. Meng alles met de vingers goed door elkaar. Roer de maïzena door de eieren tot een gladde massa. Schenk deze over de tahoe en voeg knoflook, fijngehakte peterselie, wat zout,peper en nootmuskaat toe. Opnieuw alles mengen en 15 min. op een koele pleklaten staan. Maak dan balletjes zo groot als walnoten. Bak ze in olie snel rondom bruin. Lekker bij de borrel. Omdat geen sojasaus verwerkt is smaken ook alle wijnen, sherry en port uitstekend hierbij
1 blok tahoe
200 gram taugé
200 gram spitskool
3 eetlepels gehakte selderie
2 sjalotjes
1 uitgeperste citroen
1 zakje gefruite uitjes
olie
Kruiden:
2 tenen knoflook
3 ontpitte rode lomboks
1 theelepel trassi
1 theelepel bruine basterdsuiker
5 eetlepels ketjap manis
zout
Snijd de tahoe in stevige plakken en bak deze in olie goudbruin. Laat ze op keuken papier uitlekken. Blancheer de taugé 3 min. en laat dit goed uitlekken. Snijd de sjalotten, knoflook en lomboks fijn en stamp ze samen met de trassi, zout en suiker tot een smeuïge moes. Doe dit mengsel bij de ketjap en het citroensap en roer dit tot een saus. De verschillende groenten moeten beetgaar zijn en worden op aparte schalen geserveerd. Iedere eter kan op zijn eigen manier het gerecht samenstellen.
½ blok tahoe
½ blok tempeh
200 gram sperziebonen
1 ui
2 tenen knoflook
2 rode lomboks
2 groene lomboks
2 theelepels asem
½ blok santen
2 eetlepels boter
zout
bruine basterdsuiker
Kruiden:
3 theelepels trassi
1 theelepel ketoembar
½ theelepel djinten
2 theelepels koenjit
2 schijfjes laos
2 blaadjes salam
4 blaadjes djeroek poeroet
Snijd de tahoe en tempeh in grove dobbelstenen, de boontjes in grove stukken. Ui, knoflook en lomboks moeten heel fijn gemaakt worden. Dan de kruiden heel fijn stampen en vermengen met de ui, [212] knoflook en lomboks. Dit mengsel fruiten in boter. Blus dit met ca. 5 dl heet water en roer goed. Breng het vervolgens aan de kook en laat het 5 min. sudderen. Voeg ook de boontjes en de tempeh toe aan het vocht en laat de boontjes half gaar worden. Smelt er dan de santen in en doe er de tahoe bij. Het gerecht is klaar als de tahoe gaar is. De tahoe mag niet uit elkaar vallen.
1 plak tempeh
1 grote ui fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
2 rode lomboks in ringen
1 theelepel djahé
1 theelepel laos
1 blaadje salam
1 stukje trassi
1 kopje gebakken ikan teri
Snij de tempeh in reepjes van 4 cm lang en cm dik. Bak ze in de olie knappend bruin en laat ze uitlekken. Fruit dan in wat olie de ui, trassi, knoflook en lombok. Doe er dan de djahé, laos, salam en tempeh bij. De ikan teri als laatste er goed doorheen roeren en een paar minuten blijven hutselen. Dit gerecht kan koud gegeten worden.
Tempeh 1 uur in zout water weken, afdrogen, in niet al te grote stukken snijden en in frituurvet bakken.
1 grote plak tempeh
1 theelepel javaanse suiker
1 eetlepel asemwater
1 theelepel zout
1 theelepel ketoembar
1 theelepel gehakte sereh
Al deze ingredienten fijnwrijven en hierin de tempeh, in kleine stukjesgesneden, een uur weken. Hierna de tempeh afdrogen en in olie bruin bakken.
1 grote plak tempeh
Marinade:
4 theelepels ketoembar
1 theelepel djinten
3 theelepels zout
2 theelepels ve-tsin
3 tenen geperste knoflook
3 eetlepels rijstemeel
1 eetlepel tarwebloem
1 kopje water
Maak een marinade van genoemde ingrediënten. De marinade moet ongeveer de dikte hebben van pannenkoek beslag. Tempeh in hele dunne schijfjes snijden (2 mm) en 1 voor 1 door het beslag halen. Hierna krokant frituren in hete olie.
1 grote ui grofgesneden
4-5 groene gesneden lomboks
1 theelepel laos
100 gram garnalen
1 theelepel trassi
½ blok tempeh in blokjes
2 eetlepels olie
½ eetlepel azijn
1 snufje zout
Fruit in de olie de ui, lomboks, trassi, laos en wat zout. Snijd de tempeh in blokjes. De tempeh en garnalen toevoegen aan het uimengsel. Laten doorsudderen en regelmatig omscheppen. Op het laatst de azijn toevoegen. Eet dit gerecht bij witte rijst.
[213] 1 blok tempeh in blokjes van 1 cm
1 grote gesnipperde ui
½ rode paprika in stukjes
½ groene paprika in stukjes
1 rode lombok ontpit in stukjes
1 groene lombok ontpit in stukjes
3 petehbonen in stukjes
1 eetlepel olie
1 theelepel asem
1 theelepel sambal oelek
zout
frituurolie of vet
Tempeh bestrooien met zout. Tempeh in 3 min. goudbruin frituren (175°C) en in een vergiet met keukenpapier laten uitlekken. 1 eetlepel olie verhitten en ui 3 min. zachtjes bakken. Dan paprika, lombok, peteh en tempeh erbij en al omscheppend 10 min. bakken. Asem erdoor roeren. Op smaak brengen met zout en overdoen in een schaal.
1 plak tempeh
¼ blok santen
1 grote gesnipperde ui
2 tenen knoflook uitgeperst
2 theelepels sambal
1 theelepel Javaanse suiker
½ theelepel laos
½ theelepel serehpoeder
4 kemirienoten gepoft
2 blaadjes salam
1 eetlepel gesneden bieslook
1 rode lombok
zout
Snij de tempeh in 8 gelijke stukken. Breng 2 dl water aan de kook en voeg theelepel zout toe. Kook hierin de tempeh 4 min. en laat dan de tempeh in een vergiet uitlekken. Los de santen op in het kookvocht en breng het langzaam aan de kook. Stamp de ui, knoflook, sambal, suiker, laos, serehpoeder en de kemiries fijn. Voeg dit aan de santen toe en doe er de salam bij. Roer alles krachtig door en laat het enkele minuten zachtjes koken. Leg dan de stukken tempeh erin en laat alles zachtjes doorkoken totdat een dikke saus is verkregen. Verwijder de salam en dien het gerecht op in een voorverwarmde schaal. Strooi wat bieslook erover en garneer met een bloem van rode lombok.
1 plak tempeh
4 eetlepels ebi
2 grote gesnipperde uien
1 teen knoflook uitgeperst
2 theelepels sambal oelek
1 theelepel laos
1 mespunt djahé
1 eetlepel javaanse suiker
1½ eetlepel olie
¼ blok santen
2 blaadjes salam
zout
1 ontvelde tomaat
1 komkommer
Snij de tempeh in blokjes van 1 cm. Week de ebi in 2 dl kokend water en laat ze staan totdat het vocht is afgekoeld. Stamp uien, knoflook, sambal, laos, djahéen suiker tot een pasta. Bak de pasta onder voortdurend omscheppen. Breng 2 dl water aan de kook en voeg dit bij de gebakken pasta. Roer alles goed om en doe er de salam bij. Schep dan de uitgelekte garnalen erdoor en laat alles 3 min. zachtjes doorkoken. Schep de tempeh door de massa en laat alles pruttelen totdat de tempeh gaar is. Voeg eventueel nog wat zou toe. Dien het gerecht op in een voorverwarmde schaal en garneer met parten tomaat en plakken komkommer.
½ plak tempeh
75 gram rijstebloem
25 gram maïzena
1 losgeroerd ei
½ theelepel ketoembar
4 tenen knoflook uitgeperst
½ theelepel djinten
3 preien fijngesnipperd
3 dl olie
1 toef krulpeterselie
zout
vers gemalen peper
Snij de tempeh in repen van 1 x 3 cm. Vermeng in een kom de rijstebloem en maïzena. Voeg ei, 3 eetlepels water, knoflook, ketoembar, djinten en wat zout en peper toe. Roer alles goed door elkaar. [214] Voeg nog zoveel water toe zodat een vrij dik beslag ontstaat. Schep vervolgens de prei erdoor. Laat dit beslag 15 min. staan. Roer daarna opnieuw alles goed door. Haal de repen tempeh door het beslagen bak ze in de hete olie goudbruin. Laat ze dan even uitlekken op keukenpapier. Garneer dit bijgerecht met een flinke toef krulpeterselie.
100 gram gaar varkensvlees
2 grote gesnipperde uien
2 kemirienoten gepoft
2 tenen knoflook uitgeperst
1 theelepel sambal trassi
¼ blok santen
2 eetlepels olie
100 gram gepelde garnalen
½ plak tempeh
1 rode lombok
zout
Snij het varkensvlees in smalle repen. Stam uien, knoflook, kemiries en sambal tot een pasta. Breng 2 dl water aan de kook en los de santen hierin op en voeg wat zout toe. Bak de pasta in 4 min. onder voortdurend omscheppen. Voeg dan de opgeloste santen en varkensvlees toe. Roer alles door elkaar en voeg de tempeh toe. Weer omscheppen en heel zachtjes laten koken totdat de tempeh gaar is. Schep dan de garnalen erbij en laat alles nog 1 min. zachtjes doorkoken. Dien dit gerecht op in voorverwarmde schaal. Als garnering een bloem van rode lombok.
1 plak tempeh
4 eetlepels olie
1 grote gesnipperde ui
6 gehakte tenen knoflook
1 eetlepel sambal oelek
2 eetlepels citroensap
2 eetlepels javaanse suiker
zout
Snij de tempeh eerst in dunne plakken en dan in vingerbrede repen. Bak ze in hete olie goudbruin en knapperig en laat ze uitlekken op keukenpapier. Bak in de resterende olie (tenminste 1 eetlepel) de ui glazig en voeg knoflook. Laat alles onder voortdurend omscheppen de ui goudbruin worden. Roer de sambal erdoor en na 30 sec. het citroensap, de suiker en een theelepel zout. Laat alles zachtjes doorkoken totdat een stroperige massa is verkregen. Schep de repen tempeh hier voorzichtig door totdat de repen aan alle kanten met de stroperige massa bedekt zijn. Schep deze massa op een groot koud bord en laat hem afkoelen. Geef dit gerecht bij uitgebreide maaltijden.
1 plak tempeh
geraspte kokos
2 wortels
2 eetlepels fijngehakte selderij
1 losgeklopt ei
4 gesnipperde uitjes
2 tenen knoflook
peper, zout en ve-tsin
Snijd de tempeh in grove stukken en stoom dit met de schoongemaakte wortel ca. 20 min. Wrijf de ui en knoflook met wat zout, peper en ve-tsin fijn op een tjobek. Prak de wortel en tempeh met een vork fijn en vermeng dit met de kokos, kruiden en selderij. Maak hiervan kleine kroketten. Haal de kroketten eerst door het losgeklopte ei en bak ze vervolgens in de olie goudbruin. Neem voor de kokos vers geraspte kokos uit de diepvries voor de smaak
Atjar Tjampoer
1 komkommer
1 grote ui fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
1 eetlepel sambal oelek
½ kopje azijn
zout en peper [215]
Snij de komkommer in blokjes en doe dit in een schaal. Voeg dan tezamen met de komkommer ui, knoflook, wat zout, peper, de sambal en de azijn. Roer het geheel goed door elkaar en laat dit rustig intrekken.
2 komkommers
1 kopje azijn
¾ liter water
2 middelgrote uien
2½ theelepel kaneel
1½ theelepel nootmuskaat
10 peperkorrels
½ schijf javaanse suiker
zout naar smaak
tabasco of worcestershire of
sambal oelek
Snij de uien in dunne schijven/ringen. Voeg azijn, water, uiringen, kaneel, nootmuskaat, peperkorrels, javaanse suiker en tebasco of equivalent bij elkaar in een pan en verwarm het mengsel. Proef het en breng het eventueel verder op smaak door toevoegen van 1 of meerdere ingrediënten. Snij komkommers in stukken,voeg ze bij het mengsel en breng het aan de kook. Kook het eventjes, de komkommer moet eerder rauw dan gaar zijn. Af laten koelen en bij een rijsttafel serveren
Schil de komkommer en snij hem in 4 lange repen. Verwijder het zaad en snij de repen aan gelijkmatige stukken. Doe er zout op en schud ze goed om. Na 24 uur laat men ze goed uitlekken. In een pot doen en indische gekruide azijn erover gieten. Dan de pot goed afsluiten.
1 grote komkommer
1 dl water
6 eetlepels azijn
10 sjalotten (geen grote uien)
3 tenen gesnipperde knoflook
10 lomboks
5 kemiries
1 eetlepel suiker
2 theelepels koenjit
zout
Schil de komkommer, halveren in de lengte, zaad verwijderen en beide helften in stukken van 4 cm snijden. Ook het zaad van de lomboks verwijderen en in dunne reepjes snijden. Schil de sjalotten. Wrijf knoflook, kemiries, suiker, koenjit en zout tot een brij. Breng het water aan de kook met de azijn, voeg gewreven kruiden toe en laat die ca. 15 min. op een zacht vuurtje trekken. Doe er dan de sjalotten en stukjes komkommer bij. Laat de massa 2 min. doorkoken en doe het gerecht op. Deze atjar is niet lang houdbaar.
Magnetron:
Doe het water met de azijn in een magnetronschaal van 1 liter en breng het afgedekt in ca. 2 min. op 100% aan de kook. Roer de kruiden en lomboks erdoor en verwarm alles afgedekt 5 min. op 50%. Schep de sjalotten en komkommer erdoor en verwarm dit afgedekt 4 a 6 min. op 100% tot de massa kookt.
¼ kool fijngesneden
1 pakje taugé
2 rode lomboks in reepjes
2 uien fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
2 theelepels ketoembar
¾ kopje azijn
3 theelepels koenjit
1 stukje prei fijngesneden
10 takjes selderie fijngehakt
150 gram worteltjes in reepjes
6 kemiries fijngestampt
1 stukje trassi
zout en nootmuskaat
Fruit in wat olie de ui, knoflook, lombok (of paprika), trassi, kemirie en de koenjit. Dan de kool, prei en selderie erbij en maak af met zout, ketoembar en nootmuskaat. Giet de azijn erbij en laat alles ca. 10 min. op een klein vuur sudderen. Als laatste de taugé even laten meesudderen. De atjar in een schaal [216] scheppen en koud opdienen. De atjar is in de koelkast lang goed te houden. Voor de kool kan witte-, spits- of chinese kool gebruikt worden.
¼ witte kool
3 uien fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
200 gram worteltjes reepjes
2 rode lomboks in reepjes
azijn
suiker
2 theelepels koenjit
Alle groenten zeer fijn snijden en goed wassen. Daarna uit laten lekken, Breng 2 kopjes azijn met de suiker (naar eigen smaak) en koenjit aan de kook. Doe er dan de groenten bij en laat die 2 min. meekoken. Alles in een vergiet doen en het kookvocht opvangen. Doe dan de groenten in potjes en giet het kookvocht weer bij de groenten. Schep wel het bovenste van het opgevangen vocht om bij de groenten te doen zodat de potjes atjar mooi helder blijven. Men kan eventueel het kookvocht filteren.
1 rode lombok in schijfjes (ontpit)
1 grote komkommer in schijfjes
1 bosje radijs in schijfjes
1 rode paprika in schijfjes
½ kopje azijn
1 eetlepel mosterd
½ theelepel zout
1½ eetlepel suiker
1 fijngesneden uitje
1 mespunt knoflookpoeder
1 mespunt peper
Azijn, uitje, mosterd, peper, knoflookpoeder, suiker en zout goed mengen. Dan de rauwkost erdoor mengen. Tenminste 1 uur laten trekken.
1 moot verse kabeljauw per persoon
2 grote uien fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
½ eetlepel koenjit
1 theelepel djahé
1 eetlepel witte basterdsuiker
2 eetlepels azijn
1 rode lombok in reepjes
zout
peper
Wrijf de moten vis in met zout en peper (diepvriesmoten ook prima). Bak ze in olie goed bruin en laat ze uitlekken. Meng de ui, knoflook, koenjit, djahé,suiker en lombok goed door elkaar. Fruit dit in wat olie met toevoeging van de azijn en de vis. Zet het vuur klein. Keer de vis af en toe om zodat de saus er goed kan intrekken. Doe dit ca. 10 min. Serveer met witte rijst.
Was de taugé en verwijder de groene schilletjes. Snij de paprika (of rode lombok) in zeer kleine stukjes. Vermeng de taugé met de uien, knoflook en paprika goed door elkaar en doe dit in een glazen pot. Breng dan de azijn met de suiker aan de kook. Giet dan de kokende azijn bij de groenten en laat dit afkoelen. Deze atjar is lang in de koelkast houdbaar.
Snij de madame janet met mes en vork of met keukenhandschoenen aan. Wel goed klein snijden en vermengen met de knoflook en de uien. In een glazen pot doen en de aan de kook gebrachte azijn met suiker erbij gieten. Laten afkoelen en in de koelkast bewaren.
Waarschuwing:
Dit is een zeer heet zuur. Nooit met de blote handen de gesneden madame janet aanraken. Elk plekje huid wat dan door de handen aangeraakt wordt, brandt nog uren na
De wortel wassen en schillen. Dan de kool en wortel fijnsnijden. De bloemkool in fijne roosjes snijden. De azijn aan de kook brengen en alle groenten met de ingrediënten toevoegen. Weer aan de kook brengen en ca. 2 min. mee laten koken. Daarna laten afkoelen. Naar eigen smaak nog wat suiker of zout toevoegen.
Maak de bieten schoon, kook ze gaar. Schil ze vervolgens in dunne plakjes. Doe ze in een pot en giet er koude indische gekruide azijn over. In plaats van indisch gekruide azijn kan men ook gewone azijn nemen met een schijfje djahé, kruidnagels en peperkorrels erin.
Maak verse sjalotten schoon en zet ze een paar dagen in zout, zo nu en dan omroeren. Doe ze daarna in een vergiet, laat ze goed uitlekken. Doe ze weer in een pot. Giet indische gekruide azijn over de sjalotten en roer goed door. Doe ze wel in goed afsluitende potjes of flessen.
Snij witte kool aan fijne draden of snippers, doe er zout op en roer het geheel goed door elkaar. Laat dit 2 dagen staan, zo nu en dan omroeren. Daarna giet men de pekel eraf, pers de kool goed uit en leg ze op een plank of haarzeef nog watte drogen. Doe dan de kool in goed afsluitende potjes of flessen, giet er indisch gekruide azijn over en doorroeren
Snij groene chilipepers van onderen open, ontdoe ze van pitten en kook ze in water en zout. Als ze zacht zijn haalt men ze uit het water en laat ze goed uitlekken. Doe ze in een pot en strooi er zout over. Laat dit tot de volgende dag staan. Uit laten lekken en weer in een pot doen. Giet er Indische gekruide azijn over, bereid zonder chilipeper. Men kan er ook enkel gekookte azijn opdoen, maar giet deze er dan kokend op. Wel goed afsluitende flesjes of potjes gebruiken.
Neem hiervoor rode niet al te rijpe chilipepers met de steeltjes eraan. Leg ze een paar dagen in het zout. Dan neemt men indische gekruide azijn zonder chilipeper erin en giet dit over de rode chilipepers. Doe het in flessen of potjes en sluit deze goed af.
Doe jonge prinsessenboontjes, struikjes bloemkool, stukjes komkommer, kleine augurkjes en sjalotten of uitjes, na ze gewassen te hebben, in een pot. Strooi er zout over en schud het zout goed door de [218]
groenten. Na 2 dagen laat men de pekel er goed uitlekken en doe er koude indische gekruide azijn over. Roer alles goed om en sluit de flesjes of potjes goed af.
Lomboks ontdoen van pitten en in repen snijden. Komkommer ook de pitten verwijderen. Fruit dan knoflook, djahé en koenjit in de olie lichtgeel. Daarna toevoegen: salam, sereh, laos, ve-tsin, 1 theelepel mosterd, ⅔ kopje water en de azijn. Zodra het kookt de andere ingredienten erbij doen. Als laatste de kool, komkommer en sperziebonen. Halfgaar laten koken en sereh en salam verwijderen
Snijd de bamboe in reepjes en doe ze in een pot. Maak lombok, ui, knoflook, djahé en koenjit heel fijn en bak ze in olie. Giet de azijn erbij en kook het mengsel. Giet het over de bamboe.
Maak de kruiden fijn en fruit ze in olie. Voeg er azijn, water, zout en suiker aan toe en kook het geheel. Laat alles dan afkoelen. Doe de bamboe erbij en breng het over in een pot.
Snijd de komkommers in lange repen, evenals de lombok of paprika. Knoflook in schijfjes snijden. Stamp de kruiden fijn en bak ze in olie gaar. Doe het water erbij, voeg dan de azijn toe. Laat dit koken. [219] Dan suiker en zout toevoegen onder goed roeren. Voeg de rest toe en laat het geheel goed gaar sudderen.
Kook het water en los de suiker erin op. Laat het afkoelen en voeg dan azijn, lombok rawit, sjalotjes en zout toe. Laat het geheel goed trekken. Bewaren in goed afsluitbare potten.
Kook de eieren in 10 min. hard, pel ze en snijd ze in 2 helften. Wrijf uien met sambal, kemiries, koenjit en zout tot een brij. Verwijder het zaad van de lombok en snijd hem in lange reepjes. Fruit de kruidenbrij in de olie, voeg lombok toe en daarna de sereh, azijn en 1 à 2 eetlepels water. Stoof de eieren in dit sausje ca. 5 min.
Magnetron:
Kook de eieren hard. Verwarm de olie in een glazenmagnetronschaal van 1 liter onafgedekt 1 min. op 100%. Voeg de fijngewreven brij en lombok toe en verwarm alles onafgedekt 2 à 3 min. op 100%. Roer er de sereh, azijn en 1 eetlepel water door en leg de gehalveerde eieren in de saus. Verwarm alles afgedekt ca. 5 min. op 70%.
Kook de eieren 10 min., spoel ze af met koud water en pel ze. Snijd de lomboks doormidden en verwijder het zaad. Bak de uien en knoflook in de olie goudbruin, voeg daarna de lomboks toe en de gepelde eieren. Bak dit alles nog even door. Doe er de azijn bij en het zout en zonodig nog een scheutje water en stoof het gerecht nog even door. Het gerecht is niet lang houdbaar.
Komkommer schillen, in de lengte halveren, zaad verwijderen en in stukken snijden. Sjalotten schillen en in tweeën snijden. Pitten uit de lomboks verwijderen en in de lengte in dunne reepjes snijden. Tomaten wassen en in vieren snijden. Wrijf knoflook, koenjit, suiker, peper en zout met elkaar fijn,fruit dit in de olie op een laag pitje. Voeg dan de sjalotten toe en de lombok en fruit die even mee. De sjalotten mogen niet uiteen vallen. Voeg er daarna de komkommer en tomaten bij en schep alles goed om. Doe er het citroensap bij,breng het gerecht aan de kook en dien het dan onmiddellijk op. Deze atjar is niet lang houdbaar [220]
Kook de azijn met de suiker, knoflook en zout en strooi de djahé erin. Maak de groente schoon en laat ze uitlekken. Kook de ontpitte en in stukjes gesneden komkommer en kool 5 min. op in de azijnsaus. Verwijder de pitten van de lomboks en snijd ze in lange repen. Kook ook die mee. Roer er daarna de taugé doorheen en laat de atjar nog 1 min. koken. Magnetron: Doe de azijn in een magnetronschaal van 1 liter met suiker, knoflook, zout en djahé en breng het in 1 a 2 min. op 100% aan de kook. Voeg de komkommer en kleingesneden kool toe en verwarmde groente afgedekt 4 a 5 min. op 100%. Roer de reepjes lombok en de taugé er door en verwarm alles afgedekt nog 2 a 3 min. op 100%.
Breng het water aan de kook met zout, suiker en peperkorrels. Kook hierin de in stukjes gesneden worteltjes 6 a 8 min. mee. Voeg er daarna de azijn aan toe en roer de rest van de in stukjes gesneden groenten er doorheen. Laat alles 2 min. doorkoken. Deze atjar is niet houdbaar
Wrijf de kemiries samen met suiker, zout, koenjit en djahé fijn. Bak de uien in olie goudbruin en voeg dan de gewreven kruiden toe. Bak ook de boontjes mee tot ze zacht worden. Voeg er de bouillon aan toe en stoof hierin het gerecht tot de boontjes bijna gaar zijn. Roer er dan de azijn door. Deze atjar is niet lang houdbaar.
Schil de uitjes, bestrooi ze met zout en laat ze enkele uren uitlekken. Wrijf de gesnipperde uien met knoflook, kemiries, koenjit en djahé tot een brij en fruit dit in olie tot de uien lichtgeel zijn. Voeg de azijn toe en kook die even mee. Laat de massa afkoelen. Wrijf de sjalotten droog in een doek, schik ze in een afsluitbare pot en giet de kruidenazijn er overheen.
Magnetron:
Voorbereiden zoals aangegeven. Doe de olie in een glazen litermaat en verwarm deze onafgedekt 1 min. op 100%. Roer de fijngewreven kruiden erdoor en verwarm alles onafgedekt 2 à 3 min. op 100%. Voeg de azijn toe en breng alles in 6 à 7 min. op 100% aan de kook. Verder afmaken zoals hierboven aangegeven.
Snijd de tomaten in plakken en schik ze op een schaaltje. Bestrooi ze met peper en een beetje zout en de bieslook. Wrijf uien en knoflook samen met de sambal,meng de ketjap door de brij en ook het citroensap. Giet dit sausje over de tomaten. Deze atjar is ca. 2 dagen houdbaar.
Was de kwetsen, snijd ze doormidden en verwijder de pitten. Wrijf uien, knoflook, djahé met de fijngesneden lomboks en een beetje zout tot een brij.Breng de azijn aan de kook met dit kruidenmengsel en voeg er, als dit kookt, de kwetsen en suiker aan toe. Kook de massa op een zeer laag vuur (gebruik bij gas een onderzetplaatje) in tot de dikte van jam. Blijf roeren. Doe de massa in potten en pas afsluiten als ze afgekoeld zijn. Minstens 6 weken bewaren voor gebruik.
Magnetron:
Voorbereiden zoals aangegeven. Doe de azijn met de kruiden brij in een grote magnetronschaal en breng het afgedekt in 6 à 7 min. op 100% aan de kook. Roer de kwetsen met de suiker erdoor en laat het onafgedekt 10 à 15 min. op 100% inkoken. Verder afmaken zoals hierboven aangegeven.
Was de kwetsen, snijd ze doormidden en verwijder de pitten. Wrijf uien,knoflook, djahé, kaneel en kruidnagel met een beetje zout tot een brij. Breng de azijn aan de kook met dit kruidenmengsel en voeg er, als dit kookt, de kwetsen en suiker aan toe en de rozijnen en de gehakte bakgember. Kook de massa op een zeer laag vuur (gebruik bij gas een onderzetplaatje) in tot de dikte van jam. Blijf roeren. Doe de massa in potten en pas afsluiten als ze afgekoeld zijn. Minstens 6 weken bewaren voor gebruik.
Magnetron:
Voorbereiden zoals aangegeven. Doe de azijn met de kruidenbrij in een grote magnetronschaal en breng het afgedekt in 6 à 7 min. op 100% aan de kook. Roer de kwetsen met de suiker, rozijnen en bakgember erdoor en laat het onafgedekt 10 à 15 min. op 100% inkoken. Verder afmaken zoals hierboven aangegeven. Chutney kan ook gemaakt worden van andere tropische vruchten zoals mango, papaya kiwi, etc.
Gado gado
1 schoteltje kool gesneden
1 flink stuk bloemkool
200 gram boontjes
125 gram taugé
2 hardgekookte eieren
zout
Voor de saus:
1 teen knoflook fijngehakt
1 stukje trassi
2 theelepels sambal oelek
3 eetlepels pindakaas [222]
Maak de groenten schoon en kook ze met wat zout halfgaar behalve de taugé, die overgiet men met kokend water. Laat alles uitlekken en doe de groenten op een grote platte schaal. Fruit dan in wat olie de knoflook, trassi en sambal. Voegdan de pindakaas toe. Roer het geheel tot een dikke pap en voeg indien nodig watwater bij. Is de saus gereed dan wordt de groenten hiermee overgoten. Garneer het met partjes ei. Gefruite uitjes en schijfjes komkommer zijn een welkome aanvulling.
1 komkommer in schijfjes
1 grote ui gefruit
2 hardgekookte eieren
200 gram witte kool fijngesneden
200 gram taugé schoongemaakt
200 gram sperziebonen gaar
1 schotel gebakken tempeh
gebakken kroepoekjes
Dompel de taugé en kool even in kokend water en laat dit weer uitlekken en afkoelen. Schik de groenten naast elkaar op een platte schaal en drapeer destukjes tempeh, komkommer, kroepoekjes en plakjes ei eromheen. De pindasaus er overheen gieten, maar kan er ook apart erbij. De gebakken ui moet wel over de groenten.
2 hard gekookte eieren
250 gram witte kool in dunne repen
250 gram andijvie in dunne repen
¼ blikje sperziebonen of verse
100 gram gewassen taugé
½ komkommer in plakjes
1 tomaat in parten kroepoek
2½ dl pindasaus
Snijd de eieren overlangs in 4 parten. Leg de kool met 1 eetlepel water op de bodem van een wijde schaal en zet de schaal met deksel voor 5 min. op vol vermogen in de magnetron. Was de andijvie, in repen snijden en in een wijde schaal met deksel 3 min. op vol vermogen koken in de magnetron. Laat de sperziebonen uitlekken (verse eerst blancheren). Giet over de taugé in een vergiet een ketel kokend water. Rangschik alle groenten op een grote platte schaal en garneer met plakjes komkommer, partjes tomaat, ei en stukjes kroepoek. Serveren met een warme of koude pindasaus en natuurlijk witte rijst.
200 gram taugé
200 gram kool fijngesneden
½ komkommer in stukjes
2 stukjes trassi
1 teen knoflook fijngehakt
½ kopje azijn
zout
sambal oelek
Was de groenten en laat ze uitlekken. Schik de uitgelekte groenten op eenschaal. Wrijf de knoflook en trassi tezamen. Doe dat met de sambal en zout naarsmaak bij de azijn. Roer dit goed door elkaar. Giet dit dan over de groenten. Goed vermengen. Eventueel nog garneren met gebakken uitjes.
250 gram taugé
3 rode lomboks heel fijngesneden
1 stukje trassi fijngeprakt
1 theelepel djahé
1 teen knoflook fijngehakt
¼ komkommer in schijfjes
½ kopje selderie heel fijngesneden
¾ kopje azijn
½ eetlepel ketjap manis
Doe de uitgelekte taugé in een diepe schaal. Bovenop de taugé de stukjes komkommer. Meng de azijn met de ketjap en de rest van de ingredienten en giet dit over de taugé en komkommer. Goed door elkaar mengen en rustig laten uitlekken. Strooi er wat gebakken uitjes overheen
3 aardappels in de schil
1 theelepel sambal oelek [223]
3 eetlepels azijn
200 gram taugé
200 gram witte kool fijngesneden
½ komkommer in stukjes
1 eetlepel bruine basterdsuiker
3 theelepels kentjoer
2 eetlepels pindakaas
zout
Haal de schil van de gekookte aardappel en prak ze fijn en vermeng met de pindakaas, zout, suiker, kentjoer en azijn tot een brij. Dan sambal naar smaak toevoegen. Doe de brij in een diepe schaal en meng de groenten er goed doorheen.Gebruik hiervoor een grote lepel
1 gare aardappel
150 gram sperziebonen
200 gram witte- of spitskool
50 gram taugé
½ eetlepel pindakaas
2 theelepels sambal oelek
1 stukje asem (walnoot grootte)
1 eetlepel bruine basterdsuiker
Week de asem in wat water en wrijf het daarna door een zeef. Maak de groentenschoon en snij ze in repen. Kook de groenten halfgaar en doe er de laatste minuut de taugé bij. Laat de groenten goed uitlekken. Prak de aardappel fijn en schep deze door de groenten. Breng de asem met de bruine suiker aan de kook en roer er de pindakaas en sambal door. Schep tot slot de groenten door het pindakaas mengsel.
1 grote aubergine
250 gram gehakt (hoh)
1 groene of rode paprika
1 grote ui fijngesneden
1 stukje trassi
1 teen knoflook fijngehakt
zout en peper
nootmuskaat
Snij de aubergine in 4 tot 6 reepjes. Kerf ze in en bestrooi ze met zout, peper en nootmuskaat. Fruit dan in wat olie de trassi, knoflook, ui, stukjes paprika en het gehakt totdat het gehakt los en bruin is. Als laatste de aubergine erbij en gaar laten bakken.
2 grote aubergines in plakken
3 spiegeleieren
2 eetlepels tomatenpuree
3 dl melk
2 afgestreken eetlepels bloem
wat margarine
peper en zout
Bak de plakken aubergine in wat olie en leg ze op een platte verwarmde schaal. Drapeer daar de eieren op. Verwarm de melk met wat margarine en voeg hierbij de bloem en tomatenpuree. Breng op smaak met wat zout en peper. Giet saus over eieren met aubergine.
Voor de saus:
1 grote gesnipperde ui
3 tenen knoflook uitgeperst
2 theelepels sambal oelek
1 stukje verkruimelde trassi
3 eetlepels ketjap asin
2 theelepels javaanse suiker
De saus maakt men van te voren, dan is hij smakelijker bij het opdienen. Stamp de ui tot een pasta en voeg hierna alle voor de saus genoemde ingredienten toe en blijf dit 1 min. krachtig doorroeren. Laat de saus een uur staan en wrijf hem dan door een fijne zeef.
Voor de aubergine:
1 lange smalle aubergine
2 eetlepels citroensap
½ theelepel zout
4 eetlepels olie [224]
Snij de aubergine in vingerdikke plakken. Meng ineen kom het citroensap met een ½ theelepel zout. Bestrijk hiermee de plakken aubergine een beide kanten en laat ze 15 min. staan. Daarna droog maken met keukenpapier. Bak de plakken aan weerszijden goudbruin (niet meer dan 6 tot 8 plakken tegelijk). Voeg extra olie toe indien nodig. Laat de plakken even uitlekken. Schik de plakken aubergine op een voorverwarmde schaal en leg als garnering een bloem van rode lombok erbij. Dien de saus op in eenpersoons kommetjes. Dip de plakken in de saus voor ze te eten.
1 rode of groene paprika per persoon
250 gram gehakt
1 grote ui fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
wat selderie fijngesneden
1 stukje trassi
zout en peper
ve-tsin
Snij het kapje van de paprika en verwijder de zaadjes. Fruit in wat olie de ui, trassi, knoflook, selderie en het gehakt. Kruid af naar eigen smaak en laat het gehakt goed bruin worden. Laat dan het gehaktmengsel in een zeef uitlekken. Vul de paprika's met het gehaktmengsel en zet ze staande in een beboterde vuurvaste schaal. Zet de schaal ca. 15 min. in de oven of grill. Serveer bij witte rijst of nasi goreng.
1 groot koolblad per persoon
3 gekookte aardappels
250 gram rundergehakt
¼ liter bouillon
2 grote uien fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
1 stukje trassi
zout en peper
djinten
wat selderie
Kook de koolbladeren halfgaar en laat ze uitlekken. Maak een mengsel van het gehakt, aardappels, ui, knoflook, trassi en wat selderie. Kruid het geheel af met zout, peper en djinten. Leg een hoopje van het mengsel op een blad en rol het goed dicht. Doe er een houten prikker door dan blijft het zeker vastzitten. Beboter een vuurvaste schaal en leg de rolletjes naast elkaar. Zet de schaal in een voorverwarmde oven of grill. Giet er af en toe wat met ketjap aangemaakte bouillon bij. Na 15 min. kunnen de rolletjes eruit. Serveer bij witte rijst.
1 literpot tuinbonen
1 grote ui fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
1 stukje trassi
1 rode of groene paprika
100 gram gehakt (hoh)
1 theelepel djinten
zout, peper en nootmuskaat
Fruit in wat olie de ui, trassi, knoflook en de blokjes paprika. Dan het gehakt erbij tot het bruin en rullig is. Doe er dan de bonen bij en kruid af naar eigen smaak. Worden verse tuinbonen gebruikt, dan eerst gaar koken en uit laten lekken.
500 gram andijvie
2 grote uien fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
1 stukje trassi
2 blikjes tomatenpuree
200 gram gehakt (hoh)
2 kopjes bouillon (van blokje)
zout, peper en nootmuskaat
Andijvie goed wassen en heel fijn snijden. Dan uit laten lekken. Fruit in wat olie de ui, knoflook en trassi. Doe er dan het gehakt bij (i.p.v. gehakt kunnen ook garnalen) en kruid af. Dan de tomatenpuree, sambal naar smaak en de bouillon. Laat dit ca. 5 min. sudderen. Serveer nu witte rijst, handvol fijngesneden andijvie met daaroverheen de saus.
[225] ½ witte kool grofgesneden
2 uien fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
2 theelepels kerrie
50 gram gemalen kokos
100 gram gepelde garnalen
zout
nootmuskaat
Kook de kool in water met wat zout halfgaar en laat dit uitlekken. Hak de kool dan fijn. Fruit in wat olie de ui en knoflook. Zet het vuur laag en doe er de garnalen, kool en kokos bij. Goed doorroeren. Strooi er dan de kerrie en nootmuskaat over. Weer goed mengen en laat alles nog 10 min. doorsudderen. Bij witte rijst serveren.
1 grote tomaat per persoon
200 gram gehakt (hoh)
2 uien heel fijngesneden
2 eetlepels selderie fijngesneden
1 theelepel djinten
1 geklutst ei
2 tenen knoflook fijngehakt
zout en peper
Snij het kapje van de tomaat en hol de tomaat uit. Vermeng het gehakt met alleingredienten en vul er de tomaten mee. Zet ze in een beboterde schaal. Dan voor15 min. in de oven of grill. Serveer bij witte rijst met o.a. gado-gado, sambalgoreng babi, sambal goreng boontjes.
1 blikje bamboescheuten
1 ui fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
1 ontpitte rode lombok
2 ontpitte groene lomboks
¼ blok santen suiker en boter
Kruiden:
1 theelepel trassi
1 theelepel asem
1 schijfje laos
2 blaadjes salam
zout
Snijd de bamboe in fijne reepjes en kook ze ca. 10 min. Snijd de ui, knoflook en lomboks heel fijn en fruit ze met de kruiden in boter lichtbruin. Blus dit mengsel met 2 dl heet water. Doe de bamboe erbij en laat het geheel 5 min. sudderen. Voeg vervolgens santen en suiker naar smaak toe en laat het gerecht weer 5 min. sudderen. Het kan nodig zijn dat er wat water toegevoegd moet worden.
500 gram diepvrieserwten
100 gram gepelde garnalen
3 tenen knoflook fijngehakt
1 rode (groene) lombok
1 ui heel fijngesneden
½ theelepel laos
1 stukje trassi
1 eetlepel citroensap
1 kopje dikke santen
Fruit in wat olie de trassi, ui, knoflook, fijngesneden lombok en de laos. Doe er dan de garnalen bij totdat deze beginnen te bruinen. Daarna de erwten, het citroensap en de santen. Laat alles op een klein vuur gaarkoken. Let wel goed opdat het niet droogkookt.
200 gram peultjes
200 gram garnalen
4 gesnipperde sjalotten
2 tenen knoflook
2 rode lomboks
2 eetlepels citroensap
1 eetlepel ketjap
2 eetlepels olie
Kruiden:
1 schijfje laos
1 theelepel trassi
zout [226]
Stamp de kruiden met de fijngesneden lomboks, sjalotten en knoflook fijn enfruit ze in olie. Voeg de garnalen en peultjes aan dit mengsel toe en blus hetgeheel met genoeg vocht, zodat alles langzaam gaar kan koken. Als de peultjes gaar zijn wordt er ketjap en citroensap bij gedaan
200 gram diepvries erwtjes
1 gesneden ui
1 teen knoflook fijngehakt
1 groene lombok fijngesneden
200 gram garnalen
2 eetlepels olie
2 dl water
¼ blok santen
2 eetlepels citroensap
zout
Kruiden:
1 schijfje laos
1 theelepel trassi
Stamp de kruiden met de fijngemaakte ui, knoflook en lombok en fruit dit mengsel in olie. Bak de garnalen in deze saus en blus ze met water. Voeg dan de erwtjes, citroensap, santen en zout toe en laat het geheel met de deksel op de pan gaarkoken
250 gram sperziebonen
2 uien
2 tenen knoflook
1 rode lombok
3 eetlepels olie
2 eetlepels citroensap
1 eetlepel ketjap manis
zout en suiker
Kruiden:
2 theelepels ketoembar
½ theelepel djinten
1 theelepel trassi
Bak de fijngesneden ui, knoflook, lombok, sperziebonen met de kruiden in de olie. Doe er dan zoveel water bij, dat de groente net onder staat. Voeg dan citroensap en suiker toe en kook het geheel met de deksel op de pan langzaam gaar. Maak het gerecht op smaak met ketjap.
500 gram sperziebonen
2 rode paprika's
1 lapje mager rookspek
1 grote ui
1 teen knoflook
2 eetlepels ketjap asin
1 stukje Javaanse suiker
1 mespuntje ve-tsin
peper en zout
Boontjes breken, paprika's in stukjes snijden en het spek in dobbelstenen. Spek uitbakken, gesneden ui en knoflook meebakken. Ketjap en andere kruiden erbij. Dan de boontjes toevoegen. Goed omroeren. Een scheutje water toevoegen en dan de boontjes, met de deksel op de pan, halfgaar laten koken. De laatste paar minuten de paprika toevoegen. Vooral niet te gaar laten worden.
500 gram sperziebonen
2 uien in ringen
2 kopjes dikke santen
2 rode lomboks in ringen
2 blaadjes salam
1 stukje trassi
2 tenen knoflook, fijngehakt
1 theelepel laos
½ theelepel bruine basterdsuiker
zout en peper
Fruit in wat olie de ui, trassi, en knoflook. Dan de lomboks, salam en laos erbij. Indien alles goed gefruit is dan de santen, sperziebonen, zout en pepernaar smaak erbij en alles op een laag vuur laten koken. De bonen niet te gaar laten worden.
[227] 1 kleine kool (500 gram)
50 gram garnalen
2 tenen knoflook, fijngehakt
1 theelepel ketoembar
1 theelepel trassi
2 lomboks
½ liter bouillon (santen)
1 grote ui fijngesneden
4 eetlepels olie
water
De kool fijnsnijden. De gesneden lombok, uien, knoflook en ketoembar fijnstampen en aanfruiten. Daarna de kool toevoegen en zoveel water erbij doen dat de kool erin kan slinken. Vervolgens de garnalen en bouillon of santen erbij doen. Laat alles in ca. 30 min. gaarkoken.
400 gram gesneden witte kool
1 gesnipperde ui
½ dunne prei in dunne ringen
2 theelepels djahé
2 eetlepels olie
1 theelepel laos
4 eieren
zout
Olie verhitten en ui, prei met laos en djahé toevoegen. Knoflook erboven uitpersen en 3 min. zachtjes bakken. Kool erdoor scheppen en nog eens 5 min.zachtjes bakken. Af en toe omscheppen. Eieren loskloppen en over het warme koolmengsel schenken. Zachtjes bakken totdat ei gestold is. Met 2 vorken groente en ei door elkaar mengen. Op smaak brengen met zout en overdoen in een schaal.
250 gram gesneden groene kool
2 fijngesnipperde uien
2 lomboks fijngesneden
2 tenen knoflook, fijngehakt
1 theelepel trassi
100 gram boter
zout
Fruit de fijngesneden uien, lombok en knoflook met trassi en zout in boter goudgeel. Doe er dan de groene kool bij. Roer dit goed, totdat de kool wat geslonken is. Voeg er dan zoveel water bij, dat de kool net onder staat. Laat het gerecht langzaam met de deksel op de pan gaar sudderen. het gerecht mag niet te droog worden.
750 gram broccoli of andijvie
3 tenen knoflook, fijngesneden
2 gesnipperde uien of sjalotten
1 theelepel laos of 1 schijfje verse
2 blaadjes salam
1 theelepel trassi
1 vleesbouillonblok
1 groene lombok of paprika
3 eetlepels olie
De olie op groot vuur verhitten, knoflook, uien en andere ingrediënten 2 min. fruiten. De gesneden broccoli of andijvie erbij doen, even meebakken en dan afblussen met wat water. Het geheel 5 min. al roerende aan de kook brengen.
500 gram witte kool grofgesneden
1 stukje trassi
2 grote uien in reepjes
4 kopjes water
1 eetlepel asemsap
2 tenen knoflook, fijngehakt
50 gram gedroogde garnalen (weken)
3 rode lomboks in ringen
zout en ve-tsin
Fruit in wat olie de trassi, knoflook en de ui. Dan de geweekte garnalen en lombok erbij. Vervolgens wat zout, ve-tsin en het water . Breng alles aan de kook. Laat dan de stukken kool nog ca. 10 min. meekoken. Temper het vuur als de kool halfgaar is. Als laatste het asemsap erbij en doorroeren. Serveer bij witte rijst, een visgerecht en sambal.
250 gram boontjes
100 gram taugé
150 gram jonge “kaspe bladeren”
½ jonge klapper
2 rode lomboks
5 lombok rawit
2 theelepels trassi
1 blaadje djeroek poeroet [228]
½ theelepel kentjoer
2 tenen knoflook
asem en zout
De klapper wordt geschild en geraspt. Nu maakt men de kruiden fijn en meng de geraspte klapper en de groenten er doorheen. Het is smakelijker als men de klapper eerst zonder olie bakt of roostert. Dan stoomt men de groenten in een stoompan in 8 tot 10 min. De groenten moeten knapperig blijven. Opdienen op voorverwarmde borden of schaal.
100 gram sperziebonen
100 gram spinazie
100 gram taugé
100 gram spitskool
½ komkommer
1 kleine kokosnoot
1 gesnipperde ui
1 teen knoflook, gesnipperd
1 theelepel sambal oelek
½ theelepel laos
4 grote bladeren ijsbergsla
4 blaadjes djeroek poeroet
Snij de boontjes in stukjes van 3 cm, de spinazie in repen, kool in snippers, komkommer in blokjes (zaad verwijderen). Schep alle groenten in een kom door elkaar. Haal het vruchtvlees uit de kokosnoot en rasp dit. Stamp ui, knoflook, sambal en laos fijn. Meng dit door de kokos en voeg wat zout toe. Doe dit mengsel door de groenten. Leg op elk slablad een gelijke hoeveelheid groenten, een poeroetblaadje en vouw het blad dicht zodat pakjes ontstaan. Bestrijk het geperforeerde deel van de stoompan met wat olie. Leg de groentepakjes in de pan en stoom ze in 8 tot 10 min. De groenten moeten knapperig blijven. Opdienen op voorverwarmde borden of schaal
300 gram sperziebonen
75 geraspte kokos
75 gram taugé
150 gram spitskool
2 gesnipperde uien
2 tenen knoflook, gesnipperd
1 theelepel sambal oelek
½ theelepel laos
4 grote bladeren ijsbergsla
4 blaadjes djeroek poeroet
Snij de boontjes in stukjes van 3 cm, de spinazie in repen, kool in snippers. Schep alle groenten in een kom door elkaar. Week de geraspte kokos met 1 dl lauwwarm water, enkele omscheppen en 10 min. laten staan. Stamp ui, knoflook, sambal, laos en wat zout fijn. Meng dit door de kokos. Doe dit mengsel door de groenten. Leg op elk slablad een gelijke hoeveelheid groenten met een poeroetblaadje en vouw het blad dicht zodat pakjes ontstaan. Bestrijk het geperforeerde deel van de stoompan met wat olie. Leg de groentepakjes in de pan en stoom ze in 8 tot 10 min. De groenten moeten knapperig blijven. Opdienen op voorverwarmde borden of schaal.
400 gram kool
75 geraspte kokos
75 gram taugé
zout
2 gesnipperde uien
2 tenen knoflook, gesnipperd
1 theelepel sambal oelek
½ theelepel laos
4 grote bladeren ijsbergsla
4 blaadjes djeroek poeroet
Snij de kool (spitskool, witte of groene kool) in snippers. Schep kool en taugé in een kom door elkaar. Week de geraspte kokos met 1 dl lauwwarm water, enkele keren omscheppen en 10 min. laten staan. Stamp ui, knoflook, sambal, laos en wat zout fijn. Meng dit door de kokos. Doe dit mengsel door de groenten. Leg op elk slablad een gelijke hoeveelheid groenten met een poeroetblaadje en vouw het bladdicht zodat pakjes ontstaan. Bestrijk het geperforeerde deel van de stoompan met wat olie. Leg de groentepakjes in de pan en stoom ze in 8 tot 10 min. De groenten moeten knapperig blijven.
300 gram taugé
200 gram gesneden snijbonen
1 teen knoflook
1 stukje verse kentjoer
2 blaadjes djeroek poeroet
½ verse rode lombok
½ theelepel suiker
½ theelepel trassi
1 mespunt zout
100 gram geraspte kokos [229]
De knoflook, kentjoer en stukjes lombok fijndrukken door de knoflookpers. Djeroek poeroet heel fijn snijden. Dit alles mengen met de trassi, suiker, zouten kokos. De taugé en snijbonen 3 min. in kokend water, dan in een vergiet laten uitlekken en de groenten zo heet mogelijk door de gekruide kokos halen.
125 gram boontjes
125 gram snijbonen
125 gram witte kool
125 gram worteltjes
6 kemiries
1 lombok
trassi en zout
Snij de boontjes, snijbonen, witte kool en peentjes aan stukjes. Kook ze in water met wat zout gaar. Giet de groenten af en laat ze uitlekken. Stamp de kemiries met een stukje trassi en lombok fijn. Doe dit in een pannetje, voeg een stukje asem toe en roer er zoveel water door zodat alles goed gebonden is. Doe er dan de groenten doorheen en dien het op. Men kan er een scheut ketjap bijdoen.
1 kolf jonge maïs of blik
6 kemiries
2 lomboks
1 stukje trassi
asem en zout
water en ketjap manis
Stamp de kemiries met de lomboks, een stukje in olie gebakken trassi en wat zout fijn. Maak hiervan met asem, water en een scheut ketjap, een dikke saus. Onderwijl heeft men de jonge maïs, in water met wat zout, gaar gekookt. Laat dit geheel nog even doorstoven.
1 bord vol groenten
2 lomboks
1 kopje santen
4 kemiries
2 tenen knoflook
2 uitjes
De groenten (kool, boontjes, taugé, selderie, enz.) schoonmaken en kleinsnijden, 5 min. in kokend water dompelen en af laten koelen. De kruiden fijnwrijven, met de santen vermengen en op een zacht vuur verwarmen tot het geheel gaat binden. De saus laten afkoelen en in een aparte sauskom presenteren of over de groenten gieten. Gebakken kroepoek of dunne gebakken tempeh erbij geven.
1 bord gesneden bleekselderie,
petjel-saus,
gebakken tempeh.
Zie het grondrecept voor petjel.
1 bord gaar gekookte boontjes,
petjel-saus,
gebakken tempeh of kroepoek.
Zie het grondrecept voor petjel.
1 bord gaargekookte taugé,
petjel-saus,
gebakken kroepoek,
tempeh of garnalenkoekjes.
Zie grondrecept voor petjel.
1 bord rauwe komkommer,
petjel-saus,
garnalenkoekjes.
Zie grondrecept voor petjel.
1 bord gesneden jonge mango,
petjel-saus.
De saus bereiden volgens het grondrecept en over de mango gieten. [230]
Het grondrecept, maar eerst het rundvlees zacht koken, dan in lapjes gesneden en in aangelengde keuken-tamarinde leggen. Daarna slaat men de lapjes met een oelek-oelek bijna uit elkaar en kookt ze verder in de saus, totdat de olie eruit komt.
2 grote aubergines
3 kemiries
2 lomboks
1 stukje trassi
1 kopje dikke santen
asemwater en zout
De aubergines gaar poffen. Maak sambal van de lomboks, kemiries, asem, trassi enwat zout. Voeg nu de sambal in de santen en giet ze over de ongeschilde aubergines.
taugé, kool, boontjes
kroepoek oedang
gebakken ui
gekookte aardappelen
hardgekookte eieren
tahoe goreng
gebraden rode lombok
trassi, zout en suiker
katjang goreng
santen en asemwater
De groenten worden halfgaar gekookt. Voor de saus maakt men de katjang goreng met de lomboks, trassi en wat zout fijn. Fruit dit in olie en voeg hierbij de santen en asemwater. De saus mag niet lang koken en moet er rood en olie-achtig uitzien. Plaats op een diepe schaal eerst de taugé, kool en boontjes, hierop de gebakken tahoe, aardappelen, eieren, tempeh, kroepoek oedang en gebakken uitjes. Dan de saus er overheen. Als men dit gerecht pedis-pedis wil hebben, neem dan een paar theelepels azijn met geraspte lombok rawit erin.
500 gram gekookte bieten
2 gekookte aardappels
300 gram boterhamworst
1 blikje ananas
½ potje zilveruitjes
3 zoetzure augurken
doperwten en wortelen
mayonaise en ananassap
Worst in dobbelstenen snijden. Augurken in schijfjes. Dan alles goed door elkaar mengen en in de koelkast koud laten worden. Dan pas opdienen.
5 jonge maïskolven (uit blik)
? blok santen
1 geklutst ei
200 gram garnalen of ebi
1 eetlepel bloem
4 rode uien
selderie
zout en nootmuskaat
Uien, nootmuskaat en maïs fijnstampen. De selderie, garnalen, bloem en geklutst ei toevoegen en goed door elkaar mengen. Dan ballen maken ter grootte van een kleine gehaktbal en frituren in hete olie.
1 grote harde appel in stukjes
10 radijsjes in partjes
1 grapefruit in partjes
¼ komkommer dunne partjes
1 kopje blokjes ananas
1½ theelepel sambal bawang
½ theelepel djahé
1 eetlepel ketjap manis [231]
Doe alle vruchten in een diepe kom. Maak een saus van de sambal, djahé en ketjap. Meng de saus goed door de vruchten en laat dit intrekken. Serveer bij witte rijst, nasi goreng, bami met een kip- of vleesgerecht
2 appels
1 komkommer
½ literblik ananas
1 stukje trassi
½ theelepel sambal oelek
1 eetlepel bruine basterdsuiker
1 eetlepel ketjap manis
3 eetlepels citroensap
Snij de geschilde appels en gewassen komkommer in reepjes. Laat de ananas uitlekken en snij de schijven in stukjes. Roer de overige ingrediënten door elkaar en giet het sausje over de vruchten. Laat alles een paar uur intrekken.
2 knollen selderie
1-2 lomboks
2 eetlepels olie
citroensap en suiker
Snij de knolselderie in schijfjes of reepjes en kook ze in water met zout gaar. Laat ze goed uitlekken. Voeg dan de fijngesneden lomboks (ontpit), olie, citroensap en suiker toe en roer alles goed door elkaar
1 grote komkommer
1-2 lomboks
½ eetlepel suiker
2 eetlepels olie
citroensap en zout
Snij de komkommer in dunne schijfjes, strooi er zout op en laat ze in een vergiet uitlekken. Doe de fijngesneden lomboks (zonder pitten), olie, citroensap en suiker erbij. Roer alles goed door elkaar. Men kan i.p.v. komkommer ook tomaten gebruiken.
1 komkommer
2 onrijpe bananen
2 zure appels
Voor de saus:
2 rode lomboks
2 eetlepels ketjap manis
½ eetlepel asem
2 eetlepels water
1 blok javaanse suiker
1 theelepel trassi
Snijd de vruchten in schijfjes of blokjes. Maak een saus van de fijngehakte lomboks, ketjap, asem, water, Javaanse suiker en trassi. Roer dan de vruchten door de saus.
6-8 tomaten
2 lomboks
2 eetlepels olie
citroensap en suiker
Snijd de tomaten doormidden en haal het zaad eruit. Snijd ze in schijfjes, strooi er zout op en laat ze uitlekken. Snijd de lomboks heel fijn en vermeng ze met de schijfjes tomaat. Doe er olie, citroensap en suiker bij en roer alles goed door elkaar.
300 gram rode bessen
2 eetlepels ketjap manis
2 eetlepels javaanse suiker
1 theelepel sambal oelek [232]
1 theelepel trassi
Doe de bessen in een diepe kom een roer de ketjap, Javaanse suiker, sambal en trassi er goed door. Laat dit mengsel afgedekt ongeveer 2 uur staan voordat het geserveerd wordt
3 zure appels
1 grote komkommer
2 koolrabi
Voor de saus:
2 ontpitte rode lomboks
2 theelepel asem
2 eetlepels petis
1½ theelepel trassi
1 eetlepel ketjap manis
Was de koolrabi, appels en de komkommer goed en snijd ze in schijfjes. Rangschik de schijfjes op een schaal. Stamp de lomboks met asem, petis en trassi door elkaar. Doe er wat water bij en maak er een dikke saus van. Giet de saus over de schijfjes.
2 appels ongeschild
2 harde peren ongeschild
½ komkommer ongeschild
100 gram rode bessen
1 schijf ananas in stukjes
1 theelepel sambal trassie
2 eetlepels ketjap manis
75 gram javaanse suiker
2 eetlepels water
zout
Men lost de goela djawa of bruine basterdsuiker met 2 eetlepels water, op een laag vuur, geheel op. Dan doet men er sambal, ketjap en zout bij en roert men alles goed door. Snijd de vruchten en komkommer in stukjes. De stukjes worden overgoten met de saus en laat alles een paar uur staan. Koel serveren.
1 kopje witte bonen
2 uien
2 tenen knoflook
1 rode lombok
1 groene lombok
1 theelepel trassi
1 uitgeperste citroen
1 eetlepel ketjap manis
2 eetlepels olie
zout
De witte bonen een nacht in ruim water laten weken. Dan de velletjes eraf halen. Snijd de uien, knoflook en lomboks fijn en fruit ze met trassi in olie. Blus het mengsel met 3 dl water en doe de gepelde bonen in het vocht. Laat de bonen met zout en citroensap gaar stoven. Als het gerecht gaar is, op smaak brengen met ketjap.
500 gram diverse groenten
3 eieren
2 eetlepels water
3 eetlepels olie
1 teen knoflook
peper en zout
1 theelepel sambal oelek
2 eetlepels ketjap manis
Voor de diverse gemengde groenten kan men kiezen uit bijv. kool, prei, uien, rode en/of groene paprika, worteltjes en taugé. Roer de eieren in een kom los. Klop er het water door. Verwarm de 2 eetlepels olie in een voorverwarmde wadjan of braadpan. Roerbak de gesneden groenten gedurende 2 min. op hoog vuur onder voortdurend omscheppen. Haal de groenten uit de wadjan en houd ze even apart in een schaal. Voeg 1 eetlepel olie toe en verhit deze opnieuw. Fruit sambal en een uitgeperst teen knoflook in de olie en voeg 2 eetlepels ketjap manis toe. Voeg hieraan toe het eiermengsel en doe de groenten er ook direct bij. Schep het geheel goed door elkaar totdat de eieren [233] gestold zijn. Over de groenten kan men voor het serveren een paar eetlepels gebakken uitjes strooien.
500 gram fijngesneden kool
100 gram gehakt
2 eieren
2 eetlepels olie
3 eetlepels gesnipperde uien
2 tenen gesnipperde knoflook
peper en zout
Bak het gehakt los in de olie. Voeg uien, knoflook, zout en peper toe. Fruit, als het gehakt gaar is, de fijngesneden kool (groene of spitskool) even mee(kool moet knapperig blijven). Klop de eieren los met peper en zout. Meng zedoor de bakkende massa en blijf roeren tot het ei gestold is.
Magnetron:
Doe de olie in een hoge magnetronschaal en verwarm deze onafgedekt 1 min. op 100%. Roer het gehakt erdoor en verwarm het onafgedekt 2 à 3 min. op 100%. Eenmaal doorroeren. Voeg uien, knoflook, zout en peper toe en verwarm alles onafgedekt nogmaals 2 min. op 100%. Schep de fijngesneden kool erdoor en verwarm het gerecht afgedekt 2 à 3 min. op 100%. Roer de losgeklopte eieren door het gehakt en verwarm alles nogmaals afgedekt 2 à 3 min. op 70%.
100 gram peultjes
100 gram bloemkool
100 gram worteltjes
100 gram prei
2 eetlepels gehakte selderie
100 gram garnalen
2 eieren
2 eetlepels olie
Kruiden:
2 eetlepels gesnipperde uien
1 teen gesnipperde knoflook
2 ontpitte gesnipperde lomboks
peper en zout
nootmuskaat
1 mespunt ve-tsin
Snijd alle groenten heel fijn. Snijd of hak de garnalen ook fijn. Fruit ui, knoflook en lombok en voeg er, als de uien geel zijn, de garnalen aan toe. Bak ook de groenten mee. Klop de eieren met peper en zout en nootmuskaat en roer dieer, als de groenten halfgaar zijn, doorheen. Blijf roeren tot het ei gaat stollen. Voor het opdienen, de selderie en ve-tsin doorroeren.
Magnetron :
Doe de olie in een hoge magnetronschaal en verwarm deze onafgedekt 1 min. op 100%. Roerer de ui, knoflook en lombok door en verwarm het onafgedekt 2 à 3 min. op 100%.Schep er dan de garnalen en de groenten door en verwarm alles onafgedekt nogmaals 4 à 5 min. op 100%. Roer de losgeklopte eieren door het gehakt en verwarm alles nogmaals afgedekt 2 à 3 min. op 70%. Doorroeren en opdienen.
Voor de saus:
2 grote gesnipperde uien
2 tenen knoflook
2 theelepels sambal oelek
2 theelepels javaanse suiker
4 eetlepels ketjap asin
4 eetlepels olie
500 gram zoete aardappelen
1 rode lombok
1 ontvelde tomaat
1 toef peterselie
2 eetlepels citroensap
Maak de saus op dezelfde wijze als bij TERONG TJOLOHTJOLOH. Vlak voor het opdienen eventueel 1 of meer eetlepels water toevoegen. Stoom de zoete aardappelen (oebie of yam) in 15 tot 18 min. gaar. Laat ze uitlekken en opdrogen. Meng intussen het citroensap met theelepel zout totdat het zout opgelost is. Schil de aardappelen en snij ze in plakken. Bestrijk ze aan beide zijden met het zuur zoute [234] mengsel. Laat de plakken 4 min. liggen. Maak de plakken daarna droog met keukenpapier. Bak nu de plakken in hete olie goudbruin en zo knappend mogelijk. Bak niet meer dan 4 tot 6 plakken tegelijk. Laat de plakken even uitlekken op een stuk keukenpapier. Schik ze dakpansgewijs op een voorverwarmde schaal. Strooi een gesnipperde lombok erover en leg enkele parten tomaat en een toefje peterselie erbij. Saus apart opdienen in eenpersoons kommetjes. Plakken aardappel dippen in de koude ketjapsaus.
1 grote komkommer
1 theelepel sambal oelek
2 eetlepels citroensap
2 eetlepels rode ui
zout
Komkommer schoonboenen. Uiteinden verwijderen en overlangs doorsnijden. Het zaad met behulp van een lepeltje verwijderen. Snij elke helft opnieuw door in de lengte. Vervolgens de repen in stukjes van 3 tot 4 cm. Laat ze op een koele plaats 15 min. uitlekken. Meng in een kom sambal en citroensap of azijn en een beetje zout door elkaar. Voeg vlak voor het opdienen de stukjes komkommer toe en schep enkele malen goed om. Dien de salade op een schaal op en garneer met rode gesnipperde ui.
1 grote komkommer
schil van 1 citroen
Voor de dressing:
1 theelepel sambal trassi
1 kleine gesnipperde ui
1 teen knoflook
1½ eetlepel citroensap
½ theelepel witte basterd suiker
1 verse rode lombok
enkele grote slabladeren
Komkommer schoonboenen. Uiteinden verwijderen en overlangs doorsnijden. Het zaad met behulp van een lepeltje verwijderen. Snij de helften hierna in schuine repen. Breng in een hoge pan enkele liters water aan de kook. Voeg de citroenschil en per liter water 2 theelepels zout toe. Laat alles flink doorkoken en doe dan de komkommer erbij. Wacht tot alles opnieuw aan de kook is gekomen en laat het dan 2 min. flink doorkoken. Doe de inhoud in een vergiet en verwijderde citroenschil. Laat de komkommer goed uitlekken. Plaats de vergiet op een tochtige plek zodat de komkommer goed kan opdrogen. Daarna in de koelkast plaatsen. Stamp sambal met ui en knoflook tot een pasta. Doe de pasta in een kom en voeg al roerend het citroensap, suiker en een beetje zout toe. Schep de komkommer erdoor en laat alles nog enige tijd in de koelkast staan. Schep de komkommer van tijd tot tijd even om. Opdienen op een met slabladeren bedekte schaal en garneren met een bloem van verse rode lombok.
1 grote komkommer
3 ontvelde tomaten
Voor de dressing:
½ theelepel sambal badjak
1 eetlepel rode ui
1 mespunt knoflookpoeder
1 eetlepel citroensap
1 mespunt witte basterdsuiker
2 eetlepels olie
½ theelepel sambal trassi
Komkommer schoonboenen. Uiteinden verwijderen en overlangs doorsnijden. Het zaad met behulp van een lepeltje verwijderen. Snij elke helft in de lengte in 2 repen en de repen weer in blokjes van 1 cm. Halveer de tomaten, verwijder zaad en vocht en snij het vruchtvlees in smalle reepjes of blokjes. Maak de dressing door eerst in een kom het citroensap te vermengen met sambal badjak, sambaltrassi, knoflookpoeder en een beetje zout en suiker. Roer alles goed door elkaar en klop hierna met een garde de olie erdoor. Schep vlak voor het opdienen de uitgelekte komkommer erdoor. Opdienen in een schaal en verdeel de tomaat erover. Bestrooi de salade met rode gesnipperde ui.
[235] 1 kleine bloemkool
zout
Voor de dressing:
1½ eetlepel citroensap
½ eetlepel ketjap manis
1 theelepel witte basterdsuiker
1 theelepel sambal trassi
Maak de bloemkool schoon en verdeel hem in roosjes. Was ze enkele malen in koud water. Breng in een hoge pan enkele liters water aan de kook en per liter water 2 theelepels zout toevoegen. Kook hierin de roosjes bloemkool 4 tot 5 min. Laat daarna de roosjes uitlekken. Bloemkoolroosjes goed laten drogen. Maak de dressing door de aangegeven ingredienten in een grote kom met elkaar te vermengen. Schep de bloemkool vlak voor het opdienen door de dressing en serveren op een schaal.
2 kleine kroppen sla, bij voorkeur stevige gesloten kroppen
Voor de dressing:
3 eetlepels citroensap
1½ ketjap manis
1½ theelepel sambal oelek
1 teen uitgeperste knoflook
Verder nog:
4 eetlepels gekookte maïs
1 eetlepel rode ui
enkele radijsjes
Gebruik van de sla uitsluitend de stevige gesloten harten en snij de harten in vieren. Dompel ze enkele malen in koud water en schud ze goed uit. Maak de dressing door alle hiervoor aangegeven ingredienten met elkaar te vermengen. Haal de slaparten vlak voor het opdienen door de dressing en schik ze naast elkaar op een schaal. Schep de maïs door de resterende dressing en strooi ze over de slaparten. Strooi de rode gesnipperde erover en garneer met bloemetjes van radijs.
1 kleine witte kool
zout
Voor de dressing:
1 eetlepel citroensap
1 eetlepel ketjap asin
1 theelepel witte basterd
1 eetlepel sambal oelek
1 eetlepel olie
2 tenen knoflook uitgeperst
Neem de buitenste bladeren van de kool weg en verwijder het grootste gedeelte van de stronk. Pluk 12 tot 16 mooie bladeren van de kool. Water aan de kook brengen met 2 theelepels zout per liter toegevoegd. Kook de bladeren precies 3 min. en laat uitlekken en koud worden. Maak de bladeren droog en verwijder ook het dikste gedeelte van de bladnerven. Maak de dressing door de ingredienten met elkaar te vermengen. Bestrijk elk blad met een dun laagje dressing. Leg de bladeren hierna op elkaar. Bedek ze met een doek en plaats hierop een gewicht.Laat alles tenminste 30 min. staan op een koele plek. Snij daarna de kool in pinkdikke repen. Schep ze op een schaal en strooi eventueel 1 eetlepel klapper erover.
300 gram jonge sperziebonen
zout
schil van 1 citroen
Voor de dressing:
2 eetlepels citroensap
1 eetlepel ketjap manis
1 theelepel witte basterdsuiker
1 sambal badjak
1 mespunt knoflookpoeder
1 eetlepel olie
Verder nog:
2 ontvelde tomaten
1 eetlepel peterselie [236]
Snij de boontjes op gelijke lengte en was ze. Water aan de kook brengen met per liter 2 theelepels zout toegevoegd en de citroenschil. Kook de bonen hierin niet langer dan 5 min. Ze moeten knapperig blijven. Bonen laten uitlekken enopdrogen. Maak de dressing door de ingredienten met elkaar te vermengen. Schep de nog enigszins warme boontjes door dr dressing. Plaats ze in de koelkast enlaat ze volkomen koud worden. Leg de boontjes naast en op elkaar op een schaal. Snij de tomaten in parten en haal ze door de resterende dressing en bestrooi ze met peterselie blaadjes. Schik ze naast de boontjes.
500 gram verse champignons, cantharellen of oesterzwammen
schil van 2 citroenen en zout
Voor de dressing:
1½ eetlepel citroensap
1½ eetlepel ketjap manis
1 theelepel javaanse suiker
1 theelepel sambal oelek
1 eetlepel gesnipperde ui
1 teen knoflook uitgeperst
2 eetlepels olie
Verder nog:
½ rode paprika
4 eetlepels maïskorrels
2 eetlepels bladpeterselie
Maak de paddestoelen schoon, snij aan de onderkant een plakje van de steel af en daarna de paddestoel in dunne plakjes. Water aan de kook brengen met 2 theelepels zout per liter en de citroenschillen. Laat het 3 min. flink koken. Voeg de paddestoelen toe en wacht tot het water opnieuw kookt. Nu niet langer dan 2 min.laten koken. Inhoud in een vergiet storten, uit laten lekken en opdrogen. Maak de dressing door de ingredienten te vermengen. Schep de paddestoelen door de dressing en laat ze 15 min. staan op een koele plek. Maak de paprika schoon ensnij hem in heel kleine blokjes. Breng ze met een beetje water aan de kook en laat ze dan uitlekken en volkomen koud worden. Schep ze daarna met de uitgelekte maïs door de paddestoelen. Dien de paddestoelen op een schaal op en bestrooi het gerecht rijkelijk met peterselie (korianderblaadjes of bladselderie).
4 grote tomaten komkommer
Voor de dressing:
2 eetlepels citroensap
1 eetlepel ketjap manis
1 eetlepel witte basterdsuiker
1 theelepel sambal oelek
1 teen knoflook uitgeperst
Verder nog:
1 eetlepel fijngesneden bieslook
1 kleine ui, in ringen gesneden
Dompel de tomaten 30 sec. in kokend water. Daarna onmiddellijk in koud water waarna de vellen gemakkelijk te verwijderen zijn. Snij de tomaten in niet al te dikke plakken, zo ook met de komkommer. Leg de plakken tomaat en komkommer om en om op een schaal. Maak de dressing door alle daarvoor aangegeven ingredienten te vermengen. Schenk de dressing vlak voor het opdienen over de salade. Bestrooi de salade met de bieslook en leg de uiringen erop.
150 gram taugé
Voor de dressing:
1 eetlepel ketjap asin
2 eetlepels citroensap
2 theelepels sambal badjak
1 theelepel sambal oelek
Verder nog: [237]
1 stuk komkommer of augurk
enkele rozijnen
enkele sprieten bieslook of prei
Was de taugé in ruim water en verwijder de groene schilletjes. Laat de taugé goed uitlekken. Schenk dan enkele liters kokend water langzaam over de taugé en laat hem opnieuw uitlekken en opdrogen. Maak de dressing door de hiervoor aangegeven ingredienten met elkaar te vermengen. Was de komkommer en halveer hem en verwijder het zaad. Rasp de komkommer op een grove rasp. Wordt augurkgebruikt, dan deze ook raspen. Schep de komkommer of augurk door de dressing enlaat dit 15 min. staan. Spreid vlak voor het opdienen de taugé uit over de dressing met komkommer of augurk. Dan alles goed omscheppen en op een schaal doen. Garneer dit met bloemen van radijs en leg enkele sprieten bieslook of prei erbij.
1 kleine spitskool of chinese kool
1 eetlepel olie
1 gesnipperde ui
zout
1 teen gehakte knoflook
150 gram rundergehakt grof
2 ontvelde tomaten in blokjes
½ komkommer grof geraspt
Voor de saus:
2 gesnipperde uien
2 tenen knoflook
2 theelepels sambal oelek
2 eetlepels ketjap manis
3 eetlepels citroensap
½ theelepel witte basterdsuiker
1 eetlepel olie
Verder nog:
enkele slabladeren
2 hardgekookte eieren
Snij, hak of schaaf de kool in snippers of smalle repen. Fruit de ui totdat hij glazig ziet en schep de gesnipperde knoflook erdoor. Voeg hierna het gehakt toe. Laat alles al roerend 6 tot 8 min. bakken totdat het gehakt een lichtbruine kleur heeft gekregen en in kruimels is uiteengevallen. Schep dan de kool erdoor en laat alles nog steeds onder voortdurend omscheppen 2 tot 3 min. Zachtjes bakken. Schep daarna de komkommer en tomaat erdoor en strooi er wat zout over. Schep alles nog eens om en neem de pan van het vuur. Laat de inhoud volkomen koud worden. Maak de saus door uien, knoflook en sambal tot een pasta tewrijven. Voeg hierna de overige voor de saus genoemde ingrediënten en eventueel wat zout toe. Schep vlak voor het opdienen de saus door het gerecht. Dien het gerecht op een met sla bladeren bedekte schaal op. Leg in partjes gesneden eier bij.
1 grote aubergine
1 kleine komkommer zout
Voor de saus:
2 gesnipperde uien
2 tenen gehakte knoflook
2 theelepels sambal oelek
2 eetlepels ketjap manis
2½ eetlepel citroensap
1 theelepel witte basterdsuiker
Verder nog:
2 ontvelde tomaten
1 eetlepel bieslook
Snij de aubergine en komkommer in niet al te dunne plakken. Bestrooi de aubergine met wat zout en laat ze tenminste 30 min. uitlekken in een vergiet. Hierdoor gaat de bittere smaak verloren. Maak de saus door eerst uien, knoflook en sambal tot een pasta te wrijven. Voeg hierna ketjap, citroensap en suiker toe. Haal de plakken aubergine en komkommer een voor een door de saus en leg ze om en om op een schaal. Garneer het gerecht door parten tomaat erbij te leggen en wat fijngesneden bieslook erover te strooien.
600 gram kousenband stukjes van 2 cm
2 tomaten
1 rode lombok
1 teen knoflook
1 eetlepel limoensap
1 stukje trassi
2 eetlepels olie
suiker en zout [238]
Kousenband met weinig water en zout 10 min. koken. Tomaten, lombok en knoflook in gaatjespan met deksel op de pan 10 min. stomen. Dan in een mengbeker fijnmalen. 2 eetlepels olie verhitten en tomaatmengsel 3 min. zachtjes bakken. Kousenband en limoensap erdoor scheppen. Op smaak brengen met suiker en zout en overdoen in een schaal.
200 gram gehakt
3 grote aardappelen
4 stengels selderij
2 eieren
1 kleine gesnipperde ui
zout, peper en nootmuskaat
Aardappels koken en met alles fijnmaken. Op smaak brengen met ruim peper, zouten nootmuskaat. Het moet pittig zijn. Goed mengen en balletjes maken. Bakken in de hete olie zoals patat gebakken wordt.
2 tenen fijngehakte knoflook
½ theelepel kentjoer
1 theelepel suiker
zout en peper
3 eieren
2 eetlepels bloem
½ theelepel ketoembar
4 takjes fijngehakte selderij
50 gram fijngehakte garnalen
1 blik maïs (¼ liter)
Knoflook, kentjoer, selderij en garnalen moeten zeer fijngehakt zijn. De maïs pletten tot ze fijn is. Alles mengen tot een dikke pap en in de hete olie als oliebollen bakken.
4 bladeren chinese kool
1 gesnipperde ui
1 fijngesnipperd teen knoflook
1 eetlepel chinese sojasaus
1 theelepel gemberpoeder (djahé)
1 eetlepel dikke creme fraiche
300 gram rundergehakt
zout en peper
Was de koolbladeren voorzichtig, wat uitslaan en leg ze tussen keukenpapier 1 min. op vol vermogen in de magnetron. Neem ze uit de magnetron en leg ze naast elkaar op het aanrecht. Meng de ui, knoflook, sojasaus, gemberpoeder, zout, peper en creme fraiche door het gehakt en maak er rolletjes van. Wikkel elk rolletje in een koolblad en leg ze met de naad naar onderen in een lage en wijde ovenschaal. Zet de koolrolletjes ca. 6 min. op vol vermogen in de magnetron. De overgebleven kool in repen snijden, wassen en laten uitlekken. Leg de groente met 3 eetlepels water in een schaal met deksel en voor 500 gram kool is de magnetrontijd ca. 7 min. op vol vermogen. Geef er een pindasaus, witte rijst en de overgebleven kool bij.
75 gram droogkokende rijst
1 dl water
1 snufje zout
1 volle eetlepel nasikruiden
2 dl water
4 bladeren chinese kool
1 ei
1 snufje zout
1 eetlepel water
1 klontje boter
De rijst in een zeef wassen, goed laten uitlekken en breng dan het water met watzout in een wijde schaal met deksel aan de kook in de magnetron. Schakel hem ca. 12 min. in op 600 of 720 Watt. Doe er de rijst bij en schakel de magenetron 10 min. in op 150 of 180 Watt. Neem de rijst eruit en laat hem even staan. Roer de nasikruiden en het water door elkaar en doe dit in een schaaltje en breng het in ca. 1 min. tegen de kook aan op 600 of 720 Watt. Laat het kruidenmengsel tot gebruik staan. Leg de gewassen koolbladeren 1 min. tussen keukenpapier in de magnetron op 600 of 720 Watt. Smelt voor de omelet in een wijde schaal het klontje boter in krap 1 min. op 600 of 720 Watt. Klop het ei met het zout en water goed los. Giet dit mengsel in de schaal en laat het in ca. 3 min. Stollen op 150 of180 Watt. Schep de omelet eruit en snijd hem in repen. Roer de rijst, kruidenmengsel en repen omelet door elkaar en verdeel dit rijstmengsel over de bladeren. Vouw de kool eromheen zodat rolletjes [239] ontstaan. Steek de rolletjes met een houten prikker vast of gebruik keukengaren. Warm eventueel de rolletjes 12 min. op vol vermogen in de magnetron. Lekker met een pindasaus.
200 gram kipfilet, in stukjes
1 eetlepel olie
1 gesnipperde ui
1 kleine rode paprika in reepjes
1 kleine groene paprika in reepjes
100 gram uitgelekte taugé
¾ dl warme groentebouillon
2 eetlepels azijn
2 eetlepels sojasaus
2 eetlepels tomatenketchup
1 eetlepel honing
1 schijf ananas uit blik in stukjes
peper en zout
kerriepoeder en paprikapoeder
cayennepeper
1-2 eetlepels maïzena
2 eetlepels bieslook fijngesneden
water
De kipfilet met de olie in een schaal met deksel op vol vermogen (500 Watt 8-10 min, 650 Watt 6-7 min, 750 Watt 5-6 min.) aanbraden. Dan toevoegen: de ui, paprika, taugé, groentebouillon, azijn, sojasaus, tomatenketchup, honing, ananas en alles goed doorscheppen. Op smaak brengen met kerrie, paprikapoeder, zout, peper en cayennepeper. In de schaal met deksel op vol vermogen (500 Watt 10-12 min, 650 Watt 8-10 min, 750 Watt 7-9 min.) laten koken. maïzena aanmengen met wat koud water en door de groenten scheppen. Eventueel nog op smaak brengen met de kruiden. Op vol vermogen enkele minuten verhitten. Bestrooien met de bieslook en dan serveren. De groenten tijdens het koken enkele malen omroeren.
1 gesnipperde ui
100 gram wortels in repen
150 gram venkel in stukjes
150 gram bleekselderij in stukjes
100 gram gewassen/uitgelekte taugé
1 uitgeperst teen knoflook
3 eetlepels sesamolie
2 eetlepels rijstwijn (of droge sherry)
2 eetlepels sojasaus
1 eetlepel honing
1 eetlepel wijnazijn
zout, peper en djahé
kerrie en cayennepeper
2 eetlepels gehakte bieslook
Alle groenten met de ui, knoflook en sesamolie in een bruineerschaal met deksel op vol vermogen 10-12 min. verhitten. Meng de rijstwijn (of droge sherry), sojasaus, honing en wijnazijn door elkaar en schep dit door de groenten. Breng alles op smaak met de kerrie, peper, zout, djahé en cayennepeper. Nogmaals goed doorscheppen en enkele minuten op vol vermogen verhitten. Op een schaal schikken en bestrooien met de bieslook.
1 gesnipperde ui
1 uitgeperst teen knoflook
150 gram worteltjes in dunne reepjes
1 prei overlangs in reepjes
250 gram gewassen/uitgelekte taugé
2 eetlepels olie
5 eetlepels warme bouillon
1 fijngehakt gemberbolletje
2 eetlepels verkruimelde santen
2 eetlepels fijngehakte peterselie
zout en peper
nootmuskaat
djahé en cayennepeper
2 eetlepels gehakte lenteuitjes
De ui, knoflook, groenten, bouillon en olie in een magnetronschaal met deksel 8-10 min. op vol vermogen laten koken. Dan de fijngehakte gember, peterselie en santen toevoegen. Op smaak brengen met de kruiden en alles in de afgesloten schaal op ¾ vermogen in 4-6 min. laten gaarkoken. Bestrooien met de bieslook.
200 gram gewassen uitgelekte taugé
½ ongeschilde komkommer in reepjes
5 oesterzwammen in reepjes
1 eetlepel olie
1 eetlepel sojasaus
1 eetlepel geroosterde sesamzaadjes [240]
2 eetlepels rijstwijn (of droge sherry)
gehakte bieslook of peterselie
½ eetlepel aardappelmeel
In een ondiepe ruime schaal de olie onafgedekt 1 min. op vol vermogen verwarmen. De reepjes komkommer en oesterzwam erdoor scheppen en afgedekt ca. 1 tot 2 min. op vol vermogen verwarmen tot de komkommer bijtgaar is. Vervolgens de taugé er luchtig door scheppen en het mengsel bestrooien met de sesamzaadjes en besprenkelen met de sojasaus. De schaal nog even afgedekt 12 min. op vol vermogen in de magnetron zetten. De schaal enigszins schuin houden, de groente opzij schuiven en het samengestroomde vocht binden met een mengsel van aardappelmeel en rijstwijn (of droge sherry). Door de aanwezige warmte wordt het bindmiddel direct gaar. Alles nogmaals goed mengen en tenslotte bestrooien met bieslook of peterselie. Inplaats van oesterzwammen kunnen ook champignons in plakjes gebruikt worden.
350 gram chinese kool in reepjes
pikante pindasaus
Van de kool de dikste nerven verwijderen en in reepjes snijden. De kool goed wassen en met het aanhangende water in een ondiepe ruime schaal doen. Zet de schaal afgedekt 4-7 min. op vol vermogen in de magnetron tot de kool bijtgaar is. Indien gekookte gare kool gewenst wordt dan de schaal nog 35 min. op ca.350 Watt laten doorkoken. De bijtgare kool overgieten met een pikante pindasaus(of kaassaus).
125 gram kleine champignons
3 stengels bleekselderij in stukjes
1 bosje schoongemaakte lente-uitjes
150 gram schoongemaakte peultjes
250 gram tahoe in blokjes
200 gram bamboescheuten in dunne reepjes
4 eetlepels olie
10 gemberbolletjes in stukjes
½ eetlepels aardappelmeel
1 eetlepel azijn
2 eetlepels gembersiroop
1 theelepel bouillonpoeder
In een grote schaal (2 liter) de olie onafgedekt 24 min. op vol vermogen verhitten. De blokjes tahoe erdoor scheppen en enigszins bakken onafgedekt 5min. op vol vermogen. Na 2 min. omscheppen. Daarna de champignons, slauitjes en bleekselderij toevoegen en alles goed door elkaar scheppen. Het mengsel afgedekt verhitten in 35 min. op vol vermogen. Vervolgens bamboespruiten, peultjes en stukjes gember erbij doen en weer omscheppen. Het gerecht afgedekt in 2-3 min.op vol vermogen door en door warm laten worden. In een kommetje het aardappelmeel mengen met azijn, gembersiroop en bouillonpoeder. Dit mengsel door de groenten scheppen en het gerecht met bindmiddel in 1 min. afgedekt op volvermogen gaar laten worden. Lekker met witte drooggekookte rijst
Babi Panggang Saus
½ kopje bouillon
2 theelepels djahé
2 eetlepels bruine basterdsuiker
1 blikje tomatenpuree
1 theelepel ve-tsin
2 uien fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
Fruit in wat olie de uien en knoflook. Daarna voegt men de rest toe en laat het onder goed roeren 5 min. sudderen. Voor het opdienen van de babi panggang desaus erover gieten.
1 eetlepel taotjo
2 tenen knoflook
2 eetlepels chilisaus
½ fles tomatenketchup
2 eetlepels ketjap manis
2 eetlepels azijn
1 eetlepel suiker
maïzena of bloem [241]
Knoflook met taotjo fijnwrijven. Dit in hete olie 2 min. fruiten. Vervolgens de rest toevoegen en het geheel met maïzena of bloem binden. Eventueel wat water toevoegen.
1 teen knoflook fijngehakt
1 stukje trassi
1 eetlepel citroensap
laos
pindakaas
zout en peper
Fruit in wat margarine de knoflook en trassi. Voeg er dan de pindakaas bij (hoeveelheid zelf te bepalen) en roer goed door. Voeg dan zout, peper, laos en het citroensap toe. Giet onder voortdurend roeren beetjes water erbij totdat de saus op vloeibare dikte is. Doe naar eigen smaak sambal erbij en gebruik niet te hoog vuur anders verbrandt de pindakaas.
150 gram pindakaas
1 mespuntje knoflookpoeder
1 mespuntje sambal oelek
1 balletje tamarinde (knikker)
2 druppels citroensap
1 theelepel suiker
1 eetlepel olie
zout en trassi
santen, bouillon of water
ketjap manis
De tamarinde in een klein beetje water zetten om uit te lekken. Hiervan moet enkel het vocht gebruikt worden. De sambal, wat trassi en de fijngemaakte knoflook aanfruiten in wat olie. De pindakaas toevoegen en enkele minuten laten doorbakken. Met de santen c.q. de bouillon of water het mengsel afslappen tot een dikke saus is verkregen. Op smaak brengen met het tamarindevocht, suiker, zout, ketjap en citroensap.
3 kopjes bouillon (blokjes)
4 eetlepels tomatenketchup
½ blikje fijne doperwten
½ eetlepel aardappelmeel
zout en peper
bruine basterdsuiker
Breng de bouillon vermengd met de ketchup, wat zout en peper aan de kook. Bindt het met het aardappelmeel en doe er dan de doperwten bij. Giet de saus over de omeletten. Een theelepel djahé maakt de saus wat pittiger.
1 blikje tomatenpuree
1 blikje doperwten
½ kopje tomatenketchup
1 eetlepel ketjap manis
1 theelepel sambal oelek
suiker en citroensap
peper en zout
wat djahé en maïzena.
Op een zacht vuurtje alles binden met maïzena tot een mooie gladde, niet te dikke saus.
200 gram gemalen pinda's
2 dl kokend water
1 eetlepel citroensap
1 stukje trassi
½ eetlepel bruine basterdsuiker
zout en sambal oelek
Gebakken pinda's goed fijn malen of pindakaas, vermengen met het water en even opkoken. Zonodig water toevoegen en afmaken met de citroensap, trassi, suiker en sambal.
250 gram margarine
1 eetlepel sterke mosterd
1 eetlepel bloem
½ literblik champignons [242]
2 grote uien fijngesneden
6 zure augurkjes in stukjes
1 eetlepel citroensap
1 theelepel worchestershire
1 eetlepel ketjap manis
2 theelepels sambal oelek
4-5 kleine tomaten
1 liter bouillon
Fruit de uien in wat margarine en voeg de bloem en stukjes champignon toe. Wrijf de tomaten door een zeef met wat bouillon fijn en meng dit met de sambal. Voeg dit met de rest van de bouillon en ingredienten bij de reeds gefruite uien. Breng de saus op een klein vuur aan de kook en doe er af en toe wat margarine bij tot deze op is. Deze saus is lekker over gebraden- of geroosterd vlees.
1 kopje olijfolie
4 eetlepels franse mosterd
1 kopje sinaasappelsap
2 grote uien fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
1 rode (groene) lombok fijngesneden
zout en peper
Klop deze marinade goed glad en gebruik hem voor het marineren van moten kabeljauw, schelvis, makreel, poon, bot of schol. Laat de marinade minstens 2 uur intrekken. Rooster of grill de vis. Omwikkeld met aluminium roosteren op de barbecue
1 mango geschild en ontpit
½ kopje sinaasappelsap
¼ kopje olie
2 eetlepels citroensap
1 eetlepel kerrie
2 uien fijngesneden
2 rode/groene lombok fijngesneden
1½ theelepels trassiwater
De mango in kleine stukjes snijden. Dan de marinade goed glad kloppen. Gebruik deze marinade voor stukken kip of grofgesneden varkenslappen. Minstens 2 uur marineren. Rooster of grill naar eigen goeddunken. Een hele kip dient wat langer in de marinade te staan. Aan het spit van de grill roosteren. Probeer ook eens een varkensrollade.
½ kopje citroensap
1 grote ui fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
2 rode (groene) lomboks fijngesneden
1 eetlepel ketoembar
peper en zout
Klop de marinade goed glad en meng hierin dobbelstenen vlees of kip of gekookte mosselen. Laat dit een nacht staan en rijg ze dan aan houten of stalen pennen. Grill ze dan aan beide kanten knappend bruin.
4 eetlepels hoisinsaus
3 eetlepels rijstwijn (of droge sherry)
½ eetlepel jenever
2 eetlepels ketjap manis
1 grote ui fijngesneden
2 tenen knoflook fijngehakt
1 theelepel bruine basterdsuiker
1 theelepel djahé
zout
Klop de marinade goed glad. Gebruik deze marinade voor speklappen, varkenslappen of varkenskarbonade. Laat het een nacht intrekken en bak dan in wat margarine beide zijden knappend bruin. Eet bij witte rijst, nasi of bami.
2 eetlepels taotjo of gember
4 tenen knoflook
5 lomboks rawit
azijn en ketjap asin [243]
Alles heel goed fijnmaken en wat azijn en zoute ketjap toevoegen
½ kopje tomatenketchup
1 eierlepel sambal oelek
1 theelepel djahé
azijn en suiker
maïzena
peper en zout
Alles samenvoegen, aan de kook brengen en binden met wat maïzena. Peper en zout naar smaak toevoegen.
1 ui middelgroot
2 tenen knoflook
2 theelepels zout
2 kemiries
½ theelepel laos
½ theelepel koenjit
½ theelepel djahé
½ theelepel ketoembar
½ djinten
3 eetlepels olie
1 eetlepel asem-water
1 eetlepel ketjap
2 theelepels javaanse suiker
1 spriet sereh 3 cm
200 gram santen of melk
wat citroensap
De ui en knoflook schoonmaken en fijnsnipperen en met de kruiden samen fruiten in de olie (niet laten verkleuren). Daarna de ketjap, suiker, asem-water, enkele druppels citroensap en de santen of melk toevoegen. Onder voortdurend roeren het mengsel laten inkoken, tot een dikke saus is verkregen
1 eetlepel gesnipperde uien
1 teen gesnipperde knoflook
1 ontpitte gesnipperde lombok
2 eetlepels ketjap
1 eetlepel azijn of citroensap
1 eetlepel olie
Wrijf ui, knoflook en lombok tot een brij. Maak de olie heet en werk de brij al wrijvend er doorheen. Afmaken met ketjap en azijn of citroensap. Wanneer deze saus bij vis gegeven wordt, kan een restant van de olie gebruikt worden waarin de vis gebakken is.
Magnetron:
Doe de olie in een glazen litermaat en verwarmdeze onafgedekt 1 min. op 100%. Roer de kruidenbrij erdoor en verwarm alles onafgedekt 1 à 2 min. op 100%. Roer de ketjap en azijn of citroensap erdoor.
½ pot pindakaas
1 theelepel trassi
1 fijngesnipperde ui
2 tenen knoflook
2 theelepels sambal oelek
2 theelepels bruine basterdsuiker
1 eetlepel ketjap manis
1 theelepel kentjoer
2 eetlepels olie
1 blaadje salam
zout
Bak de ui, de uitgeperste knoflook, sambal en trassi in de olie tot de uien glazig zijn. Roer er de pindakaas doorheen. Voeg suiker en zout naar smaak toe. Maak de saus af met kentjoer, ketjap en water. Laat de saus niet teveel indikken. Serveren bij: petjel.
1 eetlepel petis oedang
1 eetlepel gesnipperde uien
1 teen gesnipperde knoflook
1 theelepel sambal oelek
½ theelepel trassi
½ theelepel javaanse suiker
1 stukje asem (walnootgrootte)
½ theelepel djahé [244]
½ theelepel laos
1 spriet sereh
1 djeroek poeroetblad
1 salamblad
Wrijf ui, knoflook, sambal, trassi, suiker, djahé en laos tot een brij. Meng er al wrijvend de petis doorheen. Maak asemwater door de asem te kneden met 3 à 4 eetlepels water en zeef het. Kook in het asemwater de kruidenpetis op met desereh, djeroek poeroet en salam.
Magnetron:
Doe het gezeefde asemwater in een glazen litermaat, voeg de kruiden petisbrij, sereh, djeroek poeroet en salam toe en verwarm alles afgedekt 2 à 3 min. op 100%.
2 theelepels djahé
50 gram javaanse suiker
1 theelepel asem
2 dl water
2 eetlepels bloem
1 eetlepel sambal oelek
zout
Kook de Javaanse suiker met djahé, asem, en wat zout op in het water. Voeg de sambal toe. Bind het geheel met bloem.
1 middelgrote ui
1 eetlepel olie
2 eetlepels gemberwortel
1 teen gehakte knoflook
1 theelepel ketoembar
3 eetlepels citroensap
1 eetlepel ketjap manis
1 eetlepel javaanse suiker
2 theelepels maïzena
Snij de ui in 12 smalle partjes en verwijder de rokken. Fruit ze tot ze glazig zien en voeg geraspte gemberwortel en knoflook toe. Goed omscheppen en dan ketoembar, citroensap, ketjap en suiker en 2 dl kokend water of bouillon erbij. Omroeren en 5 min. laten pruttelen. Maak de maïzena aan met 2 eetlepels koudwater en bind de saus. Laat alles nog 2 tot 3 min. zachtjes doorkoken.
2 uien fijngesneden
1 teen knoflook, fijngehakt
2 eetlepels boter
1 eetlepel ketjap manis
2 theelepels asem
2 eetlepels bloem
1 theelepel djahé
1½ dl heet water
peper en zout
nootmuskaat
Snijd de uien fijn en fruit ze samen met de knoflook. Voeg hieraan toe: ketjap, asem en de kruiden. Dan het hete water erbij doen. De saus wordt met de bloem gebonden. Serveren bij: gebakken vis.
4 eieren
1 eetlepel bruine basterdsuiker
1 theelepel zout
½ theelepel peper
1 eetlepel asem
2 theelepels mosterd
2 eetlepels boter
1 theelepel kerrie
nootmuskaat
Kook de eieren hard en prak ze fijn. Voeg de overige ingredienten toe en roerhet geheel goed door elkaar. Smelt de boter en roer die eveneens door de saus. Eventueel verdunnen. Serveren bij: salades, komkommer.
2 dl water
1½ eetlepel tomatenpuree [245]
1 theelepel sambal oelek
2 eetlepels citroensap
2 eetlepels ketjap manis
2 theelepels javaanse suiker
2 theelepels maïzena
Breng het water aan de kook en voeg tomatenpuree, sambal, citroensap, ketjap en javaanse suiker toe. Alles krachtig omroeren en binden met de maïzena. Maïzena eerst oplossen met 2 eetlepels water. Wanneer deze saus een gembersmaak moet krijgen voegt men 1 eetlepel geraspte gemberwortel of 1 theelepel djahé eraan toe.
1 kleine groene paprika
1 kleine rode paprika
1 middelgrote ui
1 eetlepel olie
1 theelepel sambal oelek
1 teen gehakte knoflook
1 theelepel javaanse kerrie
2 theelepels geraspte gember
3 eetlepels citroensap
2 eetlepels ketjap manis
1 eetlepel javaanse suiker
2 theelepels maïzena
Snij de paprika's in smalle reepjes en de ui in 12 smalle partjes. verwijder de rokjes. Fruit de ui tot hij glazig ziet en voeg paprika, knoflook en gemberwortel toe. Alles omscheppen en nog 2 min. laten fruiten. Voeg sambal, kerrie, citroensap, ketjap, suiker en 2 dl kokend water toe. Roer alles goed door en laat het 4 tot 5 min. zachtjes pruttelen. Maak de maïzena aan met 2 eetlepels koud water. Roer deze oplossing door de saus totdat hij lichtgebonden is. Laat de saus nog enkele minuten doorkoken.
In de indonesische keuken heeft men ook veel sauzen die men a la minute bereidt en waarvan de ketjap manis als voornaamste basis wordt gebruikt. Van dergelijke sauzen is een hoeveelheid van 2 eetlepels per persoon meestal ruim voldoende. Enkele voorbeelden:
4 eetlepels ketjap manis
1 eetlepel tomatenketchup
2 eetlepels water of bouillon
1 theelepel djahé
4 eetlepels ketjap manis
1 eetlepel chinese tomatensaus
2 eetlepels water of bouillon
1 theelepel sambal badjak
4 eetlepels ketjap manis
1 eetlepel chinese pruimensaus
2 eetlepels water of bouillon
1 theelepel laos
4 eetlepels ketjap manis
1 eetlepel chinese tomatensaus
2 eetlepels water of bouillon
1 theelepel gehakte selderie
1 mespunt knoflookpoeder
1 gesnipperde ui
1 uitgeperst teen knoflook
1 theelepel asem
2 eetlepels olie
1 blokje trassi van 1 cm
2 theelepels sambal oelek
5 eetlepels pindakaas
25 gram santen
2 theelepels javaanse suiker
2 eetlepels ketjap manis
1 blaadje salam
zout en peper
Roer de asem los met 1 eetlepel heet water. Giet de olie in een wijde ovenschaal en verkruimel de trassi hierin. Voeg ui, knoflook, asem en sambal toe en zet de schaal zonder deksel 2 min. in de magnetron op 600 of 1 min. op 720 Watt. Roerdan de pindakaas, de verkruimelde santen, javaanse suiker, ketjap en 2 dl water door het mengsel. Breng de saus op smaak met wat peper en zout en leg de salam erbij. Zet de schaal terug in de magnetron en schakel hem eerst ca. 3 min. Op 600 of 2 min. op 720 Watt tot de saus kookt; roer de saus even door en laat hem dan nog ca. 8 min. op 150 of 6 [246] min. op 180 Watt doorkoken tot de saus gebonden is. Klop tijdens de bereiding de saus een paar keer door. Lekker bij saté of gado gado.
1 kleine gesnipperde ui
½ eetlepel olie
1 teen knoflook
1 blikje kokosmelk (santen)
1 pot surinaamse pindakaas (350 gr)
2 eetlepels ketjap asin
1 eetlepel azijn
In een schaal de olie en ui doen. Knoflook erboven uitpersen. 1 min. onafgedekt op 100% bakken. Santen en pindakaas toevoegen. 3 min. onafgedekt op 100% verwarmen. Dan de ketjap en 2 dl water erdoor roeren. Onafgedekt heet laten worden in 5 min. op 100% vermogen. Op smaak brengen met azijn. In plaats van surinaamse pindakaas kan men ook gewone pindakaas nemen en deze op smaak brengen met sambal oelek.
3-4 worteltjes in reepjes
3-4 stronkjes bloemkool in roosjes
2 dunne preitjes in reepjes
1 flinke tomaat in grove stukken
4 eetlepels suiker
2 schijfjes gemberwortel
4 eetlepels azijn
1 eetlepel sojasaus
1 eetlepel maïzena
2 dl water zout
Pel de tomaat en in grove stukken snijden. Kook de wortel en bloemkool 5 min. In een beetje water met zout. Rasp de gember, meng ze door de suiker en brand onder voorzichtig roeren de suiker tot caramel. Haal de pan van het vuur en voeg er het kokend water bij. Breng de massa, nadat hij tot bedaren is gekomen, opnieuw aan de kook en laat hem zachtjes koken tot alle suiker opgelost is. Voeg er de azijn en soja aan toe en bind de saus met de maïzena. Roer er de voorgekookte groenten doorheen samen met de prei. Laat dit alles even met de saus meestoven en roer er vlak voor het opdienen de tomaat door.
Magnetron:
Doe de wortel en de bloemkool met 1 eetlepel water maar geen zout in een magnetronschaal en verwarmde groenten afgedekt 2 à 3 min. op 100%. Roer de gembersaus en de prei erdoor en verwarm alles afgedekt 2 à 3 min. op 100% tot de saus door en door warm is. Schep er tot slot de tomaat door.
1 eetlepel taotjo
3 eetlepels tomatenketchup
2 eetlepels chilisaus
1 eetlepel ketjap manis
2 tenen geperste knoflook
1 schijfje gemberwortel
2 eetlepels water
citroensap
Rasp de gember, meng er de ketchup en chilisaus doorheen, de ketjap, taotjo, het water en knoflooksap. Meng er vlak voor het opdienen enkele druppels citroensap doorheen. Proef de saus, ze is gauw te zout; in het laatste geval aanlengen met water.
3 eetlepels zout
3 eetlepels zwarte peperkorrels
Rooster zout en peperkorrels droog met elkaar in een pan met dikke bodem. Matig de vlam en schep de massa om en om tot het zout lichtgeel begint te worden. Doe het over in een mixer en maal het samen fijn. Droog bewaren. Heerlijk over droog gebakken kip, vis enz.
½ fles keukenazijn
3 schijfjes gemberwortel [247]
3 tenen knoflook
3 eetlepels sojasaus
Schil de gemberwortel en knoflook. Breng de azijn aan de kook met de knoflook en gember. Vermeng ze daarna met de soja en doe ze terug in de fles.
Magnetron:
Doe de azijn met de knoflook en gember in een glazen litermaat en breng alles afgedekt in 6 à 7 min. op 100% aan de kook. Roer de soja erdoor en doe de azijn terug in de fles.
Masoebah, laagjespannekoek
Uit een grote niet te rijpe banaan 3 schuine stukken snijden. Maak een mengsel van bloem, wat water en zout en wentel de stukken banaan erin (het mengsel moet net zo dik zijn als oliebollenbeslag). Laat ruim olie heet worden in een diepe pan en bak de bananen knappend bruin. Wel uit laten lekken. Ook koud zijn ze heerlijk.
500 gram gehakt (hoh)
½ theelepel laos
½ theelepel ketoembar
1 teen knoflook fijngehakt
pangsitvellen
wat selderie fijngesneden
zout en peper
nootmuskaat
Pangsitvellen zijn vrij groot, dus het beste is om ze in vieren te delen of wanneer grote gewenst zijn
dan de vellen doormidden.
Het vulsel:
Vermeng het gehakt met de kruiden en de selderie goed door elkaar en maak er niet al te grote balletjes van (voor grotere vellen, grotere balletjes). Leg de bal op het vel en druk de bal iets plat. Vouw het vel als een envelop dicht nadat eerst de randen met wat melk of water ingesmeerd zijn (dit is voor het plakken zodat het niet loslaat). Bak ze dan in hete olie goudbruin en serveer ze op een schaaltje. Voor de dipsauzen kan men dezelfde gebruiken als bij de loempia. Doe naar eigen smaak wat sambal bij de saus.
10 loempiavellen
400 gram gehakt hoh
1 geklutst ei
1 fijngesneden ui
ve-tsin
peper en zout
Vlees, ei en kruiden goed door elkaar mixen en van de ontstane brij balletjes draaien. Niet te groot, want ze moeten in een ¼ loempiavelletje verpakt worden. De balletjes gaan in de velletjes, die sierlijk worden dichtgevouwen en dichtgeplakt met eiwit of zoutwater. Even voorbakken, laten afkoelen en in de koelkast bewaren. Vlak voor het serveren bakken in de frituurpan. En natuurlijk dippen in pangsitsaus.
Voor het deeg:
100 gram bloem
25 gram maizena
1 mespunt zout
1 losgeroerd eiwit
3-4 eetlepels water
Voor de vulling:
1 eetlepel olie
150 gram varkensgehakt
50 gram gepelde garnalen
1 eetlepel gesnipperde ui
1 eetlepel gehakte selderie
2 gesnipperde lente-uitjes
½ theelepel sambal oelek
2 theelepels ketjap manis
1½ theelepel maizena
1 losgeroerd ei [248]
vers gemalen peper
zout
1 eetlepel gesnipperde prei
olie om te frituren
Zeef in een kom de bloem en maizena. Voeg het zout toe. Roer in een kom het eiwit goed los en voeg het water toe. Maak een kuiltje in de bloem en schenk het eiwit erin. Roer alles vanuit het midden door elkaar en voeg nog 3 tot 4 eetlepels koud water toe. Werk alles met natgemaakte vingers door elkaar en vorm er een bal van. Rol de bal door de bloem en laat hem afgedekt met een vochtige doek 1 tot 1½ uur rusten in de koelkast. Rol het deeg zeer dun uit en snij het in lapjes van 8 cm in het vierkant. Maak de vulling door het gehakt snel in 2 min. rul te bakken. Zonder ophouden doorscheppen. Voeg gehakte garnalen, zeer fijngesnipperde prei, selderie, voorjaarsuitjes (sjalotjes) en sambal toe. Laat alles nog 2 min. zachtjes bakken onder voortdurend omscheppen. Voeg dan ketjap,wat zout en peper toe en neem de pan van het vuur. Maak de maizena aan met 2 eetlepels losgeroerd ei en meng dit door het gehaktmengsel. Blijf roeren totdat een smeuïg mengsel is verkregen en laat het koud worden. Leg de deegvellen uit en schep precies in het midden 2 tot 3 eetlepels vulling. Bestrijk het onbedekte gedeelte met een met water natgemaakt kwastjes. Vouw de punten naar elkaar en draai dan de punten zoals snoeppapiertjes. Deegranden stevig op elkaar drukken. Laat de pangsits dan een uur rusten op een koele plek (niet in de koelkast). Frituur ze in de hete olie (lichtblauwe walm), maar niet meer dan 3 tot 4 tegelijk. Laat ze daarna even uitlekken boven de olie en vervolgens op keukenpapier. Opdienen met een pangsitsaus of een van de à la minute sauzen. Suggesties voor andere vullingen:
PANGSITVULLING 1
100 gram varkensgehakt
100 gram krab of kreeft
1 eetlepel prei
1 eetlepel bladselderie
½ teen
knoflook
PANGSITVULLING 2
100 gram varkensgehakt
50 gram champignons
1 eetlepel sjalot of ui
1 eetlepel prei
1 eetlepel
bladselderie
2 tenen knoflook
PANGSITVULLING 3
100 gram varkensgehakt
50 gram gekookte ham
1 theelepel gemberwortel
1 teen knoflook
2 eetlepels
ui of sjalot
1 eetlepel selderie
Uien of sjalot, prei, champignons en bladselderie moet ragfijn gesnipperd zijn. De knoflook moet uitgeperst en de gemberwortel geraspt worden. Krab, kreeft en ham zeer fijn hakken of snipperen.
1 kleine rijststomer
2 kopjes zelfrijzend bakmeel
1 kopje patent bloem
1 kopje witte basterdsuiker
2 pakjes vanillesuiker
3 grote eieren
1 kopje 7 up
Gebruik hetzelfde kopje als maat. Mix in een diepe kom de drie eieren, vanillesuiker en basterdsuiker tot het geheel goed romig is. Voeg dan het meel, de bloem en de 7 up toe en mix verder tot een luchtige massa. Intussen wordt de gaatjespan van binnen voorzien van aluminiumfolie. De gehele binnenkant bekleden. In de onderste pan wordt dan ruim water aan de kook gebracht. Denk erom dat het water de bovenste pan niet mag raken. Indien het water kookt, het vuur kleiner zetten maar het water wel aan de kook houden. Giet het beslag in de gaatjespan op het folie, doe de deksel erop en laat het 1 uur stomen. Na 1 uur de deksel eraf nemen en met een satéstokje op enkele plaatsen inprikken. Is het stokje droog dan is de rotti koekoes klaar. Doe dan het vuur uit en haal het folie met de rotti koekoes eruit en laat dit afkoelen. Oppassen want het is erg warm. Snij de rotti koekoes in plakken en eet ze met boter of margarine. Wel opletten tijdens het stomen, want het water verdampt. Kijk dus elk kwartier en vul zonodig wat heet water bij.
Voor het beslag: [249]
500 gram tarwebloem
1 geklutst ei
1 kopje lauwe melk
1 klein zakje gist
4 zakjes vanillesuiker
Het beslag: meng in een kom alles goed door elkaar, net zo lang totdat de bal deeg van de kom loslaat. Laat de bal dan 30-45 min. rijzen. Maak er dan bolletjes van en leg ze onder een doek. Begin aan de vulling.
Voor de vulling:
250 gram varkensvlees
1 grote ui heel fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
1 eetlepel ketjap manis
½ theelepel djinten
½ theelepel djahé
½ eetlepel citroensap
1 stukje trassi
1 handvol prei fijngesneden
½ eetlepel bruine basterdsuiker
zout
Fruit in wat olie de trassi, knoflook en de ui. Doe er dan de stukjes vlees (gehakt hoh kan ook) bij totdat het goed bruin is. Voeg dan de prei, ketjap, citroensap, djahé, djinten, suiker en zout erbij. Roer alles goed om en laat wat afkoelen. Vul dan de bolletjes en laat ze nog 15 min. rijzen. Dan in 15 min. gaarstomen. Is men niet in het bezit van een rijststomer dan kan het ook in een vergiet maar dan wel goed afsluiten. Zijn er bak pao's over dan kunnen die gewoon in de diepvriezer. Wil men ze weer eten, dan eerst ontdooien en weer stomen. Geef er sambal ketjap bij of een andere sambal.
500 gram gebrande pinda's
500 gram bruine basterdsuiker
iets laos of djahé
Smelt de suiker in een pannetje en meng de pinda's erdoor. Strijk dan het geheel op een bakplaat uit en met een deegroller of grote fles egaal rollen. Snij er plakken van ter grootte van chocoladereep. Laat ze goed afkoelen.
500 gram gemalen pinda's
200 gram poedersuiker
3 eiwitten
iets zout
De eiwitten met een gedeelte van de poedersuiker stijfkloppen. De rest van de poedersuiker, zout en gemalen pinda's toevoegen en alles goed door elkaar mengen. Van dit mengsel op een bakblik bergjes maken en in een heel matige oven lichtbruin bakken.
Bruine laag:
¾ liter melk
200 gram bruine basterdsuiker
75 gram maizena
Witte laag:
½ liter melk
15 gram maizena
1 eetlepel vanillepoeder
iets zout
Maak voor de bruine laag de maizena aan met een deel van de koude melk. Breng de rest van de melk met de basterdsuiker aan de kook en bindt het met de aangemaakte maizena. Giet dan de gebonden massa in een niet te diepe platte schaal. Voor de witte laag, een deel van de melk met de maizena aanlengen. De rest van de melk met wat zout en de vanille langzaam aan de kook brengen en binden met de aangelengde maizena. Giet de massa dan over de bruine laag en laat het geheel afkoelen. Snij het niet in te brede punten en serveer bij de koffie of thee.
[250] Bruine laag:
1 kopje maizena of kindermeel
4 kopjes dunne santen
150 gram bruine basterdsuiker
1 mespuntje zout
Witte laag:
3 kopjes dikke santen
½ kopje maizena
vanillesuiker
1 theelepel zout
Bruine laag: meng de maizena aan met de santen, suiker en zout. Vervolgens de massa al roerende aan de kook brengen op een zacht vuur. Zodra het geheel kookt en dik wordt, uitgieten in een schoon gespoelde schaal.
Witte laag: Meng de santen met de maizena, zout en suiker en breng de massa aan de kook op een zacht vuur. Giet de massa op de afgekoelde bruine laag.
1 liter dikke santen
½ liter dunne santen
675 gram tapiocameel
750 gram witte basterdsuiker
150 gram rauwe rijstebloem
3 pakjes vanillesuiker
rode kleursel (siroop)
3 theelepels zout
De suiker in de dunne santen even opkoken tot de suiker opgelost is en dan laten afkoelen. Hierin de rijstebloem, tapiocameel en dikke santen mengen, zout en vanillesuiker toevoegen. Dit mengsel in tweeën verdelen, waarvan 1 gedeelte met rode kleursel. Daarna een bakblik met wat olie insmeren en in de stomer zetten. Het water in de stomer eerst laten koken en dan het beslag kopje na kopje erin doen. Ongeveer 3 tot 5 min. 1e laag laten stomen voordat men aan de volgendelaag begint. Is het bakblik vol, dan nog een half uur na laten stomen. Opletten dat er steeds voldoende water in de stomer zit.
20 eieren
300 gram bloem
300 gram boter
500 gram suiker
Kruiden:
1 theelepel nootmuskaat
1 theelepel kruidnagelen
1 theelepel kardemom
1 eetlepel kaneel
1 eetlepel foelie
Splits de eieren in dooier en wit. Roer de eierdooiers met de suiker en de boter tot een gladde massa. Doe er al roerend de bloem door. Klop de eiwitten tot schuim en schep ze door het beslag. Verdeel het beslag in 2 helften, voeg aan 1 deel de kruiden toe. Vet een springvorm in en doe er een laagje deeg in. Laat dit in de oven of onder de grill op de hoogste stand gaar worden. Voeg laag nalaag, om en om, het deeg toe, steeds een nieuwe laag als de vorige gaar is.
20 eieren
400 gram witte basterdsuiker
3 zakjes vanillesuiker
200 gram bloem
400 gram boter of margarine
1 eetlepel gemalen anijszaad
2 eetlepels kaneel
1 eetlepel kruidnagelpoeder
2 theelepels nootmuskaat
2 theelepels gemalen kardemom
2 theelepels gemalen foelie
Oven voorverwarmen op 140°C. Springvorm bekleden met bakpapier en bakpapier invetten. Boven 2 kommen eieren splitsen. De dooiers met een mixer met basterdsuiker en vanillesuiker in 10 min. schuimig kloppen. In de andere kom de boter romig kloppen. Dooiermengsel door de boter roeren. [251] Eiwitten stijfkloppen en daarna door ei-boter-mengsel roeren. Bloem erboven zeven en zeer goed doorroeren.Beslag over de 2 kommen verdelen. Dan anijszaad, kaneel, kruidnagelpoeder, nootmuskaat, kardemom en foelie aan de helft van het beslag toevoegen. Met een jusopscheplepel een heel dun laagje wit beslag in de vorm schenken en laten uitvloeien. Op een rooster in het midden van de oven in 7 min. het laagje beslag bijna gaar laten worden. Dan laagje bruin beslag erover schenken en weerin 7 min. bijna gaar laten worden. Dit herhalen tot het beslag op is maar de bovenste laag moet donker zijn. Dan de springvorm uit de oven nemen en 5 min.laten afkoelen. Rand van de springvorm verwijderen en op een taartrooster de spekkoek verder laten afkoelen. Tot gebruik afgedekt in de koelkast bewaren.
250 gram kokos
4 uitjes of sjalotjes
1 teen knoflook
1 theelepel laos
1 theelepel djinten
2 theelepels ketoembar
4 blaadjes djeroek poeroet
200 gram pinda's
zout
citroensap en suiker
De uien en de knoflook heel fijn snijden. De kokos vochtig maken met wat kokend water. Nu de vochtige kokos met alle ingredienten, behalve de pinda's, in een diepe braadpan en op een kleine vlam lichtbruin bakken. Steeds omroeren en scheppen en er voor zorgen dat het niet aanbrandt. Pas als de kokos wat lichtbruin gekleurd is mag men er 2 eetlepels olie bijdoen en verder bruinbakken. Is het gerecht klaar dan pas de gebakken pinda's erbij doen en alles goed mengen. Het gerecht mag wat zoetig smaken. Dit recept is zeer eenvoudig maar vergt wel veel geduld bij het klaarmaken. Het moet beslist op een kleinvuur, want kokos brandt erg snel aan.
½ liter geraspte kokos
2 eetlepels kokosmelk
100 gram gebakken pinda's
1 theelepel ketoembar
½ theelepel djinten
1 stukje citroenschil
½ eetlepel asemwater
zout
2 theelepels javaanse suiker
De kruiden fijnwrijven en met de javaanse suiker en een paar lepels olie in een wadjan fruiten. Daarna de geraspte kokos, asemwater, kokosmelk en citroenschil toevoegen. Alles braden tot de seroendeng goudbruin van kleur is. Nu de pinda's nog even meebakken en daarna de wadjan van het vuur nemen. Seroendeng is, mits goed afgesloten, lang te bewaren. Ook hier geldt weer bij het bakken: steeds omscheppen en erop letten dat de kokos niet aanbrandt.
¾ liter dikke santen
200 gram jonge klapper
50 gram maizena
50 gram suiker
1 ei
De santen aan de kook brengen. De maizena met wat achtergehouden santen, de eierdooier en de suiker tot een glad papje roeren en in een stenen of geëmailleerde kom doen. De kokende santen voorzichtig al kloppend met een garde, toevoegen en nog even 5 min. op een zacht vuur laten doorkoken. Het met wat suiker stijfgeklopte eiwit wordt luchtig door de massa geroerd. De jonge kokos wordt toegevoegd en men giet de pudding in een met water gespoelde vorm waarin ze moet afkoelen.
1 liter melk of dunne santen
75 gram maizena
1½ kopje geraspte klapper
60 gram suiker
1 mespuntje zout
2 eieren [252]
De melk of santen koken. maizena, suiker, eieren, geraspte klapper en wat vocht door elkaar roeren. Hier al kloppend met een garde de santen of melk toevoegen. Nog even opkoken en in een natgemaakte puddingvorm laten afkoelen. Presenteren met een goela-djawasaus of vanillesaus.
Van melk, custardpoeder en suiker op de gewone wijze custardpudding bereiden. Op het laatst 4 eetlepels geraspte kokos toevoegen. De pudding stijf laten worden. Vlak voor het opdienen 8 eetlepels geraspte kokos in een droog verhitte koekepan al omscheppend snel goudbruin roosteren. De pudding storten en de kokos eroverheen strooien.
500 gram gebrande pinda's
300 gram javaanse suiker
De javaanse suiker au bain marie laten smelten, pinda's toevoegen en van deze brij op een bakblik bergjes vormen. Als ze droog zijn, zijn ze tevens versuikerd.
Rauwe pinda's worden op een matig vuur in een droge wadjan onder voortdurend roeren gedroogd. De velletjes zijn dan gemakkelijk te verwijderen, waarna de pinda's al of niet met wat olie lichtbruin gebakken worden.
500 gram gebakken pinda's
1 theelepel sambal oelek
1½ eetlepel suiker
zout
De gebrande pinda's 3 keer malen, daarna vermengen met sambal, suiker en zout.
Variaties te over voor het maken van loempia's. Loempiavellen of pangsitvellen zijn kant en klaar in Indonesische toko's te verkrijgen. Als vulling zijn er diverse mogelijkheden. Bijvoorbeeld:
2 à 3 varkenslappen gekruid met zout, peper en nootmuskaat, bakken en in kleine blokjes snijden.
Ook mag er wat ketoembar bij. Of 250 gram gehakt met dezelfde kruiden of gaargekookte kip met wat gepelde garnalen. Als groenten gebruikt men taugé, fijngesneden prei, selderie, fijngesneden uien en fijngesneden knoflook.
Fruit in wat olie de uien, trassi en knoflook. Bak dan van 2 à 3 eieren een omelet en snij deze in kleine reepjes. Het vlees, gehakt of kip wordt bij de gefruite uien gedaan met de groenten. Is alles gaar, laat het dan afkoelen en doe er de reepjes ei bij. Leg dan op een vel een paar lepels van de vlees/groentemassa en vouw het vel dicht na het wat ingesmeerd te hebben met wat melk of water. Bak de loempia's in de olie knappend bruin. Doe er een saus over.
20 loempiavellen
1 grote ui
1 flinke prei
1 theelepel ve-tsin
2 blokjes goudbouillon
1½ lepel chinese sojasaus
4 eieren
selderie
gekookte kip
Ui en prei snijden en met de rest van de ingrediënten, behalve de kip en de eieren, fruiten in wat reuzel. Na 5 min. het gekookte en in stukjes gehakte kippevlees bij de kruiden doen. Van de 4 eieren een omelet bakken en in dunne reepjes snijden. Wat vulling en reepjes ei op een vel leggen, dichtvouwen en dichtplakken met wat eiwit of zout water. De loempia's moeten eerst worden voorgebakken, waarna ze, nadat ze afgekoeld zijn in de koelkast, bewaard kunnenworden. Voor het opdienen bakken in heet frituurvet. Serveren met saté- of pangsitsaus. Ook andere pittige sauzen komen in aanmerking.
[253]
Voor de vulling:
50 gram taugé
50 gram gepelde garnalen
1 eetlepel olie
150 gram varkensgehakt
1 prei in dunne ringetjes
1 stuk witte kool gesnipperd
1 gesnipperd uitje of sjalot
1 teen knoflook uitgeperst
½ theelepel sambal badjak
1 eetlepel selderie, gehakt
verse peper
zout
Verder nog:
8 loempiavellen
1 losgeroerd ei
enkele druppels sesamolie
olie om te frituren
Maak eerst de vulling. Was de taugé en verwijder de schilletjes. Laat de taugé uitlekken en opdrogen. Hak de garnalen in stukjes. Bak het gehakt in de olie tot het verkleurt en in kruimels uiteen valt. Voeg dan prei, kool, ui en zout en peper toe. Laat alles 2 min. onder voortdurend omscheppen zachtjes bakken. Schep de taugé erdoor en pers de knoflook erboven uit en voeg stukjes garnaal, sambal en bladselderie toe. Schep alles goed om. Doe het dan in een vergiet en laat het afkoelen en uitlekken. Leg de loempiavellen uit. Doe de afgekoelde in een kom, sprenkel er sesamolie over en schep alles goed om. Schep de vulling in het midden van de loempiavellen. Bestrijk het onbedekte deel van de vellen met een kwastje met losgeroerd ei. Vouw de vellen om de vulling dicht. Olie verhitten totdat een lichtblauwe walm zichtbaar is. Bak de loempia's aan weerszijden goudbruin. Niet meer dan 2 tot 3 loempia's tegelijk anders zakt de temperatuur an de olie teveel. Houd ze daarna eventueel warm in de oven.
Loempiasaus:
Gelijke delen ketjap, chinese rijstwijn of droge rijstwijn (of droge sherry) en gembersiroop met elkaar vermengen. Roer hierdoor een mespunt vijfkruidenpoeder. Gembersiroop kan vervangen worden door javaanse suiker of bruine basterdsuiker in gelijke delen lauwwarm water op te lossen. Nog een aantal loempiavullingen die op dezelfde wijze bereid worden zoals hiervoor staat aangegeven.
Loempiavulling 1
150 gram gaar kippevlees
50 gram gehakte garnalen
25 gram taugé
25 gram ringetjes prei
100 gram gesnipperde kool
½ groene paprika in reepjes
1 gesnipperd uitje
1 eetlepel gehakte selderie
1 lombok in stukjes
Loempiavulling 2
150 gram varkensvlees of ham
50 gram gehakte garnalen
75 gram taugé
50 gram ringetjes prei
½ rode paprika in reepjes
1 gesnipperd uitje
1 eetlepel gehakte selderie
1 rode lombok in stukjes
Loempiavulling 3
150 gram grof varkensgehakt
50 gram gehakte garnalen
50 gram gekookte ham
50 gram taugé
50 gram ringetjes prei
50 gram plakjes champignons
1 gesnipperd uitje
1 teen knoflook gehakt
2 stengels bleekselderie, in smalle reepjes
½ theelepel sambal trassi
[254] 16 loempia of pangsitvellen
16 dunne plakjes rauwe ham
200 gram gaar kippevlees
50 gram taugé
1 eetlepel olie
2 gesnipperde voorjaarsuitjes
1 teen gehakte knoflook
3 eetlepels gesnipperde kool
1 eetlepel gesnipperde prei
2 theelepels peterselie
1 losgeroerd ei
1 eetlepel ketjap asin
¼ theelepel djahé
¼ theelepel djinten
¼ theelepel ketoembar
½ theelepel sambal badjak
olie om te frituren
zout
Leg de vellen uit en laat ze volkomen ontdooien. Beleg de velletjes met een plakje ham dat iets kleiner dan het velletje is. Snij het kippevlees in stukjes. Was de taugé en verwijder de schilletjes en laat het uitlekken en snij hem wat kleiner. Fruit de ui totdat hij glazig ziet en voeg knoflook toe. Doe er dan de taugé, prei en kool bij onder voortdurend omscheppen. Laat alles nog 1 min. bakken en voeg dan het kippevlees toe. Schep alles goed door elkaar en neem de pan van het vuur. Strooi er fijngehakte peterselie of vervangers over. Roer 2 eetlepels losgeroerd ei met ketjap, djahé, djinten, ketoembar en sambal door elkaar. Schenk dit mengsel over de inhoud in de pan. Strooi er wat zout over en schep alles enkele malen goed om. Laat nu alles volkomen koud worden en verdeel het daarna over de velletjes. Bestrijk het onbedekte deel van de velletjes met de rest van het losgeroerd ei. Vouw de velletjes daarna om de vulling. Laat de loempia's 10 min. of langer liggen. Verhit de olie en bak de loempia's aan weerszijden goudbruin (niet meer dan 4 tot 5 tegelijk). Laat de loempia's uitlekken op keukenpapier en leg ze op een voorverwarmde schaal.
1 ui
150 gram garnalen
75 gram achterham
3 eieren
2 eetlepels melk
3 eetlepels olie
2 tenen knoflook
2 theelepels sambal oelek
½ blokje trassi van 1 cm
75 gram taugé
6 loempiavellen
frituurolie
zout en peper
Garnalen met koud water afspoelen en droogdeppen. Ham in stukjes snijden. De eieren met zout en peper en melk loskloppen. In een koekepan 1 eetlepel olie verhitten en eimengsel erin schenken en laten uitvloeien. Zachtjes bakken tot bovenkant bijna droog is en op een plank laten glijden. De omelet in dunne reepjes snijden. In de pan 2 eetlepels olie verhitten en de fijngesnipperde ui 5 min. zachtjes bakken en de knoflook hierboven uitpersen. Dan de garnalen, ham, sambal en trassi toevoegen. Door elkaar scheppen en weer 5 min. zachtjes bakken. Dan laten afkoelen en tot gebruik in de koelkast bewaren. Taugé wassen en laten uitlekken. Ei loskloppen. Door het garnalenmengsel de taugé en omeletreepjes scheppen. Loempiavellen in tweeën snijden en op het midden een twaalfde deel van het mengsel scheppen. Loempiavel tot pakketje vouwen en de naden vastplakken met ei. Zo nog de 11 overige loempiavellen vullen. Frituurvet/olie verhitten tot 175°C en 3 tot 4 loempia's tegelijk in 4 min. goudbruin bakken. De loempia's moeten onder olie liggen anders barsten de vellen open. In een vergiet met keukenpapier laten uitlekken en daarna op een schaal leggen. De loempia's kunnen ongefrituurd 2 maanden ingevroren bewaard blijven.
2-3 kippepoten per persoon
1 teen knoflook
½ theelepel djahé
1 dl ketjap manis
3 dl water
1 theelepel zout
1 scheutje rijstwijn (of droge sherry).
Maak een marinade van de ketjap, water, rijstwijn (of droge sherry), uitgeperste knoflook, djahé en zout. Deze marinade met de kippepoten aan de kook brengen en 10 min. Laten koken. Daarna 1 dag koel bewaren. Daarna de kippepoten droogdeppen en in een ingevette braadslee leggen. In een lauwe oven (150 graden) in 15 min. Croquant braden. Aan te bevelen op een feestje
[255] 400 gram lange sperziebonen
100 gram bloem
1 teen knoflook
wat zout
wat bier
frituurvet of olie
De bonen afhalen, wassen en in ruim kokend water 2 min. blancheren. Daarna met koud water afspoelen en droogdeppen. Snij dan de boontjes in 3 stukken. Maak een beslag van de bloem, uitgeperste knoflook, zout en bier. Het beslag moet dun zijn. Steek telkens 3 stukjes boon aan een cocktailprikker. Verhit de olie of het vet tot 180 graden, haal de boontjes door het beslag en frituur ze. Als ze boven komen drijven zijn ze gaar.
2 kopjes bloem
1 ei 250 gram gehakt hoh
1 fijngesneden ui
1 teen knoflook fijngehakt
1½ blokje goudbouillon
½ eetlepel chinese sojasaus
8 worteltjes in schijfjes
2 eetlepels koffiemelk
fijngehakte selderie
water en zout
frituurolie/vet
De bloem mengen met water, zout en het ei. Van dit beslag dunne pannekoeken bakken in een middelgrote koekepan. Fruit de ingredienten m.u.v. de koffiemelk of santen in wat olie. Voeg dan de melk of santen toe en laat dit alles gaar sudderen tot het vocht verdampt is en iets droog wordt. Dit vulsel in een pannekoek doen en opvouwen in een rechthoek. Daarna dichtplakken met eiwit. Voor het opdienen de Risolles wentelen in paneermeel en bakken in heet frituurvet. Als saus de pangsitsaus gebruiken.
150 gram bloem
4 eieren
4 dl melk
40 gram boter of margarine
1 kleine ui
1 kleine prei
400 gram kipfilet
1 stukje gemberwortel van 1 cm
3 eetlepels olie
1 theelepel koenjit
2 tenen knoflook
10 eetlepels paneermeel
zout
frituurolie/vet
De bloem met een snufje zout in een kom doen en de 2 eieren erboven breken. Helft van de melk erdoor roeren. Al roerende de rest van de melk toevoegen en blijven roeren tot een glad beslag. In een steelpan de boter smelten en door het beslag roeren. Kleine koekepan heet laten worden en 1 eetlepel beslag erin schenken en over de panbodem laten uitvloeien. Zachtjes bakken tot bovenkant bijna droog is. Keren en andere kant snel goudbruin bakken. Zo nog 11 flensjes bakken. Ui fijnsnipperen en prei in dunne ringen snijden en goed wassen. Kipfilet in stukjes snijden, zo ook met de geschilde gemberwortel. Olieverhitten en kip 5 min. rondom zachtjes bakken. Dan ui, prei, gember en koenjit toevoegen en knoflook erboven uitpersen. Door elkaar scheppen en 10 min. zachtjes bakken. Op smaak brengen met wat zout. 2 eieren splitsen. Midden op het flensje een twaalfde deel van het mengsel scheppen en flensje tot een pakketje vouwen. Naden vastplakken met eiwit. In een diep bord de eierdooiers loskloppen en ineen ander diep bord de paneermeel strooien. Flensjes eerst door de dooier halen en vervolgens door de paneermeel wentelen. Paneermeel goed aandrukken. In frituurolie/vet van 175°C de flensjes met 3 tot 4 tegelijk goudbruin frituren. Uit laten lekken in een vergiet met keukenpapier
500 gram hamlappen
1 teen knoflook fijngehakt
1 eetlepel ketjap manis
2 theelepels ve-tsin
peper en zout
½ kopje water
Vlees in reepjes snijden en mengen met de ingredienten. Een nacht in de koelkast laten staan. Beslag maken van bloem, ve-tsin, zout, peper en 1 geklutst ei. Water toevoegen tot het beslag de dikte heeft [256] om pannekoeken te bakken. Vlees erin wentelen en bruin bakken in de frituurpan. Gebruik een pittig sausje zoals de pangsitsaus.
2 kopjes rauwe rijstebloem
2 hardgekookte eieren
1 theelepel ketoembar
100 gram fijngehakte garnalen
1 fijngesneden ui
1 blokje goudbouillon
1 teen knoflook fijngehakt
2 blaadjes djeroek poeroet
2 blaadjes salam
1 kopje dikke santen
peper
wat bieslook fijngehakt
Deeg maken van bloem, water en zout. Uitrollen en koekjes maken ter grootte van een groenteblik. Vulsel: pakje margarine smelten, alle ingredienten hierin 5 min. fruiten. Dan de salam, djeroek poeroet en bieslook toevoegen en na 3 min.al roerende de santen ( blok gesmolten) en garnalen. Zachtjes laten sudderen tot het iets verdampt en droog wordt. De koekjes vullen met dit vulsel en dichtvouwen in halve-maanvorm. Frituren in hete olie
300 gram ketan (kleefrijst)
2 eetlepels dikke santen zout
Voor de vulling:
1 eetlepel olie
250 gram mager kippegehakt
1 teen knoflook uitgeperst
1 theelepel maizena
½ theelepel djahé
½ theelepel djinten
½ theelepel ketoembar
1 theelepel koenjit
2 gesnipperde voorjaarsuitjes
1 theelepel citroensap
Was de ketan totdat het spoelwater volkomen helder is. Zet de rijst op met 4 dl water. Voeg een mespunt zout en de santen toe wanneer de rijst kookt. Roer alles voorzichtig een keer om en laat de rijst op een zeer laag vuur gaar worden. Bak et kippegehakt totdat het in kruimels uit elkaar valt en schep de knoflook erdoor. Laat alles nog 30 sec. bakken. Strooi de maizena door een zeefje eroveren voeg djahé, djinten, ketoembar en koenjit toe. Schep alles goed om en voeg 1 eetlepel kokend water en de uitjes toe en schep alles weer goed om. Neem de pan van het vuur en laat de inhoud koud worden. Druppel hierna het citroensap erover en schep alles nog enkele malen goed om. Leg 16 velletjes aluminiumfolie uit en schep op het midden een deel van de rijst. Strijk hem uit tot een laagje van 1 cm dik. Verdeel de vulling in 16 porties en schep deze in het midden van de rijst, strijk de vulling iets naar boven en onderen uit. Vouw hierna de folie zeer stevig om de rijst met de vulling totdat een rolletje ontstaat. Stoom dan de lempers in 12 tot 14 min. en laat ze daarna iets afkoelen. Presenteer ze op een voorverwarmde schaal. Ze worden doorgaans lauwwarm gegeten. Het vlees in de vulling kan naar eigen inzicht gevarieerd worden.
350 gram schone aardappels
1 losgeroerd ei
1½ eetlepel peterselie
2 gesnipperde voorjaarsuitjes
1 teen knoflook uitgeperst
1 vleugje nootmuskaat
1 eetlepel ketjap asin
2-3 eetlepels gezeefde bloem
1 losgeroerd eiwit 1 tomaat
in parten olie om te frituren
Kook of stoom de aardappelen in de schil in 20 tot 25 min. gaar. Laat ze wat afkoelen en pel ze dan. Maak ze fijn en voeg losgeroerd ei, peterselie of vervangers, voorjaarsuitjes, knoflook, nootmuskaat en ketjap toe. Meng alles goed door elkaar en laat het koud worden. Maak 16 balletjes en wentel deze door de bloem en laat ze daarna nog 1 uur liggen. Haal elk balletje snel door het losgeroerd eiwit en laat ze in de hete olie glijden (niet meer dan 6 tot 7 tegelijk). Ze dienen door en door warm te worden en een goudbruine kleur te krijgen. Laat de balletjes uitlekken op keukenpapier. Opdienen op een voorverwarmde schaal gegarneerd met parten tomaat en een waaier van een stuk komkommer.
[257] 300 gram gekookte maiskorrels
2 gesnipperde uien
2 kemirienoten
2 tenen knoflook gesnipperd
1 theelepel laos
½ theelepel ketoembar
½ theelepel koenjit
2 theelepels maizena
1 losgeroerd ei
2 eetlepels dikke santen
1 dl olie
zout
Laat de mais goed uitlekken en maak ze droog. Maak de helft van de mais fijn en hak de rest in stukjes. Stamp uien, knoflook, laos, kemirie, ketoembar en koenjit tot een gladde pasta en voeg fijngemaakte mais toe met de maizena, het losgeroerde ei, wat zout en santen. Roer alles goed door elkaar en schep dan de rest van de mais erdoor. Schep 3 of 4 bergjes van de maismassa in de hete olie.De massa zal iets uitlopen, houd hier rekening mee. Bak de koekjes aan weerszijden goudbruin. Ze dienen een doorsnee te hebben van 6 tot 7 cm. Laat de koekjes uitlekken en afkoelen.
Zie voor de bereidingswijze het voorgaande recept. Maak ui, knoflook, kemiries en sambal fijn. Voeg fijngemaakte maiskorrels, ei, maizena, wat zout, gehaktegarnalen en santen toe. Roer alles door elkaar en schep dan de stukjes mais erbij. Bak de koekjes. maiskoekjes met garnalen dienen dezelfde dag gegeten te worden.
300 gram gekookte maiskorrels
1 gesnipperd uitje
100 gram bloemkoolroosjes
1 teen knoflook gesnipperd
1 theelepel laos
1 theelepel ketoembar
½ theelepel koenjit
3 theelepels maizena
1 losgeroerd ei
2 eetlepels dikke santen
1 dl olie
zout
Zie voor bereidingswijze beide voorgaande recepten. Snij de stronkjes van de bloemkool en verkruimel de roosjes. Maak een pasta van ui, knoflook, laos, ketoembar, koenjit, de klein gesneden stronkjes van de roosjes. Voeg fijngemaakte mais, ei, maizena, zout en santen toe. Doorroeren en de stukjes mais toevoegen met de verkruimelde roosjes. Goed doorroeren en platte koekjes bakken.
2 eetlepels santen (⅛ blok)
2 tenen knoflook uitgeperst
½ theelepel ketoembar
1 mespunt djinten
½ theelepel koenjit
1 mespunt djahé
75 gram rijstebloem
25 gram maizena
100 ongezouten pinda's
1 dl olie
zout
Los de santen op in 1 dl kokend water. Laat dit afkoelen. Voeg knoflook, ketoembar, koenjit, djahé en een beetje zout toe aan de santen. Doe de rijstebloem en maizena in een kom, meng ze door elkaar en voeg dan het santenmengsel toe. Blijf roeren tot een niet al te dik beslag is verkregen. Voeg eventueel wat koud water toe. Schep dan de pinda's erdoor. Verhit de olie in een koekepan. Schep met een sauslepel 3 bergjes in de hete olie. Het beslag zal enigszins uitlopen. Niet meer dan 3 koekjes tegelijk bakken. Bak ze aan beide zijden goudbruin en knapperig. Uit laten lekken en afkoelen. Bewaar de rempejek in een goed gesloten weckpot.
[258]
2 eetlepels santen (⅛ blok)
3 tenen knoflook uitgeperst
35 gram ikan teri
1 mespunt serehpoeder
1 theelepel koenjit
4 kemirienoten
50 gram rijstebloem
15 gram maizena
1 dl olie
Los de santen op in 1 dl kokend water. Laat dit afkoelen. Voeg knoflook, kemiries, koenjit, sereh toe aan de santen. Doe de rijstebloem en maizena in een kom, meng ze door elkaar en voeg dan het santenmengsel toe. Blijf roeren tot een niet al te dik beslag is verkregen. Voeg eventueel wat koud water toe. Schep dan de ikan teri erdoor. Verhit de olie in een koekepan. Schep met een sauslepel 3 bergjes in de hete olie. Het beslag zal enigszins uitlopen. Niet meer dan 3 koekjes tegelijk bakken. Bak ze aan beide zijden goudbruin en knapperig. Uit laten lekken en afkoelen. Bewaar de rempejek in een goed gesloten weckpot.
1 gesnipperd uitje
1 teen knoflook gesnipperd
1 theelepel ketoembar
1 theelepel koenjit
1 theelepel djahé
½ theelepel laos
125 gram rijstebloem
1 losgeroerd ei
150 gram verse garnalen
1½ dl olie
zout
Maak van de ui, knoflook en de aangegeven kruiden een gladde pasta. Maak een dik beslag door 1 dl water met de bloem te vermengen. Roer hierna het ei, de pastaen wat zout erdoor. Schep de garnalen erdoor wanneer alles goed gemengd is. Schep 3 bergjes van het mengsel in de hete olie van een koekepan. Bak de garnalenkoekjes snel om en om lichtbruin. Na het bakken laten uitlekken op keukenpapier. Warm, lauwwarm of koud te eten.
500 gram kipfilet
2 eetlepels ketjap manis
1½ eetlepel citroensap
½ theelepel sambal oelek
1 mespunt knoflookpoeder
1 mespunt djahé
1½ eetlepel olie
1 stuk winterwortel
1 stuk komkommer
4 (zilver)uitjes
Voor de saus:
2 eetlepels ketjap manis
1 eetlepel gembersiroop
1 theelepel citroensap
Maak de kipfilet droog en snij ze in blokjes van 1 cm. Meng in een kom ketjap,citroensap, sambal, knoflookpoeder, djahé en ½ eetlepel olie goed door elkaar. Marineer hierin de blokjes kip en laat dit tenminste 1 uur op een koele plaats staan (niet in de koelkast). Af en toe even omscheppen. Steek intussen met een pareltjesboor ronde balletjes uit de winterwortel en komkommer. Snij de uitjes in vieren. Neem de blokjes kip uit de marinade en maak ze droog. Steek vervolgens aan een bamboestokje een blokjes vlees, wortelballetje, vlees, komkommerballetje, vlees en als laatste een partje ui. Bestrijk de kleine saté's aan alle kanten met olie. Voorzie ook de grillplaat of grillpan van een heel dun laagje olie. Verhit de grillplaat of pan en leg de saté's erop. Rooster ze niet veel langer dan 4 min. Keer ze regelmatig om opdat ze aan alle kanten gelijkmatig worden geroosterd. Houd ze daarna warm. Maak de saus door de hiervoor aangegeven ingredienten met elkaar te vermengen en vervolgens 1 eetlepel kokend water erdoor te roeren. Leg de saté's op een voorverwarmde schaal en plaats en kommetje met saus erbij
350 gram kipfilet
2 eetlepels ketjap manis
1 eetlepel rijstwijn (of droge sherry)
1 mespunt suiker
1 theelepel citroensap
1 mespunt djahé [259]
1 mespunt knoflookpoeder
1 mespunt serehpoeder
1½ eetlepel olie
16 kerstomaatjes
16 (zilver)uitjes
1 rode paprika
1 groene paprika
32 gepelde noorse garnalen
Voor de saus:
2 eetlepels ketjap manis
2 eetlepels gembersiroop
½ theelepel sambal badjak
1 bolletje gehakte gember
1 theelepel citroensap
Maak de kipfilet droog en snij ze in blokjes van 1 cm. Meng in een kom ketjap, citroensap, knoflookpoeder, djahé, wat peper, rijstwijn (of droge sherry) met wat suiker, sereh en eetlepel olie goed door elkaar. Marineer hierin de blokjes kip en laat dit tenminste 1 uur op een koele plaats staan (niet in de koelkast). Af en toe even omscheppen. Was de tomaatjes, verwijder de kroontjes en maak ze droog. Maak de uitjes schoon. Snij de paprika's in blokjes van 1 cm. Maak het gemarineerdevlees droog. Haal de garnalen even door de resterende marinade, laat ze enkele minuten liggen en maak ze dan droog. Steek opeenvolgend een blokje paprika, blokje vlees, uitje, garnaal, paprika, vlees en een kerstomaatje aan bamboestokjes. Bestrijk de kleine sate's aan alle kanten met olie. Voorzie ook de grillplaat of grillpan van en heel dun laagje olie. Verhit de grillplaat of panen leg de sat)'s erop. Rooster ze niet veel langer dan 4 min. Keer ze regelmatigom opdat ze aan alle kanten gelijkmatig worden geroosterd. Houd ze daarna warm. Maak de saus door de hiervoor aangegeven ingredienten met elkaar te vermengen en vervolgens 2 theelepels kokend water erdoor te roeren. Leg de sat)'s op een voorverwarmde schaal en plaats en kommetje met saus erbij.
450 gram magere varkenslappen
2 eetlepels ketjap manis
1 eetlepel citroensap
1 mespunt djinten
1 theelepel sambal oelek
1 mespunt djahé
1 mespunt knoflookpoeder
1 mespunt ketoembar
1½ eetlepel olie
16 kerstomaatjes
3 kleine uitjes
Voor de saus:
3 eetlepels ketjap manis
½ theelepel rode peperolie
½ theelepel djahé
1 theelepel citroensap
Maak het vlees droog en snij ze in blokjes van 1 cm. Meng in een kom ketjap, citroensap, knoflookpoeder, djahé, djinten, ketoembar sambal en ½ eetlepel olie goed door elkaar. Marineer hierin de blokjes vlees en laat dit tenminste 2 uur op een koele plaats staan (niet in de koelkast). Af en toe even omscheppen. Maak de uitjes schoon. Snij ze in 6 parten. Was de tomaatjes en maak ze droog. Maak het gemarineerde vlees droog. Steek opeenvolgend een blokje vlees afgewisseld met een stukje ui en als laatste een kerstomaatje aan bamboestokjes. Bestrijk de kleine saté's aan alle kanten met olie. Voorzie ook de grillplaat of grillpan van en heel dun laagje olie. Verhit de grillplaat of pan en leg de sate's erop. Rooster ze in 6 tot 7 min. Keer ze regelmatig om opdat ze aan alle kanten gelijkmatig goudbruin worden geroosterd. Houd ze daarna warm. Maak de saus door eerst de suiker op te lossen in 1 eetlepel kokend water. Voeg daarna de overige ingredienten toe aan deze oplossing. Leg de saté's op een voorverwarmde schaal en plaats en kommetje met saus erbij. Een pindasaus die ook bij de saté ketjil lekker smaakt:
Voor de pindasaus:
1 dl melk of water
1 kleine gesnipperde ui
2 eetlepel sambal oelek
2 tenen knoflook uitgeperst
2 eetlepel ketjap manis
1 eetlepel citroensap
½ theelepel suiker
½ theelepel zout
3 eetlepels pindakaas
Verhit de melk of water en voeg alle ingredienten toe. Temper het vuur en blijf roeren totdat een gladde saus is verkregen. Wordt ze te dik dan wat melk of water toevoegen. Bij te dunne saus wat pindakaas toevoegen.
[260] 1 kg bloem
2 zakjes gedroogde gist
50 gram margarine
750 gram rundergehakt
6 eieren
3 stengels prei in ringetjes
4 theelepels india-kerrie
2 theelepels ve-tsin 2½ theelepel zout
1 theelepel peper
2 theelepels suiker
3 grote uien
olie
Het deeg bereiden volgens de aanwijzingen op zakje gedroogde gist. Wel de margarine erbij bij het kneden. Bereiding van de vulling: het rundergehakt bakken met 2 eetlepels olie en met een scheplepel los wringen zodat het gehakt los komt enniet blijft klonteren. Zodra het bruin wordt, prei, zout, peper, ve-tsin en kerrie met het gehakt mengen. Ook de suiker erbij doen. Daarna het geheel uit de pan scheppen en laten uitlekken. De vulling in een pan doen en de eieren er in mengen tot een breimassa.
Bereiding tot martabakbrood: het gerezen deeg nog even kneden. Rol het beetje voor beetje tot een grootte van een tennisbal. Meteen deegroller op een platte plank of een marmeren steen, waarvan het oppervlak eerst met een beetje olie ingewreven moet worden, het deeg plat rollen tot papierdun. Doe 3 eetlepels van de vulling op het deeg en spreid het zo tot een vierhoek ter grootte van een envelop. Sluit het af met de randen van het bladerdeeg maar zo dat het niet teveel gaat overlappen, anders wordt het deeg te dik. Gebruik een koekepan om te bakken en iedere keer een eetlepel olie gebruiken. Bak op een zacht vuur. De 3 uien fijnsnijden of schaven, in een kom doen, wat azijn, suiker en peper mengen. Het kan ook met atjar cabe rawit gegeten worden.
500 gram magere hamlappen
250 gram champignons
250 gram spitskool
ketjap manis
sambal
beslag voor 5 pannekoeken
1 teen knoflook
1 grote ui
Snipper de ui en pers het teen knoflook uit. Snijd de spitskool in dunne korte reepjes. Doe hetzelfde met het vlees. Bak in wat hete olie het vlees aanen voeg ui, knoflook, wat ketjap en sambal toe. Laat het vlees doorbakken tot het bruin en bijna gaar is. Voeg de reepjes spitskool toe en laat het mengsel doorbakken tot het vlees en kool gaar zijn. Laat het mengsel afkoelen. Eventueel het overtollige vocht afgieten. Bak dan van het beslag 5 pannekoeken. Beboter een ovenschaal waarin de pannekoeken passen. Leg dan een pannekoek in de schaal, vervolgens een deel van het vlees/groentemengsel erop. Ga om en om te werk en eindig met een pannekoek. Laat de taart 5 tot 8 min. in een hete oven staan. Serveer 8 aparte punten.
3 koppen kedeleemeel
1 eetlepel maismeel
1 kopje suiker
1 theelepel zout
1 ei
Kneed van deze ingrediënten een deeg. Kedeleemeel, zout en maismeel droog door elkaar mengen, een kuiltje in het midden maken, water en ei toevoegen en alles goed door elkaar kneden. Een warme puddingvorm of trommeltje dat goed afgesloten kan worden, invetten en bestrooien met griesmeel of paneermeel en vullen met hetdeeg. Het brood 1 uur au bain marie laten koken, uit de vorm laten glijden als het nog warm is (anders wordt het klef) en laten afkoelen op een taartrooster of broodplank.
250 gram javaanse suiker
2 dl water
Breng het water aan de kook, voeg suiker toe en laat die smelten. Zeef de oplossing en kook daarna de stroop nog even op tot de gewenste dikte. Bewaar het in een kannetje.
Magnetron:
Breng het water en suiker in een glazen litermaat afgedekt in 3 a 4 min. op 100% aan de kook. Roer tot de suiker is opgelost, zeef de suikerstroop en verwarm de suikerstroop nog 3 a 5 min. op 50%. [261]
6-8 grote bananen
300 gram zelfrijzend bakmeel
3 dl melk
1 ei
75 gram suiker
1 mespunt zout en olie
Maak van het meel, melk, ei, suiker en zout een stevig deeg. Snijd de bananen in grove schijven, meng ze door het deeg en bak er op de manier van oliebollenronde ballen van in diepe, hete olie.
4 overrijpe bananen
4 grote eieren
4 eetlepels suiker
2 pakjes vanillesuiker
20 gram bloem of hoenkweemeel
20 gram boter
1 snufje zout
Beboter een lage vuurvaste schaal en bedek de bodem met de in stukken gesneden bananen. Klop eieren, suiker, vanillesuiker en bloem tot een luchtig beslag. Giet dit beslag over de bananen in de schotel. Verdeel de boter in klontjes over het oppervlak en bak de koek in een oven van ca. 175°C in 20 min. goudgeel. Kan warm als koud gegeten worden.
200 gram bloem
50 gram suiker
4 eieren
½ theelepel kaneel
¼ theelepel kruidnagelpoeder
1 mespunt anijszaad
zout en boter
Klop de eieren met de suiker schuimig en werk er al kloppend de gezeefde bloem, kruiden en het zout doorheen. Maak een klontje boter heet in een flensjespan met dikke bodem. Doe er een lepel beslag in en bak het aan beide zijden lichtbruin. Breng nu op het gare beslag opnieuw een laagje beslag aan van ca. ½ cm. Draai het, wanneer het gestold is, om en herhaal de bewerking tot al het beslag verbruikt is. Het resultaat is een dikke pannekoek, die doorgesneden een aantal laagjes laat zien. Snijd de koek in punten en bestrooi ze met poedersuiker
Tjap Tjoy
1 pak bami (250-350 gram)
2 grote uien fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
200 gram gepelde garnalen
500 gram verse spinazie
1 stukje trassi
zout, peper en nootmuskaat
ve-tsin en laos
Spoel de garnalen, uit laten lekken en bestrooien met wat zout, peper, laos en nootmuskaat. Snij de spinazie in stukjes van ca. 5 cm. Daarna wassen en uitlaten lekken. Kook de bami intussen gaar en spoel die af met koud water. Uitlaten lekken. Fruit de garnalen in wat olie bruin en weer uit laten lekken. Fruit in de overgebleven olie de uien, trassi en de knoflook. Voeg dan de garnalen, spinazie en de bami toe en roer alles goed door elkaar. Dien het geheel warm op en geef er atjar en een spiegelei bij.
500 gram mie
250 gram varkensvlees in blokjes
4 eetlepels olie
4 tenen knoflook fijngehakt
1 ui fijngesneden
1 kg groenten
1 theelepel djahé
zout en peper
selderie en augurkjes [262]
Kook de mie volgens de aanwijzingen op het pak. Trek van het vlees met een halve liter water, zout en djahé bouillon tot het vlees gaar is. Men kan ook de blokjes vlees zachtjes gaar bakken en bouillon maken van een bouillonblokje. Bak in de olie de ui, knoflook en het vlees. Voeg dan de goed gewassen en fijngesneden groenten (kool, peultjes, prei, lente-uitjes en taugé) toe behalve de taugé en de prei. Voeg dan bouillon, zout en peper naar smaak toe. Als de groente bijna gaar is, de taugé, prei en augurkjes erbij doen. Tot slot de gekookte mie erbij. Opdienen in een hete schaal en garneren met repen omelet.
1 pak mie
200 gram varkensvlees
400 gram prei
250 gram kool
2 uien fijngesneden
4 eetlepels olie
1 theelepel djahé
selderie en chinese sojasaus
Kook de mie volgens de aanwijzingen op het pak. Fruit de uien lichtbruin in de olie en haal ze eruit. Daarna in dezelfde olie, het kleingesneden varkensvlees met de djahé bruin bakken. Voeg dan de schoongemaakte kool, selderie en prei toe. Laat dit ca 20 min. meebakken. Vermeng dan de gebakken groenten en vlees met de mie en de gefruite uien. Maak het geheel af met wat sojasaus.
500 gram mie
375 gram varkensvlees in stukjes
375 gram garnalen
½ blikje krab
10 champignons in stukjes
600 gram groenten
2 eetlepels chinese sojasaus
1 theelepel peper
6 eetlepels reuzel
gebakken uien
1 omelet van 3 eieren
2 takjes peterselie
wat gesnipperde ui
Kook de mie volgens de aanwijzingen op het pak. Verwarm 3 eetlepels reuzel en bak het varkensvlees. Voeg de garnalen en champignons toe. Doe er vervolgens de sojasaus, zout en peper bij en laat alles ca. 20 min. zachtjes smoren. Voeg dan de groenten (peultjes, prei, taugé en wat selderie) en de krab toe en zet de pan van het vuur. Verwarm de rest van het vet en bak de mie. Doe de mie in eenschaal en stort daarover de andere ingredienten. Garneer het geheel met reepjesomelet, gesnipperde ui en de gebakken uien.
300 gram gekookte mie
300 gram varkensvlees in reepjes
1 gesnipperde ui
1 gesnipperd teen knoflook
1 flinke prei in ringetjes
100 gram gewassen uitgelekte taugé
30 gram reuzel
2 theelepels bouillonpoeder
½ theelepel peper
1 theelepel ve-tsin
50 gram gepelde garnalen
portie fijngesneden selderijgroen
Bami kan ook in de magnetron gekookt worden. Neem daarvoor een grote schaal (3 liter) met daarin ca. 2 liter water. Breng dit afgedekt in ca. 10 min. op vol vermogen aan de kook. Strooi er 1 theelepel zout in en doe er vervolgens de nestjes mie in. Breng het geheel opnieuw afgedekt in 4 min. op vol vermogen aan de kook. De mie nestjes met een vork loshalen en dan in ca. 2 min. op 350 Watt afgedekt bijtgaar koken. Schaal opzij zetten. In een kleinere schaal (2 liter)de reuzel afgedekt in 1 min. op vol vermogen laten smelten. Ui en knoflook erdoor scheppen en het mengsel onafgedekt 46 min. op vol vermogen verhitten totde ui begint te kleuren. Vleesreepjes erdoor scheppen en afgedekt 3-4 min. Op ca.500 Watt in de magnetron zetten. Dan de prei en taugé erdoor scheppen enalles bestrooien met de bouillonpoeder. De schaal nogmaals afgedekt 3-4 min. Op 500 Watt in de magnetron zetten. De mie in een vergiet laten uitlekken en deschaal schoonmaken. De uitgelekte mie terug doen in de schaal en de inhoud van de kleinere schaal er bovenop leggen. Vervolgens het geheel bestrooien met de selderij, ve-tsin, peper en garnalen. Alles voorzichtig door elkaar scheppen en tenslotte het gerecht in 23 min. op vol vermogen door en door warm laten worden. [263]
300 gram mie
400 gram kippelevertjes
3 schijven ananas
3 eetlepels gember
1½ banaan
2 uien fijngesneden
100 gram bacon
zout
Kook de mie volgens de aanwijzingen op het pak. Bak de gezouten kippelevertjes met de uien ca. 5 minuten. Snijd de ananas, gember, banaan en bacon fijn en bak dit even mee. Meng het geheel door de mie. Serveer er sla en komkommer bij.
Heeft men wat bami over dan kan men het restant gebruiken voor het maken van bamiballen. Warm de bami op in wat olie en roer er 1 of 2 eierdooiers doorheen. Vorm van dit mengsel ballen en wentel deze door paneermeel. Bak de ballen in heet frituurvet bruin en zorg ervoor dat ze zolang in de pan blijven dat ze ook van binnen goed warm worden.
500 gram mie
500 gram doorregen spek
1 blokje kippebouillon
2 tenen knoflook fijngehakt
1 eetlepel ketjap manis
250 gram prei
selderie en gebakken uitjes
zout en ve-tsin
Zet de speklappen op met 2 liter water en het bouillonblokje en trek hiervan bouillon. Eventueel zout naar smaak toevoegen. Als de bouillon goed getrokken isd e heel fijn gesnipperde knoflook, ve-tsin, ketjap en wat selderie toevoegen en even laten meetrekken. De prei en de rest van de selderie fijnsnijden. Bouillon,uitjes, groente en bami apart opdienen. Houd de bouillon warm op een rechaud. Ieder schept bami op, strooit daarover heen een paar lepels groente en wat uitjes en overgiet het geheel rijkelijk met bouillon.
250 gram chinese bami
200 gram varkenshaas
4 gedroogde champignons
4 grote Chinese garnalen
50 gram bamboespruiten
50 gram sjalotjes of dunne prei
1 eetlepel ketjap asin
2 liter kippebouillon
2 eieren
2 plakjes verse gemberwortel
zout en peper
Laat de Chinese champignons ca. 30 min. weken in heet water, ontdoe ze van de steel en snijd ze in dunne plakjes. Maak de garnalen schoon door ze in de lengte aan de rugzijde door te snijden. Verwijder het zwarte darmkanaal en spoel de garnalen af met koud water. Laat ze uitlekken. Snijd nu de helften in 3 à 4 schuine stukjes. Breng in een grote pan flink wat water aan de kook en maak daarin de mie gaar in ca. 5 min. Blijf erbij om te roeren. Het water moet zachtjes koken. Spoel de mie tenslotte onder de koude kraan. Laat alles uitlekken. Ontvlies het varkenshaasje en snijd het in dunne plakjes. Evenafspoelen met koud water (anders wordt de bouillon later troebel) en uit laten lekken. Breng de bouillon aan de kook. Snijd intussen het sjalotje (of de dunne prei) in dunne plakjes. Doe hetzelfde met de bamboespruiten en de gemberwortel. Doe het vlees, de bamboespruiten, de Chinese champignons en garnalen in de warme bouillon en laat dit alles ca. 10 min. koken. Voeg de sjalotjes (prei),gemberwortel en de sojasaus toe. Peper en zout strooien naar smaak. Maak een papje van 2 eetlepels aardappelmeel en 2 eetlepels water. Bind nu de soep door het papje beetje bij beetje aan de bouillon toe te voegen. Blijf zachtjes roeren. Klop de eieren los in een kom. Giet het mengsel heel voorzichtig, in eendun straaltje, in de soep terwijl men blijft roeren. Er ontstaan eivlokken. Voeg tenslotte de mie toe en dien de soep op. Als variatie kan men bv. ook nog reepjes sla, stukjes kip of taugé toevoegen. Ook kan bamisoep met een spiegelei gegeten worden. Een ei bakken, soep in kommen scheppen en het ei vlak voor het opdienen op de soep leggen.
[264] 500 gram miehoen
1 teen knoflook fijngehakt
1 grote ui fijngesneden
1 hamlap in blokjes
1 hamlap in reepjes
100 gram chinese kool fijngesneden
1 blikje doperwten uitgelekt
100 gram champignons in stukjes
50 gram gepelde garnalen
½ blikje bamboespruiten
1 stengel bleekselderie fijn
1 eetlepel rijstwijn (of droge sherry)
½ liter bouillon
1 eetlepel ketjap manis
1 eetlepel maizena
1 theelepel bruine basterdsuiker
½ theelepel djahé
zout, peper en ve-tsin
Fruit in wat olie de ui, knoflook, blokjes vlees, kool, doperwten, champignons en bleekselderie voor ca. 5 à 10 min. op een klein vuur. Maak een sausje van de ketjap, rijstwijn (of droge sherry), djahé en 1 eetlepel olie. Voeg dit bij het vlees. Roer het goed om en laat dit ca. 5 min. sudderen. Voeg nu de bouillon toe en weer 5 min. sudderen. Maak intussen een papje van de maizena, eetlepel ketjap, wat water en de suiker. Bind hiermee de saus. Ondertussen is de miehoen gaar gekookt, afgespoeld en uitgelekt. Bak nu apart de reepjes vlees en laat die uitlekken. Als laatste de garnalen erbij en maak af met zout en peper. De groenten en reepjes vlees warm houden. Leg nu de miehoen op een platte schaal en garneer de groenten eromheen. Bovenop komen de reepjes vlees.
2 eetlepels gesneden ham
2 eetlepels gesnipperde ui
2 eetlepels gesneden selderie
4 eetlepels chinese kool
4 eetlepels taugé
½ dl kippebouillon
½ theelepel ve-tsin
½ theelepel ketjap manis
2 eetlepels olie
zout, peper en maizena
Maak de olie heet en laat hierin de ham voor ca. 1 min. bakken. Hierna al de gesneden groenten toevoegen. Het geheel enkele minuten braden en intussen goed omzetten, bouillon, zout en peper toevoegen en nog 5 min. zachtjes laten doorkoken. Voeg vervolgens de ketjap en ve-tsin toe en bind het gerecht met maizena af tot sausdikte.
250 gram mager vlees
100 gram worteltjes
100 gram champignons
100 gram prei
100 gram boontjes of kousenband
250 gram chinese of witte kool
1 eiwit
1 theelepel maizena
olie
Voor de saus:
2 koppen kippebouillon
3 eetlepels chinese sojasaus
3 eetlepels rijstwijn (of droge sherry)
1 theelepel maizena
½ theelepel versgemalen peper
1 theelepel sesamolie [265]
Het vlees wordt in smalle plakjes en daarna in reepjes gesneden. Vermeng het grondig met een eiwit en 1 theelepel maizena. Laat het ca. 30 min. Grondig intrekken op een koele plaats. Intussen worden de worteltjes en kool in reepjes,champignons in plakjes, prei in ringen, boontjes in kleine stukjes gesneden. Nu olie in een pan met dikke bodem en hoge rand verhitten tot het rookpunt. Het vlees onder voortdurend roeren aanbraden totdat de rode kleur is verdwenen. Het vlees uit de pan halen en warm houden. In dezelfde pan worden achtereenvolgens de groenten onder voortdurend roeren aangebraden tot alles met olie bedekt is. Dan alle groenten en vlees in de pan doen en overgieten met de aangemaakte saus.Alles direct verwarmen en opdienen
250 gram gaar, mager varkensvlees
75 gram worteltjes
75 gram sperziebonen
125 gram bloemkool
125 gram witte kool
75 gram taugé
50 gram bamboespruiten
125 gram uien
2 theelepels djahé
1 liter kippebouillon
1 theelepel ve-tsin
ketjap asin aardappelmeel
Kook de groenten in water en zout halfgaar. Fruit de gesnipperde uien en djahéin olie, doe de gesneden groenten erbij en laat ze even meebakken. Voeg dan de bouillon, ketjap, ve-tsin en het kleingesneden vlees toe. Laat het geheel even doorkoken en bind het dan met aardappelmeel. Eventueel nog wat op smaak maken met wat ketjap asin en zout. Tjap tjoy wordt geserveerd met een kommetje witte rijst of zilvervliesrijst.
1 blikje krab
3-4 geklutste eieren
1 eetlepel selderie, fijngehakt
zout en peper
Meng de geklutste eieren met de uitgeplozen krab (of fijngehakte garnalen), de selderie, wat zout en peper. Bak dan in wat olie de omeletten en vouw ze dicht. Leg ze op een platte schaal.
300 gram kreeft/krab/garnalen
30 gram peultjes
30 gram worteltjes
20 gram bamboescheuten
5 eieren
3 eetlepels tomatenpuree
1 eetlepel tapiocameel
20 gram reuzel
1 mespuntje djahé
peper, zout en suiker
De peultjes, worteltjes en bamboescheuten grof snijden en in de reuzel aanfruiten. De losgeklopte eieren vermengen met de aangefruite groenten en de kreeft, krab of garnalen hieraan toevoegen. Bak van dit geheel een omelet, deze mag niet te bruin worden. Het is aan te bevelen een lage vlam ofwel een verwarmingsplaat te gebruiken. Saus: de tomatenpuree iets afslappen met bouillon of water en daarna bijbinden met het tapiocameel. Op smaak brengen met peper en zout. De omelet op een platte schaal doen en overgieten met de saus. Daarna nog wat doperwten als garnering.
150 gram kippeborst of filet
1 rode paprika fijngesneden
1 bamboescheut, fijngesneden
1 grote ui fijngesneden
1 teen knoflook fijngehakt
3 theelepels maizena
3 eetlepels water
1 eetlepel ketjap manis
1 eetlepel droge rijstwijn (of droge sherry)
3-4 eieren
wat selderie fijngehakt
zout, peper en ve-tsin
Fruit in wat olie de ui, knoflook, bamboe, selderie, paprika en de stukjes kip tot de kip goed gaar is. Meng dan onder goed roeren de maizena, water, ketjap, rijstwijn (of droge sherry), zout, peper en wat ve-tsin. Blijf goed doorroeren tot alles zich bindt en zet het vuur klein. Kluts de eieren met toevoeging van wat bouillon en bak de omelet aan beide kanten totdat deze is gestold. Schep het mengsel op [266] een platte schaal en daar bovenop de omelet. Eet dit met witte rijst, wat kroepoek, atjar en sambal. Men neemt dan een paar schepjes van de groente en een stukje omelet.
500 gram varkensvlees
1 grote ui fijngesneden
½ eetlepel banda foelie
1 kleine citroen
2 tenen knoflook, fijngehakt
1 theelepel kruidnagel
1 theelepel djahé
1 theelepel peper
Snij grote lappen doormidden. Kook het vlees onder water halfgaar en daarna met de kruiden in wat olie bruin braden. Giet er dan de bouillon en het citroensap over en laat alles zachtjes op een klein vuur en gesloten deksel nog een ½ uur smoren.
500 gram hamlappen, in blokjes
75 gram zelfrijzend bakmeel
2 tenen knoflook, fijngehakt
1 dl melk
1 grote ui, zeer fijngesneden
2 tomaten, in partjes
2 theelepels djahé
1 blikje ananas stukjes
1 dl water
1 klein potje atjar
1 eetlepel ketjap manis
1 eetlepel aardappelmeel
1 eetlepel bruine basterdsuiker
zout
Maak een saus van melk, zout, knoflook en bakmeel. Laar de stukjes vlees ca. 1 uur hierin marineren en bak ze daarna in wat olie bruin. Laat ze uitlekken.Breng in een pan het water aan de kook en doe de suiker, ui, atjar, ketjap, tomaat- en ananasstukjes en de djahé bij. Bindt de saus met het aardappelmeel en stoof alles gaar. Doe er dan het vlees bij en zet het vuur laag. Serveer dit bij witte rijst, een kipgerecht, sate en sambal.
400 gram mager varkensvlees
1 ei
1 middelgrote ui
1 tomaat
50 gram gember
¼ blik ananas
150 gram komkommer
2 dl water
2 dl azijn
2 eetlepels ketjap manis
zout, maizena en meel
2 eetlepels suiker
Het vlees in blokjes snijden van 2 bij 2 cm, zouten en een half uur tot 3 kwartier in de ketjap zetten (marineren). Daarna laten uitlekken op een zeef, door het losgeklopte ei en meel halen en frituren. De ui, tomaat, gember, ananas en komkommer in blokjes snijden. De saus wordt gemaakt van water en azijn, opzetten onder toevoeging van suiker. Wanneer dit aan de kook is, afbinden met maizena tot een saus is verkregen. Hierin de gesneden groenten doen en 10 min. laten stoven. Op het laatst de gefrituurde blokjes vlees toevoegen en op smaak brengen met suiker, zout en azijn.
300 gram afgekoelde rijst
2 eetlepels olie
2 eetlepels sojasaus
6-8 lente-uitjes, grof gesnipperd
Verhit de olie in een wok of wadjan en voeg de afgekoelde rijst eraan toe. Bak de rijst onder voortdurend omscheppen totdat ze wat kleur begint te krijgen. Sprenkel de sojasaus over de rijst en voeg terwijl men blijft omscheppen de gesnipperde lente-uitjes toe. Bak het gerecht hierna nog 1 minuut. Dien het gerecht onmiddellijk op. Aan de gebakken rijst kan men nog tal van ingredienten toevoegen.
Enkele suggesties:
grof gesnipperde gekookte ham
verse gepelde garnalen
stukjes krab of kreeft
losgeroerde eieren stukjes [267]
gekookte boontjes
gekookte doperwtjes
6 gedroogde champignons
100 gram taugé
2 eetlepels olie
1 eetlepel sesamolie
2 tenen knoflook, fijngehakt
1 theelepel geraspte gember
2 preien, grof gesnipperd
2 stengels bleekselderie
4 worteltjes in reepjes
200 gram bamboespruiten
300 gram afgekoelde rijst
2 eetlepels lichte sojasaus
Leg de chinese champignons in een kommetje en giet er 2 deciliter kokend water over. Laat dit een half uur staan. Was intussen de taugé en verwijder de schilletjes. Uitlaten lekken in een vergiet. Laat de geweekte champignons even uitlekken, verwijder de stelen en snij de hoeden in smalle reepjes of blokjes. Zeef het weekvocht en hou het apart. Verhit de beide oliesoorten in een wok of wadjan. Fruit hierin onder voortdurend omscheppen gedurende 30 seconden de knoflook en geraspte gemberwortel. Voeg hierna alle groenten (in reepjes gesneden) toe behalve de taugé en bamboespruiten. Laat alles onder voortdurend omscheppen gedurende 3 min. bakken. Schep daarna de taugé, bamboespruiten en de rijst erdoor. Schep alles goed om. Sprenkel de sojasaus over het gerecht en schenk 3 a 4 eetlepels van het gezeefde champignonvocht hier overheen. Schep alles nog enkele malen goed om een dien het gerecht op als de rijst door en door warm is geworden. Hou een kwart van de gesnipperde prei apart en strooi het vlak voor het opdienen over het gerecht.
6 grote champignons (300gram)
250 gram dunne sperziebonen
125 gram taugé
125 gram chinese kool of ijsbergsla
2 eetlepels olie
1 eetlepel sesamolie
2 tenen knoflook fijngehakt
1 theelepel gemberwortel
1 prei in reepjes
300 gram afgekoelde rijst
4 eetlepels doperwten uit blik
2 eetlepels lichte sojasaus
3 lente-uitjes grof gesnipperd
Was de champignons of wrijf ze met een vochtige doek schoon. Verwijder het onderste gedeelte van de stelen en snij de paddestoelen hierna in dunne plakjes en vervolgens in smalle reepjes. Maak de boontjes schoon en snij ze in stukjes van 2 à 3 cm. Was de taugé, verwijder de schilletjes en laat het uitlekken. Snij de chinese kool of ijsbergsla in smalle reepjes. Verhit de beide oliesoorten in een wok of wadjan. Fruit gedurende 30 sec. de knoflook en geraspte gemberwortel. Voeg daarna de champignons, prei en boontjes toe. Bak alles onder voortdurend omscheppen gedurende 3 min. Voeg dan de chinese kool (ijsbergsla), taugé, rijst en doperwtjes toe. Bak alles totdat de rijst door en door warm geworden is. Sprenkel er de sojasaus er overheen en schenk er 3 a 4 eetlepels warm water (of nog liever groentebouillon) over. Schep alles nog enkele malen goed om. Dien het gerecht op in een voorverwarmde schaal en strooi er de gesnipperde lente-uitjes over.
700 gram gefileerde zeevis
300 gram chinese kool of ijsbergsla
8 worteltjes
2 stengels bleekselderie
2 eetlepels olie
2 tenen knoflook
2 schijfjes gemberwortel
1 eetlepel sesamolie
2 eetlepels lichte sojasaus
4 lente-uitjes, grof gesnipperd
Vraag de visboer de vis in 8 gelijke stukken te verdelen. Spoel de stukken vis af onder koud stromend water en leg ze in een pan. Doe er water bij zodat de vis net onder staat. Strooi er een halve theelepel zout over. Breng alles heel langzaam tot dicht bij het kookpunt en laat de vis in 7 min. heel zachtjes gaar worden. Neem de stukken vis uit de pan, laat ze even uitlekken op keukenpapier en houd ze warm. Alle groenten in zeer smalle reepjes snijden en droogmaken in bv. een slacentrifuge. Spreid de chinese kool of ijsbergsla uit over de spiegel van een grote ondiepe voorverwarmde schaal. Strooi hierover de worteltjes en vervolgens de bleekselderie. Verhit de olie in een wok of wadjan en fruit hierin de gepelde tenen knoflook en schijfjes gemberwortel onder voortdurend omscheppen voor [268] ca. 2 min. Schep ze daarna uit de olie en verwijder ze. Neem de wok of wadjan van het vuur en voeg de sesamolie en sojasaus toe. Leg de warme stukken vis op het groentebed. Roer de inhoud van de wok of wadjan nog enige malen goed om en schenk de inhoud dan over de stukken vis. Bestrooi vervolgens alles met wat lente-ui. Het recept voor de vis op een groentebed leent zich voor vele variaties; hierdoor ontstaan steeds weer nieuwe gerechten. Een aantal suggesties voor de samenstelling van dergelijke groentebedjes:
reepjes ijsbergsla,
reepjes wortel,
reepjes komkommer
reepjes ijsbergsla,
reepjes wortel,
reepjes prei
reepjes chinese kool
reepjes komkommer
reepjes rode paprika
reepjes chinese kool,
reepjes prei of
lente-ui,
maïskorrels
Dit recept is een basisrecept. Vrijwel alle bij ons verkrijgbare soorten zeevis kunnen op deze manier worden bereid. Het gerecht wordt meestal lauwwarm opgediend met daarbij droge rijst royaal bestrooid met gesnipperde voorjaarsui.
800 gram gefileerde zeevis zoals tarbot, kabeljauw
Voor de marinade:
6 eetlepels lichte sojasaus
3 eetlepels rijstwijn (of droge sherry)
1 eetlepel gemberwortel
½ theelepel 5 kruidenpoeder
½ theelepel zout
Verder nog:
2 theelepels kruidenazijn
3 eetlepels suiker
5 eetlepels olie
Spoel de vis af onder stromend koud water. Maak de vis droog met keukenpapier en snij hem in duimdikke lange repen van 5 cm. Maak de marinade door de aangegeven ingredienten met elkaar te vermengen. Laat hierin de repen vis tenminste een uur marineren. Verhit dan de olie in een wadjan en braad de vis gaar. Voeg onder het bakken de suiker en azijn toe.
4 verse kleine makrelen
4 eetlepels rijstwijn (of droge sherry)
2 eetlepels lichte sojasaus
2 theelepels maizena
2 eetlepels donkere sojasaus
6 eetlepels olie
1 eetlepel gemberwortel
1 eetlepel fijngehakte knoflook
2 eetlepels zwarte bonensaus
1 stukje prei gesnipperd
Spoel de vissen (of wijting) af onder stromend koud water. Maak ze droog met keukenpapier en geef ze met een scherp mesje 3 a 4 schuine inkepingen. Vermengde rijstwijn (of droge sherry) met de lichte sojasaus en wrijf de vissen aan de buitenzijde in met dit mengsel. Laat de vissen daarna 10 min. liggen. Leng intussen de maizena aan met 1 eetlepel koud water en voeg de donkere sojasaus en resterende rijstwijn (of droge sherry) hieraan toe. Verhit de olie in een grote wadjan en bak de vissen hierin ca. 8 min. aan alle kanten mooi goudbruin. Keer de vissen tijdens het bakken regelmatig om. Laat de vissen na het bakken goed uitlekken en houd ze warm. Haal zoveel olie uit de wadjan zodat er ongeveer 2 eetlepels olie achterblijven. Fruit de geraspte gemberwortel en uitgeperste knoflook gedurende 30 sec. in de resterende hete olie. Voeg de bonensaus toe en doe er 3 dl warm water bij. Roer alles goed om. Voeg vervolgens het maizena mengsel toe en blijf zo lang roeren totdat een lichtgebonden saus is verkregen. Laat de saus 1 min. doorkoken en leg dan de vissen terug in de wadjan. Laat ze gedurende 2 à 3 min. zachtjes koken in de saus. Doe daarna de gehele inhoud over in een voorverwarmde ondiepe schaal. Bestrooi de vissen met gesnipperde voorjaarsuitjes of wat prei. Geef hierbij drooggekookte witte rijst.
4 kleine verse makrelen
3 eetlepels olie
4 tenen knoflook
1 eetlepel lichte sojasaus
½ theelepel gemberwortel
1 theelepel hoisin-saus [269]
2-3 voorjaarsuitjes of prei
Spoel de visfilets af onder koud stromend water. Maak ze droog met keukenpapier. Verhit de olie en fruit hierin de gepelde knoflooktenen zolang tot ze goudbruin zijn. Schep ze uit de olie en verwijder ze. Bak de visfilets gedurende 4 a 5 min. aan alle kanten bruin in de hete olie. Schuif hierna de visfilets naar een zijde en voeg de sojasaus toe. Roer er dan de geraspte gemberwortel door. Schuif dan de visfilets naar het midden van de wadjan en leg er een passend deksel op. Laat alles 1 à 2 min. op een matig vuur staan. Voeg vervolgens de Hoisin-saus toe. Verdeel daarna alles over vier verwarmde borden en strooi er wat gesnipperde voorjaarsui of prei overheen. Geef er witte rijst bij.
20 grote garnalen
2 eetlepels olie
2 tenen knoflook
2 schijfjes gemberwortel
1 eetlepel oestersaus
2 eetlepels rijstwijn of droge sherry
1½ theelepel maizena
Laat de diepvriesgarnalen eerst ontdooien. Pel de staarten van de garnalen en maak ze droog met een stuk keukenpapier. Verhit de olie in een wadjan en fruit de gepelde knoflooktenen en de gemberwortel totdat de tenen goudbruin zijn. Verwijder hierna de knoflook en gember. Bak de garnalen totdat ze vankleur zijn veranderd. Voeg de oestersaus, de rijstwijn (of droge sherry) en 2 dl kokend water toe. Laat alles gedurende 1 min. zachtjes koken. Leng de maizena aan met 1 eetlepel koud water. Schuif de garnalen naar een kant van de wadjan en schenk het maizena mengsel erbij. Roer alles goed om totdat een lichtgebonden saus is ontstaan. Schep de garnalen door de saus en dien ze onmiddellijk hierna op. Geef er gebakken rijst met voorjaarsuitjes bij.
20 grote garnalen uit diepvries
2 theelepels maizena
1 eiwit losgeroerd
1 mespuntje zout
Verder nog:
8 gedroogde lombok rawit
1 theelepel maizena
1 eetlepel lichte sojasaus
1 eetlepel rijstwijn of droge sherry
1 eetlepel honing
½ eetlepel azijn
1 mespunt zwarte peper
3 eetlepels olie
2 tenen knoflook
2 voorjaarsuitjes gesnipperd
1 theelepel gemberwortel
Laat de diepvriesgarnalen eerst ontdooien. Pel de garnalenstaarten. Spoel ze af en maak ze droog. Leng de maizena aan met 1 eetlepel koud water. Roer het eiwit en het zout erdoor totdat een egaal mengsel is verkregen. Leg de garnalen in een kom en giet het maizena-eiwitmengsel erover heen. Schep alles goed om. Laat de garnalen een uurtje staan, wel af en toe omscheppen. Open de gedroogde pepers en verwijder het zaad. Leng de maizena aan met 1 eetlepel koud water. Voeg aan het mengsel de sojasaus, rijstwijn (of droge sherry), honing, azijn, peper en eventueel wat zout toe. Verhit de olie in een wadjan en fruit hierin de gepelde tenen knoflook totdat ze goudbruin zijn. Verwijder de knoflook. Fruit dan de chilipepers tot ze eveneens goudbruin zijn. Haal ze er met een schuimspaan uit en leg ze apart. Neem de garnalen uit het eiwitmengsel en laat ze even uitlekken. Bak de garnalen gedurende 1 min. in de resterende olie. Voeg de voorjaarsuitjes en geraspte gemberwortel toe. Laat alles heel even meefruiten onder voortdurend omscheppen. Schuif daarna de garnalen naar een zijde en voeg het maizenamengsel toe. Blijf roeren totdat de saus lichtgebonden is. Schep daarna de garnalen door de saus en doe onmiddellijk de gehele inhoud over in een ondiepe voorverwarmde schaal. Strooi er daarna de achtergehouden chilipepers over. Geef er witte rijst bij.
16 grote diepvriesgarnalen
6 waterkastanjes uit blik
2 uitjes fijngesnipperd
½ theelepel gemberwortel
1 mespunt zout
2 theelepels rijstwijn of droge sherry
1 eiwit losgeroerd
1½ theelepel maizena [270]
6 eetlepels olie
Verder nog:
250 gram peultjes
2 eetlepels sesamolie
2 dl kippebouillon
2 theelepels maizena
1 eetlepel oestersaus
1 mespuntje suiker
Laat de diepvriesgarnalen eerst ontdooien. Pel de staarten van de garnalen en hak ze fijn. Voeg de zeer fijngehakte waterkastanjes, uitjes, geraspte gemberwortel, zout een rijstwijn (of droge sherry) toe. Schep alles goed om. Voeg aan het eiwit 1 eetlepelkoud water en de maizena toe. Roer tot dit een egaal mengsel is geworden. Voeg dit toe aan de garnalenmassa en laat dit een half uur staan. Schep dan alles goed om en vorm er balletjes van ter grootte van een walnoot. Maak hiertoe de handen vet met de sesamolie. Verhit de andere olie in een wadjan en bak de garnalenbeignets hierin aan alle kanten bruin. Bak niet meer dan 4 à 5 balletjes tegelijk, anders daalt de temperatuur van de olie teveel. Laat de beignets na het bakken uitlekken en houd ze warm. Maak de peultjes schoon. Verhit in een schone wadjan 1 eetlepel sesamolie en fruit hierin de peultjes voor ca. 1 minuut. Schuif de peultjes naar een zijde en voeg de bouillon (water mag ook) toe. Leng de maizena aan met 2 eetlepels koud water en doe dit door het mengsel in de wadjan. Blijf roeren tot een lichtgebonden is ontstaan. Roer dan de oestersaus en wat suiker door de saus. Schep nu de peultjes weer deze saus. Leg eerst de garnalenbeignets op een voorverwarmde ondiepe schaal. Schep er daarna de peultjes met de saus overheen. Geef er witte rijst bij.
750 gram gefileerde zeevis
½ theelepel zout
½ theelepel
5 kruidenpoeder
2 eieren losgeroerd
6 eetlepels maizena
6-8 eetlepels olie
Verder nog:
3 jonge worteltjes
2 kleine uien
½ komkommer
Voor de saus:
2 eetlepels lichte sojasaus
3 eetlepels tomatenketchup
2 eetlepels rijstwijn
1 eetlepel azijn
1 eetlepel maizena
1 teen knoflook
½ theelepel gemberwortel
4 eetlepels doperwten, gekookt
1-2 theelepels suiker
2-3 voorjaarsuitjes
stukjes prei of bladselderie
Spoel de vis (tarbot, griet, kabeljauw of zeewolf) af onder koud stromend water. Maak de vis droog en snijd ze in stukken van 3 x 4 cm. Vermeng het zout met het vijfkruiden poeder en wrijf de stukken vis hiermee in. Haal de stukken vis door de losgeroerde eieren en daarna door de maizena. Verhit de olie in een wadjan en bak de stukken vis (niet meer dan 6 a 7 tegelijk) aan weerszijden snel goudgeel. Daarna op keukenpapier uitdruipen en laten afkoelen. Vlak voor het opdienen worden de vissen nogmaals gebakken maar dan goudbruin. Door deze wijze ontstaan knapperige deegjasjes. Snij de worteltjes in smalle reepjes (julienne), de uien ieder in acht partjes; maak daarna de rokken van de partjes los. Schil de komkommer, verwijder het zaad en snij hem in kleine blokjes. Bereid de saus door in een pannetje de sojasaus te vermengen met de tomatenketchup (aangelengd met 1 lepel water), de rijstwijn (of droge sherry) en de azijn. Breng alles, onder voortdurend roeren aan de kook. Voeg 2 dl. water toe en laat het mengsel enige minuten zachtjes doorkoken. Leng de maizena aan met 2 à 3 lepels koud water. Doe dit bij de inhoud van het pannetje en blijf roeren totdat een gebonden saus is verkregen. Voeg de uitgeperste knoflook en geraspte gemberwortel toe. Laat alles nog 2 minuten zachtjes koken. Schep vlak voor het opdienen de stukjes komkommer en doperwtjes erdoor. Laat er dan nog heel even de kook over komen. Proef de sausen voeg naar eigen smaak wat suiker toe (1 of 2 theelepels). Leg de vis met de knapperige deegjasjes op een voorverwarmde schaal. Strooi er wat gesnipperde voorjaarsuitjes, prei of bladselderie over. Schenk de saus hier overheen. Dien het gerecht onmiddellijk op en geef er witte rijst bij. [271]
1 grote verse krab (1,25 kg)
1 eetlepel zoute zwarte bonen
1 teen knoflook
1 eetlepel lichte sojasaus
1 theelepel suiker
4 eetlepels olie
2 schijfjes gemberwortel
1 ei losgeroerd
3 voorjaarsuitjes
stukjes prei of bladselderie
Vraag uw leverancier de krab schoon te maken. Snijd de krab met de poten eraan, in 4 stukken. Spoel de zwarte bonen (blik of pot) in een zeef af onder stromend koud water. Stamp ze in een vijzel tot een pasta en voeg de uitgeperste knoflook, sojasaus en suiker toe. Roer alles goed om. Verhit de olie in een wadjan en fruit de schijfjes gemberwortel onder voortdurend omscheppen voor ca.1 minuut. Verwijder daarna de schijfjes. Bak de stukken krab gedurende 5 minuten onder voortdurend omscheppen. Voeg dan het zwarte bonenmengsel en twee en een halve dl water toe. Roer alles goed om. Leng de maizena aan met 2 lepels koudwater. Voeg dit toe aan de inhoud van de wadjan en blijf roeren totdat een gebonden saus is verkregen. Neem de wadjan van het vuur. Leg de stukken krab open voorverwarmde schaal. Voeg aan de saus de voorjaarsui of prei en het losgeroerde ei toe. Roer alles goed om en schenk de saus over de krab. Geef er witte rijst bij.
700 gram kreefte- of langoustinestaartjes
1 rode paprika
1 groene paprika
3 eetlepels olie
2 tenen knoflook
½ theelepel gemberwortel
2 eetlepels bonensaus uit blik
1½ dl kippe- of visbouillon
2 eetlepels rijstwijn of droge sherry
1 losgeroerd ei
2 theelepels maizena
enkele druppels sesamolie
Pel en snij de kreeft- of langoustinestaarten in stukken. Was de paprika's en maak ze schoon. Snij het vruchtvlees in blokjes. Verhit de olie en bak de stukken kreeft gedurende 1 minuut onder voortdurend omscheppen. Schep de stukken er met een schuimspaan uit en laat ze uitlekken boven de wadjan. Hou ze dan warm. Bak daarna in de olie de blokjes paprika voor ca. 1 minuut onder voortdurend omscheppen. Uitscheppen en uit laten lekken. Hou ook de blokjes paprika warm. Voeg daarna de uitgeperste knoflook en geraspte gemberwortel toe aan de overgebleven olie en laat dit enkele ogenblikken fruiten. Voeg onder voortdurend roeren de bonensaus, de bouillon en de rijstwijn (of droge sherry) toe. Laat dit even flink doorkoken. Schenk vervolgens heel langzaam en onder voortdurend roeren het losgeroerde ei erbij zodat er draden in de saus ontstaan. Leng de maizena aan met 2 lepels koud water. Doe dit bij de saus en blijf roeren totdat een gebonden saus is verkregen. Leg de stukken kreeft op een ondiepe voorverwarmde schaal en drapeer hierover de stukjes paprika. Schenk er dan de saus overheen. Geef dit bij witte rijst.
500 gram st.jacobusschelpendieren
of 500 gram grote mosselen
300 gram peultjes
3 eetlepels olie
½ gemberwortel
2 middelgrote preien
2 theelepels maizena
2 theelepels lichte sojasaus
1 mespuntje zout
2 voorjaarsuitjes gesnipperd
Het gewicht aan schelpdieren is zonder schelp. Maak de schelpdieren goed schoon en verwijder alle ongerechtigheden. Maak ze daarna zo droog mogelijk met keukenpapier. Maak de peultjes schoon en ook zo droog mogelijk maken. Van de preien, het witte en groene gedeelte apart in smalle reepjes snijden. Verhit de olie in een wadjan en bak de schelpdieren voor 1 minuut onder voortdurend omscheppen. Schep ze uit de olie en laat ze boven de wadjan uitlekken. Houd ze daarna warm. Fruit de geraspte gember voor ca. 30 sec. in de overgebleven olie. Voeg vervolgens de peultjes en preireepjes toe. Alles goed omscheppen. Schuif daarna alles naar een zijde en voeg twee en een halve dl. water toe. Leng de maizena aan met 2 eetlepels koud water. Schenk het mengsel bij het vocht in de wadjan. Blijf roeren totdat een gebonden saus is verkregen. Roer de sojasaus hierdoor en voeg naar eigen smaak wat zout toe. Schuif daarna alle ingredienten van de zijkant in de saus en schep de warm gehouden schelpdieren hierdoor. Laat heel even de kook erover komen en neem [272] daarna de wadjan van het vuur. Verdeel de inhoud over 4 voorverwarmde borden en strooi er wat gesnipperde voorjaarsui overheen. Geef er witte rijst bij.
500 gram inktvis schoongemaakt
300 gram peultjes
2 eetlepels olie
½ theelepel gemberwortel
2 dl kippe- of visbouillon
1 eetlepel lichte sojasaus
1 eetlepel oestersaus
1 eetlepel maizena
De schoongemaakte inktvis is zonder kop, ingewanden en tentakels. Vraag de visboer de inktvis in stukjes te snijden van 2 x 6 cm. Spoel de stukjes af onder koud stromend water en maak ze droog. Maak de peultjes schoon en maak ze droog. Verhit de olie in een wadjan en fruit hierin de stukjes inktvis en geraspte gemberwortel voor 2 minuten onder voortdurend omscheppen. Doe dan alles op een groot bord. Verhit de resterende olie en fruit hierin voor 1 min. de peultjes onder voortdurend omscheppen. Doe de bouillon, sojasaus en oestersaus in de wadjan en laat alles aan de kook komen. Leng de maizena aan met 3 eetlepels koudwater en voeg dit mengsel toe aan de inhoud van de wadjan. Blijf net zolang roeren totdat een gebonden saus is verkregen. Laat alles nog eens flink doorkoken en voeg de inktvis weer toe. Zorg dat alles door en door warm is. Dien het gerecht onmiddellijk op. In China serveert men dit gerecht doorgaans op een bedje van in reepjes gesneden en licht in olie gebakken chinese kool. Men kan ook ijsbergsla nemen.
500 gram grote chinese garnalen
2 eiwitten
6-8 eetlepels bloem
½ dl water
1 mespunt knoflookpoeder
olie
Pel eerst de garnalen. Roer dan van eiwit, water en knoflookpoeder een beslag en dompel hierin de garnalen. Maak de olie heet (ca. 180 graden) en doe de garnalen dan een voor een in de hete olie. Zodra ze boven komen drijven, zijn ze gaar. Serveer dit gerecht vooral goed heet.
1 kg vis bijv. kabeljauw
300 gram witte kool
1 mespuntje djahé
1 mespuntje sambal oelek
1 ui
1 teen knoflook
bloem en maizena
boter of margarine
azijn en zout
ve-tsin of aroma
De vis schoonmaken en in blokjes van 2 bij 2 cm snijden. Deze blokjes vis zouten en ca. 15 min. laten intrekken, daarna door de bloem rollen en frituren. De witte kool in plakjes van 2 bij 2 cm snijden en in ouillon of water koken. De fijngesneden ui en knoflook aanfruiten met de djahé en sambal. Dit dan toevoegen aan de bouillon met de kool en afbinden met maizena tot een dikke saus is verkregen. Op smaak brengen met zout, azijn en ve-tsin of aroma. Voor het opdienen de gefrituurde vis toevoegen.
1 jonge kip
5 tenen knoflook
1 eetlepel meel
50 gram witte kool
100 gram peultjes of boontjes
wat garnalen
wat frikadelletjes
azijn
ketjap manis
peper en zout
Voor de frikadelletjes:
200 gr. garnalen, gepeld
2 tenen knoflook
1 eetlepel meel
wat peper en zout
Eerst maken we de frikadelletjes: De garnalen en de knoflook zeer fijnmaken en mengen met de rest van de ingrediënten. [273] Maak hiervan kleine balletjes en kook ze in warm water gaar. De kip in stukjes snijden en zacht koken met wat water en zout. De kool en peultjes ook in stukjes snijden. De knoflook dun snijden en in 2 eetlepels reuzel braden. Voeg hierbij de kippebouillon, de stukjes kip, de garnalen, frikadelletjes, de groenten, de ketjap, de peper en het zout. Nu bindt men de saus met het meel en doe er wat azijn bij.
6 eieren
1 eetlepel zout
2 eetlepels sojasaus
1 hele steranijs
2 eetlepels thee
Zet de eieren op in een pan met zoveel water dat ze net onder staan. Kook ze 20 min. Draai het vuur uit en laat ze in de pan bijna helemaal afkoelen. Neem de eieren uit de pan en tik de schil van de eieren rondom tot overal barsten ontstaan. Doe de eieren terug in de pan en voeg het zout, de sojasaus, de anijs en de thee toe. Breng het water weer aan de kook en laat ze boven een zeer laagvuur nog 2-3 uur doorsudderen. Voeg eventueel nog wat kokend water toe. Laat de eieren daarna 8 uur op kamertemperatuur staan. Pel de eieren dan voorzichtig.Gebruik ze, in z'n geheel, gehalveerd of in vieren gesneden, als onderdeel van een hors d'oevre of een grotere Chinese maaltijd, gecombineerd met meerdere soorten vlees en groenten.
½ plak tahoe
½ kopje bamboespruiten
150 gram mager varkensvlees
1 liter kippebouillon
1 eetlepel sojasaus
2 eetlepels azijn
2 eetlepels maizena
1 ei
½ eetlepel sesamolie
1 fijngehakt lente-uitje
zout en peper
Week de champignons een half uurtje in wat warm water. Neem dan de taaie steeltjes eruit en snijd de hoedjes in dunne reepjes. Laat de tahoe en de bamboespruiten uitlekken. Snijd ze net zo fijn als de champignons. Snijd verder het vlees in dunne reepjes. Breng de bouillon, met de sojasaus, champignons, bamboescheuten en het vlees aan de kook in een grote pan. Laat de soep 3 min. zachtjes doorkoken. Voeg dan de reepjes tahoe, peper en de azijn toe. Maak de maizena aan met wat koud water en roer het door de soep. Laat deze onder regelmatig roeren binden. Kluts het ei en giet dit al roerend in de hete soep. Neem de pan van het vuur en roer er de olie door. Serveer de soep in kommen en garneer de zuur-hete soep met de fijngehakte lente-ui.
100 gram cellofaan-noedels
4 gedroogde chinese paddestoelen
15 gram gedroogde wolkoortjes
½ blok tahoe
150 gram hamlappen
200 gram broccoli
¼ winterwortel
75 gram = ½ blikje bamboescheuten
2 bouillon tabletten
1 eetlepel olie
1 eetlepel sojasaus
2 theelepels suiker
3 eetlepels azijn of witte wijn
1 eetlepel rijstwijn of droge sherry
1 eetlepel aardappelmeel
2 theelepels sesamolie
2 theelepels sesamzaadjes
zout en peper
Cellofaan-noedels 30 min. in heet water laten weken. Zo ook met de chinese paddestoelen en wolkoortjes (ook paddestoelen). Intussen de tahoe in blokjes snijden. Vlees eerst in dunne plakjes en daarna in reepjes snijden. Van de broccoli de taaie uiteinden verwijderen, stronken van de roosjes snijden, schillen en in plakjes snijden. Rozen in roosjes verdelen. Wortel in stukken van 5 cm snijden, dan in de lengte in plakken en vervolgens in dunne reepjes snijden. Bamboescheuten afgieten en ook in dunne reepjes snijden. Paddestoelen uit laten lekken en stelen verwijderen. Eventueel grote wolkoortjes kleiner snijden en harde stukjes eruit snijden. In een zeef de noedels laten uitlekken. In [274] een pan 1 liter water met bouillontabletten aan de kook brengen. Olie verhitten en vlees en paddestoelen 3 min. bakken. Dan de broccoli, wortel, bamboe, bouillon, sojasaus, suiker, 1 theelepel zout en peper toevoegen. Aan de kook brengen en 3 min. zachtjes koken. Dan de tahoe, noedels, azijn, rijstwijn (of droge sherry) of eventueel 1 theelepel chiliolie toevoegen. Weer aan de kook brengen en 3 min. zachtjes koken. Aardappelmeel met 1 eetlepel koud water aan maken en al roerende aan de soep toevoegen. Blijf roeren tot de soep lichtgebonden is. Sesamolie en zaadjes erdoor roeren.
1 schoongemaakte zeebaars
2 theelepels zwarte bonen
1 eetlepel sojasaus
1 eetlepel rijstwijn of droge sherry
1 eetlepel gemberwortel
1 lente-uitje in stukjes van 5 cm
1 eetlepel olie
½ theelepel suiker
zout
Vraag de vishandelaar de vis schoon te maken. Maar laat de kop en de staart eraan zitten. Was de vis zorgvuldig en dep hem dan droog. Snijd de vis aan weerskanten een paar maal kruislings in en strooi er het zout over. Hak de gefermenteerde bonen grof en roer er dan de sojasaus, de wijn, de olie en de uiker door. Leg de vis op een bord dat in een stoompan past. Schenk het bonenmengsel over de vis en verdeel de gemberwortel (zeer fijngesneden) en het lente-uitje erover. Plaats het bord op het rooster van de stoompan en sluit deze. Breng het water in de stoompan aan de kook en stoom de vis in ca. 15 min. gaar. De vis moet gaar zijn, maar niet uit elkaar vallen. Serveer de vis als onderdeel van een rijstmaaltijd of als apart hoofdgerecht (voor 3 personen).
750 gram dunne asperges
250 gram peultjes
2 bolletjes gember
400 gram kipfilet
25 gram boter of margarine
3 eetlepels olie
1 teen knoflook
2 eetlepels chinese soja
1 eetlepel rijstwijn (of droge sherry)
zout
Asperges schillen en houtachtige uiteinden eraf snijden. Kopjes eraf snijden en de rest halveren en in stukken van ca. 5 cm snijden. In een kom doen. Peultjes schoonmaken. In een pan ruim water met zout aan de kook brengen en asperges ca.4 min. koken, daarna uit de pan scheppen en in een zeef laten uitlekken. Water opnieuw aan de kook brengen en de peultjes hierin ca. 2 min. laten koken. Bij de asperges laten uitlekken. Gemberbolletjes heel fijn snijden. Kipfilet in reepjes snijden. In een braadpan of wadjan boter en olie verhitten tot er net witte damp vanaf komt. Ca. een kwart van de kipreepjes al omscheppend snel rondom bakken. Met een schuimspaan op een bord scheppen en warm houden. Op dezelfde manier de rest van de kipfilet bakken en warm houden. Boven het achtergebleven bakvet 1 teen knoflook uitpersen. Toevoegen: asperges, peultjes, gember en soja of ketjap. Al omscheppend ca. 3 min. bakken. Dan kipfilet en rijstwijn (of droge sherry) toevoegen en in nog ca. 1 min. heet laten worden. Op smaak brengen met zout. Lekker met mihoen.
12 grote garnalen
700 gram gefileerde zeevis
2 eetlepels olie
2 schijfjes verse gemberwortel
1 eetlepel lichte soja
2 eetlepels rijstwijn (of droge sherry)
1½ theelepel maizena
3 voorjaarsuitjes of stukje prei gesnipperd
Voor de visfilets kan bijv. tarbot, griet of kabeljauw gebruikt worden. Laat de vishandelaar 12 gelijke plakken snijden. Laat de garnalen, indien diepvries, eerst ontdooien en pel dan de staarten. Leg op iedere plak vis een garnalenstaart. Rol de plakken vis op en steek ze vast met een houten prikker. Verhit de olie en fruit de verse gemberwortel gedurende 30 sec. onder voortdurend omscheppen. Voeg de visrolletjes toe en laat ze weer onder voortdurend omscheppen precies 2 min. bakken. Voeg direct hierna 1 dl warm water (of nog beter visbouillon), sojasaus en rijstwijn of droge sherry toe. Leng de maizena aan met 1 eetlepel koud water. Schuif de visrolletjes naar ))n zijde van de wadjan of wok. [275] Verwijder de gemberwortel. Voeg het maizenamengsel toe en roer alles goed dooren laat het even flink doorkoken. Schuif daarna de visrolletjes in de saus en schep de gehele inhoud nog eenmaal om. Schep de rolletjes op een voorverwarmde schaal, verwijder eventueel de houten prikkers en schenk de saus over het geheel. Bestrooi alles met gesnipperde voorjaarsui of prei.
250 gram mihoen
400 gram mager rundvlees
400 gram dunne sperzieboontjes
2 eetlepels olie
1 eetlepel sesamolie
1 teen knoflook, ragfijn gehakt
1½ dl runderbouillon
½ theelepel geraspte gemberwortel
1 mespunt zout
2 eetlepels lichte sojasaus
Bereid de mihoen zoals aangegeven op de verpakking, laten uitlekken en snijden in stukjes van 5 tot 7 cm. Snij het vlees (kogelbiefstuk, entrecote zonder vetrand) in reepjes. Snij de boontjes in stukjes van 5 cm. Verhit beide oliesoorten in een wadjan. Bak de boontjes al omscheppend voor 2 min. en schep ze daarna uit de wadjan, laat ze boven de wadjan even uitdruipen en houd ze daarna warm. Fruit in de overgebleven olie de knoflook en gemberwortel gedurende 30 sec. Voeg de reepjes vlees toe en laat deze onder voortdurend omscheppen bakken totdat het vlees zijn oorspronkelijke kleur heeft verloren. Schuif het vlees naar een zijde van de wadjan en voeg bouillon, zout en sojasaus toe. Roer alles goed door. Schep de mihoen door het vocht en laat alles 1 tot 2 min.heel zachtjes koken. Schep vervolgens het vlees en daarna de boontjes erdoor. Laat alles door en door warm worden. Serveer het gerecht op voorverwarmde borden. In plaats van rundvlees kan ook lamsvlees of geitevlees gebruikt worden.
250 gram mihoen
250 gram witte kool, ijsbergsla of paksoi
250 gram gepelde garnalen
2 eetlepels olie
1 eetlepel sesamolie
1 teen knoflook ragfijn gehakt
2 eetlepels lichte sojasaus
½ theelepel geraspte gemberwortel
1½ dl kip/visbouillon
1 eetlepel rijstwijn (of droge sherry)
zout
2-3 gesnipperde voorjaarsuitjes of stukje prei
Bereid de mihoen zoals aangegeven op de verpakking. Snij de kool, ijsbergsla of paksoi in uiterst smalle reepjes. Verhit beide oliesoorten in een wadjan en bak de garnalen gedurende 10 tot 15 sec. onder voortdurend omscheppen. Schep ze met een schuimspaan uit de olie, laat ze even boven de wadjan uitlekken en houd ze daarna warm. Fruit gedurende 15 sec. de knoflook en gemberwortel in de resterende olie. Voeg de reepjes groente toe en laat deze gedurende 1 min. Onder voortdurend omscheppen, bakken. Doe onmiddellijk hierna de rijstwijn of droge sherry, sojasaus en bouillon in de wadjan. Schep alles goed om en laat alles 2 min. doorkoken. Proef het vocht en voeg naar smaak een beetje zout toe. Schep daarna de mihoen en vervolgens de garnalen door de inhoud van de wadjan. Zodra vlees door en door warm is geworden kan dit worden overgedaan in een voorverwarmde ondiepe schaal. Strooi er gesnipperde voorjaarsui of prei over. De garnalen moeten op het allerlaatste moment worden toegevoegd anders worden ze te lang verhit en worden dan taai en minder smakelijk.
1 braadkuiken (1 kg)
1 dl donkere sojasaus
1 dl lichte sojasaus
1 dl rijstwijn of droge sherry
2 eetlepels suiker
2 tenen knoflook
50 gram verse gemberwortel
6 segmentjes steranijs
2 theelepels sesamolie
Kies een pan waarin de kip precies past. Breng de beide sojasauzen, rijstwijn, suiker, gesnipperde
gemberwortel, gepelde knoflook, steranijs en 4 eetlepels water aan de kook. Roer alles enkele
malen goed om en leg de kip in de pan. Leg het deksel erop en laat de kip 20 min. zachtjes sudderen.
Schep iedere 5 min. enkele lepels saus over de kip. Neem de kip uit de pan en snij hem in kleine
stukken. Leg de kip zoveel mogelijk in het oorspronkelijke model, terug op een voorverwarmde schaal.
[276]
Zeef de saus. Schenk een deel van de saus over de kip en dien de rest op in een voorverwarmde
sauskom. Geef er droge witte rijst bij.
1 blikje haaievinnen (250 gram)
1 liter visbouillon
100 gram gaar kippevlees
1 eetlepel lichte sojasaus
2 eetlepels rijstwijn (of droge sherry)
1 theelepel maizena
1 eiwit losgeroerd
3 voorjaarsuitjes of stukje prei (12 cm)
Breng de inhoud van het blikje met de bouillon aan de kook. Voeg de stukjes kippevlees, sojasaus, rijstwijn of droge sherry en zout naar smaak toe. Maak de maizena aan met 2 eetlepels koud water. Roer deze oplossing door de soep totdat deze heel licht gebonden is. Voeg het eiwit onder voortdurend roeren met een grote vork toe aan de soep. Het eiwit zal draden trekken in de soep. Neem de pan met soep van het vuur. Doe de soep in voorverwarmde kommen of in borden en strooi er wat gesnipperde voorjaarsui of prei over.
600 gram varkenshaas of filet
1½ eetlepel lichte sojasaus
1½ eetlepel rijstwijn
½ theelepel vijfkruidenzout
Voor het beslag:
200 gram bloem
1 eetlepel sesamolie
1 eiwit stijfgeklopt
8 eetlepels olie
Verder nog:
3 dl zoetzure saus
50 gram waterkastanjes
4 eetlepels doperwten
4 eetlepels blokjes komkommer
Snij het vlees in blokjes van 2 cm. Vermeng soja, rijstwijn en vijfkruiden zout. Blijf roeren totdat het zout is opgelost. Leg de blokjes vlees in dit mengsel en schep alles goed om. Laat dit een uur staan, af en toe omscheppen. Maak een beslag door de bloem eerst te zeven in een kom. Voeg dan 1 dl water toe en blijf roeren totdat een glad beslag is verkregen. Roer de olie erdoor en spatel daarna zo luchtig mogelijk het eiwit erdoor. Verhit de olie totdat er een blauwewalm vanaf komt. Prik de stukjes vlees aan een vork en haal ze door het beslag. Bak ze met niet meer dan 6 stuks tegelijk goudgeel. Schep ze met een schuimspaan uit de olie. Laat ze even uitdruipen en daarna afkoelen. Vlak voor het opdienen opnieuw bakken totdat ze goudbruin en knapperig zijn. Maak de zoetzure saus warmen voeg de plakjes waterkastanje en gekookte doperwten toe. Laat de saus nog 1min. doorkoken en voeg vlak voor het opdienen de komkommer toe. Leg de stukjesvlees op een schaal en schep de saus met toebehoren er overheen. Geef er witte rijst bij.
Vijfkruidenzout: 6 eetlepels zout gemengd met 1 eetlepel vijfkruidenpoeder. Zoetzure saus: zie dit hoofdstuk.1 eetlepel lichte sojasaus
1 eetlepel rijstwijn of droge sherry
2 eetlepels tomatenpuree
2 eetlepels milde azijn
1-2 eetlepels suiker
1 eetlepel maizena
1 ui
2 eetlepels olie
4 schijfjes gemberwortel
4-6 gehalveerde tenen knoflook
1 rode lombok in reepjes
1 theelepel geraspte gemberwortel
1-2 eetlepels gembersiroop
Meng soja, rijstwijn, tomatenpuree, azijn, en suiker. Blijf roeren totdat de suiker opgelost is. Voeg daarna 2 dl water toe. Maak de maizena aan met 3 eetlepels koud water. Snij de ui in 8 partjes en verwijder de rokken. Fruit dan de knoflook en gemberwortel schijfjes totdat de knoflook goudbruin ziet. Verwijder knoflook en gemberwortel uit de olie. Voeg ui, geraspte gemberwortel,lombok en gembersiroop toe aan de achtergebleven olie. Laat alles 1 min. onderomscheppen en roeren, bakken. [277] Voeg vervolgens het tomatenmengsel toe en breng alles aan de kook. Roer de aangelengde maizena erdoor en blijf zolang roeren totdat de saus gebonden is. Laat hierna alles nog enkele minuten pruttelen. De zoetzure saus wordt in China bij veel varkensvlees gerechten gegeven. Afgekoeld is de saus in een goed afgesloten pot enkele dagen in de koelkast te bewaren.
350 gram mager rundvlees
1 teen knoflook uitgeperst
½ theelepel zout
½ theelepel geraspte gemberwortel
1 eetlepel donkere sojasaus
1 theelepel suiker
1-2 eetlepels olie
1 snufje vijfkruidenpoeder
1½ dl runderbouillon
1 theelepel maizena
Maak het vlees droog en snij het tegen de draad in dunne plakjes en daarna in reepjes en hierna in kleine blokjes. Doe de knoflook met zout, gemberwortel, sojasaus, suiker en vijfkruidenpoeder in een kom. Roeren totdat zout en suiker opgelost zijn. Marineer het vlees hierin voor 10 tot 15 min. Verhit de olie in een wadjan en voeg het vleesmengsel toe en bak dit onder voortdurend omscheppen gedurende 2 min. Het vlees moet zijn oorspronkelijke kleur verloren hebben. Voeg de enigszins verwarmde bouillon toe en breng alles aan de kook. Maak de maizena aan met 1 eetlepel koud water. Roer deze oplossing door de inhoud van de wadjan en blijf roeren totdat de saus lichtgebonden is. Dien het gerecht dan meteen op en geef er witte drooggekookte rijst bij
12 grote garnalen
2-3 eetlepels rijstwijn of droge sherry
3 eetlepels lichte sojasaus
2 tenen uitgeperste knoflook
4 eetlepels rijstebloem
½ theelepel geraspte gemberwortel
1 losgeroerd ei
150 gram geroosterde en gestampte rijst
2 dl olie
Laat diepgevroren garnalen net niet helemaal ontdooien. Pel de garnalen maar laat het onderste gedeelte van de staart eraan zitten. Snij met de punt van een scherp mes de rug van iedere garnaal overlangs in en wel zo dat de rug net nietin tweeen wordt gesneden. Meng de rijstwijn met sojasaus, knoflook en gemberwortel. Goed omroeren en de garnalen aan alle kanten met dit mengsel insmeren. Laat de garnalen 15 min. staan. Wentel dan de garnalen door de rijstebloem of maizena en vervolgens door de fijngestampte rijst. Druk de rijstepoeder flink aan. Verhit de olie en bak de garnalen, niet meer dan 2 à 3 tegelijk, onder voortdurend omscheppen goudbruin. Het bakken mag niet meer dan 2 min. in beslag nemen. Laat de garnalen na het bakken even uitlekken en leg ze op een voorverwarmdeschaal. Geef hierbij een gembersojasaus bij
300 gram mihoen
250 gram kippenborstfilet
3 eetlepels olie
100 gram gekookte ham in plakken [278]
1 theelepel laos
1 theelepel ketoembar
1 theelepel djahé
½ theelepel djinten
1 mespunt knoflookpoeder
1 mespunt ve-tsin
300 gram gemengde groenten
75 gram champignons
zout en peper
Bereid de mihoen zoals op de verpakking staat aangegeven. Snij de kip en de ham in zeer smalle reepjes. Bak de reepjes kip in hete olie zolang tot ze beginnen te kleuren. Schep dan de ham erdoor en voeg wat zout, peper, de laos, ketoembar, djinten, knoflookpoeder, djahé en ve-tsin toe. Schep alles goed om en voeg dande gemengde groenten (chinese of wittekool, worteltjes, taugé, broccoli, prei) toe. Laat alles onder voortdurend omscheppen 4 tot 5 min. bakken. Schep de mihoen met 2 vorken door het mengsel en blijf alles omscheppen tot de mihoen door en door warm is geworden. Opdienen op een voorverwarmde schaal. Geef er insmalle reepjes gesneden omelet, atjar tjampoer en seroendeng bij.
300 gram mihoen
2 middelgrote preien
2 ontvelde tomaten
3 eetlepels olie
1 mespunt knoflookpoeder
1 mespunt laos
1 eetlepel ketjap manis
1 eetlepel fijngehakte selderie
250 gram gepelde garnalen
zout
Bereid de mihoen zoals op de verpakking staat aangegeven. Maak de preien schoon en snij ze in smalle ringen. Halveer de tomaten, verwijder zaad en vocht en snij het vruchtvlees in smalle reepjes. Verhit de olie en fruit de prei onder voortdurend omscheppen gedurende 4 min. Voeg wat zout, knoflookpoeder en laos toe. Schep alles goed om. Schep de garnalen en de mihoen erdoor. Blijf zolang omscheppen tot mihoen en garnalen door en door warm geworden zijn. Strooi de reepjes tomaat erover en besprenkel het gerecht met de ketjap. Schep hierna alles nog eenmaal om. Opdienen op een voorverwarmde schaal en strooi er de bladselderie over. Geef er een frisse atjar (ketimoen, tjampoer of taugé) bij.
1 kippebouillontablet
300 gram kipfilet
1 lente-uitjetje
1 stukje gemberwortel (2 cm)
1 blikje bamboescheuten (230 gram)
1 eetlepel rijstwijn of droge sherry
5 eieren
2 eetlepels bloem
75 gram witte ongeroosterde sesamzaad
frituurolie en zout
Bouillontablet met ½ liter water aan de kook brengen. In de bouillon de kipfilet 10 min. zachtjes laten koken, daarna uit de pan nemen en in stukjes snijden. Lente-uitjetje fijnsnipperen, bamboescheuten in heel kleine stukjes snijden. Dan in een kom samenvoegen de kip, bamboescheuten, ui, gember, rijstwijn en 1 theelepel zout. Alles door elkaar scheppen. Dan de 4 eieren loskloppen met een snufjezout. Wok of wijde braadpan invetten met olie en verhitten op een hoog vuur. ⅙ deel van het eimengsel erin schenken en laten uitvloeien tot een dun laagje en een dunne omelet bakken. op dezelfde manier nog 5 omeletten bakken waarbij telkens de wok ingevet wordt. 1 omelet op een plank leggen en in het midden ⅙ deel van het kipmengsel scheppen. Drie kanten van de omelet erover vouwen en dan oprollen. In een diep bord 1 ei met bloem loskloppen en op een ander bord het sesamzaad strooien. Kiprolletjes eerst door eipapje rollen en dan door de sesamzaadjes wentelen. In een frituurpan de olie verhitten tot 175°C of tot er witte damp afkomt. Kiprolletjes in 4 min. goudbruin en gaar frituren. In een vergiet met keukenpapier laten uitlekken. Op een schaal opdienen en geef er een chilisojasaus bij.
12 gedroogde chinese paddestoelen
12 grote champignons
1 struik paksoi
¼ kippebouillontablet
1½ theelepel suiker
2 theelepel maizena
1 eetlepel melk
1 eetlepel sojasaus [279]
5 eetlepels olie
zout
Gedroogde paddestoelen in 3 dl heet water 30 min. laten weken. Champignons schoonvegen en de hoedjes kruisvormig insnijden. Van de paksoi de stronk ( 5cm) eraf snijden. Bladeren wassen en in een vergiet laten uitlekken. Dan 1 dl water met bouillon tablet aan de kook brengen. Dan een papje maken van theelepel zout, theelepel suiker, 1 theelepel maizena en de melk. Al roerende aan de hete bouillon toevoegen tot een lichtgebonden saus is verkregen. In een zeef boven een maatbeker de paddestoelen laten uitlekken. Dan een glad papje roeren van 1 dl weekvocht, sojasaus, 1 theelepel suiker en 1 theelepel maizena. Van de paddestoelen de stelen verwijderen. Platte ovenschaal voorverwarmen. 1 eetlepel olie verhitten en op een hoog vuur en onder voortdurend omscheppen (roerbakken) de paksoibladeren 1 min. bakken, vervolgens 2 eetlepels water toevoegen en met de deksel op de pan 2 min. stoven. Met een schuimspaan de bladeren eruit nemen, even laten uitlekken en dan in het midden van de schaal scheppen. Dit in de oven op de laagste stand warm houden. Pan of wok met keukenpapier schoonvegen en 2 eetlepels olie verhitten. Chinese paddestoelen 1 min. roerbakken en doorgeroerd weekvocht mengsel toevoegen en nogmaals doorroeren. 5 min. laten stoven tot saus dikgebonden is en paddestoelen gaar zijn. Paddestoelen aan een kant naast de paksoi scheppen en opnieuw 2 eetlepel olie verhitten en de champignons 1 min. roerbakken. Bouillonmengsel erdoor roeren en 5 min. laten stoven tot saus dikgebonden is en de champignons gaar zijn. Champignons met saus aan de andere kant van de paksoi scheppen. Direct opdienen of afgedekt met aluminiumfolie in de oven warmhouden.
1 ei
¾ blok tahoe (500 gram)
½ theelepel suiker
3 eetlepels olie
50 gram noorse garnalen
1 stukje gemberwortel (2 cm)
3 takjes peterselie
½ kippebouillontablet
2 theelepels maizena
1 eetlepel rijstwijn of droge sherry
2 dunne preien
sojasaus, peper en zout
Ei splitsen, dooier wordt niet gebruikt. In een stoompan ruim water aan de kook brengen. Intussen de tahoe in stukken snijden en in een mengbeker pureren. Hieraan toevoegen de helft van het eiwit, de suiker, theelepel zout en peper. Alles goed vermengen. Bodem van de stoommand bedekken met een doek en de doek bestrijken met 1 eetlepel olie. De tahoemassa erover uitstrijken (2 eetlepels achterhouden). Dit in de stoompan in 10 min. stevig laten worden. Garnalen afspoelen en droogdeppen. De garnalen in de mengbeker doen, gember schillen en de helft in een knoflookpers boven de garnalen uitpersen. Daarbij toevoegen de rest van het eiwit, 1 theelepel zout en de achtergehouden tahoe. Alles goed vermengen. De doek met de tahoekoek uit de stoommand halen en het garnalenmengsel over deze koek uitstrijken. Tahoekoek voorzichtig dubbelklappen en aan de randen dicht drukken. Terug leggen in de stoommand en opnieuw met doek in 10min. gaar stomen. Intussen bouillontablet met 1 eetlepel olie en rijstwijn aan de kook brengen. De maizena met eetlepel water aanlengen en al roerende aan de bouillon toevoegen. Blijven roeren tot een lichtgebonden saus is verkregen. Prei halveren en in de lengte in lange dunne reepjes snijden. Daarna in een wijde braadpan of wok de rest van de uitgeperste gember in eetlepel hete olie 1 min. zachtjes bakken. Op een hoog vuur onder voortdurend omscheppen de prei in 2 min. knappend gaar bakken. Op smaak brengen met enkele druppels sojasaus. In het midden van een schaal de prei scheppen. Tahoekoek op een plank leggen en de doek verwijderen. De koek overdwars in plakjes van 1 cm snijden. Telkens 2 tahoepartjes tegen elkaar leggen (= hartje). Langs de rand van de schaal rond de prei de tahoehartjes rangschikken. Saus erover schenken. Tot het gebruik de schaal afgedekt in de koelkast zetten. Oven verwarmen op 150°C en in het midden van de oven de met aluminiumfolie afgedekte tahoehartjes in 15 min. door en door heet laten worden.
300 gram tamme eendborstfilet
2 lente-uitjes
1 stukje gemberwortel (2 cm)
3 eetlepels sojasaus
1 theelepel sichuanpeper
1 gedroogde chilipeper
½ kaneelstokje
1 steranijs
1 blikje bamboescheuten (230 gram)
½ eetlepel rijstwijn of droge sherry
100 gram peultjes
1 appel [280]
1 theelepel suiker
½ theelepel bouillonpoeder
100 gram taugé
2 eetlepels olie
frituurolie
zout
Een lente-uitje en geschilde gemberwortel fijnsnipperen. In een pan doen, ½ literwater, 2 theelepels zout, gesnipperde lente-uitje, helft van de gember, 1 eetlepel sojasaus, sichuanpeper, chilipeper, kaneelstokje, steranijs en rijstwijn. Aan de kook brengen en de eendfilet toevoegen en in 15 min. zachtjes gaar koken. Intussen andere lente-uitje in de lengte halveren en stukjes van 2 cm snijden. Peultjes afhalen en wassen. Bamboe in plakjes snijden. Appel schillen, klokhuis verwijderen en in schijfjes snijden. Dan een sausje roeren van 1 eetlepel sojasaus, suiker, theelepel zout, bouillonpoeder en 1 eetlepel water. Eendfilet uit de pan nemen, goed droogdeppen en laten afkoelen. Tot gebruik afgedekt in de koelkast leggen. Taugé wassen en laten uitlekken. Dan olie verhitten tot 175°C. Eendfilet in 3 tot 4 min. knappend en bruin frituren,daarna laten uitlekken op keukenpapier. Schaal voorverwarmen. 2 eetlepels olie verhitten en de rest van de gember 1 min. roerbakken, peultjes toevoegen en 1 min. mee roerbakken. 2 eetlepels water toevoegen en met deksel op de pan de peultjes in 3 min. knapperig gaar stoven. Intussen eendfilet in repen snijden. Dan aan peultjes toevoegen, bamboe, appel, taugé en lente-uitje en 2 min. roerbakken. Eend en sausje aan groentemengsel toevoegen en 1 min. mee roerbakken. Overdoen op een schaal. Lekker met (zilvervlies)rijst.
250 gram lamsoester
1 ei
1½ eetlepel maizena
½ theelepel zout
1 blikje bamboescheuten (230 gram)
½ komkommer
1 rode paprika
2 lente-uitjes
1 stukje gemberwortel (2 cm)
7 dl olie
peper
2 theelepels rijstwijn of droge sherry.
Vlees in dunne plakjes en daarna in reepjes snijden. Ei splitsen (dooier wordt niet gebruikt) en eiwit loskloppen. maizena, zout en peper erdoor roeren. Bamboe in dunne reepjes snijden, zo ook met de paprika. De lente-uitjes in dunne ringen snijden. Gemberwortel schillen en in dunne reepjes snijden. Komkommer halveren en in stukken van 5 cm snijden, zaad verwijderen en de stukken in dunne reepjes snijden. Vlees door eiwitbeslag scheppen en 20 min. laten staan. Schaal voorverwarmen. Olie verhitten en vlees in 2 min. lichtbruin frituren en met 2 stokjes de vleesreepjes uit elkaar halen. Vlees eruit scheppen en uit laten lekken op keukenpapier. In een kom de olie afgieten. In een pan 2 eetlepels olieverhitten en op hoog vuur komkommer, bamboe en paprika 2 min. roerbakken. Lente-uitje en gember toevoegen en 1 min. mee roerbakken. Vlees toevoegen en ½ min. mee roerbakken. Rijstwijn erdoor scheppen. Overdoen in de voorverwarmde schaal. Lekker met rijst.
2 eieren
60 gram bloem
2 appels golden delicious
3 eetlepels maizena
3 dl olie
3 eetlepels sesamolie
150 gram suiker
ijsblokjes
Eieren splitsen en eiwitten loskloppen (dooiers worden niet gebruikt). In een kom de bloem doen. Appels schillen en met een appelboor de klokhuizen verwijderen en in ringen snijden. Appelringen aan de bloem toevoegen. Voorzichtig omscheppen zodat alle ringen rondom met bloem bedekt zijn. Appelringen uit dekom nemen en met de rest van de bloem met maizena en eiwit tot een dik beslag roeren, eventueel met wat water iets verdunnen. De olie verhitten en ½ eetlepel sesamolie toevoegen. Appelringen een voor een door het beslag halen en in 3 min. goudbruin frituren. Uit de pan nemen en laten uitlekken. De olie in een komafgieten. Een platte schaal dun bestrijken met sesamolie. Andere schaal 1 liter inhoud, vullen met ijskoud water en ijsblokjes. Suiker, ¾ dl water en 2 eetlepels sesamolie in een pan doen en op een half hoog vuur verwarmen tot de suiker gaat karamelliseren, niet roeren. Als een bruine saus ontstaat het vuur uit draaien. Appelringen één voor één door de karamel halen en op een schaal leggen. Direct opdienen met een schaal ijswater ernaast. Aan tafel doopt ieder zijn eigen appelbeignets in het ijswater. Hierdoor krijgen de beignets een knapperig karamelkorstje. [281]
500 gram kabeljauwfilet
1 rode paprika
1 prei
1 stukje gemberwortel (2 cm)
1 eetlepel azijn of witte wijn
2 eieren
50 gram maizena
1 eetlepel sichuan peperkorrels
2 eetlepels olie
1 theelepel suiker
1 eetlepel sojasaus
2 eetlepels rijstwijn of droge sherry
zout en peper
Paprika in dunne reepjes snijden. Prei in stukken van 5 cm en daarna in de lengte in dunne reepjes snijden. Gemberwortel schillen en heel fijn snipperen.Vis droog deppen en in stukjes van 2 x 2 cm snijden en met azijn besprenkelen.Tot gebruik afgedekt in de koelkast bewaren. Eieren splitsen (dooiers wordenniet gebruikt). Schaal voorverwarmen. In frituurpan olie verhitten. Intussen eiwit met maizena tot een glad papje roeren. Vis weer droog deppen, bestrooien met zout en peper en één voor één de blokjes vis door het beslag halen. Visblokjes met 12 tegelijk in 3 min. knapperig bruin frituren en in een vergiet met keukenpapier laten uitlekken. De peperkorrels met de bolle kant van een lepel kneuzen. In een wok of wijde braadpan 2 eetlepels olie verhitten en ophoog vuur gember en peperkorrels roerbakken. Paprika en prei toevoegen en 2 min. mee roerbakken. Suiker, sojasaus en rijstwijn erdoor roeren. Gefrituurde visblokjes erdoor scheppen en alles door en door heet laten worden. Overdoen op voorverwarmde schaal.
15 gram gedroogde wolkoortjes
2 rode uien
2 preien
2 rode lomboks
½ blikje bamboescheuten (230 gram)
200 gram hamlappen
100 gram taugé
3 eetlepels olie
½ theelepel suiker
1 eetlepel pikante sojasaus
zout
1 eetlepel rijstwijn of droge sherry
Wolkoortjes (paddestoelen) in heet water 30 min. weken. Uien in achten snijden. 1 prei in dunne ringen snijden en de andere in stukken van 5 cm, daarna in de lengte in dunne reepjes snijden. Van de lomboks de zaadjes verwijderen en in dunne reepjes snijden. Bamboe in dunne reepjes snijden. Wolkoortjes laten uitlekken en harde stukjes eruit snijden. Taugé wassen en laten uitlekken. Schaal voorverwarmen. Olie verhitten en vlees in dunne reepjes gesneden, 2min. roerbakken tot ze rondom bruin zijn. Vlees laten uitlekken. In dezelfde olie ui toevoegen en 2 min. roerbakken. Dan ook de prei, lombok, bamboe en taugé toevoegen en nog 2 min. roerbakken. Suiker, sojasaus en rijstwijn erdoor roeren, daarna vlees erdoor scheppen. Al omscheppend alles door en door heet laten worden. Op smaak brengen met zout en overdoen op de voorverwarmde schaal. Lekker met gebakken rijst met vlees of kip.
12 drumsticks
1 stukje gemberwortel (3 cm)
1 kippebouillontablet
2 eetlepels sojasaus
1 eetlepel suiker
5 eetlepels olie
3 tomaten
1 citroen
12 lente-uitjes
2 eieren
½ dl melk
zout
Drumsticks waar vlees dun wordt tot het bot insnijden en met een mesje vel en vlees naar het uiteinde van het bot wegschrappen. Gember schillen en in dunne schijfjes snijden. In een braadpan doen liter water, gember, bouillon tablet, sojasaus, suiker en 2 eetlepels olie. Drumsticks erin leggen, aan de kook brengen en in 45 min. zachtjes gaarstoven. Drumsticks uit de pan nemen en het vocht op een hoog vuur in 10 min. tot de helft laten inkoken. Drumsticks er weer in leggen. Tomaten in vieren snijden en zaad en vocht verwijderen. Citroen goed wassen en de schil raspen. Lente-uitjes op een lengte van 10 cm afsnijden. 1ei splitsen en eiwit met melk en zout loskloppen. In een pan met hete olie het eimengsel toevoegen en al roerende zachtjes laten stollen. Grote platte schaal [282] voorverwarmen. In een wok of wijde braadpan 2 eetlepels olie verhitten. Op een hoog vuur lente-uitjes 1 min. roerbakken. Zout en 1 eetlepel water toevoegen. Met de deksel op de pan lente-uitjes in 10 min. zachtjes gaar koken. Af en toe omscheppen. Intussen op een zacht vuur drumsticks in saus door en door heet laten worden. Drumsticks af en toe omkeren. Eimengsel in het midden van de warme schaal scheppen en tomaatblaadjes als bloem erin steken. Citroenraspel in het midden over het ei-mengsel strooien. Drumsticks met de botjes naar buiten er omheen rangschikken en de saus over de drumsticks schenken. Lente-uitjes ertussen leggen. Lekker met gebakken mie.
750 gram chinese kool
1 stukje gemberwortel (2 cm)
½ lombok
½ kippebouillontablet
1 dl melk
2 eetlepels olie
1 theelepel suiker
2 theelepels rijstwijn of droge sherry
1 eetlepel maizena
1 theelepel sesamolie
Koolbladeren losmaken, wassen en uit laten lekken. Gember fijnsnipperen. Van lombok zaadjes verwijderen en heel fijn snipperen. ½ dl water met bouillontablet aan de kook brengen. Helft van de melk erdoor roeren. Schaal voorverwarmen. Olieverhitten en gember 1 min. bakken. Op een hoog vuur kool 3 min. roerbakken. Bouillonmengsel, rijstwijn en suiker toevoegen. Met de deksel op de pan aan de kook brengen en de kool 7 min. zachtjes gaar stoven. Intussen van de maizena en de rest van de melk een glad papje roeren en al roerende aan de kool toevoegen. Blijven roeren tot een lichtgebonden saus is verkregen. Sesamolie erdoor roerenen op smaak brengen met wat zout. Met saus overdoen in de warme schaal. Rode lombok stukjes erover strooien.
12 gedroogde chinese paddestoelen
½ blok tahoe
3 lente-uitjes
1 stukje gemberwortel (1 cm)
½ kippebouillontablet
½ eetlepel rijstwijn of droge sherry
2 theelepels sojasaus
3 eetlepels olie
3 theelepel maizena
2 eetlepels oestersaus
1 theelepel suiker
Paddestoelen met heet water 30 min. weken. Tahoe in blokjes van 2x2 cm snijden, in een kom doen en overgieten met ½ liter kokend water en 20 min. laten staan. Lente-uitjes in de lengte halveren en in stukken van 5 cm snijden. Gemberwortel schillen en fijnsnipperen. 2 dl water met bouillontablet, rijstwijn ensojasaus verwarmen tot tablet is opgelost. Tahoe en paddestoelen in een zeef laten uitlekken, steeltjes verwijderen. Olie verhitten, lente-uitje en gember ½ min. roerbakken, opzij schuiven en paddestoelen 1 min. mee roerbakken. Bouillonmengsel erover schenken en aan de kook brengen. Tahoe en uigembermengsel erdoorscheppen en 3 min. zachtjes stoven. Intussen een glad papje roeren van maizena, oestersaus, suiker en 1 eetlepel koud water. Voorzichtig roerend aan het tahoemengsel toevoegen en nog 2 min. zachtjes laten doorkoken.
3 cm gemberwortel
2 lente-uitjes
1 ei
200 gram kabeljauwfilet
1 theelepel olie
1 eetlepel rijstwijn of droge sherry
¾ eetlepel maizena
2 visbouillontabletten
75 gram ingelegd mosterdblad
2 plakjes achterham
zout
Gember schillen, 1 lente-uitjetje in stukjes snijden, ei splitsen en eiwit loskloppen. Kabeljauw in stukken snijden. Lente-uitje en kabeljauw in mengbeker pureren en met knoflookpers de gember boven vismengsel uitpersen. Dan helft van eiwit, 1 eetlepel koud water, 1 theelepel zout, rijstwijn, olie en maizena toevoegen. Goed vermengen en met natte handen vismengsel tot kleine balletjes draaien. Vervolgens 1 liter water met bouillontabletten aan de kook brengen. Met een schuimspaan de visballetjes in de bouillon leggen en in 5 min. tegen de kook aan gaar laten worden (pocheren). In een zeef boven de bouillon de balletjes laten uitlekken en laten afkoelen. Tot gebruik afgedekt in de [283] koelkast leggen. Ander lente-uitjetje, mosterdblad en ham in heel dunne reepjes snijden. Visbouillon aan de kook brengen en balletjes, lente-uitje, mosterdblad met ham toevoegen. Opnieuw aan de kook brengen. Opdienen in soepkommen.
500 gram hamlappen
1 eetlepel wet bean curd
1 eetlepel ground beansauce
2 eetlepels hoisinsaus
½ theelepel vijfkruidenpoeder
2 theelepels suiker
½ theelepel zout
1 theelepel cognac of vieux
600 gram paksoi
1 cm gemberwortel
3 eetlepels vloeibare honing
2 kippenbouillontabletten
1 theelepel oestersaus
Vlees in plakken van 1 cm snijden. Dan door elkaar roeren de wet bean curd (sojablok in rode saus), ground beansauce (gemalen bonensaus), hoisinsaus, vijfkruidenpoeder, suiker, theelepel zout en cognac. Vlees door deze marinade scheppen en afgedekt 2 uur in de koelkast marineren. Paksoi in repen van 3 cm breed snijden, wassen en uit laten lekken. Gember schillen. Oven verwarmen op 200°C. Vlees iets laten uitlekken en op rooster spreiden. Rooster met lekbak eronder in de oven schuiven. Vlees 10 min. bakken. Oven op 225°C zetten, vlees bestrijken met honing en in nog 10 min. knapperig en bruin bakken. Intussen platte schaal voorverwarmen. 1 liter met bouillontabletten, gember en oestersaus aan de kook brengen. Paksoi toevoegen en 3 min. koken, daarna paksoi laten uit lekken en op voorverwarmde schaal scheppen. Gember verwijderen. Vlees erop rangschikken. Lekker met gebakken mie.
24 ongepelde middelgrote garnalen
1 ei
½ theelepel maizena
1 eetlepel zwarte sesamzaadjes
¼ rammenas
zout en peper
Garnalen (scampi 5-6 cm) pellen. Bij 12 garnalen de staart laten zitten. Staart insnijden en zwarte draden (ingewanden) verwijderen. Garnalen wassen en goed droogdeppen. Ei splitsen (dooier wordt niet gebruikt) en loskloppen. In een mengbeker de garnalen zonder staart fijnmalen. voeg dan de helft van eiwit, maizena, ½ theelepel zout en peper toe. Alles goed mengen. Andere garnalen op een plank uitspreiden en opendrukken. Met een breed pannenkoekmes iets plat drukkenen garnalen mengsel erop scheppen en zo vormen dat elke garnaal op een walvis lijkt. In elke walvis 2 sesamzaadjes als ogen duwen. Gevulde garnalen in een stoommandje leggen, afdekken met plastic folie en tot gebruik in de koelkast bewaren. Rammenas schrappen en wassen, in de lengte in vieren snijden en dan in heel dunne plakjes. Op een platte schaal de plakjes rammenas aan een kant als zee met golfjes rangschikken. In de stoompan ruim water aan de kook brengen en stoommandje met garnalen in 4 min. gaar stomen. Gevulde garnalen als school zwemmende walvissen op schaal met rammenasgolven rangschikken. Direct serveren of op een rechaud warm houden.
300 gram hamlappen
4 gedroogde chinese paddenstoelen
1½ theelepel suiker
1 theelepel rijstwijn of droge sherry
3 theelepels maizena
2 lente-uitjes
1 rode paprika
1 groene paprika
1 theelepel bouillonpoeder
1 theelepel sojasaus
3 dl olie
100 gram ongebrande cashewnoten
2 tenen knoflook
zout en peper
Paddenstoelen 30 min. in heet water weken. Vlees in kleine stukken snijden. Dan rijstwijn, ½ theelepel zout, 1 theelepel suiker en 2 theelepels maizena samenvoegen en het vlees hierdoor scheppen en 20 min. laten staan. Lente-uitjes in dunne ringen en paprika's in stukjes snijden. Maak een sausje van bouillonpoeder, sojasaus, ½ theelepel zout, ½ theelepel suiker, peper, 1 theelepel maizena en ¾ dl [284] water. Olie verhitten en vlees in 3 min. bruin en gaar frituren. Uit de pan of wok scheppen en laten uitlekken in een vergiet met keukenpapier. In dezelfde olie de cashewnoten in 1 min. goudbruin frituren en op keukenpapier laten uitlekken. De olie in een kom schenken. Paddenstoelen laten uitlekken,stelen verwijderen en hoeden in stukjes snijden. Schaal voorverwarmen. 2 eetlepels olie verhitten en de lente-uitjes, paprika en paddenstoelen 3 min. roerbakken en knoflook erboven uitpersen. Sausje nogmaals doorroeren en al roerende aan de groenten toevoegen. Blijf roeren tot een lichtgebonden saus is verkregen. Vlees erdoor scheppen en in 2 min. door en door heet laten worden. Wel af en toe omscheppen. Dan in de warme schaal scheppen en de cashewnoten erover strooien. Direct opdienen of warm houden op een rechaud.
250 gram ossenhaas
1 ei
2 eetlepels oestersaus
1 eetlepel rijstwijn of droge sherry
1 eetlepel lichte sojasaus
1 theelepel sojasaus met champignonsmaak
1 theelepel suiker
1 theelepel bouillonpoeder
2 lente-uitjes
2 cm gemberwortel
3 eetlepels olie
2 theelepels maizena
zout en peper
Ossehaas in dunne plakjes snijden en plakjes in vierkantjes. Ei splitsen en eiwit loskloppen (dooier wordt niet gebruikt). Plakjes ossehaas erdoor scheppen. Maak een marinade van oestersaus, rijstwijn, sojasauzen, suiker, zout, peper, bouillonpoeder en 2 eetlepels water. Laat hierin het vlees 20 min. marineren. Lente-uitjes snipperen en gember fijnraspen. Schaal voorverwarmen. Olie verhitten en uitgelekt vlees in 2 min. lichtbruin roerbakken. Helft van de lente-uitje en gember toevoegen en ½ min. mee roerbakken. Marinade toevoegen. Maak een papje van de maizena en 1 eetlepel koud water. Dit al roerende aan de vleesmassa toevoegen en blijven roeren tot een lichtgebonden saus is verkregen. In de warme schaal overdoen en de rest van de lente-uitje erover strooien. Direct opdienen of afgedekt met aluminiumfolie warmhouden in de oven op de laagste stand.
8 blaadjes gelatine (15 gram)
½ liter melk
? liter slagroom
75 gram witte basterdsuiker
3 theelepels amandelessence
½ meloen met groen vruchtvlees
½ eetlepel citroensap
½ meloen met oranje vruchtvlees
Gelatine in ruim koud water 5 min. weken. 1 dl melk verwarmen, gelatine goed uitknijpen, melk van het vuur nemen en de gelatine al roerende in de hete melk oplossen. Rest van de melk, slagroom, suiker en amandel essence erdoor roeren. Rechthoekige lage schaal (¾ liter) omspoelen met koud water. Pudding mengsel erin schenken en laten afkoelen. Afgedekt in de koelkast in 3 uur laten opstijven. Pitten uit meloenhelften verwijderen. Met bolletjeslepel bolletjes uit vruchtvlees steken en besprenkelen met citroensap. Amandelpudding in 12 ruitvormige stukken snijden. Op 4 bordjes elk 3 stukjes pudding leggen in een stervorm. Meloenbolletjes er omheen leggen.
1 ei
75 gram bloem
1 eetlepel aardappelmeel
½ eetlepel olie
Ei loskloppen. Bloem in een kom doen en ⅓ deel van ei erdoor roeren en 2 eetlepels koud water. In 5 min. tot een soepel deeg kneden. Aanrecht of werkplank bestrooien met de helft van het aardappelmeel. Hierop nogmaals het deeg 5 min. kneden en tot een rol vormen en op een bord leggen. Afdekken met plastic folie en uur laten rusten. Intussen vulling maken. Deeg in 20 plakjes snijden. Aanrecht (werkplank) en deegroller weer bestrooien met rest van aardappelmeel. Deegplakjes uitrollen tot flinterdunne ronde lapjes. Vulling in het midden van lapjes scheppen en deeglapjes tussen duim en wijsvinger half dichtknijpen. Op nog zichtbare vulling garnering scheppen. Stoommand invetten met olie. 10 dimsums in mandje zetten en met de deksel op de stoompan in 15 [285] min. gaarstomen. Dimsums op een schaal zetten en direct opdienen. Rest van de dimsums op dezelfde manier gaar stomen.
100 gram witte kool
6 worteltjes
50 gram taugé
150 gram rundergehakt
1 eetlepel sojasaus
½ theelepel sesamolie
½ theelepel suiker
10 sprietjes bieslook
20 dimsum deeglapjes
zout en peper
Kool in dunne reepjes snijden en reepjes fijnsnipperen. Worteltjes grof raspen. Taugé wassen en laten uitlekken. Dan bij elkaar doen de taugé, kool, gehakt, &fra23; deel van wortel, sojasaus, zout, peper, sesamolie en suiker. Bieslook erover fijnknippen en alles goed vermengen. Deeglapjes vullen met dit mengsel en garneren met de rest van de wortel. Zie verder basisrecept dimsums.
1 gedroogde chinese paddestoel
75 gram gepelde garnalen
1 ei
100 gram varkensgehakt
1 theelepel lichte sojasaus
½ theelepel sesamolie
½ theelepel zout
½ theelepel suiker
1 theelepel maizena
2 worteltjes
20 dimsum deeglapjes
peper
Paddestoel 15 min. in heet water weken. Garnalen afspoelen onder koud stromend water en uit laten lekken. Van paddestoel steel verwijderen. Paddestoel en garnalen heel fijn hakken of pureren. Ei splitsen en eiwit loskloppen. Dan in een kom het gehakt, paddestoelgarnalen, helft van eiwit, sojasaus, sesamolie, zout, peper, suiker en maizena bij elkaar doen. Alles goed mengen. Worteltjes grof raspen. Deeglapjes vullen met garnalen gehaktmengsel en garneren met wortel. Zie verder basisrecept dimsums.
1 dunne prei
2 eieren
25 gram gezouten cashewnoten
250 gram kipfilet
1 eetlepel sojasaus
1½ eetlepel rijstwijn of droge sherry
½ theelepel suiker
½ eetlepel maizena
1 teen knoflook
½ eetlepel boter
20 dimsum deeglapjes
zout en peper
Prei fijnsnipperen en in een zeef wassen. 1 ei splitsen en loskloppen. Cashewnoten fijnmalen. Kipfilet droogdeppen en in stukken snijden. Kip aan noten toevoegen en pureren. Daarbij voegen de prei, sojasaus, rijstwijn, suiker, zout, peper, helft van eiwit en maizena. Knoflook erboven uitpersen en alles door elkaar roeren. Dan 1 ei, eierdooier en rest van eiwit met 2 eetlepels water,zout en peper loskloppen. Boter smelten en al roerende eimengsel op zacht vuur laten stollen. Roerei op bord laten afkoelen. Deeglapjes vullen met kip preimengsel. Garneren met stukjes roerei. Zie verder basisrecept dimsums.
3 gedroogde chinese paddestoelen
½ blok tahoe (250 gram)
2 lente-uitjes
1 cm gemberwortel
2 waterkastanjes uit blik
2 eetlepels olie
1 teen knoflook
1 ei
1 eetlepel lichte sojasaus
1 theelepel sesamolie
1½ eetlepel maizena
2 eetlepels gedroogde zeewierreepjes
zout [286]
Paddestoelen 30 min. in heet water weken. Tahoe in stukken snijden en fijn prakken. Lente-uitjes fijn snipperen. Gember schillen en fijnsnipperen. Waterkastanjes fijn snijden. Stelen van paddestoelen verwijderen en hoeden heel fijn snijden.Olie verhitten en gember en lente-uitje 2 min. zachtjes bakken. Tahoe, waterkastanje en paddestoelen toevoegen. Knoflook erboven uitpersen. Op hoog vuur 2 min. roerbakken. Intussen ei splitsen en eiwit loskloppen. Door tahoemengsel sojasaus, sesamolie en zout roeren. Van het vuur nemen en helft van eiwit en maizena erdoor roeren. Laten afkoelen. Deeglapjes vullen met mengsel en garneren met zeewierreepjes. Zie verder basisrecept dimsums.
250 gram diepvries krabsticks
2 lente-uitjes
1 ei
1 eetlepel lichte sojasaus
1 eetlepel maizena
2 theelepels rijstwijn of droge sherry
35 gram gepelde garnalen
20 dimsum deeglapjes peper
Krabsticks in 2 uur laten ontdooien en in kleine stukjes snijden. Lente-uitjesfijnsnipperen. Ei splitsen en eiwit loskloppen. Dan in kom samenvoegen de krab, lente-uitje, helft van eiwit, sojasaus, rijstwijn, maizena en peper. Alles goed mengen. Garnalen in een zeef onder koud stromend water afspoelen en laten uitlekken. Garnalen klein snijden. Deeglapjes vullen met krabmengsel. Garneren met garnalen. Zie verder basisrecept dimsums.
100 gram parboiled rijst
3 gedroogde chinese paddestoelen
2 lente-uitjes
½ cm gemberwortel
2 waterkastanjes uit blik
1 ei
100 gram tartaar
100 gram rundergehakt
1 teen knoflook
zout
Rijst met ½ liter koud water minstens 3 uur laten weken. Paddestoelen 30 min. in heet water weken. Lente-uitjes heel fijn snipperen. Gember schillen en in knoflookpers doen. Waterkastanjes in heel kleine stukjes snijden. Ei loskloppen. Paddestoelen laten uitlekken, stelen verwijderen en hoeden in heel kleine stukjes snijden. Dan in een kom bij elkaar doen de tartaar, gehakt, helft van ei, lente-uitje, paddestoelen, waterkastanjes en zout. Gember erboven uitpersen. Goed vermengen en tot 12 kleine balletjes vormen. Rijst in zeef goed laten uitlekken.Op keukenpapier rijst uitspreiden, zodat overtollig vocht kan worden opgenomen. Rijst overdoen op bord en vleesballetjes erdoor rollen tot ze rondom bedekt zijn met rijst. Goed aandrukken. Stoommand bestrijken met olie en balletjes erin leggen. Dan in stoompan in 30 min. gaarstomen. Balletjes op schaal leggen. Lekker met chilisojasaus.
1 dl lichte sojasaus
2 theelepels chiliolie
1 theelepel sesamolie
In een sauskom de sojasaus, chiliolie en sesamolie door elkaar roeren.
1 cm gemberwortel
1 eetlepel olie
1 eetlepel lichte sojasaus
1 eetlepel rijstwijn of droge sherry
3 eetlepels gezeefde tomaten
2 eetlepels azijn of witte wijn
2 eetlepels suiker
2 theelepels chilisaus
1 eetlepel maizena
Olie verhitten en geschilde gember in knoflookpers erboven uitpersen en 1 min. zachtjes bakken. Voeg al roerende de sojasaus, rijstwijn, gezeefde tomaten, azijn, suiker, 3 eetlepels water en chilisaus toe. Verhitten en blijven roeren. Maak een papje van maizena en 2 eetlepels koud water en voeg het toe aan hete vocht. Blijven roeren tot een dikgebonden saus is verkregen. In een sauskom doen en laten afkoelen. Eventueel nog iets verdunnen met 12 eetlepels water.
4 grote garnalen
4 plakken dungesneden ham
1-2 eieren
2 tenen geperste knoflook
zout
Verwijder de ingewanden van de garnalen en kook ze 5 a 6 min. in water met wat zout. Pel ze daarna en laat ze uitlekken. Haal de garnalen door het even opgeklopte ei waaraan wat zout en de knoflook zijn toegevoegd. Wikkel de ham eromheen, paneer ze en haal ze dan weer door het ei. Vervolgens weer door het paneermeel en bak ze in de hete olie aan alle kanten goudbruin. Eet ze met een zoetzure of gembersaus
Teriyaki
Mix de ingredienten van de saus in een klein pannetje en breng het geheel aan de kook.
800 gram dun gesneden lendebiefstukVerhit de pan die van te voren ingevet is met olie. Leg nu de prei (schuingesneden stukjes van 5 cm) en ui in de pan en zodra deze een bruine kleur vertonen, maakt men een ruimte in het midden waarin het vlees gelegd wordt. Voeg 100 tot 150 ml saus toe alsmede 50 ml van een vleesbouillon. Vervolgens voegt men de tofu (in blokjes), bamboespruiten, mihoen, paddestoel en groente toe en verhit alles tot het gaat sudderen. Indien het vochtpeil in de pan te laag wordt, voegt menbouillon en saus toe.
Vraag de slager de lendebiefstuk zeer dun te snijden. Snijd het blok tahoe in blokjes van 1,5 cm. Maak de groenten schoon. Snijd de prei diagonaal in dunnerepen en de champignons in plakken. Laat de bamboescheuten uitlekken. Snipper de kool grof. Schik het vlees en de groenten en tahoe mooi op borden of een grote schaal. Roer een sausje van de sojasaus, suiker, rijstwijn en wat water. Doe het sausje in een mooi kommetje. Men kan het gerecht op twee manieren eten. De eerste manier: Laat de olie heet worden in een platte pan met een dikke bodemen bak hierin het vlees en de groenten enkele minuten. Serveer het dan met de saus er apart bij. De tweede manier: Laat de olie heet worden in de pan en leg de groenten (behalve de spinazie) erin. Giet de saus erover en laat het geheel 6-8 minuten zachtjes sudderen. Voeg dan de spinazie en het vlees toe en laat het nog een paar minuten sudderen. Duw alles steeds onder de saus. Serveer het gerecht. Lekker hierbij smaakt rijst of Japanse vermicelli (shirataki).
Maak eerst de saus. Hiervoor heeft men dashi nodig. Dit is instant in pakjes te koop, maar men kan ook gewoon visbouillon gebruiken. Laat de grote garnalen ontdooien en gebruik ze dan direct. Pel ze, maar laat aan de onderkant het uiterste stukje van het pantsertje zitten. Snijd de staarten open en trek de zwarte draad eruit. Snijd de scholfilets in niet te kleine stukken. Men heeft 16 stukjes nodig. Steek dan steeds een grote garnaal met aan weerskanten een stukje filet aan een bamboespiesje. Klop voor het beslag het ei los met de bloem en 1 dl koud water. Het beslagje hoeft niet helemaal glad te zijn. Haal de spiesjes door het beslag en frituur ze daarna in de hete olie croquant, maar niet te bruin. Meng de dashi, sojasaus en mirin (sake) door elkaar. Breng het geheel aan de kook, neem de pan van het vuur en giet de saus over de garnalen. Serveer de grote garnalen op een schaal met gekookte rijst. Versier de schotel met enkele sperziebonen die men aan een prikkertje schuift, door het beslag haalt en daarna frituurt, terwijl men ook plakken aubergine en gebakken oesterzwam op de schotel kan leggen. Ook rauwe groenten smaken op deze manier gebakken uitstekend.
Kook de kipfilet in de bouillon in 10 min. gaar. Neem het vlees uit de bouillon en snijd het in blokjes. Kook de rijst gaar in de kippebouillon. Vermeng de stukjes kip met de rijst en geraspte gemberwortel en schep er de sojasaus door. Verwarm dit mengsel met elkaar. Klop de eieren los met wat water en peper enzout naar smaak. Bak hiervan in de hete olie twee dunne omeletten. Verdeel het rijstmengsel over de omeletten en klap deze dubbel. Snijd de omeletten in, zodat een mooi ruitwerk ontstaat en maak er met een klein stukje ei en vier roosjes broccoli een schildpad van.
Was de rijst zorgvuldig en laat hem 20 min. weken in ruim water. Laat de rijstdan 30 min. uitlekken. Breng 6 dl water aan de kook en voeg de uitgelekte rijst toe. Doe het stukje kombu erbij. Breng alles opnieuw aan de kook. Leg het deksel op de pan en laat de rijst 15 tot 18 min. zachtjes koken. Maak intussen de dressing voor de sushi door alle aangegeven ingredienten met elkaar te vermengen. Blijf roeren totdat zout en suiker opgelost zijn. Neem de pan met rijst van het vuur en laat hem met gesloten deksel 10 min. staan. Neem hierna het stukjekombu weg en doe de rijst in een grote kom. Schep de rijst eenmaal om met een grote vork. Schenk direct hierna de dressing erover. Schep de rijst opnieuw om en laat de rijst afkoelen tot dat ze lauwwarm is en geschikt om te verwerken.
Snij de gefileerde vis (zalm of makreel) in uiterst smalle reepjes en de uitgelekte bamboespruiten in uiterst kleine stukjes. Bereid de gekruide rijst zoals in het basisrecept en laat deze afkoelen. Spoel de champignons af en leg ze in een kom. Giet er zoveel kokend water over totdat ze net onder staan en [289] laat ze 30 min. weken. Zeef het weekvocht door een doek en houd dit weekvocht apart. Verwijder de stelen en snij de hoeden in heel smalle reepjes. Breng 1 dl weekvocht samen met de sojasaus en suiker aan de kook. Voeg de reepjes champignon toe en laat ze 10 min. zachtjes koken. Laat de reepjes daarna in het vocht afkoelen. Laat evt. diepgevroren krab eerst geheel ontdooien. Snij de krab in stukjes en verwijder alle ongerechtigheden. Laat de reepjes champignon nadat ze zijn afgekoeld, uitlekken. Vermeng de gekruide rijst met de reepjes champignon, krab, vis, bamboescheuten en doperwten. Doe alles in een rechthoekige bak. Leg op de inhoud een plankje dat precies in de bak past en plaats hierop een gewicht. De rijst met de ingredienten moet zo stijf mogelijk op elkaar geperst worden. Roer de eieren los en voeg 3 eetlepels water en wat zout toe. Bak hiervan in een licht met olie ingewreven rechthoekige omeletpan 8 zeer dunne omeletjes. Laat ze koud worden en leg ze op bamboematjes of servetjes. Verdeelde samengeperste rijst over de omeletjes. Rol de omeletjes met behulp van de bamboematjes of servetjes tot zeer stijve rollen. Snij elke rol in 4 tot 5 gelijke stukken en leg ze op een platte schaal.
Voor 4 personen neemt u 200 gram kortkorrelige rijst. Was de rijst zorgvuldig en laat hem dan 5 min. in ruim water staan. Hierna ineen vergiet 30 min. laten uitlekken, liefst op een tochtige plaats zodat de rijst goed opdroogt. Doe de rijst in de pan en schenk er 3 dl water koud waterbij. Breng alles langzaam aan de kook. Laat de rijst dan 1 min. stevig doorkoken. Leg het deksel op de pan en zet het vuur zo laag mogelijk. Kook de rijst zachtjes in 20 tot 25 min. droog en gaar. De deksel tijdens het koken niet van de pan nemen en ook niet omroeren. Na de aangegeven kooktijd de pan van het vuurnemen en nog 10 min. met het deksel erop laten staan. Schep daarna de volkomen drooggekookte rijst eenmaal luchtig met een grote vleesvork om. Opdienen in voorverwarmde eenpersoons kommetjes.
Bereid de rijst zoals in het vorig recept en houd deze warm. Maak het vlees droog en wrijf het in met wat peper en zout en stuif door een zeefje aan alle kanten wat bloem erover. Haal de plakken vlees door het ei en wentel ze hierna door het brood kruim. Druk het broodkruim met een platte hand goed vast. Laat de plakken hierna enkele minuten liggen. Bak ze vlak voor het opdienen in de hete olie in 7 tot 8 min. boven een matig vuur. Na het frituren, de plakken vlees op keukenpapier laten uitlekken. Snij de uien in 8 parten en verwijder de rokken. Fruit de uien totdat ze beginnen te verkleuren. Voeg dashi, mirin of een vervanger (sherry, medium dry met 1 theelepel witte basterdsuiker of sake) ervan, sojasauzen en schuin gesnipperde voorjaarsuitjes toe. Breng alles aan de kook. Schep het goed om en voeg de losgeroerde eieren erbij. Schep alles nogmaals goed m en neem de pan van het vuur. Snij het vlees in smalle repen, maar zorg dat het wel in de oorspronkelijke vorm blijft. Schep de hete rijst in kommetjes. Leg in de ene helft het gebakken en in reepjes gesneden vlees en schep in de andere helft het mengsel van uien en eieren.
Bij de Tara chirinabe hoort een ponzusaus die kant en klaar verkrijgbaar is. Zelf bereiden duurt 3 maanden. Snij de afgespoelde vis in schuine repen van 2 cm dikte. Spoel de koolbladeren af en [290] leg ze in een pan met kokend water. Kook de bladeren 4 min. en laat ze uitlekken in een vergiet. Verwijder hierna de dikste nerven, maar zodanig dat de vorm van de bladeren bewaard blijft. Leg ze daarna uit op een werkplank of aanrecht. Was de spinazie en verwijder alle steeltjes enleg dan de spinazie voor 1 min. in warm water (75 °C). Dan de spinazie laten uitlekken en in 8 porties verdelen. Knijp er met de handen nog zoveel mogelijk vocht uit. Vorm rolletjes van de spinazie en leg ze op de
koolbladeren. Rol de bladeren er omheen en steek ze vast met houten prikkers. Wrijf de champignons af met een vochtige doek en verwijder de stelen. Snij de champignons in twee-n of drieen. Snij de voorjaarsuitjes of preitjes in stukken van 3 a 4 cm. Snij de plakken tahoe (5x5 cm) in blokjes van 1 cm. Bak de blokjes aan alle kanten goudgeel en laat ze uitlekken. Leg ze daarna in een kom en voeg koud water toe totdat ze net onder staan. Laat ze 15 min. staan en daarna laten uitlekken ineen zeef. Leg alle ingredienten, soort bij soort, op een grote schaal en plaats deze in de koelkast totdat men aan tafel gaat. Bereid de rijst zoals in recept "gohan" en houd deze warm. Verwarm de saus tot lauwwarm. Breng 1 liter dashi aan de kook en voeg 2 eetlepels lichte japanse sojasaus, 2 eetlepels mirin of vervanger toe. Plaats de pan met dashi op een réchaud op tafel. Snij de koolrolletjes in plakken van 3 cm. Verwijder de houten prikkers. Leg de plakken bij de overige ingredienten en plaats de schaal op tafel. Begin met de handelingen om vis te pocheren (reken op 6 tot 8 min.). Wanneer alle gasten een deel vande vis hebben, warm dan de plakken gevulde kool op in de bouillon. Kook daarna de champignons 2 à 3 min. Doe hetzelfde met de voorjaarsuitjes of prei en warmtot slot van de maaltijd de blokjes tahoe (tofu) op in de bouillon. Zorg ervoor dat iedere gast een met witte rijst gevuld kommetje heeft dat telkens bijgevuld kan worden. In Japan bevat een kommetje niet meer dan 3 à 4
eetlepels rijst.
Snij stengeluien, sliertsjalotten of preien in stukken van 4 cm. Schil de gemberwortel en snij hem in ragfijne plakjes. Breng 2 tot 3 dl water aan de kook en voeg het vlees toe. Schuim het oppervlak enkele malen zorgvuldig af.Voeg de stukjes ui, sjalot of prei en gemberwortel toe. Leg het deksel op de pannen laat het vlees in 2 uur heel zachtjes trekken. Neem het daarna uit en spoel het af zodat de grootste warmte is verdwenen. Leg het daarna terug in het stoofvocht en laat het hierin koud worden. Daarna het vlees afdrogen en inplakken van 3 mm dikte snijden. Leg de plakken dakpansgewijs in een krans op een grote platte schaal. Leg in het midden de gesnipperde voorjaarsui en geef apart kleine kommetjes met Ponzusaus erbij.
Kies bij voorkeur aardappelen die even groot zijn. Schil ze en snij ze in 2 tot 3 gelijke parten. Snij de ui in 4 tot 6 gelijke parten en maak de rokken los. Wrijf de paddestoelen met een vochtige doek schoon, verwijder de stelen en snij de hoeden in smalle repen. Snij de worteltjes in smalle plakjes. Verhit de oliein een wadjan en voeg enkele druppels rode peperolie toe. Bak de aardappels eerst 2 min. onder voortdurend omscheppen. Voeg daarna de uien, paddestoelen, vlees en worteltjes toe. Ga door met omscheppen totdat het vlees zijn kleurheeft verloren en de uien wat glazig zien. Doe dan alles in een hoge pan. Voegbouillon, sojasaus en suiker toe. Breng het aan de kook, leg de deksel op de panen zet het vuur lager. Laat alles 15 min. zachtjes sudderen. Schud de panintussen geregeld om opdat alle ingredienten door het stoofvocht bedekt worden. Neem daarna de deksel van de pan en laat alles 7 à 8 min. zachtjes doorkoken waarbij een deel van kookvocht dient te verdampen. Verdeel de inhoud metstoofvocht over 4 voorverwarmde kommen. Dien het gerecht zo warm mogelijk op.
Maak het kippevlees droog en snij het in blokjes van 1 cm, bestrooi ze met wat zout en laat ze 15 min. liggen. Schil de asperges en snij aan de onderkant een stukje van 3 a 4 cm af. Snij hierna de asperges in stukken van 4 cm. Snij dikke stukken doormidden. Breng de dashi of visbouillon aan de kook, voeg sojasauzen, mirin of vervanger, gemberwortel en zout naar smaak toe. Roer alles goed dooreen en wacht tot alles opnieuw aan de kook is gekomen. Strooi dan de gewassen en gedroogde rijst langzaam in de pan zodat alles blijft koken. Laat alles enkele minuten flink doorkoken. Temper het vuur en leg de deksel op de pan. Laat de inhoud 10 min. zachtjes doorkoken totdat het vocht bijna geabsorbeerd is. Leg dan de stukjes kippevlees en asperges op de rijst. Sluit de pan opnieuw af en laat alles nog 10 tot 13 min. zachtjes doorkoken. Draai het vuur uit en laat de gesloten pan nog 5 min. staan. Schep de inhoud om met een grote vleesvork. Dien het gerecht op in voorverwarmde kommen. Strooi er wat voorjaarsui of bieslook over.
Snij de boontjes in stukken van 4 cm. Maak het kippevlees droog en snij het in reepjes van 1 x 4 cm, bestrooi het met wat zout. Breng de bouillon aan de kook, voeg sojasauzen, mirin of sake of vervanger en het zout toe. Strooi de rijst er langzaam in zodat alles blijft koken. Laat alles enkele minuten doorkoken. Temper het vuur, deksel op de pan en alles 15 min. zachtjes laten doorkoken totdat het vocht bijna geheel geabsorbeerd is. Voeg boontjes en kip toe. Wacht tot alles weer aan de kook is en sluit de pan en laat de inhoud in 15 a 17 min.gaar worden. Strooi er nu de gesnipperde voorjaarsui over. Sluit de pan opnieuw af en draai na 30 sec. het vuur uit. Laat de pan dan 5 min. staan. Schep de inhoud van de pan om met een grote vleesvork. Opdienen in voorverwarmde kommen of diepe borden.
Was de broccoli en snij de stengels schuin in dunne plakjes van ½ cm. Houd de roosjes apart. Breng de bouillon aan de kook, voeg sojasauzen, mirin of sake of vervanger, het zout en de plakjes broccolistengel toe. Strooi de rijst er langzaam in zodat alles blijft koken. Laat alles enkele minuten doorkoken. Temper het vuur, deksel op de pan en alles 10 min. zachtjes laten doorkoken. Voeg broccoliroosjes toe. Sluit de pan en laat de rijst in 10 a 13 min. bijna gaar worden. Leg de garnalen in de pan. Sluit de pan opnieuw af en draai na 30 sec. het vuur uit. Laat de pan dan 5 min. staan. Schep de inhoud van de pan om met een grote vleesvork. Opdienen in voorverwarmde kommen of diepe borden.
Snij de boontjes in stukken van 4 tot 5 cm. Kook ze in ruim kokend water 3 à 4 min. Los intussen al roerend het zout op in liter koud water. Voeg enkele ijsblokjes toe. Schep met een schuimspaan de boontjes uit het kokende water. Dompel ze dan onmiddellijk in de zoutoplossing. Laat ze hierin 6 tot 8 uur staan. Schep ze van tijd tot tijd even om. Laat ze daarna minstens ½ uur in een vergiet uitlekken. Maak de dressing. Doe de boontjes in een kom en schenk de dressing erover. Schep ze enkele malen om en laat ze dan 20 min. staan. Doe daarna de salade op bordjes en garneer met partjes tomaat en plakjes hardgekookt ei.
Snij de kip in blokjes van 1 cm. Maak de marinade en voeg de kip eraan toe. Schep alles enkele malen goed om en laat het 30 tot 45 min. staan. Breng enkele deciliters water aan de kook. Doe de uitjes erin en kook ze precies 3 min. Laat ze uitlekken en afkoelen. Breng lichte en donkere sojasaus, honing en sake of vervanger al roerend aan de kook. Schep de afgekoelde uitjes erdoor en neem dan het pannetje van het vuur. Steek telkens 3 stukjes kip en drie uitjes om en om aan houten bamboestokjes. Bekroon ze eventueel met kerstomaatjes. Rooster de spiesjes onder voortdurend draaien onder een vrij hete grill of op de barbecue. Roostertijd 6 tot 7 min. Leg de stokjes op voorverwarmde borden eventueel gegarneerd met sprieten prei.
Snij het vlees in dunne plakken, droogmaken en daarna in vingerbrede repen snijden. Aardappels schillen en in vieren snijden. Snij de uien in niet al te smalle ringen. Bak in hete olie de repen vlees 1 min. onder voortdurend omscheppen. Schep ze met een schuimspaan uit de olie, laat ze uitlekken en houd ze daarna warm. Bak in de achtergebleven olie de aardappel en de ringen ui totdat de uien glazig goudgeel zien. Voeg daarna 2 dl kokend water toe. Leg de deksel op de pan en laat alles 10 min. zachtjes doorkoken. Voeg daarna sake of vervanger, suiker, mosterd en sojasauzen toe. Alles goed omscheppen en nog 8 tot 10 min. zachtjes laten doorkoken waarbij een deel van het vocht kan inkoken tot een wat dikke saus. Schep vlak voor het opdienen de reepjes vlees erdoor. Verdeel het gerecht op 4 voorverwarmde borden. Strooi er gesnipperde voorjaarsui over en garneer met bloemen van tomaten.
Maak het vlees droog en snij het in blokjes van 1 cm. Bak ze in hete olie goudbruin. Schep het vlees eruit en houd het warm. Bak in de rest van de olie de uien totdat ze beginnen te verkleuren. Voeg dan 2 dl kokend water toe en schep de blokjes vlees erdoor. Laat dit 10 min. heel zachtjes doorkoken. Roer vervolgens de sojasauzen, sake of vervanger, honing en het citroensap erdoor. Weer alles 5 - 6 min. zachtjes doorkoken. Schep het vlees op voorverwarmde borden, strooi er gesnipperde voorjaarsui over en leg er ringetjes rode lombok bij.
Maak het vlees droog en snij het in plakken van 3 mm en vervolgens in smalle repen. Schil de gemberwortel dun en snij het eerst in dunne plakjes van 1 a 1½ mm en vervolgens in zeer smalle reepjes. Verwijder de buitenste bladeren van de kool en neem ook het grootste gedeelte van de stronk weg. Snij de kool in kleine snippers. Meng ⅓ deel van de gember met ⅓ deel van de sojasauzen, 1 eetlepel saké of vervanger en schep het vlees erdoor. Laat het 15 min. staan. Af en toe omscheppen. Bak dan het vlees 2 min. in de helft van de olie en schuif het naar een kant van de wadjan. Voeg de rest van de olie toe, wacht tot alles opnieuw heet is en fruit in 30 sec. de rest van de gemberwortel. Dan de kool erbij en omscheppen. Het vlees met 2 eetlepels kokend water en de rest van de soja, sake en suiker toevoegen. Omscheppen en de kook erover laten komen. Onmiddellijk opdienen met als garnering toefjes waterkers of waaiers van stukken komkommer.
Aubergine overlangs in 4 dikke plakken snijden en deze plakken met schil in reepjes van ½ cm snijden (rest van aubergine wordt niet gebruikt). In koekepan olie verhitten en aubergine in 8 min. goudbruin bakken. Halverwege keren. Op keukenpapier aubergine laten uitlekken. In een pan dashipoeder en 6 dl water doen en verwarmen. Miso met 4 eetlepels dashi glad roeren en aan rest van de dashi toevoegen. Laten afkoelen en tot gebruik afgedekt wegzetten. In 4 kommetjes aubergine rangschikken. Dashi verwarmen (mag niet koken) en over de 4 kommetjes verdelen.
Pinda's fijnmalen en met sojasaus, suiker, dashipoeder en 5 eetlepels water tot een sausje roeren. Sperziebonen in schuine stukken snijden en met weinig water en wat zout in 8 min. bijna gaar koken. Afgieten en sausje erdoor roeren. Over 4 kleine bordjes sperziebonen verdelen en als bergje rangschikken. Lekker bij rijst en teriyaki.
Maak een marinade van geraspte gember, sojasaus, saké, suiker en mirin. Leg de kipfilets in een wijde schaal en schenk de marinade erover. In de koelkast 3 uur marineren. Af en toe omkeren. Kip uit de marinade halen en droogdeppen (marinade bewaren). Olie verhitten en kip in 5 min. goudbruin bakken. Halverwege omkeren. Met deksel op de pan in nog 25 min. gaar laten worden. Kip op een plank leggen en in stukjes snijden. Door het braadvocht marinade roeren. Zonder deksel op de pan op matig vuur braadvocht in 5 min. inkoken tot een stroperig sausje is ontstaan. Kip erdoor scheppen. Lekker met rijst.
Antiliiaanse vissoep
Verwijder de zaden uit de chilipeper. Snij de kip in stukken en wrijf deze in met een mengsel van zout, peper en nootmuskaat. Verhit de boter en bak de stukken kip bruin. Schep het vlees uit de pan en doe de ui, knoflook en tomatenpuree erin. Bak de uien glazig en de kip weer in de pan. Giet het water en het bouillonblokje erbij en stoof het geheel met de chilipeper gaar. Rasp de tajer en roer het sinaasappelsap erdoor om verkleuren te voorkomen. Haal de kip uit de saus. Doe de helft van de tajer bij de saus en maak deze op smaak af met zout, suiker en peper. Beboter een vuurvaste schaal of een bakblik en doe de helft van de tajer erin. Leg de stukken kip erboven op en bedek het geheel met de rest van de tajer en de saus. Zet de pom ongeveer 1 uur in een warme oven (stand 4-5). De pom is gaar, wanneer de tajer bruin is
Maak een marinade van rum, soja, fijngehakte knoflook, vijfkruidenpoeder enzout. Wrijf de karbonades hiermee in en laat ze een uur staan. Verhit de olie en schroei de karbonades aan beide zijden dicht. Bak het vlees in ongeveer 20 min. gaar en bruin. Doe het vlees op een voorverwarmde schaal en maak de jus af met een scheut water.
Fruit de ui in de hete olie goudbruin. Doe de gedroogde garnalen er met het water en de bouillon blokjes bij. Laat het koken tot de garnalen geweld zijn, doe er dan de rijst bij en vermeng het geheel goed. Leg de madame jeanette er bovenop en breng het geheel weer aan de kook. Vervolgens het vuur laag draaien en de rijst zachtjes laten sudderen tot het vocht verdampt is. De rijst goed omscheppen en peper en zout naar smaak toevoegen. Laat het op een plaatje verder droog stomen. Serveren met een salade van tomaten en een atjar of een ander zuur.
De komkommer schoonmaken, wassen en daarna 5 min. zachtjes laten koken in een mengsel van het water, azijn en zout. Dit moet eigenlijk in een koperen pan gebeuren, want hierin krijgt de komkommer zijn groene kleur. Het mengsel iets laten afkoelen en in een schoon potje gieten. De promente schoonmaken en snijden. De promente, laurier, knoflook en kruidnagel in het potje doen. Het potje goed afsluiten en minstens 3 dagen laten staan.
Een glazen pot heel goed schoonmaken. De ui in stukken snijden. Promente en knoflook schoonmaken. Promente, knoflook, water, azijnessence, laurierblad en kruidnagel in de pot doen. De ui toevoegen. Het potje goed afsluiten, schoonmaken en minstens 3 dagen laten staan. Men kan ook grotere hoeveelheden maken.
Als vis kan men dradoe, mula, buni, of pisca corra gebruiken. De meeste hier verkrijgbare vissoorten zijn ook goed te gebruiken. De schubben van de vis verwijderen, buik opensnijden en ingewanden eruit halen. Ook de vinnen afknippen. De vis wassen in water met lemoen. De tomaat, ui, selderie, knoflook, promente en aardappel schoonmaken en in stukjes snijden. De vis met de kruiden, aardappel, nootmuskaat, macaroni, margarine, tomatenpuree en het water aan de kook brengen en 20 min. op een klein vuur laten koken. De soep in een diep bord of in een diepe schaal opdienen. Vissoep wordt met brood, promente en lamoenchi geserveerd.
De karbonade met zout en peper bestrooien. De tomaat, ui, paprika en promente schoonmaken en in stukjes snijden. Margarine en olie heet laten worden en hierin de karbonade eerst grijs en dan bruin bakken. Dan de kruiden 3 min. laten meebakken. Het deksel schuin op de pan zetten en hierover 0.6 dl water in de pan gieten. Het gerecht 10 min. op een kleine vlam stoven. De porkchop met de saus op een platte schaal serveren.
Doe de bouillon blokjes en alle overige ingredienten, behalve de pindakaas, in het water en breng het geheel langzaam aan de kook. Laat het 30 min. sudderen en zeef de bouillon. Doe de pindakaas in een kom en giet al roerend zoveel bouillon bij tot er een glad papje ontstaat. Doe het pindamengsel onder goed roeren bij de bouillon en breng het geheel weer aan de kook. Laat de pindasoep op een zacht vuur indikken en voeg de taugé er op het laatste moment aan toe zodat deze knapperig blijft.
Doe alle ingredienten, behalve de pindakaas, in een pan met 2 liter water. Laat de bouillon een uur trekken en zeef deze. Snij het vlees in kleine stukjes. Voeg zoveel water toe aan de bouillon tot het weer 2 liter is. Breng de bouillon weer aan de kook. Doe de pindakaas in een kom en roer die met een beetje bouillon tot een glad papje. Voeg het papje al roerend bij de bouillon en zet het vuur lager. Voeg de kip en het pekelvlees toe en laat het geheel sudderen tot er een dikke soep ontstaan is. Geef er rijst of stokbrood bij.
Wrijf de stukken kip in met peper en zout. Verhit de boter in een wok of braadpan en bak de kip snel aan alle kanten bruin. Schep de stukken kip uit de pan. Fruit de fijngesneden ui en knoflook glazig en voeg vervolgens de tomatenpuree en selderie toe. Doe de kip weer in de pan en vermeng ze goed met het kruiden mengsel. Doe het water met het bouillon blokje erbij en laat de kip 30 min. gaar stoven. Het gerecht mag niet te droog worden. Geef er witte rijst bij.
Het gezouten vlees enige uren in water laten staan. Het rundvlees met lamoen insmeren. Het rundvlees in de margarine en olie bakken. Dan de ui, tomaat, gezouten vlees en water toevoegen en 1 uur op een kleine vlam laten stoven. Wortels en aardappels schillen en snijden en toevoegen en alles nog eens 20 min. op een laag vuur laten koken. Eventueel wat water toevoegen. De stoba met peper, zout, pijpkaneel en suiker op smaak brengen en in een schaal opdienen.
De bloem, vet, zout, suiker en bakpoeder tot een kruimelige massa mengen. Ei toevoegen en zoveel koud water met een vork erdoor mengen tot het deeg samen hangt. Het deeg op een koele plaats afgedekt een nacht laten rusten. Het vlees of vis met de bolle kant van een lepel inwrijven met nootmuskaat en peper. De olie verhitten en het vlees aan beide kanten bruin bakken. De fijn gesneden knoflook, ui, prei, tomaat, paprika en promente toevoegen en meebakken tot het vlees gaar is (10 min.). Het vleesmengsel malen, de kappertjes, piccalily, klein gesneden pruimen en rozijnen toevoegen en het mengsel met hot sauce enzout op smaak brengen. Het deeg in 6 tot 7 bolletjes verdelen en deze op een met bloem bestoven tafel uitrollen (of tussen vetvrij papier). Midden op ieder rondje een theelepel van het vulsel leggen, de randen met water bestrijken enhet deeglapje dubbelvouwen. Randen aandrukken en omvouwen. De pastechi in hete olie gaar en lichtbruin bakken en laten uitlekken. Een papieren servet op een schaal of bord vouwen en de pastechi hierop serveren.
De olie, margarine en vet met het zout romig roeren. De eieren een voor een ineen kom breken en erbij roeren. 250 gram bloem afwisselend met wat water toevoegen. Het deeg uitrollen met zeer veel bloem (250 gram) tot een grote lap van ½ cm dikte. De kaas van korsten ontdoen, in plakken snijden van ½ cm dikte en deze plakken in staafjes snijden van cm dik en 3 cm lang. Het deeg in repen snijden van 1 cm breed. Om ieder staafje kaas een reepje deeg rollen alseen hoorntje. Er op letten dat het deeg de kaas bedekt. Frituurvet heet laten worden en de pequenos gaar en lichtbruin bakken. De pequenos op een schaal of bord met een papieren servet serveren.
De eierdooiers scheiden van de eiwitten en kloppen tot de eigeur verdwenen is, met een elektrische mixer gaat het sneller. Langzaam de gesuikerde melk erbij schenken, de vanilla en nootmuskaat toevoegen en nog eens 10 min. door blijven kloppen. De rum bij kleine beetjes erdoor kloppen. De ponche crema een paar uur in een kom laten staan, het schuim trekt dan weg. De ponche crema wel met een schone doek afdekken. Daarna de ponche crema in een fles overgieten en afgesloten bewaren. De eiwitten kan men voor wat anders gebruiken, bijv. bij het paneren van bitterballen [298]