Updated: 1.2.2010
In het Skagens museum hangt dit reusachtige schilderij met levensgrote figuren. Het heet "de verdronken visser" en is in 1893 geschilderd door de Deense schilder Michaël Ancher.



Michaël Ancher is een van de "Skagense schilders", die in navolging van de Franse impressionisten graag speciale lichtpartijen schilderden. Net zoals schilders van de Haagse school weg waren van het Scheveningse strand-licht. En Skagen ligt helemaal aan het noordpuntje van Denemarken waar Noordzee en Kattegat samen komen en licht is het daar en in 1893 was er dramatiek ook.

Ancher schildert realistisch een verdronken visser in gele oliejas liggend op een tafel met treurende vrouw en kinderen in blauw en oker erachter. (Meteen kwam Kniertje en "de vis wordt duur betaald" bij me op.) Er omheen staan vissers, zwart en zwijgend met harde bijbeltrouwe koppen. Want bijbeltrouw waren ze daar toen, net als in veel vissersdorpen in Nederland.

De Deense "biblebelt" is de Westkust van het Zuiden met een stuk Waddenzee tot het Noorden met de Jammerbocht, 300 km lang. Daar vind je nog altijd de bijbeltrouwen van de "indre mission" ("inwendige zending"). Nog steeds zijn daar Lutherse "praester" (predikanten), die bij de installatie van een vrouwelijke collega weigeren haar de hand te drukken, want "dat uw vrouwen in de gemeente zwijgen, want het is hun niet toegelaten te spreken", heeft Paulus (1Kor 14:34) geschreven.

Hun dialect is ook anders dan de rest, meer zangerig of lijzig misschien, met een lichte oe voor de w, als in veel "strandhollandse" dialecten, (Katoewijks). Ook met verdwijnende medeklinkers aan het begin, als in het Zeeuws.
In Velp/Arnhem had ik een Zeeuwse collega, degelijk bijbeltrouw opgevoed, hij kon
"De 'Eere 'eeft heheven; de 'Eere 'eeft henomen"
uitspreken zoals alleen een echte Zeeuw dat kan.

Maar waarom komt dat allemaal op bij dit schilderij?
Ik meen dat Rob van Gerwen (docent filosofie van de kunst in Utrecht) ooit opmerkte:
"Als een kunstwerk niks oproept, is het misschien wel niks".