Lieve mensen,
Vrijdag was het hier "Stor Bededag", dat betekent "Grote Gebedsdag".
In 1686 besloot de toenmalige Deense koning dat het maar uit moest zijn met al
die kerkelijke gebeds-, heilige- en boetedagen, ze werden verenigd tot een dag,
op de vierde vrijdag na Pasen.
"Stor Bededag" bestaat nog steeds en is voor velen een vrije dag, postkantoren en banken zijn gesloten, er wordt niet gewerkt, de meeste mensen zijn vrij, dus alle winkels zijn open en hebben speciale aanbiedingen.
Voor ons was het de dag dat Gerda's oudste kleindochter Frida zou "konfirmeres" (worden bevestigd), dat is
een feest dat het midden houdt tussen het rooms katholieke "groot aannemen" en/of het
"vormsel" en de protestantse "belijdenis".
Alle (nou ja bijna alle) Deense kinderen van zo'n jaar of 14 doen dat.
Het stelt niet zo heel erg veel voor, al is er een half jaar (of soms een heel jaar)
godsdienstonderricht aan vooraf gegaan.
De meeste Denen hebben eigenlijk niks met de deense
"folkekirke" (volkskerk) maar "konfirmation" doen ze allemaal.
Het is een groot familiefeest met vooral veel cadeaus en liefst zo duur mogelijk.
Frida heeft drie(!) grootouderparen, die
onderling even bellen en overleggen hoe groot (dat betekent hoe duur) het cadeau wel moet zijn.
Frida's ouders wonen in het heel kleine dorpje Smidie (ongeveer 25 huizen).
Zij
hadden een tent in de tuin geplaatst, een kok gehuurd en een diner aangericht voor zo'n
50 tal mensen ter gelegenheid van Frida's "konfirmation".
De cadeaus liepen nogal uiteen, van
een paar rijlaarzen (meisjes en paarden, dat is ook in Denemarken de grote trend!) en een discman, tot een gouden, traditioneel "Dagmar"-kruisje, dat om de hals gedragen wordt.
Dagmar was een Deense Prinses, die de russische tsaar trouwde, vandaar het orthodoks
uitziende kruisje.
Meestal wordt die konfirmation gedaan op een zondag en de maandag daarop heet "Blaa
Mandag" (blauwe maandag).
De jonge konfirmanten gaan dan naar de stad en maken het geld op, dat ze hebben gekregen.
Voor veel jongens (en tegenwoordig voor de meisjes ook) is dat de eerste keer dat ze
dronken zijn!
De politie in de
steden zet op de maandagen in het voorjaar extra manschappen in om een en ander in zo
goed mogelijke banen te leiden.
Brooddronken (of werkelijk dronken) jongelui kunnen nogal wat
overlast veroorzaken.
Daar komt nog bij dat konfirmanten van verre aan hun kleding
en gedrag herkenbaar zijn, nogal wat geld op zak hebben en dus een makkelijke prooi zijn
voor zakkenrollers en straatovervallers.
Zo'n kerkdienst is overigens een merkwaardige aangelegenheid. Wij werden uitgenodigd om kwart voor elf bij het kerkje in Solbjerg te zijn.
Zo'n schitterend gelegen en wit gepleisterd Deens
dorpskerkje met een zadeldaktoren.
Het kerkje is gebouwd naast een oude heidense grafheuvel,
die nog steeds bestaat en nu het middelpunt vormt van het kerkhofje. (die kerkhofjes in Denemarken
zijn schitterend, je zou er bijna naar verlangen om daar begraven te liggen!)
Om elf uur begon de dienst, het kerkje met zo'n tachtig plaatsen zat stampvol.
De meisjes konfirmanten meestal in het wit, als Limburgse bruidjes bij het aannemen.
Sommigen voor
het eerst op schoenen met een (niet al te) hoog hakje, waar ze op de stenen plavuizenvloer van de
middeleeuwse kerk nog onhandiger lopen.
De jongens voor het eerst in een donker pak, al zie je
tegenwoordig ook spijkerpakken.
De dienst gaat merkwaardig in z'n werk.
Niemand, ook de priester niet, heet de aanwezigen welkom.
Er wordt gewoon begonnen met "Laat ons allen bidden...".
Ik ken genoeg Deens om te verstaan, dat
de aanwezigheid van mensen in de dienst volstrekt onbelangrijk is, de "gemeente" speelt in de
dienst geen enkele rol.
Er werden vijf liederen gezongen, waarvan de jongste dateerde uit
1856 (het nieuwste lied, dat in het deense gezangenboek staat is uit 1923!)
Ik schreef zoëven dat
ik genoeg Deens ken, want in de kerk spreekt men niet het hedendaagse deens, het is vergelijkbaar
met de taal in sommige zwarte-kousen-kerken in Nederland, een soort "tale Kanaäans" (een journalist van "Trouw" schreef in dat verband ooit over "een bal des gehakts").
Ik vind het dus helemaal niet zo onbegrijpelijk dat de Denen niet in de kerk komen.
In Nederland
zou dat snel tot een financiele crisis in de kerk leiden, maar zo niet in Denemarken.
De Folkekirke is een staatskerk, de mensen betalen belasting en de staat betaalt alle kerkelijke
aktiviteiten!
De lutheraanse priesters zijn is staatsdienst, worden dus door de staat
betaald en hebben dus met de mogelijke ideeen en meningen van de leden niet zoveel van doen.
Zij hebben
overigens ook een burgerlijke taak, je moet hier je kind aangeven bij de kerk (ook al ben je
katholiek, moslem of atheïst), je trouwt voor de kerk (al kan dat eventueel ook op het
gemeentehuis) en je wordt begraven vanuit en door de kerk en op het kerkhof van de kerk.